| Organisatie | Neerijnen |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Verordening op de Monumenten-commissie |
| Citeertitel | Verordening op de Monumenten-commissie |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
| Eigen onderwerp | Volkshuisvesting en woningbouw |
Deze regeling is vervangen door de Bouwverordening Neerijnen t/m 14e wijziging.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 10-04-2015 | 10-04-2015 | intrekking | 19-03-2015 | 14-18388 | |
| 15-04-2010 | 10-04-2015 | nieuwe regeling | 01-04-2010 | 06/11407 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. Beschermde monumenten: historisch waardevolle objecten die op grond van de gemeentelijke monumenten verordening, een provinciale verordening of de monumentenwet beschermd zijn,
2. Het college: burgemeester en wethouders van de gemeente Neerijnen,
3. De Commissie: de monumentencommissie,
4. Commissie Ruimte: de raadscommissie ten behoeve van Openbare Werken, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu e.d.,
5. Cultuurhistorie: veranderingen in het landschap mede door menselijke invloeden,
6. Gemeentelijke monumentenverordening: een gemeentelijke verordening die het beheer van historisch waardevolle objecten regelt,
7. Monumenten: alle zaken die van belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis v oor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, alsmede terreinen die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige monumenten,
8. Monumentenzorg: beheer en behoud van bovengrondse en ondergrondse (beschermde) monumenten alsmede historische structuren in de meest brede zin,
9. Raadsleden: leden van de raad van de gemeente Neerijnen,
10. Spreekrecht: de mogelijkheid voor het toelichten door belanghebbende als bedoeld in artikel 10 lid 1.
1. De commissie heeft tot taak het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over de monumentenzorg,
2. Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich leiden door overwegingen van bouwkunst, kunsthistorie, cultuurhistorie en plaatselijke historie.
De monumentencommissie is als volgt samengesteld:
1. n lid uit het college van burgemeester en wethouders als voorzitter van de commissie,
2. n lid uit het ambtelijk apparaat als secretaris van de commissie,
3. n lid uit het midden van de raad,
4. Twee leden met deskundigheid op het gebied van bouwkunde, kunsthistorie en/of archeologie,
5. n lid met deskundigheid op het gebied van de cultuurhistorie,
6. Twee leden met deskundigheid op het gebied van de plaatselijke historie en/of archeologie,
7. De onder lid 1, 2 3 genoemde leden hebben geen stemrecht,
8. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.
1. De in artikel 3 genoemde leden van de commissie worden door het college benoemd, nadat zij advies gevraagd hebben aan de commissie Ruimte en de commissie;
2. De zittingsduur van de leden van de commissie is gelijk aan die van de gemeenteraad,
3. Leden kunnen bij het aantreden van een nieuw verkozen gemeenteraad herbenoemd worden,
4. Herbenoeming vindt stilzwijgend plaats tenzij het college, binnen zes weken na de benoeming van de nieuw verkozen gemeenteraad, schriftelijk kenbaar heeft gemaakt dat er niet tot herbenoeming overgegaan zal worden,
5. De zittingsduur van de leden van de commissie als bedoeld in artikel 3 lid 1, 2 3 eindigt eveneens op het moment dat de functie bij de gemeente Neerijnen beindigd wordt,
6. Een lid van de commissie kan ontslag nemen. Hij/zij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het college.
1. De voorzitter roept de vergadering bijeen,
2. De leden stellen, voorafgaand aan het vergaderjaar, een vergaderschema vast,
3. Het vergaderschema wordt openbaar bekend gemaakt,
4. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van de agenda en maakt deze tijdig bekend aan de leden,
5. De stukken waarop de agenda gebaseerd is liggen vanaf het moment van verzending van de agenda op het secretariaat ter inzage,
6. De secretaris maakt een kort en zakelijk verslag van de vergadering,
7. Het advies wordt bij meerderheid vastgesteld. Minderheidsstandpunten worden indien dit verzocht wordt, in het verslag vermeld,
8. De leden onthouden zich van het beraad en advies indien de zaak hun, hun echtgenoten/partner of hun bloed- en of aanverwanten, tot en met de derde graad, persoonlijk aangaan,
9. Voor het nemen van besluiten dienen er ten minste drie stemgerechtigde leden aanwezig te zijn.
1. Aanvragen voor werkzaamheden waarvoor beleid of een verordening, door het college of de raad, is vastgesteld worden met mandaat van de commissie afgehandeld door de secretaris van de commissie,
2. Indien de commissie dit wenst worden aanvragen die onder de werking van lid 1 vallen voor advies voorgelegd aan de commissie,
3. De commissie kan het uitbrengen van een advies overdragen aan n van de leden,
4. De commissie ontvangt een verslag van de afhandeling van de onder lid 1 en 3 bedoelde aanvragen.
1. De vergadering van de commissie worden in het openbaar gehouden,
2. De vergadering is niet openbaar wanneer dit door twee leden wordt gevorderd of de voorzitter dit nodig oordeelt,
3. De leden beslissen of het beraad in openbaarheid plaatsvindt,
1. De voorzitter kan belanghebbenden in de gelegenheid stellen te spreken over een onderwerp dat tijdens de vergadering behandeld wordt,
2. De voorzitter bepaalt plaats, tijdstip en duur van het spreekrecht,
3. Het spreekrecht wordt minimaal vierentwintig uur voor aanvang van de vergadering aangevraagd,
4. De voorzitter maakt de verzoeken tot het spreekrecht na opening van de vergadering aan de leden bekend,
5. Belanghebbenden onderbreken of beindigen hun toelichting direct nadat de voorzitter daarom verzocht heeft,
6. Indien de spreker dit wenst wordt hij/zij niet in zijn of haar betoog gestoord anders dan in lid 5 wordt bedoeld,
7. Een spreker wordt door de voorzitter tot de orde geroepen wanneer hij/zij zich beledigende of onbehoorlijke uitdrukkingen veroorlooft, aanspoort tot of instemming betuigt met onwettige hanelingen of op welke wijze dan ook de orde verstoort.
1. De leden ontvangen voor iedereen vergadering waaraan zij deelnemen een vergoeding.
2. Met de in lid 1 benoemde vergoeding wordt geacht alle kosten te zijn vergoed die de leden maken.
3. De in lid 1 genoemde vergoeding wordt geregeld in een aparte verordening.
1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, nadat de Monumentencommissie gehoord is.
2. Het college kan de volmacht uitbreiden en begrippen aanpassen indien dit wenselijk is voor de samenwerking met een buurgemeente.
3. Deze verordening, welke kan worden aangehaald als de Verordening op de Monumentencommissie treedt in werking op 1 januari 2003.
4. De Verordening op de Monumentencommissie zoals deze op 3 april 1986 is vastgesteld en op 24 maart 1988 is gewijzigd vervalt op 31 december 2002.