Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Het Hogeland

Beleidsregels standplaatsen Het Hogeland 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHet Hogeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels standplaatsen Het Hogeland 2021
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageStandplaatsenbeleid Het Hogeland toelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-341167.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022Nieuwe regeling

23-11-2021

gmb-2021-473960

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels standplaatsen Het Hogeland 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

  • overwegende, dat de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2019 vraagt om harmonisatie van beleid en werkwijze met betrekking tot de vergunningverlening voor standplaatsen op grond van artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Het Hogeland;

  • dat voorts de introductie van het begrip ‘schaarse vergunningen’ vraagt om een nadere bezinning over en formulering van beleid en werkwijze met betrekking tot standplaatsvergunningen;

gelet op artikel 5:18 van de APV;

besluit vast te stellen de Beleidsregels standplaatsen Het Hogeland

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een vergunning aanvraagt

  • b.

    APV: de geldende Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Het Hogeland;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

  • d.

    dag(en): de dag(en) waarop de standplaats wordt ingenomen;

  • e.

    standplaats: het op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere al dan niet met enige beperking – voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, informatie te verstrekken vanuit een voertuig dan wel diensten aan te bieden, zoals bedoeld in artikel 5:18 APV;

  • f.

    vaste standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 APV;

  • g.

    incidentele standplaats: standplaats die éénmalig of voor een beperkt aantal dagen kan worden ingenomen door een standplaatshouder;

  • h.

    seizoen standplaats: standplaats die gedurende een afgebakende seizoenperiode door een standplaatshouder kan worden ingenomen;

  • i.

    flexibele standplaats: een standplaats die binnen een afgebakend gebied, op verschillende locaties, met verschillende verkoopmiddelen en onder bepaalde voorwaarden kan worden ingenomen door de vergunninghouder.

  • j.

    vergunning: de vergunning tot het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de APV;

  • k.

    vergunninghouder: degene die in het bezit is van de standplaatsvergunning;

  • l.

    markt: markt zoals aangewezen in de vigerende Marktverordening;

  • m.

    handelingsbekwaamheid: de bevoegdheid als meerderjarige of niet onder curatele gestelde om rechtshandelingen te verrichten.

  • n.

    Ruimtelijke ordening: het benutten en inrichten van de (openbare) leefruimte, rekening houdend met een groot aantal spelregels en met individuele en gemeenschappelijke belangen.

Artikel 2 Bereik

  • 1.

    Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op standplaatsen, ingenomen op de zes weekmarkten in de gemeente Het Hogeland, op standplaatsen die onder een evenementenvergunning vallen, op verkoop voor bedrijfsvestiging en op standplaatsen op jaarmarkten.

  • 2.

    Evenmin zijn deze beleidsregels van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet beheer Rijkswaterstaatwerken of het Provinciaal wegenverkeersreglement.

  • 3.

    Deze beleidsregels zijn voorts alleen van toepassing op standplaatsen binnen het grondgebied van de gemeente Het Hogeland.

Hoofdstuk 2 De aanvraag

Artikel 3 Vereisten van de aanvrager

  • 1.

    Uitsluitend een handelingsbekwaam natuurlijk persoon komt in aanmerking voor een standplaatsvergunning.

  • 2.

    Aanvrager moet aantonen dat hij voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie. Daartoe dient hij een uittreksel uit het Handelsregister van de kamer van Koophandel te overleggen waaruit blijkt dat hij als ambulant handelaar staat ingeschreven.

Artikel 4 Mededingingsprocedure

  • 1.

    Voor het innemen of hebben van een standplaats is een vergunning vereist op grond van artikel 5:18 van de APV.

  • 2.

    Deze vergunningen worden verstrekt onder mededinging als gevolg van de introductie van het begrip ‘schaarse vergunningen ‘ (zie voor de afweging en de totstandkoming van het besluit tot vergunningverlening hoofdstuk 3 van deze beleidsregels).

  • 3.

    Door een openbare kennisgeving wordt bekend gemaakt, dat er een standplaats vrij komt. Deze kennisgeving vindt plaats in:

  • a.

    Het publicatieblad van de gemeentelijke publicaties (Noorderkrant)

  • b.

    De gemeentelijke website

  • 4.

    De openbare kennisgeving bevat:

  • a.

    Het tijdvak waarbinnen geïnteresseerden hun interesse kunnen tonen als bedoeld in artikel 4, lid 5.

  • b.

    Op welke wijze mee kan worden gedongen naar een standplaats

  • c.

    Welke gegevens bij de aanvraag moeten worden gevoegd;

  • d.

    Op welke wijze de selectie plaats zal vinden

  • e.

    Een zo volledig mogelijke omschrijving van de standplaats.

  • 5.

    Een mededinging voor een standplaats moet binnen een termijn van twee weken worden ingediend. Daarvoor moet gebruik worden gemaakt van het door het college vastgestelde ‘mededingingsformulier ‘(bijlage 1 bij deze beleidsregels).

  • 6.

    Een mededinging voor een standplaats moet schriftelijk worden ingediend. Per post dient de mededinging gericht te zijn aan: Gemeente Het Hogeland, Postbus 26, 9980 AA Uithuizen. Per e-mail dient de aanvraag gericht zijn aan: gemeente@hethogeland.nl.

  • 7.

    Op het mededingingsformulier staat in ieder geval vermeld:

  • a.

    naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, alsmede woonplaats en adres van de mededinger

  • b.

    een duidelijke omschrijving en locatie van de standplaats waarop wordt meegedongen.

  • c.

    een omschrijving van de verkoopinrichting waarmee de standplaats zou worden ingenomen.

  • d.

    de artikelen of de groep van artikelen die de standplaatshouder op de standplaats verkoopt;

  • e.

    de dag of de dagen, het tijdvak en de tijden waarop de standplaatshouder de standplaats in gebruik wil nemen.

  • f.

    in welke mate bij de verkoopinrichting rekening wordt gehouden met duurzaamheidsaspecten.

  • 8.

    Aan het mededingingsformulier is toegevoegd:

  • a.

    een situatieschets op welke wijze de verkoopinrichting wordt geplaatst op de aangewezen standplaats.

  • b.

    De maatvoering en een foto van de verkoopinrichting in bedrijf

  • c.

    een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • d.

    Een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel als ambulant handelaar.

  • 9.

    Het mededingingsformulier is tevens de basis voor de verlening van de standplaatsvergunning aan degene met de hoogste score.

  • 10.

    Indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de mededinging, wordt de mededinger in de gelegenheid gesteld de gegevens binnen één week aan te vullen (artikel 4:5 Awb)

  • 11.

    Indien ook dan nog de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de mededinging, kan het college besluiten de aanvraag niet mee te nemen bij de selectie voor het toewijzen van de standplaats en het verlenen van de standplaatsvergunning.

Hoofdstuk 3 De verschillende types standplaatsen en maxima

Artikel 5 Vaste standplaatsen

  • 1.

    Een vaste standplaats is een standplaats die op één of meerdere vaste dag(en) in de week voor een langere periode op eenzelfde locatie wordt ingenomen.

  • 2.

    Vaste standplaatsen kunnen worden ingenomen op alle op de lijst als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregels (bijlage 2) genoemde locaties.

Artikel 6 Incidentele standplaatsen

  • 1.

    Een incidentele of tijdelijke standplaats is een standplaats die eenmalig of voor maximaal 12 dagen per jaar kan worden ingenomen door een standplaatshouder.

  • 2.

    Incidentele standplaatsen kunnen worden ingenomen op alle op de lijst als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregels (bijlage 2) genoemde locaties, mits voor de locatie op de betreffende dag(en) geen vergunning is verleend voor een vaste – of seizoensgebonden standplaats of een mededingingsverzoek is ontvangen.

  • 3.

    Een vergunning voor een incidentele standplaats wordt verleend in de vorm van een dagvergunning.

  • 4.

    Met een maximum van 12 dagen wordt zoveel mogelijk diversiteit in aanbieders en producten nagestreefd. Indien hieraan niet kan worden voldaan, wordt de standplaats aangemerkt als een vaste standplaats en vindt toetsing dan onder dat regime plaats.

  • 5.

    Uitgangspunt is dat een verzoek om een standplaats in te mogen nemen op een locatie die niet op dit overzicht staat, wordt geweigerd

  • 6.

    Incidentele standplaatsen kunnen ook worden ingenomen door standplaatshouders met een niet-commerciële, sociaal-culturele, sportieve, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige activiteit.

  • 7.

    Indien er sprake is van een activiteit als bedoeld in lid 6 van dit artikel, is geen vergunning nodig op grond van de APV, noch zijn er leges verschuldigd. Wel moet de activiteit tenminste drie weken voor de ingebruikname bij het college schriftelijk worden gemeld. Daartoe moet gebruik worden gemaakt van een door het college vast te stellen ‘meldingsformulier ‘.

  • 8.

    Voor het verlenen van de toestemming als bedoeld in lid 6, gelden de volgende voorwaarden:

  • .

    1. De activiteit moet worden georganiseerd door een ideële organisatie (non-profit) voor het voeren van maatschappelijke- of verkiezingscampagnes;

  • .

    2. De standplaats kan maximaal vier dagen per jaar worden ingenomen;

  • .

    3. Voor een dergelijke standplaats gelden onverkort de gebruikelijke vergunningvoorschriften (zie artikel 12 van deze beleidsregels) die moeten worden nageleefd.

Artikel 7 Seizoengebonden standplaatsen

  • 1.

    Een seizoengebonden standplaats is een standplaats die gedurende een afgebakende seizoenperiode door een standplaatshouder kan worden ingenomen voor de verkoop van oliebollen, ijs of kerstbomen;

  • 2.

    Seizoengebonden standplaatsen kunnen worden ingenomen op alle in bijlage 2 genoemde locaties, mits voor de locatie op de betreffende dag(en) geen vergunning is verleend voor een vaste standplaats of een mededingingsverzoek is ontvangen.

  • 3.

    Uitgangspunt is dat een verzoek om een standplaats in te mogen nemen op een locatie die niet op dit overzicht staat, wordt geweigerd.

Artikel 8 Standplaatsen op particulier eigendom

  • 1.

    Op grond van artikel 5:17 en 5:18 van de APV is een vergunning nodig voor het innemen van een standplaats.

  • 2.

    Op grond van artikel 5:17 van de APV geldt hier als enige grond het te koop aanbieden in de openbare ruimte. Omdat niet als eis geldt, dat er sprake moet zijn van gemeentegrond, kunnen de beleidsregels ook van toepassing zijn op standplaatsen die worden ingenomen op een terrein van een andere rechthebbende dan de gemeente, voor zover die plaatsen vrij toegankelijk zijn en openstaan voor het publiek

  • 3.

    Bij een mededingingsprocedure om een standplaats op een particulier terrein, moet bij het indienen van de mededinging tevens een schriftelijke toestemming, c.q. een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de eigenaar van de ondergrond en de mededinger worden overgelegd.

  • 4.

    Het is de eigenaar van de grond verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college, standplaats wordt ingenomen (art. 5:19 APV). Wel kan op grond van zijn eigenaarsrecht de rechthebbende ook eigen criteria hanteren, bovenop de vergunningvoorschriften, behorende bij de standplaatsvergunning.

Artikel 9 Maximumstelsel

  • 1.

    Het college heeft een lijst met aangewezen standplaatslocaties vastgesteld waarop een standplaats mag worden ingenomen. Deze lijst maakt als bijlage 2 deel uit van deze beleidsregels.

  • 2.

    De aangewezen locaties zijn vooraf getoetst aan de criteria als bedoeld in artikel 11 van deze beleidsregels.

  • 3.

    Daarmee bedraagt het maximale aantal standplaatsen in de gemeente Het Hogeland 53

  • 4.

    Een aanvraag voor een locatie die niet op het overzicht staat, wordt geweigerd.

 

Hoofdstuk 4 De vergunning

Artikel 10 Procedure verdelingssystematiek schaarse vergunningen

Stap 1: beoordelen van als volledig vastgestelde kennisgevingen van mededinging.

  • a.

    Op grond van de procedure in artikel 4 van deze beleidsregels, is het aantal volledige kennisgevingen van mededinging bekend.

  • b.

    Beoordeling vindt plaats binnen 1 week na de deadline van indienen van de kennisgevingen van mededinging, of in het geval dat er onvolledige mededingingen zijn gedaan, één week na de termijn om onvolledige mededingingen aan te vullen.

  • c.

    Omdat het mededingingsformulier tevens de basis is voor de vergunningverlening, wordt het formulier allereerst getoetst aan alle aspecten uit deze beleidsregels

  • d.

    Vervolgens worden ten behoeve van de selectie aan iedere mededinger punten toegekend op grond van onderstaande beoordelingscriteria

Stap 2: vaststellen – en bekendmaken van de scores

  • a.

    Aan de hand van de scores geldt het volgende:

  • .

    1. Degene met het hoogste aantal punten komt in aanmerking voor de vergunning.

  • .

    2. Bij een gelijk aantal punten, wordt degene met het hoogste aantal punten bij beoordelingsaspect 1 in de gelegenheid gesteld een vergunning aan te vragen. Wanneer die score gelijk is, wordt gekeken naar de hoogste score bij beoordelingsaspect 2, enzovoort.

  • .

    3. Als er uiteindelijk een identieke score is, wordt er geloot in het bijzijn van de betreffende ondernemers.

  • b.

    Eén week nadat de scores bekend zijn, wordt dit bekendgemaakt aan de betreffende ondernemers en wordt meegedeeld wie in aanmerking komt voor de vergunning en of er geloot moet worden.

  • c.

    Aan degene met de hoogste score wordt in de bekendmaking gevraagd of hij de vergunning ook daadwerkelijk verleend wil krijgen.

Stap 3: Verlenen vergunning

  • a.

    Degene die in de mededingingsprocedure de hoogste score heeft behaald, komt in aanmerking voor een standplaatsvergunning. Indien hij de vraag bij stap 2 onder c bevestigend beantwoord, wordt hem binnen 1 week de standplaatsvergunning verleend.

  • b.

    Indien de mededinger met de hoogste score (toch) geen prijs stelt op een vergunning, of niet uiterlijk binnen 2 weken de bij stap 2 onder c gestelde vraag heeft beantwoord, kan het college besluiten de kandidaat met daarna de hoogste score de vergunning te verlenen (en daarna de derde, enzovoort)

Stap 4: besluit

  • a.

    De vergunningaanvraag wordt getoetst aan de overige aspecten uit deze beleidsregels.

  • b.

    Wanneer de vergunning wordt verleend, kan daartegen binnen zes weken in bezwaar worden gegaan bij het college.

  • c.

    Bij het indienen van het bezwaar is het ook het moment om vermeende onjuistheden in de mededingingsprocedure aan te kaarten.

Handelswijze bij geen inschrijvingen

Wanneer er na de bekendmaking als bedoeld in artikel 4, lid 3 van deze beleidsregels niemand meedingt en ondernemers op een later moment vergunningen aanvragen, worden deze behandeld op volgorde van binnenkomst.

Artikel 11 Weigeringsgronden

  • 1.

    Op grond van artikel 1:8 en 5:18 lid 2 en 3 van de APV wordt een standplaatsvergunning geweigerd:

  • a.

    In het belang van de openbare orde

  • b.

    In het belang van de openbare veiligheid

  • c.

    In het belang van de volksgezondheid

  • d.

    In het belang van de bescherming van het milieu

  • e.

    Indien er sprake is van strijdigheid met het bestemmingsplan, een beheers verordening, een exploitatieplan of voorbereidingsbesluit (artikel 5:18, lid 2)

  • f.

    Indien een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang (artikel 5:18, lid 3)

  • 2.

    Voorts wordt een standplaatsvergunning geweigerd indien:

  • a.

    De gewenste standplaats niet staat op de lijst van aangewezen standplaatsen als bedoeld in artikel 9 van deze regeling, als bijlage 2 deel uitmakend van deze beleidsregels;

  • b.

    Er sprake is van een ernstige verstoring van een goede ruimtelijke ordening (een welstandsexces als omschreven in de Welstandsnota))

  • c.

    Niet wordt voldaan aan van toepassing zijnde bijzondere wetten en AMvB’s

Artikel 12 Standaard voorwaarden bij vergunning

 

Standplaats:

  • 1.

    Per persoon wordt slechts één standplaatsvergunning verstrekt.

  • 2.

    De standplaatsvergunning is persoonsgebonden en in beginsel niet overdraagbaar.

  • 3.

    Om voor een vergunning in aanmerking te komen, dient de aanvrager handelingsbekwaam te zijn en te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen op grond van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • 4.

    De standplaats moet daadwerkelijk worden ingenomen op de dagen waarvoor de vergunning geldt. Indien een standplaats niet kan worden ingenomen, dient de vergunninghouder dit te melden.

  • 5.

    Alle verkooppunten waarvoor een standplaatsvergunning wordt afgegeven, moeten verrijdbaar zijn of verplaatsbaar.

  • 6.

    De verkoopgelegenheid dient aan het eind van de dag van de standplaats te worden verwijderd tenzij anders opgenomen in de vergunning.

  • 7.

    De standplaats mag niet eerder in gebruik worden genomen dan een uur voordat met de verkoop mag worden begonnen en moet zijn ontruimd binnen een uur nadat de verkoop moet zijn beëindigd.

  • 8.

    De afmetingen van de standplaats (en verkoopgelegenheid) mogen de omvang zoals die voor de standplaats is/wordt vastgesteld niet overschrijden.

  • 9.

    Een vergunning wordt uitsluitend verleend voor het daarin verleende assortiment. Goederen en waren welke niet tot het verleende assortiment behoren mogen niet worden verkocht.

  • 10.

    Op een standplaats mag in principe niet worden gebakken tenzij de aard van het te voeren assortiment aanleiding geeft hiervoor vergunning te verlenen. In dat geval dient te worden voldaan aan de algemene brandveiligheidsvoorwaarden voor mobiele bakkramen.

  • 11.

    De prijsaanduiding van de ter verkoop aangeboden goederen dient voor het publiek leesbaar te zijn.

  • 12.

    De verkoopgelegenheid dient in goede staat van onderhoud te verkeren en over een zodanig uiterlijk te beschikken dat het aanzien van de omgeving niet wordt verstoord.

  • 13.

    De directe omgeving van de standplaats dient vrij te worden gehouden van afval. Daartoe dienen voldoende afvalbakken voor het publiek aanwezig te zijn.

  • 14.

    Bij het ontruimen dient de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving (25 meter) daarvan schoon op te leveren.

  • 15.

    Het is niet toegestaan op de standplaats gebruik te maken van geluidsversterkende apparatuur.

  • 16.

    Het is niet toegestaan een terras te plaatsen bij de standplaats.

  • 17.

    Het is niet toegestaan om reclameborden te plaatsen bij de standplaats.

  • 18.

    Indien de locatie van een standplaats is betrokken bij een evenement en de standplaats daarin niet kan worden ingepast, dan kan van de standplaats geen gebruik worden gemaakt.

  • 19.

    De vergunninghouder dient zich te houden aan alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving, zoals de Warenwet, Winkeltijdenwet en Wet Milieubeheer.

  • 20.

    standplaatshouder moet te allen tijde medewerking verlenen aan het terstond kunnen uitvoeren van infrastructurele of groen werkzaamheden en werkzaamheden t.b.v. de nutsvoorzieningen .Overigens is het bepaalde in artikel 21 van de beleidsregels van toepassing

 

Hulpdiensten:

  • 21.

    Er dient een minimale vrije doorgang/ rijbaanbreedte van 4 meter voor de hulpdiensten gegarandeerd te blijven.

 

(Brand)veiligheid:

  • 22.

    Eventuele kabels en/of snoeren die over de grond lopen dienen zodanig te zijn afgedekt dat gevaar op struikelen c.q. vallen wordt voorkomen.

  • 23.

    Aanwijzingen door of vanwege de gemeente, politie en brandweer dienen stipt en onverwijld te worden opgevolgd.

  • 24.

    Wagens of kramen waarin niet wordt gebakken, gebraden of gefrituurd hebben een minimale afstand van 1 meter. tot de bebouwing van andere wagens/kramen.

  • 25.

    Wagens of kramen waarin wel gebakken, gebraden of gefrituurd wordt, hebben een minimale afstand van 5 meter tot de bebouwing of andere wagens/kramen, tenzij

  • 26.

    de afstand tot het gebouw of de wagen/kraam tenminste 2 meter is en er niet wordt gefrituurd.

  • 27.

    Binnen handbereik van een baktoestel is voor iedere bak een passend deksel of een blusdeken aanwezig waarmee de bakken in geval van brand kunnen worden afgedekt.

  • 28.

    In de onmiddellijke nabijheid van een baktoestel dient een goedgekeurde 6-liter sproeischuimblusser of 6 kilogram ABC-poeder aanwezig te zijn, die eenvoudig gepakt kan worden.

  • 29.

    De ruimte waarin de gasflessen staan moet voldoende geventileerd zijn.

  • 30.

    Het is verboden te roken of open vuur te hebben op plaatsen waar brandgevaarlijke stoffen zijn opgeslagen.

 

Schade:

  • 31.

    De vergunninghouder dient voldoende verzekerd te zijn tegen vorderingen tot schadevergoeding waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan de gemeente en aan derden toegebrachte schade.

  • 32.

    De vergunninghouder is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat de gemeente dan wel derden schade leiden als gevolg van gebruikmaking van deze vergunning.

  • 33.

    Schade die u constateert bij aankomst op de standplaats, meldt u onmiddellijk, voordat u de standplaats in gebruik neemt, aan het college (gemeente@hethogeland.nl). Dit geldt ook voor schade die ontstaan is tijdens het gebruik.

  • 34.

    De gemeente Het Hogeland is niet aansprakelijk voor schade, in welke vorm ook, ontstaan door gebruikmaking van deze vergunning.

Artikel 13 Looptijd vergunning

  • 1.

    De looptijd van een door het college verleende standplaatsvergunning is:

  • a.

    voor een vaste standplaats als bedoeld in artikel 5.1 van deze beleidsregels 10 jaar;

  • b.

    Voor een incidentele standplaats als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregels het aantal in de vergunning vermelde dagen waarvoor de vergunning is verleend;

  • c.

    Voor een seizoengebonden standplaats als bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregels 10 jaar.

  • d.

    Van deze termijn kan worden afgeweken indien de toekomstige standplaatshouder op zijn mededingingsformulier aangeeft een standplaatsvergunning voor een andere termijn te willen hebben.

Artikel 14 Persoonsgebonden vergunning

  • 1.

    De houder van een standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    Hij kan de door hem verkregen vergunning niet overdragen, behoudens de mogelijkheid als genoemd in artikel 17.

Artikel 15 Wijzigen of intrekken vergunning

  • 1.

    De standplaatsvergunning kan op grond van artikel 1:6 van de APV worden ingetrokken of gewijzigd als

  • a.

    Mededinger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • b.

    Op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

  • c.

    De aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    Van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen één maand voor vaste standplaatsen en twee weken voor seizoengebonden standplaatsen

  • e.

    De houder dit verzoekt.

  • 2.

    Voorts kan intrekking of wijziging van de vergunning plaatsvinden als:

  • a.

    De vergunninghouder is overleden en er geen verzoek voor overdracht van de vergunning is ingediend op grond van artikel 17 van de beleidsregels.

  • b.

    de vergunninghouder het bij of op grond van deze beleidsregels bepaalde overtreedt;

  • c.

    de vergunninghouder niet of niet tijdig de rechten, onder welke naam dan ook verschuldigd, voldoet;

  • d.

    de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • e.

    het verkeersbelang dit eist;

  • f.

    dit noodzakelijk is in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • 3.

    Alvorens tot daadwerkelijke intrekking of wijziging van de vergunning over te gaan, wordt vergunninghouder in een gesprek in de gelegenheid gesteld de aanleiding van de intrekking of wijziging weg te nemen of te herstellen.

Artikel 16 Gebruik vergunning tijdens weekmarkten en evenementen

  • 1.

    Op grond van artikel 5:17 van de APV en artikel 2 van deze beleidsregels, vallen standplaatsen op week- en jaarmarkten en op evenementen buiten het bereik van het standplaatsenbeleid. Daarmee geeft een verleende standplaatsvergunning voor een locatie waar ook een week- of jaarmarkt of een evenement wordt gehouden, geen recht om op grond daarvan standplaats in te nemen op die week- of jaarmarkt of dat evenement.

  • 2.

    Op de momenten dat de week- of jaarmarkt wordt gehouden of het evenement plaats vindt, kan de standplaats niet worden ingenomen.

  • 3.

    Wel staat het de standplaatshouder vrij met de organisator van een evenement contact te zoeken of hij alsnog tijdens of op het evenement een standplaats kan innemen. Als dat inderdaad het geval zal zijn, dient de standplaats wel door de organisator van het evenement te worden aangegeven en dient de standplaats in de evenementenvergunning te zijn vermeld.

  • 4.

    Van deze beperking voor deze standplaats(en) wordt bij de kennisgeving volgens artikel 4.3 al melding gemaakt. Daarnaast zal deze beperking in de vergunning worden opgenomen.

Artikel 17 Overschrijven of overdragen van de vergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van een familielid in de eerste graad.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op familieleden in de tweede graad.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    Wanneer de vergunning wordt overgedragen en de vergunning is verleend voor bepaalde tijd, blijft de einddatum voor de vergunning daarbij onverminderd van kracht.

  • 5.

    Vergunningen die zijn verleend voor onbepaalde tijd, kunnen niet worden overgedragen.

  • 6.

    Het college kan van het vorenstaande in de leden 1 tot en met 5 afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 7.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een standplaatsvergunning moet voldoen.

Artikel 18 Kosten van een vergunning

Op grond van Hoofdstuk 14 van de Legesverordening 2021 van de gemeente Het Hogeland worden voor het verstrekken van een standplaatsvergunning leges in rekening gebracht.

Bij de vaststelling van de gemeentebegroting, stelt de raad ook jaarlijks de nieuwe tarieven van de legesverordening vast.

 

De gemeente Het Hogeland kent geen regeling (b.v. precariorechten) voor gebruik van de ondergrond.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen standplaatsen

Artikel 19 Afwezigheid en vervanging

  • 1.

    De vergunninghouder dient persoonlijk aanwezig te zijn, van het tijdstip van aanvang van de exploitatie tot het tijdstip van beëindiging van de exploitatie.

  • 2.

    De vergunninghouder van een vaste of seizoengebonden standplaats, die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk (gemeente@hethogeland.nl) mee aan het college. Bij vakantie heeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 3.

    In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kan het college echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een melding daartoe moet tegelijkertijd met de mededeling als bedoeld in lid 2 of anders zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 2 dagen voor het moment van vervanging bij het college worden ingediend en vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 4.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

  • 5.

    Het niet gebruik van de vergunning geldt als intrekkingsgrond van de vergunning op grond van artikel 1:6 van de APV. De daarin vermelde ‘redelijke termijn ‘binnen welke geen gebruik wordt gemaakt van een vergunning wordt als volgt ingevuld:

  • a.

    Eén maand voor vaste standplaatsen

  • b.

    Twee weken voor seizoengebonden standplaatsen

  • 6.

    In bijzondere omstandigheden kan het college, na verzoek van de standplaatshouder, schriftelijk ontheffing verleen van de termijn als bedoeld in lid 5. In de ontheffing wordt een nieuwe termijn genoemd die redelijk is in relatie tot de bijzondere omstandigheid.

Artikel 20 Mobiele karakter standplaats

  • 1.

    Er is steeds sprake van een mobiele standplaats. Dat houdt in dat de vergunninghouder de standplaats aan het eind van de dag/het dagdeel moet ontruimen.

  • 2.

    Voor seizoenstandplaatsen voor oliebollen geldt een afwijkende regeling. Deze standplaatsen dienen uiterlijk op 31 december om 22.00 uur ontruimd te zijn.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de ontruimingsbepalingen afwijken en in de vergunning bepalen dat de standplaats op andere momenten ontruimd dient te worden.

Artikel 21 Tijdelijke wijziging situering vaste standplaats, tijdelijke andere locatie

  • 1.

    In geval van infrastructurele of groen nieuwbouw- of beheerswerkzaamheden, werkzaamheden t.b.v. de nutsvoorzieningen, werkzaamheden in het belang van de openbare orde en veiligheid, of de inrichting van de standplaatslocatie of evenementen, kan het college de vergunninghouder tijdelijk verbieden standplaats in te nemen.

  • 2.

    Wanneer het college het innemen van standplaats verbiedt vanwege de onder 1 genoemde werkzaamheden, zoekt het in overleg met de vergunninghouder naar een passende oplossing voor de periode waarin de werkzaamheden plaatsvinden.

  • 3.

    Indien een passende oplossing niet voorhanden is, heeft de standplaatshouder geen recht op een vergoeding vanwege het feit dat hij tijdelijk geen standplaats in mag nemen.

Artikel 22 Inrichting standplaats

  • 1.

    Bij de lijst als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregel (bijlage 2) staat per standplaats de maximale frontafmeting aangegeven.

  • 2.

    Bij de kennisgeving van mededinging (artikel 4) moet gevoegd worden een tekening en/of foto van het verkoopmiddel, inclusief de maatvoering.

  • 3.

    Op grond hiervan kan het college bepalen of het verkoopmiddel op de standplaats past. Het maximale beslag van de standplaats zal ook in de vergunning worden vermeld.

  • 4.

    Het inrichten van een terras bij de standplaats is niet toegestaan. Maximaal is het standhouder toegestaan 3 statafels aan de voorzijde van zijn verkoopmiddel te plaatsen. Deze tafels mogen niet de beide buitenzijden van het verkoopmiddel overschrijden.

Artikel 23 Gebruik nutsvoorzieningen ten behoeve van standplaats

  • 1.

    Gebruik van voorzieningen voor elektriciteit en water is de verantwoordelijkheid van de standplaatshouder.

  • 2.

    Indien de standplaatshouder nutsvoorzieningen wenst, kan hij dit op eigen rekening en risico laten aanleggen door een hiertoe gespecialiseerd bedrijf.

  • 3.

    Alle kosten voor gebruik, aanleg, onderhoud en verwijderen van de voorzieningen komen voor rekening van de standplaatshouder.

  • 4.

    Indien de standplaatshouder voorzieningen plaatst in gemeentegrond moet hiervoor toestemming aan de gemeente worden gevraagd.

  • 5.

    Bij het eindigen van het gebruik van de standplaats, kan de standplaatshouder de kosten voor de aanleg niet verhalen op de gemeente. Eventuele overdracht aan een nieuwe standplaatshouder dient onderling te worden geregeld.

  • 6.

    Indien het een standplaatslocaties betreft waarop wel een (gemeentelijke of private) water- en stroomvoorziening aanwezig is, kan de standplaatshouder verzoeken daarvan gebruik te mogen maken.

  • 7.

    Indien het een gemeentelijke water- en stroomvoorziening betreft, worden de kosten daarvoor genormeerd in rekening gebracht bij de standplaatshouder per marktdag per aansluiting:

  • a.

    Kleinverbruik (230V/16A) € 1,84

  • b.

    Kleinverbruik op krachtstroomaansluiting (400V/16A) “ 5,53

  • c.

    Krachtstroom (400V/32A) “ 11,05

Artikel 24 Dagen en tijden innemen standplaats

  • 1.

    Omdat de winkeltijdenverordening ook van toepassing is op standplaatsen, kunnen standplaatsvergunningen worden verleend en kunnen standplaatsen worden ingenomen gedurende de gehele week tussen 06.00 - 22.00 uur.

  • 2.

    Op deze regel bestaan drie uitzonderingen: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Op al die dagen is de eindtijd 19.00 uur.

  • 3.

    De standplaats mag niet eerder in gebruik worden genomen dan een uur voordat met de verkoop mag worden begonnen en moet zijn ontruimd binnen een uur nadat de verkoop moet zijn beëindigd.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen algemeen

Artikel 25 Afwijkingsbevoegdheid

  • 1.

    Het college is bevoegd van deze beleidsregels af te wijken als toepassing hiervan voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

  • 2.

    Indien er sprake is van een structurele afwijking van de beleidsregels, worden de beleidsregels bij een eerstvolgende gelegenheid aangepast.

Artikel 26 Handhaving

De handhaving wordt uitgevoerd conform het geformuleerde handhavingsbeleid in het VTH-beleidsplan, vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht, gemeente Het Hogeland 2021-2025.

Artikel 27 Overgangsrecht

  • 1.

    Een krachtens artikel 5:18 van de APV verleende standplaatsvergunning geldt (ook) als vergunning verleend overeenkomstig deze beleidsregels. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning overeenkomstig de onderhavige beleidsregels. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 2.

    De krachtens artikel 5:18 van de APV voor onbepaalde tijd verleende vergunningen voor vaste standplaatsen, vervallen van rechtswege na 5 jaar na het van kracht worden van deze beleidsregels. Dat betekent, dat die vergunningen ingaande 1 januari 2027 vervallen en dan onder de nieuwe verdeelsystematiek vallen uit deze beleidsregels.

  • 3.

    De krachtens artikel 5:18 van de APV voor bepaalde tijd verleende vergunningen voor vaste standplaatsen, worden – voor zover ze zijn verleend voor een termijn van 1 jaar of langer - ingaande 1 januari 2022 omgezet in vergunningen voor 5 jaar. Dat betekent, dat die vergunningen ingaande 1 januari 2027 vervallen en dan onder de nieuwe verdeelsystematiek vallen uit deze beleidsregels.

  • 4.

    De krachtens artikel 5:18 van de APV voor het eerst voor een jaar aan een standplaatshouder verleende vergunning voor een vaste standplaats, vervalt per 1 januari 2022 en wordt ingaande 1 januari 2022 nog met 1 jaar verlengd. Dat betekent dat die vergunningen ingaande 1 januari 2023 vervallen en dan onder de nieuwe verdeelsystematiek vallen uit de beleidsregels.

  • 5.

    De standplaatshouder die meerde jaren aaneen jaarlijks krachtens artikel 5:18 van de APV een vergunning verleend krijgt voor een seizoengebonden standplaats, behoudt het recht om gedurende de komende 5 jaar voor dezelfde standplaats een standplaatsvergunning aan te vragen. Dat betekent dat deze vergunningen ingaande 1 januari 2027 onder de nieuwe verdeelsystematiek vallen uit de beleidsregels.

  • 6.

    De standplaatshouder die krachtens artikel 5:18 van de APV in 2021 voor het eerst een vergunning heeft gekregen voor een seizoensgebonden standplaats, behoudt het recht om voor het jaar 2022 voor dezelfde standplaats een standplaatsvergunning aan te vragen. Dat betekent dat deze vergunningen ingaande 1 januari 2023 onder de nieuwe verdeelsystematiek vallen uit de beleidsregels.

  • 7.

    Aanvragen om een standplaatsvergunning die zijn ingediend voor het van kracht worden van deze beleidsregels, maar waarop nog niet is beschikt of die nog niet onherroepelijk zijn bij het van kracht worden daarvan, worden afgehandeld volgens deze nieuwe beleidsregels.

Artikel 28 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels standplaatsen gemeente Het Hogeland ‘.

  • 2.

    De beleidsregels treden in werking 8 dagen na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland op 23 november 2021

H.J. Bolding, burgemeester

P.P.M. van Vilsteren, secretaris

Bijlage 1 Mededingingsformulier

BIJLAGE I - Mededingingsformulier

gemeente Het Hogeland

Postbus 26

9980 AA Uithuizen

gemeente@hethogeland.nl

www.hethogeland.nl 

Aanvraagformulier voor een standplaatsvergunning

Dit formulier is NIET bedoeld voor de warenmarkt!

Voor de warenmarkt is een ander formulier beschikbaar, deze kunt u vinden op www.hethogeland.nl

Alle velden zijn verplicht om in te vullen, tenzij anders aangegeven.

 

  • 1.

    1. Gegevens aanvrager

Naam en voornamen ________________________________________________________

Adres ________________________________________________________

Postcode en woonplaats ________________________________________________________

Geboortedatum ________________________________________________________

Geboorteplaats ________________________________________________________

Telefoonnummer ________________________________________________________

Email ________________________________________________________

KvK-nummer ________________________________________________________

(Handels)Naam:   ________________________________________________________

  • 1.

    2. Locatie

Op welke locatie wilt u standplaats innemen? _______________________________________________________

_____________________________________________________________________________________________

  • 1.

    3. Periode van de standplaats (u kunt alleen data binnen één kalenderjaar aangeven)

O één kalenderjaar, ____________________ (jaar)

O één kalendermaand,   ____________________(maand)

O één dag, ____________________ (datum)

O anders namelijk __________________________________________________ (van-tot data invullen)

Op welke dagen/tijdstippen wilt u de standplaats innemen:

O maandag __________ (uur) tot __________ (uur)

O dinsdag __________ (uur) tot __________ (uur)

O woensdag __________ (uur) tot __________ (uur)

O donderdag __________ (uur) tot __________ (uur)

O vrijdag __________ (uur) tot __________ (uur)

O zaterdag __________ (uur) tot __________ (uur)

O zondag __________ (uur) tot __________ (uur)

  • 1.

    4. Producten

Welke branche is op uw assortiment van toepassing:

Food Non-food

  • 1.

    Aardappelen, groente en fruit o Herenkleding

  • 2.

    Vis o Dameskleding

  • 3.

    Zuivel, kaas en eieren o Onderkleding

  • 4.

    Vlees en vleeswaren o Kinderkleding

  • 5.

    Poelierswaren o Schoenen

  • 6.

    Brood, koek en banket o Beenmode

  • 7.

    Drop, chocolade en zoetwaren o (interieur)stoffen

  • 8.

    Uitheemse snacks o Bloemen en planten

  • 9.

    Lokale snacks o Geluidsdragers, telefonie, etc.

  • 10.

    Diepvriesproducten en olijven o Horloges en sieraden

  • 11

    Overige food, nl; _________________ o Hobbyartikelen

o IJzerwaren

o Gebruikte goederen (bijv. dumpgoederen

en boeken)

o Diervoer en -benodigdheden

o Overige non-food, nl; _________________

Omschrijving van de producten:

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

  • 1.

    5. Standplaatsgegevens

Lengte ________________ m Breedte ________________ m Hoogte ________________ m

Soort standplaats: O kraam

O verkoopwagen, kenteken: __________-__________-__________

O aanhangwagen, kenteken: __________-__________-__________

O anders, namelijk: _____________________________________________

Wat verkoopt u _______________________________

Beschikt uw kraam over een kookinstallatie? O Nee  O Ja

Beschikt uw kraam over een frituur? O Nee  O Ja

Beschikt uw kraam over een bakplaat of kooktoestel? O Nee  O Ja

Beschikt uw kraam over een gasaansluiting (met fles)? O Nee  O Ja

Beschikt uw kraam over een elektrische aansluiting? O Nee  O Ja

Maakt u gebruik van een aggregaat of generator? O Nee  O Ja

Heeft u een elektrische aansluiting middels verlengkabel nodig? O Nee  O Ja

Beschikt u over een voortent? O Nee  O Ja, afmetingen __________

Indien er bijzonderheden zijn, noem ze hier: ________________________________________________________

In welke mate houdt u bij de verkoopinrichting rekening met duurzaamheidsaspecten?

  • 1.

    6. Bijlagen

Voeg de volgende stukken bij uw aanvraag, indien van toepassing:

  • 1.

    foto’s van de kraam, verkoopwagen of aanhanger met maatvoering

  • 2.

    een situatieschets waar op aangegeven wordt op welke wijze de verkoopinrichting wordt geplaats op de aangewezen standplaats.

  • 3.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, uittreksel niet ouder dan 2 maanden

  • 4.

    kopie van een geldig legitimatiebewijs

  • 5.

    keuringscertificaten van elektrische- of gasinstallaties

  • 6.

    tenaamstellingsbewijs voertuig

  • 7.

    bewijs van verzekering, voor in ieder geval WA

  • 8.

     

Alleen volledig ingevulde formulieren mét bijlagen worden in behandeling genomen.

  • 1.

    7. Ondertekening

___________________________________ ___________________________________

Bijlage 2 Lijst van aangewezen standplaatsen

 

 

Loc Nr nieuw

Plaats

Locatie

Aantal

Nuts voorziening

Eigendom grond

1

Adorp

Torenweg - voor PKN kerk

1

Nee

2

Baflo

Parkeerterrein achter Heerestraat tussen Wier en Kruisstraat

1-3

Nee

3

Baflo

Parkeerterrein supermarkt Coöp aan Heerestraat

1

Ja

particulier

4

Bedum

Trottoir Burchtstraat wc Veeno voor Noordwolderweg 3 (Action)

1

Nee

Van Eerd Beheer BV

5

Bedum

De Vlijt / Kerkplein (voor de gymzaal)

1-2

Ja

6

Den Andel

Parkeerplaats hoek de Streekweg/Kruisweg

1

Nee

7

Eenrum

Plein t.o. Hereweg 4 (dorpsplein)

1-3

Ja

8

Eenrum

Aan ZW kant van Raadhuisstraat 10 (Coöp)

1

particulier

9

Hornhuizen

Parkeerplaats Fokkenspad bij de kerk

1

Nee

10

Houwerzijl

Parkeerplaats Hollemastraat nabij haventje

1

Nee

11

Kantens

Kerkstraat nabij ingang 't Schienvat

1

Nee

12

Kloosterburen

Naast hoofdstraat 55 (fysiotherapie)

1

Nee

particulier

13

Kruisweg (BAG: Kloosterburen)

Parkeerplaats van Meckemastraat naast dorpshuis 'Open Haard '

1-2

Nee

14

Lauwersmeer

Strook tussen strandweg en nieuw Robbengat t.h.v. gemaal

1

Staatsbosbeheer

15

Lauwersmeer

Strandweg t.h.v. ingang parkeerterrein (2e parkeerterrein)

1

gemeente HHL

16

Lauwersmeer

Terrein informatiecentrum Staatsbosbeheer aan de Rug

1-2

Nee

Staatsbosbeheer

17

Lauwersmeer

Strandweg naast kazerne

Nee

Staatsbosbeheer

18

Leens

De Nije Nering - trottoir voor ingang oostzijde w.c. De Marren

1-2

Ja

19

Leens

Parkeerplaats bij afslag N361 (naar Verhildersum) Dijkstilsterweg

1

Nee

Provincie Groningen

20

Mensingeweer

Parkeerplaats aan de Weerhorn bij de kerk (5x2,5m)

1

Nee

21

Molenrij (BAG: Kloosterburen)

Hoek Haven/Henricus van Cappenbergweg (4x2m)

1

Nee

22

Oldenzijl

Parkeerplaats Oldenzijlsterweg bij dorpshuis'Lutje Brussel ' (6x3m)

1

Nee

23

Onderdendam

Parkeerplaats Achterweg achter dorpshuis Zijlvesterhoek (6x3m)

1

Nee

24

Oosternieland

Parkeerplaats Oosternielandsterweg t.o. kerk (6x3m)

1

Nee

25

Oosteinde (BAG: Roodeschool)

Parkeerplaats bij Radsweg 3-5 (6x3m)

1

Nee

Prot. Gemeente Roodeschool

26

Oudeschip

Parkeerplaats bij Molenweg 16 (dorpshuis Diggelschip) (4x2m)

1

Nee

particulier

27

Pieterburen

Parkeerterrein achter Hoofdstraat 107 (links onderin)

1-2

Nee

28

Rasquert

Parkeerterrein Meijmaweg achter basisschool Noordewier/bij tennisbanen

1

Nee

29

Roodeschool

Pleintje hoek Tilweg/Hooilandseweg ("Lösploats")

1

Enexis Netbeheer BV

30

Sauwerd

Hoek Oude Winsumerstraatweg/N361 t.o. Oude Wns Straatweg 15

1-2

Nee

Dorpencoöperatie reitdiepdal

31

Uithuizen

Parkeerterrein noordkant Kerkplein t.o. oorlogsmonument

1

Ja

32

Uithuizen

Hoek Hoofdstraat-West/Kerkplein - voorplein gemeentehuis (uitwijkplaats)

1-2

Ja

33

Uithuizen

Blink (locatie ntb na afronding (her)inrichting Blink)

1

Ja

34

Uithuizermeeden

Johan van Veenplein

1-2

Ja

35

Ulrum

Parkeerplaats hoek Schapenweg/Noorderstraat voor kerk (6x3m)

1

Nee

Prot. Gemeente Ulrum-Niekerk-Vierhuizen

36

Usquert

Stationsstraat nabij station (4x3m)

1

Nee

NS Vastgoed BV

37

Warffum

Parkeerplaats sportpark Westervalge (rechts onderin)

1

Nee

38

Warffum

Parkeerterrein Chinees tussen Oostervalge en Juffer Marthastraat

1

Nee

particulier

39

Warffum

Noorderstraat naast SPAR winkel (incidenteel)

1

Nee

E.F. beheer BV

40

Wehe-den Hoorn

Parkeerplaats aan de Haven 2 (6x3m)

1

Nee

41

Westernieland

Jan Heidemastraat bij speeltuin (2x2m)

1

Nee

42

Wierumerschouw (BAG: Adorp)

Strook langs Wierumerschouwsterweg nabij de kade

1

Nee

43

Winsum

Regnerus Praediniusstraat naast nr. 1-3 (dorpsplein)(2 vaste staplekken en 1 seizoensgebonden plek)

1-3

Ja

44

Winsum

Parkeerplaats w.c. Obergon voorzijde naast brug Crocuslaan

1

Ja

45

Winsum

Het Aanleg, parkeerplaats naast nr. 8 (Welkoop)

1

Nee

46

Winsum

Het Aanleg NW zijde parkeerterrein Praxis

1

Sennema Holding Het Aanleg BV

47

Winsum

Parkeerplaats w.c. Obergon voorzijde naast voetgangersbrug

1-3

Ja

48

Winsum

Parkeerplaats w.c. Obergon voorzijde tegen gevel naast ingang

1

49

Zandeweer

In omgeving van dorpshuis Klokhoes (def. locatie bepalen na realisatie nieuwbouw)

1

Nee

50

Zoutkamp

Sluisweg 22 nabij brug Reitdiep

1

Nee

51

Zoutkamp

Hoek omgeving Hunsingo / Sluisweg (locatie n.t.b. na realisatie infrastructuur)

1

Nee

52

Zoutkamp

Zuidzijde parkeerterrein Marnestraat/Wilhelminastraat t.o. brandweerkazerne

2

Nee

53

Zuidwolde

Parkeerplaats van Berumstraat naast kc 't Groenland (alleen op zaterdag)

1

Nee