Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Subsidieregeling Meedoenbijdrage

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Meedoenbijdrage
CiteertitelWijziging Subsidieregeling meedoenbijdrage
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 156 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-202201-01-2022sociale zekerheid

21-10-2022

gmb-2022-490254

29-07-202204-11-2022Wijziging artikel 4, tweede lid

19-07-2022

gmb-2022-347358

12-04-202201-01-202229-07-2022sociale zekerheid

05-04-2022

gmb-2022-162893

24-12-202112-04-2022nieuwe regeling

14-12-2021

gmb-2021-473810

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Meedoenbijdrage

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het in de vergadering van 14 december 2021 heeft besloten

 

Gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven (2011 inclusief de wijziging Gemeenteblad 2020-161269)

 

Gelet op titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet

 

  • I.

    met ingang van 1 januari 2022 In te trekken de subsidieregeling Meedoen en Maatschappelijke participatie gemeenteblad 2014, nr 70 en 2017, nr 82

  • II.

    vast te stellen de Subsidieregeling Meedoenbijdrage.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze subsidieregeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de ASV.

  • 2.

    In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven;

    • b.

      Woonplaats: de woonplaats, zoals bedoeld in de artikel 10, eerste lid en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

    • c.

      Sociaal minimum: de voor de aanvrager geldende (theoretische) bijstandsnorm, waarbij voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder uitgegaan wordt van de norm zoals bepaald in de artikelen 20, 21, 22, 23 en 24 van de Participatiewet. Artikel 22a van de Participatiewet blijft voor het vaststellen van het sociaal minimum buiten toepassing;

    • d.

      Maatschappelijke participatie: activiteiten voor meedoen aan de samenleving in de meest brede zin, zoals sport, recreatie, uitgaan, educatie, informatie, kunst en cultuur;

    • e.

      AOW: de Algemene Ouderdomswet;

    • f.

      Gratis openbaar vervoer: de mogelijkheid om onder voorwaarden van de vervoerder kosteloos te reizen, met een door de gemeente Eindhoven hiervoor gecontracteerde lokaal vervoerder;

 

Artikel 2 Doel(groepen)

Met deze subsidieregeling wordt beoogd: het stimuleren van maatschappelijke participatie voor inwoners van Eindhoven met een laag inkomen.

 

Artikel 3 Subsidieaanvrager

  • 1.

    Voor subsidie komen in aanmerking de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin die hun woonplaats in Eindhoven hebben en een inkomen hebben dat niet hoger is dan 120% van het sociaal minimum op datum aanvraag.

  • 2.

    Voor de bepaling van het inkomensbegrip zoals gesteld in het vorige lid zijn de bepalingen met betrekking tot dit begrip van artikel 31 lid 1 en 32 van de Participatiewet overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Tot het inkomen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt niet gerekend:

    • a.

      inkomsten uit kostgeld van inwonende kinderen

    • b.

      inkomsten uit vermogen

    • c.

      inkomsten uit onderhuur of het houden van kostgangers

  • 4.

    In afwijking van de bepalingen van het eerste lid komen personen die vallen onder de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of deelnemen aan de minnelijke schuldsaneringsregeling of schuldbemiddeling van de gemeente Eindhoven ook in aanmerking voor de subsidie.

 

Artikel 4 De te subsidiëren activiteiten

  • 1.

    Een eenmalige subsidie wordt per kalenderjaar verleend voor activiteiten op het terrein van maatschappelijke participatie.

  • 2.

    Een belanghebbende, ouder dan 12 jaar op 1 januari van het volgend kalenderjaar, aan wie de subsidie, bedoeld in het eerste lid, is verleend vóór 9 november van dat kalenderjaar, heeft in het daaropvolgend kalenderjaar recht op gratis openbaar vervoer onder de voorwaarde dat de gemeente Eindhoven voor dat daaropvolgende kalenderjaar een lokaal vervoerder voor gratis OV heeft gecontracteerd. De kosten van het openbaar vervoer chipkaart komen voor rekening van belanghebbende.

3. Voor het wegnemen van (financiële) obstakels die activiteiten op het terrein van maatschappelijke participatie bemoeilijken of belemmeren, wordt in kalenderjaar 2022 ambtshalve aan de alleenstaande of het gezin, aan wie de subsidie zoals bedoeld in het eerste lid in kalenderjaar 2022 is verleend, toegekend:

a. een eenmalige lokale energietoeslag in verband met extreme energiekosten;

b. een subsidie per kwartaal voor elk kwartaal dat de kostendelersnorm in 2022 op de peildatum 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober wordt toegepast in verband met een kostendelende medebewoner in de leeftijd van 21 tot en met 26 jaar als bedoeld in artikel 19a Participatiewet, artikel 5 lid 3 onder b IOAW en artikel 5 lid 4 sub c IOAZ.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • Om in aanmerking te komen voor subsidie, als bedoeld in artikel 4, voldoet de aanvrager aan de volgende vereisten:
  • a.

    de aanvrager is 18 jaar of ouder of, is jonger dan 18 jaar en voert een zelfstandige huishouding met de zorg voor een ten laste komend kind; en

  • b.

    de aanvrager is geen studerende die op grond van de studie of opleiding aanspraak kan maken op studiefinanciering ingevolge de Wet Studiefinanciering (WSF) 2000 of een tegemoetkoming ingevolge de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS); en

  • c.

    de aanvrager is geen vreemdeling die niet wordt gelijkgesteld met Nederlanders, zoals bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid van de Participatiewet; en

  • d.

    de aanvrager is niet rechtens van zijn vrijheid ontnomen of onttrekt zich aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel.

 

Artikel 6 Subsidiehoogte en Subsidieplafond

  • 1.

    De hoogte van de eenmalige subsidie per kalenderjaar voor activiteiten bedoeld in artikel 4, eerste lid is afhankelijk van de leeftijd en bedraagt

    • a.

      € 190,- voor de leeftijd van 0 tot 4 jaar;

    • b.

      € 266,- voor de leeftijd van 4 tot 12 jaar;

    • c.

      € 518,- voor de leeftijd van 12 tot 18 jaar;

    • d.

      € 165,- voor de leeftijd van 18 tot het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd;

    • e.

      € 302,- vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • 2.

    Voor de toepassing van de leeftijdsindeling in het vorige lid, wordt uitgegaan van de situatie op 1 januari van het kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft. Indien inwoner op 1 januari van het kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft nog niet is geboren, komt in aanmerking voor de subsidieregeling Maatschappelijke Participatie vanaf de dag van geboorte.

  • 3.

    Het college indexeert de bedragen genoemd in het eerste lid jaarlijks met de algemene prijsstijging voor goederen en diensten met een afronding op (€ 1,-- ) naar boven.

4. De hoogte van de eenmalige lokale energietoeslag bedoeld in artikel 4, derde lid onder a bedraagt per alleenstaande of gezin € 530,- in kalenderjaar 2022.

5. De hoogte van de subsidie bedoeld in artikel 4, derde lid onder b bedraagt per gezin € 225,- per kwartaal in kalenderjaar 2022.

6. Het subsidieplafond voor de subsidie bedoeld in artikel 4, derde lid onder b bedraagt in 2022 € 250.000,-.

7. Indien het bedrag, waarvoor op grond van artikel 4, derde lid onder b subsidie zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend, groter is dan het subsidieplafond, wordt op de aanvragen beslist in de volgorde waarin de aanvragen zijn binnengekomen.

Artikel 7 Bij aanvraag in te dienen gegevens

In afwijking van het bepaalde in de ASV wordt de aanvraag middels een door het college vastgesteld formulier.

 

Artikel 8 Aanvraagtermijn

In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de aanvraagtermijn wordt een aanvraag voor subsidie als bedoeld:

  • a.

    in artikel 4, eerste lid, ingediend in het kalenderjaar waarin de kosten voor die activiteiten zijn gemaakt.

  • b.

    in artikel 4, tweede lid, ingediend vóór 1 januari van het kalenderjaar waarin de kosten voor die activiteiten zijn gemaakt, middels een door het college beschikbaar gestelde digitale tool.

 

Artikel 9 Betaling subsidie

1. In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de betaling van de subsidie wordt de subsidie voor ten laste komende kinderen betaald in augustus van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, indien de aanvraag voor 1 augustus is ingediend.

2. In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de betaling van de subsidie wordt de subsidie als bedoeld in artikel 4, derde lid onder a, uiterlijk betaald op 7 april voor aanvragers die vóór 24 maart 2022 subsidie toegekend hebben gekregen op grond van deze subsidieregeling.

3. In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de betaling van de subsidie wordt de subsidie als bedoeld in artikel 4, derde lid onder b, op twee momenten betaald, te weten uiterlijk op:

  • a.

    31 mei 2022 voor kwartaal 1 en 2 van 2022

  • b.

    30 november 2022 voor kwartaal 3 en 4 van 2022.

 

Artikel 10 Verantwoording en vaststelling subsidie

In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de verantwoording en vaststelling van subsidie wordt de subsidie direct vastgesteld.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de datum publicatie in het gemeenteblad en geldt voor aanvragen betrekking hebbend op activiteiten vanaf 1 januari 2022.

  • 2.

    De subsidieregeling Meedoen en Maatschappelijke participatie gemeenteblad 2014, nr 70 en 2017, nr 82 wordt met ingang van 1 januari 2022 ingetrokken.

 

 

Eindhoven, .

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven