Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weert

Beleidsregel schulddienstverlening gemeente Weert 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel schulddienstverlening gemeente Weert 2022
CiteertitelBeleidsregel schulddienstverlening Weert 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel schulddienstverlening Weert 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  2. artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  3. Gemeentewet
  4. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2021-473868

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel schulddienstverlening gemeente Weert 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

 

gelet op artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t

vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregel schulddienstverlening gemeente Weert 2022

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert;

  • b.

    inwoner: ingezetene die is ingeschreven in de basisregistratie personen van de gemeente Weert;

  • c.

    NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de branchevereniging voor schuldhulpverlening;

  • d.

    plan van aanpak: plan van aanpak voor de schulddienstverlening als bedoeld in artikel 4a lid 1 sub a Wgs;

  • e.

    saneringskrediet: krediet voor het afkopen van problematische schulden verstrekt door Kredietbank Limburg;

  • f.

    schulddienstverlening: het integrale hulp- en ondersteuningsaanbod met betrekking tot betalingsachterstanden en schulden, alsmede de nazorg;

  • g.

    verzoeker: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor schulddienstverlening;

  • h.

    Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • i.

    WSNP: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

De gemeentelijke schulddienstverlening staat open voor alle inwoners van de gemeente Weert van 18 jaar en ouder.

Artikel 3. Aanbod schulddienstverlening

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker schulddienstverlening indien dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 2.

    De vorm waarin het college schulddienstverlening aanbiedt wordt afgestemd op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de verzoeker. De onderdelen die hierbij in ieder geval worden betrokken zijn:

    • -

      aard, zwaarte, omvang en/of regelbaarheid van de schulden;

    • -

      psycho-sociale situatie;

    • -

      houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

    • -

      de (financiële) vaardigheden van de verzoeker en de mate van leerbaarheid;

    • -

      de mate van medewerking van de verzoeker;

    • -

      een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening.

  • 3.

    Bij het besluit tot toekenning wordt, in een bijlage, een plan van aanpak opgenomen. In dit plan worden de verwachte doorlooptijden opgenomen, de uitwerking van de ondersteuning en de voorwaarden die aan de verzoeker worden gesteld.

  • 4.

    Schulddienstverlening kan bestaan uit;

    • a.

      stabilisatie en schuldregeling, in de vorm van een saneringskrediet of schuldbemiddeling, gericht op het schuldenvrij maken van de verzoeker met een problematische schuldensituatie als bedoeld in de gedragscode schuldhulpverlening NVVK;

    • b.

      stabilisatie en herfinanciering, gericht op het schuldenvrij maken van de verzoeker;

    • c.

      stabilisatie en 100% betalingsregeling, gericht op het schuldenvrij maken van de verzoeker;

    • d.

      optimalisatiefase, gericht op het optimaliseren van de financiële en persoonlijke situatie van de verzoeker, zonder dat er wordt gestreefd om de verzoeker schuldenvrij te maken;

    • e.

      informatie en advies, gericht op het geven van concrete informatie en advies aan de verzoeker, vanwege het ontbreken van noodzaak of mogelijkheden voor het aanbieden van een instrument zoals bedoeld in sub a tot en met d.

Artikel 4. Medewerkingsplicht

Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die, naar het oordeel van het college, redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de Wgs. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    het nakomen van afspraken;

  • b.

    de schulddienstverlener tijdig te informeren als er wijzigingen zijn in de financiële situatie, woonsituatie of gezinssituatie;

  • c.

    inkomsten te verwerven naar zijn volledige arbeidscapaciteit, passende arbeid te aanvaarden of passende arbeid proberen te verkrijgen in de mate die redelijkerwijs van hem gevraagd kan worden.

  • d.

    zoveel mogelijk afloscapaciteit te creëren door het verruimen van inkomen, inzetten van beschikbaar vermogen en minimaliseren van uitgaven, en deze afloscapaciteit te gebruiken ter vermindering van de schuldenlast;

  • e.

    geen nieuwe schulden aan te gaan of te laten ontstaan;

  • f.

    het verlenen van toestemming voor het inwinnen van informatie bij derden en/of verstrekken van informatie aan derden;

  • g.

    alles na te laten dat de voortgang van een schulddienstverleningstraject belemmert;

  • h.

    zich te houden aan de bepalingen, verplichtingen en afspraken die in het plan van aanpak en de overeenkomsten die binnen het traject schulddienstverlening zijn aangegaan, zijn opgenomen.

Artikel 5. Weigeringsgrond

Het college kan besluiten tot weigering van de schulddienstverlening indien een eerdere minnelijke schuldregeling of WSNP-traject van de verzoeker minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, succesvol werd doorlopen of voortijdig werd beëindigd.

Artikel 6. Beëindigingsgronden

Het college kan besluiten tot beëindiging van de schulddienstverlening indien:

  • a.

    het schulddienstverleningstraject succesvol is afgerond ;

  • b.

    de noodzaak tot schulddienstverlening niet langer aanwezig is. De noodzaak ontbreekt in ieder geval als de verzoeker in staat moet worden geacht om de schuldenproblematiek zelf of met behulp van anderen aan te pakken;

  • c.

    de verzoeker hier zelf om vraagt;

  • d.

    de verzoeker is komen te overlijden;

  • e.

    de verzoeker verhuist naar een andere gemeente, tenzij er sprake is van een lopende schuldregeling;

  • f.

    de verzoeker intimiderend, dreigend en/of agressief gedrag vertoont jegens medewerkers van de gemeente of derden die namens of in samenwerking met de gemeente het schulddienstverleningstraject uitvoeren;

  • g.

    tijdens de stabilisatiefase blijkt dat het bereiken van een schuldregeling niet binnen de daarvoor geldende maximale termijn haalbaar is;

  • h.

    de schulddienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet (langer) passend is;

  • i.

    de inkomens-, woon- of leefsituatie van verzoeker tijdens het schulddienstverleningstraject dermate is gewijzigd en dit, naar het oordeel van het college, gevolgen heeft voor de (voortzetting van de) schulddienstverlening;

  • j.

    de verzoeker één of meerdere verplichtingen zoals genoemd in artikel 6 en 7 Wgs en artikel 4 van deze regeling niet of in onvoldoende mate nakomt;

  • k.

    op grond van onjuiste gegevens schulddienstverlening is toegekend, terwijl het college, indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest, een andere beslissing zou hebben genomen;

  • l.

    er schulden zijn ontstaan, omdat de verzoeker niet te goeder trouw is geweest;

  • m.

    bekend is geworden dat de verzoeker in de periode van 5 jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoek is ingediend, dan wel tijdens het schulddienstverleningstraject, fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft gehad en in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd, en die veroordeling of sanctie, naar het oordeel van het college, een belemmering vormt voor de schulddienstverlening.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling indien toepassing voor de cliënt onevenredige gevolgen zou hebben zoals bedoeld in artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2022, onder gelijktijdige intrekking van de beleidsregel schulddienstverlening Weert 2016.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel schulddienstverlening Weert 2022’.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 21 december 2021

De secretaris,

drs. M.J.M. Meertens

De burgemeester

mr. R.J.H. Vlecken

Toelichting op de beleidsregel schulddienstverlening gemeente Weert 2022

 

Algemene toelichting

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) geeft de gemeente taken bij het geven van hulp bij schulden. Elke gemeente moet hiervoor een beleidsplan (nota) maken. In dit beleidsplan staat wat de gemeente doet om te voorkomen dat inwoners schulden opbouwen en hoe de gemeente helpt bij het oplossen van schulden. De gemeenteraad stelt het plan vast voor maximaal vier jaar. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan. Het team Schulddienstverlening van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Weert voert deze taak uit.

 

De Wgs is een kaderwet die volledig onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt. Binnen die kaders kan elke gemeenten zijn eigen regels maken met betrekking tot de toelating tot de schulddienstverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren of beëindigen van de schulddienstverlening. In het kader van rechtszekerheid is het daarom van belang dat het college beschikt over een beleidsregel waarin deze zaken zijn geregeld.

Deze beleidsregel maakt inwoners duidelijk wat hun rechten en plichten zijn tijdens de hulp bij schulden door de gemeente. Ook beschrijven de regels welke bevoegdheden de gemeente heeft.

