Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enkhuizen

Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnkhuizen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van Marktgelden 2022
CiteertitelVerordening marktgelden 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-2021nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2021-474015

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden 2022

De raad van de gemeente Enkhuizen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9-11-2021, nummer 943357.

 

gelet op de artikelen 147 en 229, lid 1, onderdeel a en b van de Gemeentewet

besluit:

 

Vaststellen de Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden 2022.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van de bepalingen van deze verordening wordt verstaan onder:

1.1

Staanplaats:

een plaats op een terrein dat door het bevoegd gezag is aangewezen als markt- of evenemententerrein, voor de weekmarkt respectievelijk de jaarmarkt, om zaken of voorwerpen te plaatsen, uit stallen of te verkopen;

1.2

Evenemententerrein:

een door het bevoegd gezag aangewezen en vergunde locatie, waar jaarmarkten, braderieën, themamarkten of ander met markten gelijkgestelde evenementen plaats vinden;

1.3

Dag:

tijdvak van 24 uren aanvangend te 0.00 uur.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgelden' worden rechten geheven ter zake van het gebruik van het aangewezen markt- of evenemententerrein overeenkomstig de bestemming ervan en/of het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degenen aan wie de standplaats is toegewezen, dan wel van degenen die een standplaats heeft ingenomen.

Artikel 4 Vrijstellingen

Marktgelden worden niet geheven indien en voor zover uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst voor het innemen van een staanplaats gelden aan de gemeente zijn verschuldigd.

Artikel 5 Belastinggrondslag en belastingtarief

  • 5.1

    Grondslag voor de berekening van het recht voor een staanplaats is: het aantal lengte meters dat met de staanplaats wordt ingenomen;

  • 5.2

    Voor een standplaats op de weekmarkt bedraagt het recht voor het innemen van een staanplaats, per dag, per strekkende meter:

     

    € 1,68;

    met een minimum van

    € 6,77.

  • 5.3

    Voor een staanplaats op een evenemententerrein bedraagt het recht het innemen van een staanplaats, per dag, per 2 strekkende meters:

     

    € 1,68.

  • 5.4

    Voor de toepassing van sub 5.1, 5.2 en 5.3, wordt een gedeelte van een dag gerekende voor een hele dag en een gedeelte van een lengte eenheid gerekend voor een gehele lengte eenheid.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 7 Aangifte

  • 7.1

    De in artikel 3 genoemde belastingplichtige is verplicht wanneer hij een staanplaats inneemt hiervan terstond aangifte te doen op door burgemeester en wethouders aan te geven wijzen en plaatsen.

  • 7.2

    Bij het opnieuw innemen van een staanplaats, na afloop van de termijn waarvoor marktgelden zijn voldaan, ontstaat opnieuw de aangifteplicht.

  • 7.3

    Het model voor het uitnodigen tot het doen van aangifte wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 8.1

    Het recht wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 8.2

    De modellen van de in 8.1 genoemde bescheiden worden door burgemeester en wethouders vastgesteld.

  • 8.3

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald:

    • a.

      ingeval de kennisgeving bedoeld in 8.1 mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving;

    • c.

      dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 8.4

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 9.1

    De "Verordening marktgelden Enkhuizen 2021, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 15 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 9.2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 9.3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 9.4

    Deze verordening kan worden aangehaald als " Verordening marktgelden 2022".

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Enkhuizen in zijn openbare vergadering van 21 december 2021.

De raad voornoemd,

de griffier,

P.T.J.Pels

de voorzitter,

E.A. vanZuijlen