Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ouder-Amstel

Gemeentelijk Rioleringsplan Ouder-Amstel 2018-2022 Hoofddocument

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOuder-Amstel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeentelijk Rioleringsplan Ouder-Amstel 2018-2022 Hoofddocument
CiteertitelGemeentelijk Rioleringsplan Ouder-Amstel 2018-2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlageGemeentelijk Rioleringsplan Ouder-Amstel 2018-2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-2021nieuwe regeling

14-06-2018

gmb-2021-472707

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeentelijk Rioleringsplan Ouder-Amstel 2018-2022 Hoofddocument

1 Inleiding

Sinds de komst van riolering begin 1900 is de hygiëne van de Nederlandse huishoudens met sprongen vooruitgegaan. Het milieu is gebaat bij het bestaan van de huidige rioleringszorg. Nog niet zo lang geleden werd afvalwater namelijk nog rechtstreeks geloosd op sloten, vijvers, beken of zakputten.

Tegenwoordig wordt in principe al het afvalwater gezuiverd voordat het wordt geloosd, omdat het ziektekiemen en veel meststoffen bevat. Hemelwater is daarentegen in principe schoon en kan op een sloot worden geloosd of worden geïnfiltreerd in de bodem.

 

De gemeentelijke watertaken

Het inzamelen en verwerken van afvalwater en hemelwater is een taak van de gemeente. Het waterschap zorgt vervolgens voor de zuivering van het afvalwater. Hiernaast heeft de gemeente een regierol in de aanpak van de structurele grondwateroverlast in het stedelijk gebied.

 

De watertaken van de gemeente gaan dan ook verder dan alleen de buis onder de grond. Ook gemalen, drainage, sloten en greppels hebben tot doel het verwerken van (afval)water waarvan men zich wil ontdoen. En op een zodanige wijze dat dit geen probleem veroorzaakt. De riolen en de voorzieningen hebben dan ook een belangrijke functie in het dagelijkse leven:

  • Ze beschermen de volksgezondheid;

  • Ze houden het oppervlaktewater en de bodem schoon;

  • Ze zorgen voor droge voeten en voorkomen wateroverlast.

De gemeentelijke watertaken hebben raakvlakken met veel andere beleids- en taakvelden (zoals wegen, groen en ruimtelijke ordening). De afstemming wordt gerealiseerd door gedeelde en gezamenlijke kwaliteit voor de openbare ruimte, in de integrale onderhouds- en vervangingsprogramma’s van de gemeente. Bovenliggende doelstellingen zijn de beleving van water in de dorpen en wijken door inwoners en voor toeristen en het duurzaamheidsdenken. Water en riolering zijn zeker van invloed op de leefbaarheid!

 

De zorgplichten voor stedelijk afvalwater, overtollig hemelwater en grondwateroverlast zijn voor de gemeente wettelijke plichten. De gemeente heeft echter bij de invulling van deze zorgplichten de beleidsvrijheid de aanpak te kiezen wat zij, gelet op de lokale omstandigheden, het meest doelmatig en kostenefficiënt vindt. Er is dus ruimte voor ambitiekeuzes.

Het GRP geeft de invulling van de gemeentelijke watertaken weer. In het gehele traject staat de vraag "wat merken de burgers ervan?” centraal. Hierbij is het streven hinder door geur, geluid en werkzaamheden te voorkomen, en te komen tot een toekomstgerichte (afval)waterketen en (grond)watersysteem, met aandacht voor klimaatadaptatie, scheiden van waterstromen en effectief en efficiënt beheer van de aanwezige voorzieningen.

 

Naast vervulling van de bovenstaande kernfuncties en doelen is het geheel aan voorzieningen een enorm kapitaalgoed. Zo ligt er alleen al 43 kilometer rioolbuis en 36 kilometer aan druk- en persriolen in de grond. De totale vervangingswaarde is ingeschat op circa € 46 mln. De invulling van de

gemeentelijke watertaken kost dan ook veel geld. Volgens de Programmabegroting 2017 geeft de gemeente Ouder-Amstel er jaarlijks €1,8 mln. aan uit. Dit zijn niet alleen de kosten voor het vervangen en verbeteren van voorzieningen, maar ook de kosten voor zaken als reiniging en inspectie, het kolkenzuigen, het uitvoeren van onderzoeken en opstellen van

Plannen, personeelskosten et cetera. Dit bedrag wordt bekostigd vanuit de rioolheffing, en dus direct door de inwoners en bedrijven in de gemeente.

 

De rioleringszorg en de gemeentelijke watertaken zijn van grote invloed op de volksgezondheid, de veiligheid en de lokale lasten. Het is van belang dat de rioleringszorg en de watertaken serieus en efficiënt worden ingevuld en uitgevoerd.

 

1.1 Doelstelling Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP)

 

Vanuit de Wet milieubeheer zijn gemeenten sinds 1995 verplicht een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op te stellen. Het huidig GRP is opgesteld voor de planperiode 2011 tot en met 2015 en stilzwijgend verlengd. Voorliggend GRP 2018-2022 vervangt bij vaststelling het GRP 2011-2015.

Het GRP geeft inzicht in de omvang, het functioneren en de kwaliteitstoestand van de voorzieningen waarmee de gemeente invulling geeft aan de wettelijke zorgplichten voor het afval-, hemel- en grondwater, en de bekostiging hiervan. Het GRP beschrijft de beleidskaders en de activiteiten voor de inzameling, transport en verwerking van stedelijk afval-, hemel- en grondwater in de gemeente Ouder- Amstel voor de periode 2018 t/m 2022, en geeft de visie op de gemeentelijke watertaken voor de lange termijn. De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur vast en heeft gekozen voor een looptijd van 5 jaar.

 

1.2 Proces en status

Het GRP moet een breed gedragen beleidsstuk zijn, zowel in de gemeentelijke organisatie als bij de externe partijen die een belang hebben bij een adequate invulling van de watertaken, zoals de bewoners, het waterschap en de bedrijven.

 

Proces totstandkoming

De ambtelijke voorbereiding en uitwerking wordt verzorgd door de stuurgroep en het kernteam, bestaande uit medewerkers van Duo+, de gemeente Ouder-Amstel en Antea Group. Advies is gevraagd aan diverse mensen in de ambtelijke organisaties en aan het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (met Waternet als uitvoeringsorganisatie).

De ambtelijke voorbereiding van het GRP heeft in de periode oktober 2017 – april 2018 plaatsgevonden. De wethouder is gevraagd mee te denken in het opstellen van de ambities en invulling van de zorgplichten gemeentelijke watertaken. In een vroeg stadium is dit bij raadsleden getoetst in een vergadering van de Commissie Ruimte (7 december 2017), waarbij zij in de gelegenheid zijn gesteld om richting mee te geven. Dit is verder uitgewerkt, inclusief de financiële consequenties. De gemeenteraad stelt uiteindelijk het GRP 2018-2022 vast.

 

Status onderhavige versie

Dit is het definitieve Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Ouder-Amstel 2018-2022.

 

1.3 Leeswijzer

Het GRP is opgebouwd uit een tweetal delen:

  • Een kort en bondig Hoofddocument voor de verantwoordelijke bestuurders, politici en vaktechnisch personeel. Dit document bevat de hoofdlijnen en beschrijft o.a. de visie op de rioleringszorg, de beleidskeuzes in de vorm van ambities, sfeerbeelden en speerpunten, de benodigde middelen en de consequenties voor de rioolheffing en -voorziening.

  • Een Achtergrondendocument met meer detail informatie, waaronder o.a. een uitgebreide evaluatie van de afgelopen jaren, een uitgebreid overzicht van de vertaling van de beleidskeuzes naar specifiekere kwaliteitsbeschrijvingen en kwaliteitsnormen, een nulmeting, de uitvoeringsstrategie om binnen de planperiode te gaan (en blijven) voldoen aan de gestelde beleidskeuzes en een uitgebreidere analyse van de benodigde middelen en ontwikkeling van de rioolheffing en -voorziening. Ook het Achtergrondendocument neemt derhalve een belangrijke plaats in en is integraal onderdeel van het GRP, met name voor de kaderstelling en vaststelling van de (meer technische) kwaliteitsnormen.

 

Voorliggende rapportage betreft het hoofddocument. De indeling van de rapportage is als volgt:

  • In hoofdstuk 2 is ingegaan op de verplichtingen: welke kaders staan vast, wat zijn de (wettelijke) verplichtingen van particulieren, de gemeente, het waterschap en overige partijen en hoe staat de gemeente Ouder-Amstel daarin?

  • Hoofdstuk 3 gaat in op de prioriteiten en de te maken (beleids)keuzes: welke zijn dit en hoe wordt hiermee wordt omgegaan? De speerpunten voor de komende planperiode zijn in dit hoofdstuk benoemd.

  • Hoofdstuk 4 beschrijft de huidige stand van zaken. Wat hebben we aan areaal, hoe hebben we het de afgelopen planperiode gedaan en waar staan we nu?

  • In hoofdstuk 5 zijn de consequenties bepaald voor de rioolheffing vanuit het kostendekkingsplan en is de personele organisatie beschouwd.

  • Hoofdstuk 6 tot slot betreft het ambtelijk advies en een samenvatting van de bestuurlijke besluiten.

 

2 Wat moeten wij? De verplichtingen

2.1 Gemeentelijke watertaken in Nederland

 

De zorg en verantwoordelijkheid voor het water in de gemeente Ouder-Amstel ligt, naast de gemeente, in handen van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (met als uitvoeringsorganisatie Waternet), de provincie Noord-Holland, drinkwaterbedrijf Waternet en de particulieren (bewoners/bedrijven).

Figuur 2-1: waterkringloop en verantwoordelijkheden

 

De betrokkenen hebben verschillende taakstellingen en verplichtingen. Figuur 2.1 geeft een indicatie van de verdeling van de verantwoordelijkheden. Sommige verplichtingen zijn wettelijk vastgelegd. Een aantal verplichtingen is vastgesteld in Europees, landelijk, provinciaal of regionaal beleid. Andere verplichtingen komen voort uit ambtelijke afspraken (al dan niet bestuurlijk vastgesteld). Soms gaat het om resultaatsverplichtingen, soms zijn enkel werknormen bepaald.

 

2.2 Afspraken, taken en verplichtingen gemeente Ouder-Amstel

 

Vanuit de wetgever is gesteld dat elke gemeente over een Gemeentelijk RioleringsPlan dient te beschikken waarin invulling aan de zorgplichten wordt gegeven. De gemeente mag in principe zelf bepalen welke voorzieningen ze gebruikt en hoe ze deze beheert voor inzameling, transport en (lokale) behandeling van het vrijkomend stedelijk afvalwater en het verwerken van overtollige hemelwater, uiteraard in overleg met de waterschappen en andere partijen. Hiernaast heeft de gemeente een regierol in de aanpak van structurele grondwateroverlast.

 

De vrijheid voor de gemeente om invulling te geven aan haar taken schept echter ook de verplichting naar de bewoners en bedrijven om helder te communiceren wat van de gemeente verwacht kan worden. Het volgende schema toont op hoofdlijn de taken en verplichtingen van de betrokkenen (een detailoverzicht van de wet- en regelgeving is opgenomen in bijlage 2 van het Achtergronddocument).

 

Tabel 1: overzicht verplichtingen en taken

Grondeigenaar (bewoners/ bedrijven)

De grondeigenaar is verantwoordelijk voor de staat van zijn woningen perceel. Dit betekent dat deze zelf verantwoordelijk is voor het op eigen perceel treffen van maatregelen voor de inzameling van stedelijk afvalwater en afwatering van hemel- en grondwater. Zo is de eigenaar in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het hemelwater dat op zijn terrein valt. Pas als de particulier niet met redelijke inspanning hieraan kan voldoen ligt er een taak voor de gemeente. Ook de gevolgen van overtollig grondwater of een lage grondwaterstand vallen onder de verantwoordelijkheid van de grondeigenaar.

 

Daarnaast heeft de particulier een algemene zorgplicht. Hij/zij mag niets doen waarvan verwacht kan worden dat het problemen oplevert voor het riool, de zuivering of het(water)milieu. De voorschriften zijn in diverse besluiten wettelijk vastgelegd. Gemeente en waterschappen zienerop toe of de particulier zichhier ook aan houdt.

 

Het ingezamelde huishoudelijk afvalwater dient de eigenaar van het perceel af te voeren naar de erfgrens. Hier gaat de verantwoordelijkheid over naar de gemeente. Vaak is op de erfgrens een zogenaamd ontstoppingsstuk aangebracht. Hier kan in geval van een verstopping worden nagegaan in welkdeel van de riolering de verstopping aanwezig is (particulierof gemeente).

Gemeente Ouder-Amstel

Vanaf de erfgrens verzorgt de gemeente via een stelsel van ondergrondse leidingen, putten en gemalen voor de verdere inzameling en het transport van het stedelijk afvalwater (rioleringsbeheer) tot het overnamepunt van het waterschap, of specifiek in Duivendrecht de gemeentegrens met Diemen en Amsterdam (over de lozingen zijn tussen de gemeenten onderling afspraken gemaakt). Vanaf dit overnamepunt is de ontvangende partij verantwoordelijk voor de verdere afvoer of verwerking het ingezamelde stedelijk afvalwater.

 

Voor afvloeiend hemelwater is de gemeente alleen verantwoordelijk voor een doelmatige inzameling en verdere verwerking. Dit houdt in dat de gemeente zorgt voor de afvoer als dit niet redelijkerwijs van de eigenaar gevergd kan worden. De gemeente kan het afvloeiend hemelwater samen met het afvalwater afvoeren naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI);het hemelwater valt dan onder stedelijk afvalwater. Afvloeiend hemelwater kan ook separaat worden ingezameld, en is dan geen stedelijk afvalwater. In dat geval zorgt de gemeente voor de afvoer naar de bodem of het oppervlaktewater, onder de voorwaardenvan de waterkwaliteitsbeheerder.

 

Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor de ontwatering (de grondwaterstand) van openbaar gebied. Als onderdeel hiervan onderhoudt de gemeente een deel van de hiervoor noodzakelijke voorzieningen. De gemeente draagt daarnaast zorg voor inrichting en beheer van de openbare ruimte en de integratie metandere beleidsterreinen, zoalswegen en groen.

WaterschapAmstel, Gooi en Vecht (Waternet)

Het waterschap zorgt voor schoon water, voldoende water en veiligheid tegen overstroming. Het waterschap draagtde zorg voorde waterkering, de aan-en afvoer vanwater, het (grond)waterpeilbeheer, het zuiveren van afvalwater en kwaliteits- en kwantiteitsbeheer van het merendeel van het oppervlaktewater. Waternet is de uitvoerende instantie van hetwaterschap.

Provincie Noord- Holland

De Provincie formuleert het overall beleid voor de Omgeving (RO en Water) en is verantwoordelijk voor het diepe grondwaterbeheer, de zwemwaterkwaliteit en is vaarwegbeheerder van de belangrijke vaarroutes. In Ouder-Amstel betreft dat alleen de Amstel.

Drinkwaterbedrijf Waternet

Waternet is (naast de uitvoerende organisatie van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht) in de gemeente verantwoordelijk voor de levering drinkwater. Het drinkwater wordt uit de grond gehaald vanuit de waterwingebieden. Het waterbedrijf zuivert dit grondwater en pompt het naar hun klanten. Binnen de gemeente Ouder-Amstel zijn geen grondwater-beschermingsgebieden of waterwingebieden aanwezig.

Rijk

Het Rijk bepaalt (o.a. op basis van de Europese Kaderrichtlijn Water) in het Nationaal Waterplan de hoofdlijnen van het landelijke beleid voor het waterbeheer en stelt de wettelijke kaders. In de gemeente Ouder-Amstel heeft Rijkswaterstaat geen wateren in beheer.

 

2.3 Belangrijke ontwikkelingen

Bedrijfsvoeringsorganisatie Duo+

Duo+ is sinds januari 2016 de bedrijfsvoeringsorganisatie van en voor Ouder-Amstel, Diemen en Uithoorn. De afdeling Buurt beheert de openbare ruimte van de gemeenten Uithoorn en de gemeente Ouder-Amstel. Tevens stelt Duo+, op verzoek vanuit één van de gemeenten, de plannen op voor het uitvoeringsbeleid. Delen van de ambtelijke organisaties zijn samengevoegd. In de Dienstverleningsovereenkomst Beheer Openbare Ruimte staan afspraken over de taak- en rolverdeling tussen Duo+ en de gemeentelijke organisatie en staan afspraken over de te leveren kwaliteit en kwantiteit van de aan Duo+ opgedragen taken. De in dit GRP vastgelegde beleids- en uitvoeringskeuzes zijn daarin een belangrijk onderwerp.

 

Omgevingswet

De regering wil een groot aantal wetten en regelingen op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu bundelen in de Omgevingswet. Het omgevingsrecht bestaat momenteel uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. En allemaal met hun eigen uitgangspunten, procedures en eisen. De wetgeving is daardoor te ingewikkeld geworden voor de mensen die ermee werken. Daardoor duurt het bijvoorbeeld langer voordat een project kan starten. De Omgevingswet brengt zo’n 26 wetten samen. Naar verwachting treedt de wet op 1 januari 2021 in werking. Actuele informatie is te vinden op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/omgevingswet.

 

In relatie tot de rioleringszorg is een belangrijke wijziging dat de planverplichting voor het gemeentelijke rioleringsplan komt te vervallen. Gezien de grote invloed van de rioleringszorg en de gemeentelijke watertaken op de volksgezondheid, de veiligheid en de lokale lasten is het van belang de visie, het beleid en de maatregelen wel vast te blijven leggen. Hoe en waar dit past is op het moment van schrijven van dit GRP nog niet volledig duidelijk. Meest waarschijnlijk zal dit in de gemeentelijke omgevingsvisie en omgevingsplan zijn.

 

Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie

Het Deltaprogramma voor 2018 is op Prinsjesdag 2017 verschenen en bevat voor het eerst een Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie: een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk dat de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen versnelt en intensiveert. Dit is vertaald in een 7-tal ambities, om de voornemens ook daadwerkelijk ingevuld te krijgen.

Alle gemeenten in Nederland moeten de komende twee jaar bijvoorbeeld een stresstest doen om knelpunten op het gebied van onder meer wateroverlast in kaart te brengen. Met het Deltaplan moet Nederland zo goed mogelijk worden voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering. Het streven is dat klimaatbestendig en waterrobuust inrichten in 2020 al de normaalste zaak van de wereld is, zodat Nederland in 2050 inderdaad klimaatbestendig is ingericht. De gemeente Ouder-Amstel heeft eind 2017 een eerste klimaatstresstest uitgevoerd (in het regionaal samenwerkingsverband) om knelpunten op het gebied van onder meer wateroverlast in kaart te brengen. In 2018 volgt de vertaling van de stresstest naar specifieke knelpunten en vervolgens naar maatregelen.

 

Naast de problemen die kunnen ontstaan door hevige regenval, gaat het overigens ook om de gevolgen van andere weersextremen, zoals uitzonderlijke droogte, hitte en overstromingen. Ook hier moeten alle gemeenten zich zo goed mogelijk op voorbereiden. Droogte en hitte vallen buiten de scope van het gemeentelijk rioleringsplan; voor overstromingen vanuit het oppervlaktewater is aandacht vanuit de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland.

 

2.4 Visie gemeente Ouder-Amstel op de gemeentelijke watertaken

De rol van de overheid verandert. Van de overheid die bepaalt, gaan de inwoners en de ondernemers meer verantwoordelijkheid nemen. De overheid luistert, ondersteunt en laat verantwoordelijkheid voor de uitvoering over aan de maatschappij. De overheid faciliteert dat mensen elkaar kunnen ondersteunen en aanmoedigen. Bij een luisterende overheid past het niet om met pasklare antwoorden te komen.

Onderhavige paragraaf geeft de visie van de gemeente Ouder-Amstel op de invulling van haar zorgplichten voor de gemeentelijke watertaken weer. In deze toekomstvisie wordt circa 20 jaar vooruitgekeken, tot 2038. De thema´s komen voort uit de Deltaplannen van het Rijk en uit andere bestaande visiedocumenten en beleidsplannen van de gemeente en overeenkomsten in de regio.

 

Bij de vaststelling van het GRP 2011-2015 heeft de gemeenteraad besloten de rioleringszorg uit te voeren op doelmatig (kostenefficiënt), duurzaam en adequaat niveau. Door voortschrijdende inzichten en beleidsveranderingen in de wet- en regelgeving en de samenwerking met de gemeente Uithoorn in de bedrijfsvoeringsorganisatie Duo+, is het wenselijk de ambities en de invulling van de zorgplichten op accenten te wijzigen.

 

Maatschappelijke hoofddoelen

De gemeente Ouder-Amstel wil dat Ouder-Amstel een aantrekkelijke woongemeenschap is en blijft, nu en in de toekomst. Hiervoor zijn, op het vlak van de gemeentelijk watertaken, de volgende maatschappelijke doelen van belang:

  • het beschermen van de volksgezondheid tegen infectieziekten;

  • het schoon houden van de bodem en het oppervlaktewater;

  • het voorkomen van waterproblemen door hevige regenval;

  • het voorkomen en beperken van structureel nadelige gevolgen van grondwaterstanden.

 

Het tweede punt heeft een duidelijke koppeling met de ambities en taken van het waterschap. De gemeente en het waterschap bepalen gezamenlijk de ambities voor het stedelijk watersysteem. Voor de ambities voor het oppervlaktewater in de stad wordt meer gekeken naar aspecten als beleving, functie, omgeving en de vervuilingsbronnen. Denk bijvoorbeeld aan eenden, hondenuitlaatplaatsen, autowassen op straat en bladval als potentiële vervuilingsbronnen en tevens de riooloverstorten en hemelwateruitlaten.

Deze scope gaat verder dan de invulling van de gemeentelijke watertaken en wordt gefinancierd vanuit andere middelen. De ambities voor het stedelijk watersysteem worden dan ook verkend in een andere planvorm dan onderhavig gemeentelijk rioleringsplan.

 

 

Assetmanagement Riolering – effectgestuurd beheer

Voor het bereiken van de maatschappelijke hoofddoelen streeft de gemeente naar een effectieve en doelmatige invulling van haar zorgplichten. Dit wordt ingevuld door te sturen op de effecten van het beheer. Het uitgangspunt hierbij is: nietsdoen, tenzij er een duidelijke aanleiding is om maatregelen te overwegen. Bij het bepalen van maatregelen worden de te verwachten effecten afgewogen tegen de kosten. De effecten kunnen bestaan uit het versterken c.q. in stand houden van de kwaliteit en/of het beperken van risico’s voor volksgezondheid en veiligheid. Voor effectgestuurd beheer moeten de bestaande kwaliteit en risico’s goed in beeld zijn, moet helder zijn welke kwaliteit wordt nagestreefd en wordt steeds afgewogen welke risico’s wel en niet acceptabel zijn.

 

Effectief wil dus zeggen dat de fysieke maatregelen en inspanningen bijdragen aan het behalen van de maatschappelijke doelen. Doelmatig wil zeggen dat (maatschappelijke) baten opwegen tegen de kosten van de fysieke maatregelen en inspanningen.

 

 

Heel en Veilig

In de Programmabegroting 2017 is het programma Ruimte Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) als een speerpunt benoemd. Bij de evaluatie van de IBOR is geconstateerd dat de afgesproken kwaliteit van de buitenruimte (“heel en veilig”) is gehaald. Toch werd bij de enquête, die onder de inwoners is gehouden, vaak aangegeven dat de inwoners de huidige kwaliteit te laag vinden. Het verhogen van de kwaliteit heeft echter grote financiële consequenties. Als de financiën van de gemeente het toelaten wordt bekeken waar de kwaliteit kan worden verhoogd ten opzichte van “heel en veilig”.

 

Voortzetten samenwerking BOWA

Door de komst van het Bestuursakkoord Water zijn de gemeenten, waterschappen en de een aantal drinkwaterbedrijven steeds meer gaan samenwerken. In onze regio vindt dit plaats via het BOWA: het Bestuurlijk

Overleg Water in het Amstel, Gooi en Vecht-gebied (van Aalsmeer tot Hilversum en Amsterdam tot De Ronde Venen). Vanuit het BOWA is reeds concreet invulling gegeven aan de doelstellingen vanuit het Bestuursakkoord Water voor verhoging van het kennis- en kwaliteitsniveau van de organisatie en het verlagen van de kosten en kwetsbaarheid. De gemeente Ouder-Amstel streeft ernaar deze samenwerking voort te zetten.

 

 

Regie voeren

Hiernaast kent de gemeente Ouder-Amstel samen met de gemeenten Uithoorn en Diemen de ambtelijke bedrijfsvoeringsorganisatie Duo+. De afdeling Buurt beheert de openbare ruimte van de gemeenten Uithoorn en de gemeente Ouder-Amstel. Duo+ werkt in opdracht van de gemeenten. De regierol van de gemeente wordt door deze organisatiewijziging verder versterkt. Door betere aansturing en marktwerking kan een betere prijs en kwaliteit van uitbestede (uitvoerende) taken worden bereikt. De kwetsbaarheid van de organisatie wordt verkleind. De gemeente streeft ernaar alle gegevens en informatie vast te leggen in de beheersystemen en het dagelijks beheer en rioolonderhoud, op basis hiervan, planmatig in te vullen.

 

Participatie en helderheid in taken

De gemeente Ouder-Amstel wil samen met haar inwoners optrekken om de woon- en leefomgeving te verbeteren, waarbij het uitgangspunt is dat de gemeente mee doet aan initiatieven van inwoners in de vorm van beleidsparticipatie/maatschappelijke initiatieven (overheidsparticipatie). Maatschappelijke participatie vormt daarbij een belangrijke onderliggende kracht voor de samenleving, gericht op het tot stand brengen van verbindingen en netwerken en het versterken daarvan. Bij projecten in de openbare ruimte, zoals weg- en rioolvervangingen, worden bewoners geïnformeerd tijdens bewonersavonden en geraadpleegd om hun mening. Hierbij is de insteek van de gemeente richting het niveau ‘co-produceren’.

 

De wettelijke zorgplichten maken duidelijk dat bewoners en bedrijven ook zelf een rol hebben in de verwerking van overtollig hemelwater en het beperken van grondwateroverlast en –onderlast. De gemeente faciliteert en stimuleert daarom de bewoners en bedrijven bij het 'zelf doen'. De gemeente geeft de verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen particulier en gemeente helder weer, en bewoners en bedrijven weten waar zij met hun vragen terecht kunnen.

 

Klimaatadaptatie

In het onlangs verschenen Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie staat dat Nederland zo goed mogelijk worden voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering. Naast de problemen die kunnen ontstaan door hevige regenval, gaat het ook om de gevolgen van andere weersextremen, zoals uitzonderlijke droogte, hitte en overstromingen. De gemeente Ouder-Amstel onderkent deze problematiek en sluit aan bij het Deltaplan.

De knelpunten zijn daarom in 2017, in regioverband, in kaart gebracht in een klimaatstresstest. De komende jaren brengt de gemeente in meer detail de knelpunten en aandachtspunten inzake wateroverlast, en eventuele maatregelen ter verbetering of voorkoming hiervan, in beeld. Vervolgens wordt bepaald hoe die uiterlijk in 2050 worden weggenomen.

Bij elk werk wordt bekeken met welke maatregelen de openbare ruimte voldoende ‘waterrobuust’ en ‘klimaatbestendig’ wordt

gemaakt. In 2022 is de standaard dat bij elk werk de mogelijkheden om de openbare ruimte ‘waterrobuust’ en ‘klimaatbestendig’ te maken zijn benut. De gemeente is in 2050 volledig klimaatproof.

 

 

Een duurzaam Ouder-Amstel

Het streven is een energieneutrale regio in 2040. In de Programmabegroting 2017 is voor het programma Ruimte ‘Duurzaamheid’ als één van de negen speerpunten benoemd. De doelstelling van dit speerpunt is het verder ontwikkelen van en uitvoering geven aan een lokaal en regionaal duurzaamheidsbeleid, zoals verwoord in de Beleidsnotitie Duurzaamheid ´Energiek en Circulair 2017- 2021´. De focus van de gemeente Ouder-Amstel ligt de komende 4 jaar op de hoofdthema’s Energie en Circulaire Economie.

 

Vanuit het BOWA zijn in 2017/2018 twee werkgroepen opgezet. De werkgroep Klimaatadaptatie richt zich op onderzoek naar hittestress en de vraag of de openbare ruimte voldoende is ingericht om extreme neerslag te verwerken. De werkgroep Duurzaamheid richt zich op de aspecten klimaatneutraal en circulaire economie in relatie tot water.

 

De gemeente Ouder-Amstel onderschrijft de visie op de omgang met afvalwater, zoals verwoord in de ‘Routekaart Afvalwaterketen tot 2030’ door de VNG en UvW. De verwachting is dat de komende decennia de behoefte aan een openbaar rioolstelsel blijft bestaan. Nieuwe sanitatie is geen doel op zich, naar verwachting worden de afvalwaterstromen meer en meer ontvlochten. In de transitie lift de gemeente, als het doelmatig kan, mee met andere grote verwachte transities als stadsverwarming en het gasvrij bouwen.

Vervangingsopgave en verbeteringsmaatregelen

De riolen in de gemeente komen op leeftijd, waardoor de vervangingsopgave naar verwachting toe zal nemen. Essentieel voor het maken van keuzes en het nemen van adequate maatregelen is het hebben van voldoende inzicht in het functioneren van de systemen en de kwaliteitstoestand van de objecten. De gemeente zet de komende jaren in op een onderzoeksprogramma om het inzicht verder te vergroten en vast te leggen in het beheersysteem, teneinde een doelmatige verbeterings-, vervangings- en reparatiestrategie op te zetten. Daadwerkelijke maatregelen zijn altijd afgestemd met overige werkzaamheden in de openbare ruimte (werk-met-werk maken).

 

Financieel gezond

De gemeente heeft een stabiele, gezonde financiële situatie. Ook in de komende periode vindt zo min mogelijk lastenverzwaring plaats voor onze inwoners. Alleen als voorzieningen niet op een adequaat niveau kunnen blijven, kan het noodzakelijk zijn de lasten voor de inwoners te verhogen.

3 Wat vinden wij belangrijk?

3.1 Invulling zorgplichten gemeente

De zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater zijn voor de gemeente wettelijke plichten. De gemeente heeft echter bij de invulling van deze zorgplichten de beleidsvrijheid de aanpak te kiezen die zij, gelet op de lokale omstandigheden, het meest wenselijk vindt. De gemeenteraad maakt de keuze hierin en stelt het Gemeentelijk RioleringsPlan vast.

Het GRP geeft aan welke kwaliteit de gemeente wil bieden aan de bewoners, bedrijven en bezoekers. Elke keuze heeft bijbehorende consequenties, niet alleen in kwaliteit, maar ook in risico’s en kosten. Met dit hoofdstuk is de visie uit hoofdstuk 2 uitgewerkt in ambities en zijn de beleidskeuzes beschreven voor de looptijd van dit GRP.

Accenten vanuit de Commissie Ruimte

Op 7 december 2017 zijn, in de Commissie Ruimte, de raadsleden gevraagd mee te denken in de ambities voor de planperiode 2018 tot en met 2022. De volgende punten zijn hieruit meegegeven:

  • 1.

    Innovatie inbrengen bij de omgang met afvalwater; op projectbasis en samen met projectontwikkelaars en Waternet. Denk bijvoorbeeld aan het terugdringen van waterverbruik en decentrale verwerking van afvalwater.

  • 2.

    Positief stimuleren van de omgang met hemelwater. Uitbreiden van het concept RainProof ter bewustwording bij particulieren en informeren over de nut en noodzaak van het terugdringen van particulier verhard oppervlak.

  • 3.

    Duidelijk definiëren van wateroverlast en de relatie met de toename van heftige buien als gevolg van de klimaatverandering. Meer robuuste opvang realiseren in de openbare ruimte, bij voorkeur ondergronds.

  • 4.

    Duidelijk definiëren van grondwateroverlast. Het moet eenduidig zijn waar de gemeente de lat c.q. grens legt en wie waar verantwoordelijke voor is (gemeente, particulier of waterschap).

  • 5.

    Blijven monitoren van de grondwaterstanden. Maatregelen zijn per gebied/project maatwerk; de gemeente zorgt voor de juiste informatie.

Niveau adequaat

In de volgende paragrafen zijn de voornoemde accenten nader uitgewerkt, per zorgplicht. Voor alle zorgplichten is ingestoken op een invulling van een niveau waarin de woorden ‘doelmatig, duurzaam en kosteneffectief’ terugkomen. Samengevat wordt dit in dit GRP omschreven als niveau ‘adequaat’, zie kader.

 

Niveau adequaat: het voortzetten van de huidige rioleringszorg, we doen wat we moeten. Dit houdt in dat in 2022 de voorzieningen functioneren op het basisniveau (voldoende onderhouden, hier en daar wel wat op aan te merken, af en toe hinder is mogelijk).

 

Deze insteek is vertaald naar een kwaliteitskader voor de drie verschillende zorgplichten. Het kwaliteitskader bestaat per zorgplicht uit een impressie op basis van sfeerbeelden, de ambities en speerpunten voor de komende planperiode. Deze drie onderdelen zijn uitgewerkt in de volgende paragrafen. De nadere kwaliteitsbeschrijvingen en (technische) kwaliteitsnormen zijn uitgewerkt en vastgelegd in het Achtergrondendocument, waardoor dat document ook een belangrijke plaats inneemt in het geheel.

 

3.2 Beleidskeuzes stedelijk afvalwater

 

De beleidskeuzes voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater sluiten aan bij de wettelijke resultaatsverplichting zoals opgenomen in Artikel 10.33 Wet Milieubeheer:

 

Artikel 10.33 Wet milieubeheer:

De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool. In plaats van een openbaar vuilwaterriool kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen worden toegepast, indien met die systemen eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt. Op verzoek van burgemeester en wethouders kunnen gedeputeerde staten in het belang van de bescherming van het milieu ontheffing verlenen van de zorgplicht De ontheffing kan, indien de ontwikkelingen in het gebied waarvoor de ontheffing is verleend daartoe aanleiding geven, door gedeputeerde staten worden ingetrokken.

 

Het item "inzameling van stedelijk afvalwater" heeft betrekking op de wettelijke verplichting om afvalwater in te zamelen, om te voorkomen dat dit in het leefmilieu terechtkomt, en zodoende bijdraagt aan een betere kwaliteit van het oppervlaktewater. Daarnaast wordt bij dit item aandacht besteed aan (foutieve) aansluitingen die de inzameling (en zuivering) van afvalwater belemmeren. Om het afvalwater te kunnen inzamelen moeten de buizen, putten, etc. in goede staat zijn.

 

Het item "transport van stedelijk afvalwater" heeft betrekking op het transport van het afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Voor het transporteren van het afvalwater moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen onder vrij verval naar het gemaal of uitlaat binnen een bepaalde tijd kunnen afstromen. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker zijn. Daarnaast moeten de buizen, putten, etc. in goede staat zijn.

 

Om "ongewenste lozingen van afvalwater naar oppervlaktewater, bodem en grondwater" te voorkomen worden onder andere door Rijk, provincie en waterschap eisen gesteld. Het betreft de eisen aan de lozing uit de riolering naar oppervlaktewater en lekkage naar bodem en grondwater.

 

3.2.1 Ambitie

 

De gemeente hanteert, in aansluiting op het vigerende landelijke beleid, de volgende voorkeursvolgorde voor het maken van keuzes in de verwerking van stedelijk afvalwater:

  • 1.

    Ontstaan van afvalwater voorkomen of beperken.

  • 2.

    Verontreiniging van afvalwater voorkomen of beperken.

  • 3.

    Afvalwaterstromen gescheiden houden, tenzij niet gescheiden geen nadelige gevolgen heeft.

  • 4.

    Huishoudelijk afvalwater en vergelijkbaar afvalwater gaat naar een zuiverende voorziening.

  • 5.

    Ander afvalwater na retentie en zuivering bij de bron hergebruiken.

  • 6.

    Ander afvalwater na retentie en zuivering lokaal in het milieu brengen.

  • 7.

    Ander afvalwater gaat naar rioolwaterzuiveringsinstallatie

De technische staat van de riolen voldoet aan de landelijk gebruikelijke normering. Het operationele beheer (reiniging en inspectie van riolen, gemalen en straatkolken) vindt op een planmatige en transparante wijze plaats. Het aantal meldingen over verstopte kolken en riolen is beperkt.

 

Het waterschap constateert dat in het gebied van Ouder-Amstel de waterkwaliteit achteruit is gegaan. Om de doelen uit de Kaderrichtlijn Water te behalen is medewerking van alle partijen in het gebied noodzakelijk. Elke overheid heeft een eigen taak op het gebied van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater. De gemeente zet in op het verdergaand verminderen van lozingen op oppervlaktewater door de verbeteringen aan de rioleringssystemen uit te voeren, zodra zich kansen voordoen (werk-met-werk maken) en het doelmatig en kosteneffectief is. De ambitie is dat de emissies vanuit de riolering niet de reden zijn voor een verdere achteruitgang van de waterkwaliteit of het behalen van de KRW-doelen belemmeren.

 

3.2.2 Sfeerbeelden

De volgende figuur geeft enkele sfeerbeelden weer bij de invulling van de zorgplicht stedelijk afvalwater. De bovenste rij geeft het beeld weer bij aan adequate invulling, de onderste rij geeft de mogelijke consequenties van een versobering aan.

3.2.3 Speerpunten voor de planperiode 2018-2022

 

In grote lijnen volgt de gemeente de koers van de afgelopen jaren voor de invulling van haar gemeentelijke watertaken. Het navolgende beschrijft de concrete speerpunten en inspanningen binnen de planperiode van dit GRP om aan de hiervoor geschetste ambitie te (blijven) voldoen en op het adequate niveau te blijven of daar te komen. Het volledige overzicht van de kwaliteitsbeschrijvingen is opgenomen in het Achtergrondendocument.

 

Inzameling van afvalwater – benutten kansen nieuwe sanitatie

In Ouder-Amstel is 100% van de bestaande percelen voorzien van een aansluiting op de riolering. Indien innovatieve systemen kunnen bijdragen aan een duurzame inzet van middelen en (toekomstige) kostenbesparingen, worden deze verkend en eventueel toegepast. De uitbreiding De Nieuwe Kern biedt hiervoor wellicht mogelijkheden.

 

Verkrijgen van inzicht – inspecteren, monitoren en toetsen

De komende jaren wordt ingezet op het orde brengen van de gegevens, het vullen van het beheersysteem en het inspecteren van alle gemengde en vuilwaterriolen. Het inzicht in de kwaliteitstoestand van de riolen komt daarmee op peil. Dit GRP zet vervolgens in op het vergroten van het inzicht van het theoretisch (door modelanalyses) en praktisch functioneren (door monitoring van waterstanden en debieten) van de rioolsystemen en de betrouwbaarheid van data na te lopen in het veld. Indien de optie zich voordoet om een gezamenlijk meetnet vanuit de BOWA op te zetten, wordt deze aangegrepen. De intentie is om de verzamelde meetgegevens te delen met het waterschap. Over 5 jaar is er inzicht in de toestand en het functioneren en de daaruit voortvloeiende maatregelen.

Hierdoor ontstaat er beter inzicht in de oorzaak en het ontstaan van klachten, waardoor er sneller en (kosten)effectiever kan worden geacteerd.

 

Assetmanagement - stappen zetten naar effectgestuurd rioolbeheer

De gemeente zet in op assetmanagement. Het doel hiervan is maken van transparante keuzes en het efficiënt inzetten van de beschikbare middelen (het doen, of juist laten, van een reparatie of investering versus de effecten daarvan).

De eerste stap die hierin gezet wordt is het inlopen van de achterstand en het

ontsluiten van de gegevens via het beheersysteem. Rioolinspecties vormen immers een belangrijke bron van kennis over de kwaliteitstoestand van het vrijverval rioolstelsel. In 2020 is een Rioolbeheerplan opgesteld om het beheer planmatig uit te voeren met transparante, vastgelegde en doelmatige strategieën. Door vervolgens de ervaringen en constateringen uit de voorgaande inspectie- en reinigingsrondes mee te nemen en te evalueren (bepaalde riolen zijn bijvoorbeeld gevoeliger voor slibophoping dan andere) is het operationele beheer te differentiëren naar leidingfunctie, gebiedstype en jaar van aanleg. Hetzelfde principe geldt voor de inspectie en onderhoud van de gemalen en pompunits.

Optimalisatie in de afvalwaterketen – benutten kansen verbetering waterkwaliteit

De ambitie van de gemeente is de vuilemissie via riooloverstorten te beperken. De afgelopen jaren heeft de gemeente reeds investeringen gedaan, zoals het afkoppelen van verhard oppervlak en de aanleg van bergbezinkvoorzieningen. De komende jaren wordt doorlopend, samen met het waterschap AGV en Waternet, gekeken naar de relatie tussen het rioolstelsel, de rioolwaterzuivering en het oppervlaktewatersysteem. Het Stedelijk Handboek Oppervlaktewater dient hierbij als richtlijn. Hierbij worden optimalisatiekansen besproken en wordt bekeken of en hoe de waterkwaliteit verder verbeterd kan worden, met de nadruk op doelmatigheid en kostenefficiëntie. Andere invloedsfactoren dan riolering, zoals bladval, eenden en hondenpoep, krijgen hierin ook een plaats.

 

3.3 Beleidskeuzes afvloeiend hemelwater

 

De beleidskeuzes voor de inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater sluiten aan bij de wettelijke resultaatsverplichting zoals opgenomen in Artikel 3.5 van de Waterwet:

 

Artikel 3.5 Waterwet:

De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling en verwerking van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.

 

Onder de zorgplicht voor het overtollige hemelwater vallen de volgende items:

 

Bij gemengde rioolstelsels wordt de neerslag die valt op daken en wegen vermengd met afvalwater van huishoudens en bedrijven getransporteerd naar de RWZI’s. Het transporteren en zuiveren van relatief 'schoon' hemelwater is geen duurzame oplossing. De afvalwaterketen wordt onnodig belast en er wordt onnodig energie verbruikt. Bewuste keuzes in het omgaan met hemelwater zijn dus noodzakelijk.

 

Daarnaast is het voorkomen van wateroverlast tijdens heftige en extreme regen een belangrijk item. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, moet de riolering voldoende afvoercapaciteit hebben. Hiervoor dienen de buizen, putten, etc. in goede staat te zijn. Regulier onderhoud en tijdige vervanging is daarbij noodzaak. Bij extreme buien heeft de gehele buitenruimte een rol bij de opvang, afvoer en verwerking van regenwater.

3.3.1 Ambitie

De gemeente laat zich niet verrassen door de klimaatverandering en is op de toekomst voorbereid met een klimaatrobuust systeem. Door een slimmere inrichting van de buitenruimte is de kans op hinder en overlast door regenwater verkleind. De buitenruimte is klimaatbewust ontworpen. Water wordt niet langer per definitie ondergronds opgevangen en afgevoerd, maar tijdelijke buffering op het maaiveld (in het groen, in de parkeervakken, op straat) is voor de gemeente een goed alternatief, mits dit niet tot overlast leidt.

 

De definitie voor ‘(regen)wateroverlastlocatie’ wordt herzien. Deze herdefiniëring houdt in dat bij ‘water op straat’ onderscheid gemaakt wordt in 3 verschillende gradaties:

  • Hinder: kortdurend beperkte hoeveelheden ‘water op straat’, met een duur in de orde van 0 –30 minuten;

  • Ernstige hinder: forse hoeveelheden ‘water op straat’, ondergelopen tunnels, opdrijvende putdeksel, met een duur in de orde van 30 – 120 minuten.;

  • Overlast: langduriger en op grotere schaal ‘water op straat’, water in winkels en woningen (boven het vloerpeil van de begane grond) met materiele schade en mogelijk ook ernstige belemmering van en gevaar voor het (economische) verkeer.

De ambities voor bestaand gebied hierbij zijn dat:

  • De afvoercapaciteit van de riolering voldoende dient te zijn om een korte en heftige bui die 1 keer per 2 jaar valt te verwerken (een theoretische bui van 20 mm in één uur), zonder dat er hinder op treedt.

  • Uiterlijk in 2050 de verwerkingscapaciteit van de openbare ruimte voldoende dient te zijn om een korte heftige bui die 1 keer per 100 jaar valt te verwerken (theoretische buien van 75 mm in één uur en 90 mm in twee uur*), zonder dat er overlast op treedt. Bij ernstige hinder heeft de gemeente een onderzoeksinspanning.

  • *

    Op basis van historische meetgegevens is in opdracht van STOWA een statistiek voor de neerslag opgesteld (februari 2018). Op basis van deze statistiek valt er 1 keer per 100 jaar een theoretische bui van 58 mm of meer in één uur en 68 mm of meer in twee uur. Rekening houdend met klimaatverandering en onzekerheden in deze statistiek gaat de gemeente voor de lange termijn uit van 25% zwaardere extreme buien (KNMI-scenario’s 2014). Op basis hiervan zijn de waarden van 75 mm in één uur en 90 mm in twee uur bepaald. Deze inschatting kan worden aangepast op nieuwe inzichten (bijvoorbeeld vanuit het KNMI of het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie).

  • **

    Hierbij maakt de gemeente onderscheid in de classificatie van de wegen (doorgaande routes, belangrijke ontsluitingen), in samenspraak met de assetmanager wegen, om de ernst van de belemmering nader te specificeren.

  • ***

    Rioolwater is niet schoon, maar met huishoudelijk afvalwater vermengd met regenwater. Deze eis geldt met name voor de gemengde stelsels. Bij andere stelseltypes gaat de gemeente met deze eis coulant om.

Bij nieuwe aanleg en reconstructies van de openbare ruimte wordt deze zodanig ingericht dat bij extreme neerslag (eens per 100 jaar, zie bovenstaande noot *) de gradatie ‘ernstige hinder’ nu en in de toekomst niet wordt overschreden. Deze maatstaf geldt ook voor de particuliere terreinen en voor de in- of uitbreiding als geheel.

 

De voornoemde definiëring voor regenwateroverlast geldt niet voor gebieden die als calamiteitenberging aangewezen zijn. De hemelwaterzorgplicht heeft een raakvlak met het beperken van de overstromingsrisico’s vanuit oppervlaktewater door bijvoorbeeld het extra bergen van water in stedelijk gebied. De borging van overstromingsrisico’s vanuit de grote primaire wateren vindt echter plaats in de veiligheidsregio.

 

De gemeente wil het hemel- en grondwater zo weinig mogelijk vermengen met afvalwater. De huidige praktijk van afkoppelen wordt doorgezet in de planperiode van het GRP 2018-2022. Dit betekent dat per project de keuze voor wel of niet afkoppelen op doelmatigheid wordt getoetst en verhard oppervlak bij een positief toetsresultaat wordt afgekoppeld. Het afkoppelen wordt gecombineerd met de vervanging van de vrijvervalriolering, de herinrichting van de openbare ruimte of werkzaamheden van derden. Voor het afkoppelen van verhard oppervlak van woningen wordt de samenwerking gezocht met grotere vastgoedeigenaren, zoals Woningstichting Eigen Haard.

 

De gemeente neemt alleen maatregelen tegen regenwateroverlast en het scheiden van waterstromen (afkoppelen) indien zij dit voldoende doelmatig acht. De afwegingen en eventuele maatregelen zijn altijd locatieafhankelijk en maatwerk. Om de doelmatigheid van de maatregelen te beoordelen, stelt de gemeente een advies op vanuit de volgende beleidsregels:

  • A.

    Er is een probleem: op basis van een gemeentelijke analyse wordt verwacht dat er op één of meerdere locaties niet wordt voldaan aan bovenstaande ambities met betrekking tot ‘geen hinder’, ‘hinder’, ‘ernstige hinder’ en/of ‘overlast’.

  • B.

    De maatregel heeft nut: de maatregel heeft naar verwachting een gunstig effect op het behalen van bovenstaande ambities zonder nieuwe hinder of overlast te veroorzaken op andere locaties en zonder de kwetsbaarheid van het watersysteem te vergroten.

  • C.

    De maatregel is kosteneffectief: de investerings- en exploitatiekosten van maatregelen door de gemeente staan in verhouding met (eventueel toekomstige) kosten van maatregelen door perceeleigenaren of eventueel te verwachten (individuele) kosten voor schades.

  • D.

    De maatregel is inpasbaar: de maatregel leidt niet tot onevenredig grote belemmeringen voor het behalen van andere gemeentelijke ambities, waaronder de (voor het gebied of locatie) gewenste uitstraling, verkeersveiligheid of energieverbruik.

Vanwege de specifieke geohydrologische situatie is er op voorhand geen getalsmatige invulling aan bovenstaande beleidsregels te geven.

 

De gemeente streeft een adequaat preventief beheer en onderhoud van de hemel- watervoorzieningen na. De gemeente wil een duidelijk aanspreekpunt zijn voor inwoners en bedrijven voor klachten en vragen die zijn gerelateerd aan de inzameling en afvoer van hemelwater. Ten aanzien van inzameling en transport van hemelwater heeft de gemeente enerzijds een regiefunctie anderzijds afhankelijk van de situatie een uitvoerende functie.

 

De gemeente wil de verantwoordelijkheden en verplichtingen van particulieren en ontwikkelaars vastleggen. De wetgever biedt hierin de mogelijkheid. De gemeente streeft ernaar dit duidelijk te hebben vastgelegd in een Taakopvatting Hemelwater of Hemelwaterverordening en de handhaving hierop hoger op de agenda zetten.

 

De gemeente zet in op bewustwording bij particulieren over hun rol in het beperken van de gevolgen van extreme regenval en het voorkomen van wateroverlast. Dit betekent onder andere het informeren van particulieren over de nut en noodzaak van het terugdringen van particulier verhard oppervlak.

 

De gemeente zorgt voor het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater voor zover dit duurzaam en doelmatig is en redelijkerwijs niet van particulieren kan worden verwacht dat zij al het hemelwater op eigen terrein verwerken. Dit is afhankelijk van:

  • -

    het soort gebied (stedelijk versus landelijk);

  • -

    de bestaande situatie (bestaande wijken versus in-/uitbreidingen en herinrichtingen)

  • -

    de mogelijkheden voor het reduceren van verhard oppervlak bij bewoners (door vermindering van betegelde en bestrate tuinen);

  • -

    de grootte van de percelen;

  • -

    de mogelijkheden voor infiltratie (bodemgesteldheid en grondwaterstand);

  • -

    de mogelijkheden voor afvoer naar oppervlaktewater;

  • -

    het stelseltype van de bestaande riolering (vuilwater-, gemengde of gescheiden riolering);

  • -

    de termijn waarbinnen de afvoersituatie kan worden aangepast;

  • -

    de kwaliteit van het afvloeiende hemelwater (is het schoon?).

3.3.2 Sfeerbeelden

De volgende figuur geeft enkele sfeerbeelden weer bij de invulling van de zorgplicht stedelijk afvalwater. De bovenste rij geeft het beeld weer bij aan adequate invulling, de onderste rij geeft de mogelijke consequenties van een versobering aan.

3.3.3. Speerpunten voor de planperiode 2018-2022

In grote lijnen volgt de gemeente de koers van de afgelopen jaren voor de invulling van haar gemeentelijke watertaken. Belangrijke aanscherpingen zijn de aandacht voor het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten en het nadrukkelijker vastleggen van taken en (technische) kaders. Het navolgende beschrijft de concrete speerpunten en inspanningen binnen de planperiode van dit GRP om aan de hiervoor geschetste ambities te (blijven) voldoen en op het adequate niveau te blijven of daar te komen. Het volledige overzicht van de kwaliteitsbeschrijvingen en - normen is opgenomen in het Achtergrondendocument.

 

Assetmanagement - stappen zetten naar effectgestuurd rioolbeheer

De gemeente zorgt voor het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater voor zover dit duurzaam en doelmatig is en redelijkerwijs niet van particulieren kan worden verwacht. Voor de voorzieningen voor de verwerking van het hemelwater is hetzelfde van toepassing zoals omschreven in paragraaf 3.2.3.

 

Wateroverlast bij heftige buien - inzicht in de gevoelige locaties

Door het structureel en planmatig reinigen van riolen, kolken en wegen, zorgt de gemeente ervoor dat de afstroming naar de riolen en in de riolen gewaarborgd wordt. Er wordt ingezet op het voorkomen van wateroverlast. Een relatief korte periode van ‘water op straat’ of percelen tijdens hevige regenval wordt gezien als hinder, niet als wateroverlast. Met dit GRP is de definitie voor wateroverlast herzien, zie het schema in §3.3.1. Inzicht in de gevoelige locaties is verkregen door parallel aan de totstandkoming van dit GRP de toetsing van de rioleringssystemen te actualiseren met de herziene definiëring van hinder, ernstige hinder en overlast.

 

Wateroverlast bij extreme neerslag - klimaatbestendig en waterrobuust inrichten

Door een slimmere inrichting en gebruik van de buitenruimte is de kans op wateroverlast en schade te verkleinen. Niet alleen de riolering, maar de openbare ruimte als geheel wordt klimaatbewust ontworpen, met aandacht voor waterberging in het plangebied in het straatprofiel, in het groen en/of op daken. In 2018 voert de gemeente de klimaatstresstest voor de openbare ruimte uit zoals afgesproken in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. In 2020 is het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten de standaard. De komende jaren is dan ook inzet nodig om dit bij de andere assets (wegen, groen) en ander afdelingen (ruimtelijke ordening) te standaardiseren.

De gemeente heeft met name invloed op de wateroverlast in het stedelijk gebied. De calamiteitenberging Ronde Hoep wordt in een groter geheel getrokken door de provincie Noord- Holland in overleg met het Waterschap AGV; hiervoor zijn andere kaders van toepassing dan de gemeentelijke watertaken.

 

Omgaan met hemelwater – vastleggen taakopvatting hemelwater

Door de toename van heftige en extreme buien kan ook de particulier en ontwikkelaar een grote rol spelen in de afdoende opvang en verwerking van hemelwater. De gemeente wil de verantwoordelijkheden en verplichtingen van particulieren en ontwikkelaars duidelijk vastleggen, en de handhaving hierop hoger op de agenda zetten. De wetgever biedt hierin de mogelijkheid. Nadat de gemeente voldoende inzicht heeft verkregen in het functioneren van de stelsels, stelt de gemeente de komende planperiode de Taakopvatting Hemelwater op en legt dit al dan niet vast in een Hemelwaterverordening.

 

Omgaan met hemelwater – bewustwording bij particulieren

Na het verkrijgen van inzicht in de gevoelige locaties voor wateroverlast en het vastleggen van de verantwoordelijkheden en verplichtingen in een taakopvatting hemelwater, zet de gemeente in op bewustwording bij particulieren en ontwikkelaars over hun rol. De wijze waarop wordt binnen de planperiode verder uitgewerkt. Hierbij wordt aangehaakt bij beschikbare kennis en middelen vanuit andere initiatieven en platforms, waaronder het initiatief RainProof, operatie Steenbreek en Stichting RIONED.

 

Uitwerken kaders - opstellen technische ontwerprichtlijnen

Het ontwerp en de aanleg van de nieuwe voorzieningen moet plaatsvinden binnen de (technische) kaders van de gemeente. Voor een juist ontwerp en toetsing van nieuw aan te leggen riolen en ontwateringmiddelen stelt de gemeente in de planperiode van het GRP 2018-2022 ‘Technische ontwerprichtlijnen’ op. De gemeente doet dit niet alleen voor de zorgplicht hemelwater, maar ook voor de zorgplichten stedelijk afvalwater en grondwater. In de Technische ontwerprichtlijnen wordt onder andere ingegaan op de gewenste capaciteit, de wijze van aansluiten en materiaalkeuzen. De richtlijnen worden zo opgesteld dat klimaatbestendige en waterrobuuste systemen worden gerealiseerd.

In aanvulling hierop stelt de gemeente een waterbergingsbalans op. Een uitwisseling van gerealiseerde waterberging tussen projecten wordt hiermee mogelijk, zodat de meest doelmatige maatregelen genomen worden en eventueel afkoop van watercompensatie door een ontwikkelaar ook mogelijk wordt.

 

3.4 Beleidskeuzes grondwater

De beleidskeuzes voor het zorgdragen voor de grondwaterstand sluiten aan bij de wettelijke inspanningsverplichting zoals opgenomen in Artikel 3.6 van de Waterwet:

 

Artikel 3.6 Waterwet:

De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.

3.4.1 Ambitie

Grondwater is een natuurlijk verschijnsel. In het stedelijk gebied komen situaties voor waarbij de aan de grond gegeven bestemming en de aanwezigheid van grondwater elkaar hinderen. Door de ligging in een polder en de bodemdaling is het in de gemeente Ouder-Amstel niet ongebruikelijk dat zich in kruipruimtes structureel grondwater bevindt. Water in de kruipruimte is niet per definitie overlast.

Water mag aanwezig zijn als dit geen gevolgen heeft voor het woongenot of de bouwtechnische staat.

 

Naast hoge grondwaterstanden kunnen ook lage grondwaterstanden leiden tot overlast. Lage grondwaterstanden kunnen bijvoorbeeld leiden tot paalrot van houten paalfunderingen (met name bij oudere woningen), extra (ongelijke) zetting van veen- en kleibodems en verdorring van vegetatie in openbaar of particulier groen. Passende maatregelen komen veelal overeen met de voorkeursstrategie uit het omgaan met neerslagafvoer: vasthouden, bergen en pas als het niet anders kan afvoeren. Voorbeelden van maatregelen die hieraan bijdragen zijn: verminderen van gesloten verhard oppervlak, gebruik van infiltratie voorzieningen en vasthouden van extra grondwater door beperken van drainage.

 

In grote lijnen volgt de gemeente de koers van de afgelopen jaren voor de invulling van haar gemeentelijke watertaken. Met de ervaringen vanuit recente projecten zijn de processen en bewoordingen herschreven. De insteek van de gemeente is onveranderd: de gemeentelijke grondwaterzorgplicht wordt sober en doelmatig ingevuld. De insteek van de gemeente is erop gericht om op doelmatige wijze bestaande hinder weg te nemen en bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen nieuwe hinder te voorkomen met als resultaat een duurzaam functionerend grondwatersysteem én een duurzaam gebruik.

 

De gevolgen van overtollig grondwater of een lage grondwaterstand vallen onder de verantwoor- delijkheid van de grondeigenaar. De gemeente wil waar mogelijk meewerken aan oplossingen (onderzoekend en regisserend) en wil daartoe een duidelijk aanspreekpunt zijn voor burgers en bedrijven betreffende grondwaterproblematiek en vragen over grondwater. In situaties waar grondwateroverlast (of -onderlast) wordt gemeld, treedt de gemeente op als regisseur bij het zoeken naar oplossingen. De gemeente neemt alleen zelf maatregelen tegen grondwateroverlast of -onderlast indien zij dit doelmatig acht. De gemeente neemt alleen maatregelen in de openbare ruimte. De afwegingen en eventuele maatregelen zijn altijd locatieafhankelijk en maatwerk. Om de doelmatigheid van grondwatermaatregelen te beoordelen, stelt de gemeente een advies op vanuit de volgende beleidsregels:

  • A.

    Er is een probleem: structureel nadelige gevolgen door een te hoge of te lage grondwaterstand (nadelige gevolgen zijn afhankelijk van de bouwwijze van de woning én ter beoordeling van de gemeente. Optrekkend vocht in muren hoeft bouwtechnisch geen probleem te zijn, maar kan wel tot een afname van het woongenot leiden als gevolg van vochtig binnenklimaat).

  • B.

    De maatregel heeft nut: vanuit de openbare ruimte wordt een gunstig effect voor de (particuliere) percelen met overlast bereikt zonder nieuwe structurele schade of overlast te veroorzaken.

  • C.

    De maatregel is kosteneffectief: de investerings- en exploitatiekosten van maatregelen door de gemeente staan in verhouding met (eventueel toekomstige) kosten van maatregelen door perceeleigenaren of eventueel te verwachten kosten voor schades.

  • D.

    De maatregel is inpasbaar: de maatregel leidt niet tot onevenredig grote belemmeringen voor het behalen van andere gemeentelijke ambities, waaronder de (voor het gebied of locatie) gewenste uitstraling, verkeersveiligheid of energieverbruik.

    Vanwege de specifieke geohydrologische situatie is er op voorhand geen getalsmatige invulling aan bovenstaande beleidsregels te geven.

 

3.4.2 Sfeerbeelden

De volgende figuur geeft enkele sfeerbeelden weer bij de invulling van de zorgplicht stedelijk afvalwater. De bovenste rij geeft het beeld weer bij aan adequate invulling, de onderste rij geeft de mogelijke consequenties van een versobering aan.

3.4.3 Speerpunten voor de planperiode 2018-2022

Het navolgende beschrijft de concrete speerpunten en inspanningen binnen de planperiode van dit GRP om aan de hierboven geschetste ambities te (blijven) voldoen en op het adequate niveau te blijven of daar te komen. Het volledige overzicht van de kwaliteitsbeschrijvingen en – normen is opgenomen in het Achtergrondendocument.

 

Invullen regierol – onderzoeken effecten op de grondwaterstand bij rioolvervanging

Per vervangings- of onderhoudsproject in de openbare ruimte onderzoekt de gemeente de mogelijke effecten op de grondwaterstand (zoals bijvoorbeeld de stijging als gevolg van het vervangen van oude, lekke riolen). Ervaringen en adviezen vanuit lopende projecten worden meegenomen in de afweging bij nieuwe projecten. Bij meldingen over grondwateroverlast past de gemeente de beleidsregels uit §3.4.1 toe. Passende en doelmatige maatregelen in de openbare ruimte worden verkend en uitgevoerd.

 

Communicatie – informeren op projectbasis

De rol die de gemeente op zich neemt wordt, op projectbasis, actief gecommuniceerd. Bewoners en bedrijven weten bij werken in uitvoering vooraf waar zij aan toe zijn, wat de rol van de gemeente is en waar hun eigen verantwoordelijkheid, ook in het nemen van maatregelen, begint.

 

Omgaan met grondwater – klimaatbestendig en waterrobuust inrichten

Door klimaatverandering neemt naar verwachting de frequentie en intensiteit van zowel droge en natte perioden toe. De kennis over de mate waarin dit gebeurt en de effecten hiervan op de leefomgeving wordt de komende planperiode verder vergroot. Hierbij maakt de gemeente gebruik van kennis die in de regio en door landelijke partners zoals STOWA, Stichting RIONED en Deltares wordt ontwikkeld.

 

Verkrijgen van inzicht – voortzetten monitoring grondwaterstanden

Er zijn weinig meldingen over grondwateroverlast bij de gemeente bekend. De gemeente Ouder- Amstel beschikt sinds 2016 over een grondwatermeetnet, waardoor er actuele grondwaterstanden beschikbaar zijn. De komende jaren worden deze gegevens vertaald naar inzichten voor wat betreft de grondwaterstanden. In 2022 heeft de gemeente de aandachtsgebieden in beeld.

 

Verkrijgen van inzicht – inventariseren en inspecteren

De komende jaren wordt ingezet op het orde brengen van de gegevens, zoals het vullen van het beheersysteem met alle drainagevoorzieningen. Het gaat om voorzieningen die bekend zijn of waarvan een concreet vermoeden bestaat van de aanwezigheid bestaat. Waar mogelijk en doelmatig zijn de voorzieningen geïnspecteerd. Over 5 jaar is er inzicht in de toestand en het functioneren en de daaruit voortvloeiende maatregelen.

4 Een blik op de huidige situatie

 

Dit hoofdstuk beschrijft de huidige stand van zaken (peildatum eind 2017). De eerste paragraaf gaat in op het areaal; wat beheert de gemeente Ouder-Amstel (omvang, toestand en functioneren). De tweede paragraaf betreft de evaluatie van het GRP 2011-2015. Dit hoofdstuk is afgesloten met een overzicht van de resultaten vanuit de toetsing van de huidige situatie aan de kwaliteitskaders (de nulmeting). Uitgebreide beschrijvingen en overzichten zijn opgenomen in het Achtergrondendocument.

4.1 Het areaal

In beheerpakketten houdt de gemeente alle gegevens omtrent de riolering bij. Het gehele rioolstelsel met alle objecten en voorzieningen in de gemeente Ouder-Amstel is een enorm kapitaalgoed. De totale vervangingswaarde is ruim €46 mln. In de volgende figuur is een overzicht gegeven van het vrijverval areaal, verdeeld naar stelseltype. De linkerzijde toont de verdeling naar de lengte in meters, de rechterzijde naar vervangingswaarde in €.

 

Figuur 4-1: Lengte en vervangingswaarde riolering per stelseltype [in m. en in €]

 

Op basis van die gegevens is tevens figuur 4-2 gegeneerd om een beeld te geven van het jaar van aanleg van de areaal vrijvervalriolen en druk-/persriolen binnen de gemeente.

 

Figuur 4-2: Lengte riolering per stelseltype [m]

 

Bekend is dat de data in het rioolbeheersysteem niet geheel up-to-date zijn. Voor circa 5% ontbreekt bijvoorbeeld het aanlegjaar in de brondata. Wel is te zien dat vanaf de jaren ’90 begonnen is met het aanleggen van gescheiden rioolstelsels en het afkoppelen van verhard oppervlak door het aanleggen van hemelwaterriolen. Aanleg van nieuw gemengd riool komt niet voor. Circa 60% van de riolen zijn onderheid. De overige 40% is ‘zwevend’ riool. Dit is een aandachtspunt voor enerzijds de te hanteren eenheidsprijzen voor rioolvervanging en anderzijds de verwachte technische levensduur. In het Achtergrondendocument is dit nader uitgewerkt.

 

Voor wat betreft de kwalitatieve toestand van de riolen is de constatering dat het overall-beeld ontbreekt. Circa 24% van de riolen is geïnspecteerd en de schades zijn aangepakt, maar de informatie is niet voorhanden in de beheersystemen. Voor een onderbouwde doorkijk naar de maatregelen voor de komende jaren ontbreekt het inzicht. Hetzelfde is van toepassing op het inzicht in het functioneren van de rioolsystemen als geheel (afvoercapaciteit, vuiluitworp). De laatste toetsing dateert van 2004.

 

4.2 Evaluatie

Het GRP 2011-2015 is door de gemeente als leidraad gebruikt bij het uitvoeren van de beheeractiviteiten binnen de planperiode. In het GRP staan de voorgenomen maatregelen en activiteiten die nodig zijn voor de uitvoering van die zorgplichten. De maatregelen en activiteiten zijn vertaald naar financiële en personele middelen. Omdat de planperiode van het huidige GRP reeds verstreken is en de gemeente Ouder-Amstel uiterlijk eind 2018 een nieuw GRP 2018-2022 wil hebben, is in 2017 gestart met het opstellen van een nieuw GRP. De evaluatie heeft betrekking op de periode 1-1-2011 tot 1-9-2017.

 

De evaluatie heeft tot doel om inzicht te geven in de voortgang van de ambities (prestaties) en om eventuele afwijkingen te verklaren en toe te lichten. In hoofdstuk 4 van het Achtergronden-document is de Evaluatie uitgebreid beschreven. Het navolgende geeft de hoofdlijnen hieruit weer.

 

Inleiding

Het GRP 2011-2015 is destijds in een samenspraak met een adviesbureau tot stand gekomen. Het wordt gekenmerkt als een pragmatisch opgezet plan met een duidelijk beeld van de voorgenomen activiteiten voor de betreffende planperiode.

Het accent van het vGRP Ouder-Amstel lag op het op orde brengen (en houden) van de basisgegevens in het beheersysteem, zodat vervolgens een aantal onderzoeken kon worden uitgevoerd voor het verkrijgen van meer inzicht in het functioneren van de verschillende rioleringssystemen. De belangrijkste constatering is dat de personele omvang de afgelopen jaren niet is bijgesteld. Dit houdt mede verband met een ingevoerde personeelsstop in het kader van de oprichting van Duo+. De uitvoering van een groot aantal voornemens (met name de onderzoeksvraagstukken) is achterwege gebleven.

 

Positieve aspecten

  • Het GRP 2011-2015 is in goed overleg met Waternet tot stand gekomen. Waternet herkent zich in de koers van de gemeente Ouder-Amstel voor de gemeentelijke watertaken.

  • Het voornemen om de gegevens op orde te brengen, het beheersysteem te vullen en de betrouwbaarheid na te lopen in het veld is ten dele uitgevoerd. Het beheersysteem is aangevuld met drukriool en de XYZ-waarden van de inspectieputten en leidinghoogtes zijn (deels) naverkend.

  • Het noodzakelijke onderhoud (reiniging, kleine reparaties) en rioolvervangingen zijn uitgevoerd.

Aandachtspunten

  • Doordat het beheersysteem ten dele is aangevuld heeft er nog geen opvolging kunnen plaatsvinden richting de actualisatie van de toetsing, het meten van het werkelijk gedrag en de optimalisatiestudie afvalwaterketen.

  • Inspectie-, reinigings- en beheerplannen zijn niet opgesteld. Het dagelijks beheer en onderhoud door de gemeente Ouder-Amstel vindt reactief en op cyclische basis plaats. De expertise is aanwezig in de hoofden van de medewerkers, maar staat beperkt op papier of in het beheersysteem.

  • Reparaties en renovaties van gemalen, pompunits, riolen en huisaansluitingen vindt ad hoc plaats, reactief op storingen en meldingen. Dit maakt de budgettering lastig.

  • De afgelopen planperiode is er nagenoeg geen riolering vervangen. Het inzicht in de kwaliteit van de riolen is te beperkt om goed onderbouwde meerjareninvesteringsplannen voor de komende periode te maken.

  • De kleine omvang van de organisatie in de planperiode (0,5 fte binnendienst en 1,0 fte buitendienst, feitelijk twee personen) en het feit dat er weinig tot geen informatie in planvormen of beheersystemen is vastgelegd, maakt de organisatie erg kwetsbaar.

  • Opvallend in de jaarrekeningen en de begrotingen is de grote jaarlijkse dotatie aan de voorziening. De oorzaak hiervan is vierledig:

    • 1.

      Het verloop van de rioolheffing heeft de koers uit het GRP 2011-2015 gevolgd en is niet jaarlijks bijgesteld op basis van de jaarrekeningen, omdat ervan is uitgegaan dat de uitgestelde investeringen op korte termijn wel uitgevoerd zouden worden.

    • 2.

      De onderzoeks- en investeringsinspanning is lager dan voorzien.

    • 3.

      Bovendien is, als gevolg van wijzigingen in de notitie BBV en de financiering uit eigen middelden, vanaf 2017 de rekenrente op investeringen 0% gezet in plaats van de 5%, zoals de aanname van destijds in het GRP 2011-2015.

    • 4.

      De personele inzet was lager dan voorzien. De beoogde uitbreiding is achterwege gebleven, met lagere personeelslasten over de gehele planperiode.

 

4.3 Resumé van de toetsing

Om de huidige situatie in de gemeente Ouder-Amstel te kunnen beoordelen heeft een toetsing aan de kwaliteitskaders plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn samengevat in de onderstaande tabel. Een uitgebreide weergave is te vinden in hoofdstuk 6 van het Achtergrondendocument.

Het beeld dat uit deze toetsing ontstaat is dat een aantal gebieden het inzicht onvoldoende is om een goed oordeel voor de betreffende kwaliteitsnorm te kunnen vormen. De beheerdata is niet volledig op orde. De reden hiervoor is helder en is reeds geconstateerd in de evaluatie. Doordat het beheersysteem ten dele is aangevuld heeft er nog geen opvolging kunnen plaatsvinden richting de actualisatie van de toetsing, het meten van het werkelijk gedrag en de optimalisatiestudie afvalwaterketen.

 

Hieraan wordt de komende planperiode de nodige aandacht gegeven, zodat invulling kan worden gegeven aan het adequate niveau voor de gemeentelijke watertaken.

5 Financiën en organisatie

 

Voor de invulling van de zorgplichten beheert en onderhoudt de gemeente Ouder- Amstel circa 43 kilometer rioolbuis en 36 kilometer aan druk- en persriolen in de grond. De totale vervangingswaarde is ingeschat op circa € 46 mln. Om deze voorzieningen op het gewenste niveau te houden moeten kosten gemaakt worden. Dit zijn niet alleen kosten voor het vervangen en verbeteren van voorzieningen, maar ook

(personeels-)kosten voor zaken als de reiniging en inspectie, het schoonmaken van de kolken, het uitvoeren van onderzoeken en opstellen van plannen e.d. en de dotatie aan de financiële voorziening riolering.

In de visie is benoemd dat de gemeenten een stabiele, gezonde financiële situatie heeft en wil behouden. Eén van de belangrijkste voorwaarden hierbij is het hebben van voldoende financiële middelen en personele capaciteit (kwantitatief en kwalitatief) om de totale gemeentelijk watertaken op een adequaat niveau in te kunnen vullen. Dit hoofdstuk beschrijft de consequenties van de beleidskeuzes (zoals geschetst in hoofdstuk 3 voor de lastenontwikkeling) voor de hoogte van de rioolheffing en de omvang van de personele organisatie.

 

5.1 Ontwikkeling lasten

 

In het Achtergronddocument is de ambitie in detail vertaald naar een strategie met onderzoeken, activiteiten en investeringen met de bijbehorende budgetten. Onderstaande tabel geeft een samenvatting per onderdeel, als jaarschijf voor de komende planperiode.

 

Voor de periode 2018 tot en met 2022 betekent dit een totale investering van € 7,3 miljoen, gemiddeld € 1,5 mln. per jaar. Het beeld voor de langere termijn is opgenomen in H7 van het Achtergrondendocument. De komende investeringen zijn gebaseerd op huidige inzichten, vooralsnog gebaseerd op het aanlegjaar en de verwachte technische levensduur. Het daadwerkelijk inzicht in de investeringen wordt de komende jaren verkregen en vergroot door het uitvoeren van rioolinspecties en onderzoeken naar het functioneren. Indien blijkt dat het sterk afwijkt, is het zinvol de koers van dit GRP te herijken.

 

Varianten lastenontwikkeling lange termijn

Met het beeld van de riolering van nu en de voorgestelde investeringen, is een doorkijk gemaakt voor de komende jaren. De volgende grafiek geeft een totaalbeeld van de componenten waaruit de lasten zijn gevormd, voor de lange termijn (2018-2078). Dit betreft op hoofdlijn de personeelslasten, exploitatielasten, de factor compensabele b.t.w. en de kapitaallasten van investeringen. Onderscheid is gemaakt in de kapitaallasten van investeringen uit het verleden (tot en met 2017) en de nieuwe kapitaallasten van investeringen daarna.

 

Voor de bekostiging hiervan zijn de volgende varianten zijn beschouwd:

  • 1.

    Voortzetten huidige wijze van financiering:

    • -

      de lasten zijn weergegeven door de vlakken in de grafiek;

    • -

      investeringen worden over een lange termijn afgeschreven; alleen de afschrijvingslasten komen ten laste van de exploitatie;

    • -

      activering van de investeringen vindt plaats over de technische levensduur;

  • 2.

    Directe afschrijving:

    • -

      nieuwe investeringen worden in het jaar na aanleg direct en volledig ten laste van de voorziening riool gebracht;

    • -

      investeringen vanuit het verleden worden niet versneld afgeschreven;

    • -

      afschrijvingslasten over een lange termijn zijn niet aan de orde;

    • -

      de totale lasten zijn in de grafiek weergegeven door de rode stippellijn.

  • 3.

    Risicoparagraaf:

    • -

      als variant 1, waarbij de consequenties van een mogelijke rentetoerekening van 4% in beeld zijn gebracht.

    • -

      de totale lasten zijn in de grafiek weergegeven door de zwarte stippellijn.

 

5.2 Consequenties voor de rioolheffing en -voorziening

De rioolheffing wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld in de ‘Verordening rioolheffing’. De rioolheffing kent een eigenarendeel en een gebruikersdeel. Het gebruikersdeel is alleen van toepassing op grootverbruikers.

 

In de evaluatie van het GRP 2011-2015 komt naar voren dat de voorgestelde koers voor de ontwikkeling vanuit het GRP 2011-2015 is gevolgd (incl. inflatie). De hoogte van de rioolheffing is niet jaarlijks bijgesteld op basis van de jaarrekeningen, omdat ervan uit is gegaan dat de uitgestelde investeringen op korte termijn wel uitgevoerd zouden worden. Doordat de onderzoeks- en investerings-inspanning lager is geweest, de personele inzet lager was en de rekenrente nu op 0% is gesteld, is de voorziening egalisatie riolering gegroeid.

 

Verkenningen

Belangrijk is dat voor de voorziening egalisatie riolering eind 2017 een fors bedrag begroot is van € 5,4 mln. die ingezet kan worden; hierin zijn keuzes te maken. In het Achtergrondendocument is de bekostiging van de varianten uit de voorgaande paragraaf verkend, waarbij de effecten op de rioolheffing en op de stand van de voorziening egalisatie riolering zijn beschouwd. Hierbij is in beeld gebracht wat het betekent als de rioolheffing op het huidige niveau blijft, en wat er mogelijk is bij benutting van de voorziening.

Variant 1: Handhaven huidige wijze van financiering

Variant 2: Directe afschrijving van investeringen

Variant 3: Risicovariant: als 1, maar met 4% rente i.p.v. 0%

 

Een invloedsfactor is de grote uitbreidingen die op stapel staan (De Nieuwe Kern, Entrada, AmstelBusinessPark). Zodra de woningen gereed en verkocht zijn, worden deze aangeslagen voor de rioolheffing. Gezien de omvang van de uitbreidingen nemen de opbrengsten dan aanzienlijk toe, terwijl de beheerkosten pas later volgen. In welk tempo is echter nog onduidelijk.

 

Op 6 maart 2018 is de ‘Overeenkomst inzake het beheer en onderhoud van het rioolstelsel van Amsterdam, te Ouder-Amstel’ ondertekend. Samenvattend is hierin afgesproken dat de gemeente Amsterdam het onderzoek, beheer, onderhoud en vervanging voor eigen rekening uitvoert en dat financiële compensatie plaatsvindt door het invoeren van rioolheffing voor het gebied door de gemeente Ouder-Amstel per 1 januari 2019. De opbrengsten vanuit de rioolheffing vanuit het gebied worden, na aftrek van heffings- en inningskosten, doorgezet naar de gemeente Amsterdam. Het komende jaar wordt onderzocht over welk bedrag het gaat, op basis van de huidige heffingsgrondslag en de in dit GRP 2018-2022 voorgestelde hoogte van de rioolheffing.

 

Advies ontwikkeling rioolheffing 2018-2022

Vanuit een goed strategisch financieel beleid en de verkenningen van de voornoemde varianten is het advies de volgende koers in te zetten:

  • Het handhaven van de rioolheffing (eigenarendeel) voor de komende jaren op het huidige niveau van €277,80, met verrekening van de inflatie. De Voorziening egalisatie riolering is voldoende groot om het tarief de komende jaren gelijk te houden aan het huidige niveau. Hierbij wordt uitgegaan van het tevens handhaven van het tarief van het gebruikersdeel op €128,20, met verrekening van de inflatie.

Hier horen de volgende overwegingen bij:

  • De voorziening blijft ingezet worden ter egalisatie van baten en lasten, zoals dat ook nu gebeurt (variant 1). Het overgaan op direct afboeken van de investeringen (variant 2) ten laste van de voorziening geeft een risico van onvoldoende saldo op korte termijn, omdat de investeringen de komende jaren een stijgende lijn laten zien. Het wel direct afboeken vanaf dit moment zou een jaarlijkse stijging van het tarief met +7% tot gevolg hebben.

  • Aan het einde van de planperiode van onderhavig GRP (2018-2022) is er beter zicht op de (werkelijke) ontwikkeling van de woningbouw in De Nieuwe Kern, AmstelBusinessPark en Entrada. De inkomsten als gevolg van de uitbreiding van het woningareaal zijn dan naar verwachting fors hoger, terwijl daar op korte termijn geen investeringen of grote toename van het exploitatiebudget tegenover staan.

Kostendekking lange termijn

Variant 3 laat de toename als gevolg van een rentecomponent zien. Deze rentelast is voor de gemeente Ouder-Amstel een reëel risico; momenteel financiert de gemeente de investeringen nog vanuit de eigen middelen, maar een rentelast komt aan de orde op het moment dat Ouder-Amstel leningen moet aantrekken ter financiering van investeringen (ook buiten de gemeentelijke watertaken), zoals bijvoorbeeld voor de bouw van scholen in de uitbreidingen.

 

Aan het einde van de planperiode van onderhavig GRP (2018-2022) is de verwachting dat de overstap kan worden gemaakt naar het direct bekostigen van de investeringen vanuit de voorziening. Dit heeft als groot voordeel dat daarmee rentelasten voor de lange termijn voorkomen worden en de rioolheffing op middellange termijn structureel lager uitvalt.

 

5.3 Personele consequenties

De rol van de gemeentelijke overheidsorganisatie zal de komende tijd veranderen. Om de gestelde doelen te bereiken en invulling te geven aan de ambities wordt ook wat van de inwoners verwacht. Ingezet wordt op burgerparticipatie, samenwerking en ‘verbinden’, zowel de interne afdelingen, met andere instanties (buurgemeenten, het waterschap, LTO) én met burgers. Voorbeelden zijn er al, zoals samenwerking in BOWA-verband.

Om de strategie voor de komende planperiode ten uitvoer te brengen is de belangrijkste voorwaarde dat de personele organisatie Duo+ staat, zowel kwantitatief als kwalitatief. De taken en verantwoordelijkheden van eenieder moeten helder zijn. Dit krijgt de komende jaren steeds meer en meer zijn beslag. Uitgangspunt is dat eenieder zijn eigen verantwoordelijkheid kent en neemt; communicatie speelt hierin een prominente rol.

 

De volgende tabel geeft het beeld van de benodigde personele middelen, op basis van aannames voor de personele inzet per activiteit. De uitgebreide toelichting en de uitgangspunten hierbij zijn opgenomen in het Achtergronddocument. De insteek hierbij is dat de gemeente veel werkzaamheden door externe partijen laat uitvoeren. Daarnaast wordt verwacht dat het werken in de bedrijfsvoeringsorganisatie Duo+ en de samenwerking via het platform BOWA leidt tot een vermindering van de personele kwetsbaarheid en een verdere versterking van de kwaliteit.

 

Tabel 7-2: calculatie benodigde personele inzet.

Onderdeel

Koers GRP 2018-2022

Budget

Fte

Inrichting en beheer (binnen) – planvorming, onderzoek

82.000

0,6

Dagelijks Beheer(buiten)

148.000

1,5

Uren tractie

31.000

0,2

Uren Amstelland

16. 000

0,1

Totalen

278.000

2,5

Inrichting en beheer(binnen) – vervanging en verbetering

In projecten

0,8

Totalen

278.000

3,3

  • 1)

    uitgaande van: uurtarief €85 (binnen) €65 (buiten) en 1.500 productieve uren per jaar inclusief overhead.

  • 2)

    conform de kentallen en het hulpmodel uit de Leidraad Riolering, module D2000

  • 3)

    dit is plus 0,25 fte voor de intensivering van de onderzoeksinspanning.

  • 4)

    uren tractie en Amstelland zijn doorgezet conform jaarrekening 2016

De totale benodigde omvang van de gemeentelijke organisatie voor de rioleringszorg neemt hierdoor toe met 0,5 fte ten opzichte van de jaarrekening 2016. De wijze van invulling van deze toename wordt nog nader bepaald, in relatie met de dienstverleningsovereenkomsten vanuit Duo+. Het jaarlijkse budget voor het gemeentelijke personeel, inclusief overhead, exclusief de voorbereiding van projecten, is voor de komende jaren begroot op €278.000,-.

 

Grote uitbreidingen

De lasten voor de benodigde personele inzet voor de nieuwe, eerste aanleg van riolering (zoals bij uitbreidingswijken) komen niet ten laste van de rioolheffing. De kosten worden verhaald op de ontwikkeling zelf. Naar verwachting gaat dit met name bij de ontwikkelingen van De Nieuwe Kern, Entrada en Amstel Business Park een rol spelen. De gemeente heeft hierbij een meer toetsende rol. Uitgangspunt is maximale uitbesteding, waarbij de gemeente de regierol heeft.

 

Een andere personele consequentie is dat de rol van de gemeentelijke overheidsorganisatie de komende tijd zal veranderen. Om de gestelde doelen te bereiken en invulling te geven aan de ambities wordt ook wat van de inwoners verwacht. Ingezet wordt op burgerparticipatie, samenwerking en ‘verbinden’, zowel de interne afdelingen, met andere instanties (buurgemeenten, het waterschap, LTO) én met burgers. Voorbeelden zijn er al, zoals samenwerking in BOWA-verband.

6 Advies en besluitvorming

6.1 Ambtelijk advies

Het voorliggende gemeentelijke rioleringsplan (GRP) 2018-2022 geeft inzicht in de omvang, het functioneren en de kwaliteitstoestand van de voorzieningen waarmee de gemeente Ouder-Amstel invulling geeft aan de wettelijke zorgplichten voor het stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Het GRP beschrijft de maatschappelijke doelen, de visie en beleidskaders, en van hieruit de speerpunten, activiteiten en financieringsstrategie voor de komende jaren.

Ambitie en speerpunten

Het GRP schetst het proces van de totstandkoming en geeft de taken en verplichtingen weer. Belangrijke ontwikkelingen zijn de Bedrijfsvoeringsorganisatie Duo+, de Omgevingswet en het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Van hieruit is, in samenspraak met de raadsleden, een visie op de invulling van de gemeentelijke watertaken opgesteld en zijn de ambities, speerpunten en kwaliteitskaders per zorgplicht verwoord. Samengevat steekt de gemeente Ouder-Amstel de gemeentelijke watertaken als volgt in:

 

“Niveau adequaat: het voortzetten van de huidige rioleringszorg, we doen wat we moeten. Dit houdt in dat in 2022 de voorzieningen functioneren op het basisniveau (voldoende onderhouden, hier en daar wel wat op aan te merken, af en toe hinder is mogelijk).”

 

De komende jaren ligt de focus op:

  • Inzameling van afvalwater – benutten kansen nieuwe sanitatie

  • Verkrijgen van inzicht – inventariseren inspecteren, monitoren en toetsen

  • Assetmanagement – stappen zetten naar effectgestuurd rioolbeheer

  • Optimalisatie in de afvalwaterketen – benutten kansen verbetering waterkwaliteit

  • Wateroverlast bij heftige buien – inzicht in de gevoelige locaties

  • Wateroverlast bij extreme neerslag – klimaatbestendig en waterrobuust inrichten

  • Omgaan met hemelwater (particulieren)- vastleggen Taakopvatting hemelwater

  • Uitwerking kaders – opstellen technische ontwerprichtlijnen

  • Invulling regierol – onderzoeken effecten op de grondwaterstand bij rioolvervanging

  • Communicatie – informeren betrokken op projectbasis

  • Verkrijgen van inzicht – voortzetten monitoring grondwaterstanden

 

Om de strategie voor de komende planperiode ten uitvoer te brengen is de belangrijkste voorwaarde dat de personele organisatie Duo+ staat, zowel kwantitatief als kwalitatief. De taken en verantwoordelijkheden van eenieder moeten helder zijn. Dit krijgt de komende jaren steeds meer en meer zijn beslag.

 

Ontwikkeling lasten en koers rioolheffing

Om de rioleringsvoorzieningen op het gewenste niveau te houden moeten kosten gemaakt worden. De benodigde activiteiten en bijhorende budgetten voor de planperiode 2018-2022 zijn met dit GRP benoemd.

 

De rioolheffing wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld. Voor 2018 is de hoogte van de heffing reeds vastgesteld op € 277,80.

Met het beeld van de riolering van nu en de voorgestelde activiteiten en investeringen is een doorkijk en risicoafweging voor de ontwikkeling van de rioolheffing gemaakt voor de komende jaren. Gezien de verwachte stand van de Voorziening egalisatie riolering” (begroot op €5,4 mln. eind 2017) is het ambtelijk voorstel het huidige tarief de komende planperiode te handhaven op €277,80, met jaarlijkse verrekening van de inflatie.

 

Aan het einde van de planperiode van onderhavig GRP (2018-2022) is de verwachting dat de overstap kan worden gemaakt naar het direct bekostigen van de investeringen vanuit de voorziening. Dit heeft als groot voordeel dat daarmee rentelasten voor de lange termijn voorkomen worden en de rioolheffing op middellange termijn structureel lager uitvalt.

 

Advies

De ambtelijke voorbereiding en uitwerking is verzorgd door een projectgroep, bestaande uit medewerkers van de gemeente Ouder-Amstel, Duo+ en Waternet. Op 7 december 2017 zijn, in de Commissie Ruimte, de raadsleden gevraagd mee te denken in de ambities voor de planperiode 2018 tot en met 2022. De meegegeven punten zijn verwerkt in de visie, ambities en speerpunten. Het ambtelijk advies is:

  • De Raad het Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2022 vast te laten stellen;

  • De Raad jaarlijks te informeren over de voortgang van beheeractiviteiten en projecten middels een voortgangsverslag;

  • Voor de financiering van invulling van de zorgplichten uit te gaan van het handhaven van de rioolheffing op het huidige niveau van €277,80 voor de periode 2018-2022;

  • In 2022 de huidige financieringsstrategie met activering van investeringen voor de gemeentelijke watertaken te heroverwegen;

  • Burger en bedrijven van de gemeente te informeren over de vaststelling van GRP 2018-2022.

 

6.2 Bestuurlijke besluiten

De raad van de gemeente Ouder-Amstel heeft op 14 juni 2018 besloten:

  • 1.

    Het Gemeentelijk Rioleringsplan Ouder-Amstel 2018–2022 (GRP) vast te stellen.

  • 2.

    De komende planperiode het vaste bedrag voor het eigenarendeel van de rioolheffing te handhaven op het huidige niveau van €277,80 en het variabele bedrag voor het verbruikersdeel te handhaven op het huidige niveau van €128,20, met een jaarlijkse verrekening van de inflatie.

 

6.3 Bekendmaking

Conform de Wet milieubeheer (art. 4.23) is het GRP opgesteld in samenspraak met Waternet, als uitvoeringsorganisatie van de het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Ook de provincie Noord- Holland is in het proces uitgenodigd. Het waterschap heeft op ambtelijk niveau aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de inhoud van dit GRP en de goede samenwerking de komende periode graag voort te willen zetten. Wel heeft AGV/Waternet per brief van 7 mei 2018 aangegeven graag nog een aanscherping te zien voor het verder beperken van ongezuiverde lozingen (riooloverstorten) en meer toezicht en handhaving.

 

Waterschap Amstel, Gooi en Vecht is schriftelijk op de hoogte gesteld van de vaststelling van het ontwerp-GRP op 30 augustus 2018. De vaststelling van het ontwerp-GRP is tevens gepubliceerd op 5 september 2018 in de lokale krant ‘Weekblad voor Ouder-Amstel’ en op de gemeentelijke website www.ouder-amstel.nl.