Deze beleidsregel past geheel binnen het wettelijke kader van de per 1 januari 2021 hernieuwde Wgs en het door de raad vastgestelde beleidsplan.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

De Wgs stelt als eisen voor de toegang tot schulddienstverlening dat er sprake moet zijn van een rechtmatig verblijf in Nederland, dat de inwoner is ingeschreven in de basisregistratie personen en 18 jaar of ouder. Hieronder vallen ook zelfstandig ondernemers zonder personeel en vennoten van een VOF, maar ook de ondernemer met een BV die bijvoorbeeld privé heeft meegetekend voor een lening.

Conform artikel 3 Wgs kan het college voortaan in bijzondere omstandigheden, zo nodig in overleg met het college van een andere gemeente, ook schuldhulpverlening aan een persoon geven als die geen inwoner is. In dat geval wordt deze persoon dan gelijkgesteld met een inwoner. Ook is in de Wgs komen te vervallen dat een verzoeker die feitelijk niet woonachtig is op het adres waarop hij of zij staat ingeschreven in de basisregistratie personen geen toegang heeft tot schulddienstverlening.

 

Artikel 3. Aanbod schulddienstverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schulddienstverlening verleent indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht. Het aanbod kan zowel gericht zijn op problematische als op niet problematische schuldensituaties.

In lid 2 worden factoren genoemd die bepalen in welke vorm de schulddienstverlening wordt aangeboden. Doel hiervan is een gerichte en selectieve toepassing van schulddienstverlening. Het gaat om maatwerk. Het aanbod schulddienstverlening kan dus per casus verschillen en wordt bepaald aan de hand van het zogenaamde ‘Tilburgse kwadrant’ (zie het actuele Beleidsplan Schulddienstverlening).

 

In lid 3 is aangegeven dat in het plan van aanpak inzicht wordt gegeven in de verwachte doorlooptijden en de uitwerking van de aangeboden ondersteuning. Ook wordt in het plan van aanpak duidelijk opgenomen waaraan de verzoeker dient te voldoen.

 

Tenslotte is in lid 4 aangegeven welke trajectmogelijkheden de gemeente Weert biedt. Er zijn in totaal 5 verschillende trajecten die kunnen worden ingezet. Waar nodig worden aanvullende instrumenten ingezet van samenwerkingspartners zoals bijvoorbeeld het Algemeen Maatschappelijk Werk of Thuisadministratie.

 

Artikel 4. Medewerkingsplicht

De inlichtingenplicht is in de nieuwe Wgs (2021) aangepast. De inwoner is alleen nog verplicht om mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de schulddienstverlening voor zover deze gegevens niet door het college kunnen worden verkregen.

Wel dient de verzoeker te allen tijde zijn medewerking te verlenen. Deze verplichtingen zijn in dit artikel opgenomen. Dit is geen limitatieve opsomming. Er kunnen aanvullende verplichtingen in het plan van aanpak worden opgenomen.

 

Artikel 5. Weigeringsgrond

In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening wordt geweigerd. De weigeringsgronden zijn van toepassing gedurende de aanvraagperiode, alvorens het besluit over het verzoek is genomen. In de Wgs is één absolute weigeringsgrond opgenomen, te weten: het niet beschikken over een geldige verblijfsstatus. Daarnaast zijn in de Wgs twee optionele weigeringsgronden opgenomen, die enkel van kracht zijn wanneer het college deze in de beleidsregel en het beleidsplan opneemt. In Weert is ervoor gekozen om recidive als zogenaamde ‘kan-bepaling’ op te nemen. In de gevallen waarin recent een schuldregeling is beëindigd, is het namelijk niet mogelijk om de inwoner adequate schuldhulpverlening in de vorm van een schuldregeling te bieden. In dat geval wordt de schulddienstverlening geweigerd, tenzij de inwoner met andere instrumenten kan worden ondersteund.

Het college heeft ervan afgezien om fraude als weigeringsgrond op te nemen. Dit om alle individuele gevallen steeds objectief te beoordelen en een eventuele schuldvraag niet bij het afwegingskader te betrekken.

 

Artikel 6. Beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening wordt beëindigd.

 

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8. Overgangs- en slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.