Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Landelijke toegankelijkheid beschermd wonen 2022 |
Citeertitel | Beleidsregel Landelijke toegankelijkheid beschermd wonen 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Landelijke toegankelijkheid beschermd wonen 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 21-12-2021 | 162847-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond,
gezien het voorstel van 21 december 2021;
overwegende dat door de 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang en beschermd wonen in samenwerking met de VNG een handreiking landelijke toegankelijkheid en regiobinding beschermd wonen is ontwikkeld. Deze handreiking bevat duidelijke spelregels ten aanzien van de regiobinding en de wijze van overdracht tussen regio's. De gemeenten hebben middels een convenant uitgesproken deze beleidsregels te gaan gebruiken.
Deze beleidsregel betrekking heeft op beschermd wonen zoals gedefinieerd in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Het betreft hier aanvragen voor wonen in een accommodatie van een instelling met bijbehorend toezicht en begeleiding. Aanvragen van mensen die niet wonen in de regio waar de aanvraag voor beschermd wonen wordt gedaan, vallen dus onder deze beleidsregels. Omgekeerd gelden de regels niet voor wie buiten ‘een accommodatie van een instelling’ gaat wonen. Bepalend voor waar de scheiding ligt is de vraag wie de huur betaalt: de instelling of de cliënt zelf.
Deze beleidsregels een nadere uitwerking zijn van het Besluit beschermd wonen en opvang 2022 voor zover het landelijke toegankelijkheid van beschermd wonen betreft.
Besluit vast te stellen het Beleidsregels landelijke toegankelijkheid beschermd wonen.
gelet op het bepaalde in de Wmo 2015 en de Verordening Maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Roermond 2020;
Hoofdstuk 1 Beleidsregels landelijke toegankelijkheid beschermd wonen
In het besluit van de (centrum)gemeente worden in ieder geval de zorginhoudelijke argumenten genoemd. Dit is van belang voor een mogelijke bezwaarprocedure van de aanvrager en voor het voorleggen van een geschil tussen (centrum)gemeenten, aan de geschillencommissie. Onderzoek en besluit worden binnen 6 weken afgerond.
Als de wens(centrum)gemeente positief besluit, maar de aanvrager op een wachtlijst plaatst, dan moet die gemeente besluiten of overbruggingszorg noodzakelijk is. Totdat de geschikte plek beschikbaar is, levert de instelling waar de cliënt op dat moment verblijft de eventuele overbruggingszorg. De gemeente van herkomst is verantwoordelijk voor de financiering. Als een cliënt in een behandelsetting (zorginstelling, forensische penitentiaire kliniek) verblijft vindt overleg plaats over de datum van uitstroom. Als de aanvrager al gebruik maakt van een plek in een voorziening voor beschermd wonen, blijft de bestaande situatie gehandhaafd tot de geschikte plek in de wensgemeente beschikbaar is.
Het kan voorkomen dat een cliënt uit (centrum)gemeente A bewust tijdelijk in een instelling in een andere (centrum)gemeente B verblijft. ‘Tijdelijk verblijf’ is verblijf korter dan een jaar, waarbij vanaf het begin de intentie aanwezig is om de cliënt terug te laten keren naar een instelling van (centrum)gemeente A. of om uitstroom te realiseren. (Centrum)gemeente A financiert in dit geval de plek voor de cliënt in (centrum)gemeente B. Dit maakt het tijdelijke verblijf voor de cliënt mogelijk. Deze vorm van tijdelijk verblijf valt verder buiten de afwegingen van deze beleidsregels.
Als uit het onderzoek bij de gemeente van aanmelding ((centrum)gemeente A) volgt dat het beschermd wonen het beste in een andere wens(centrum)gemeente B kan plaatsvinden of als een cliënt zelf naar wens(centrum)gemeente B gaat, neemt de aangewezen contactpersoon van (centrum)gemeente A contact op met de aangewezen contactpersoon van de andere wens(centrum)gemeente B: