Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling wonen op schone energie Den Haag 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling wonen op schone energie Den Haag 2022
CiteertitelSubsidieregeling wonen op schone energie Den Haag 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpSubsidieregeling wonen op schone energie Den Haag 2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643067/2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2021-471836

RIS311083 DSO/10226774

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling wonen op schone energie Den Haag 2022

Toelichting

 

Met deze subsidieregeling wil Den Haag een bijdrage leveren aan het zetten van stappen in de verduurzaming van woningen en het realiseren van een eerlijke energietransitie in Den Haag. Haagse woningeigenaren worden direct ondersteund in de kosten die ze maken om verduurzamingsstappen in hun woning te zetten. Daarbij is gekozen om een nieuwe regeling vorm te geven, en niet om de huidige regeling te wijzigen. Daarbij konden ook wat kleine technische wijzigingen meegenomen worden. De bestaande regeling loopt af op 31 december 2021. Het ging om een forse hoeveelheid wijzigingen ten opzichte van de bestaande regeling en er zijn veel subsidiabele activiteiten toegevoegd.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

 

besluit vast te stellen de volgende Subsidieregeling wonen op schone energie Den Haag 2022:

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

 

appartement:

een woning zoals bedoeld in artikel 5:106, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek;

ASV:

Algemene subsidie verordening Den Haag 2020;

bouwdelen:

aanbouwen en opbouwen van de woning, gerealiseerd vanaf 1992;

dak-, vloer- en gevelisolatie- instructiebladen:

door de gemeente opgestelde en verstrekte bladen met instructies, toe te passen materialen en voorwaarden voor het aanbrengen van de daarin beschreven isolatie onder begane grondvloeren, gevels en op of aan daken;

eigenaar:

eigenaar van een woning of pand, zijnde opstaller, erfpachter, vruchtgebruiker of gerechtigde tot een appartementsrecht als genoemd in artikel 5:106 van het Burgerlijk Wetboek;

energiekansenkaart:

een kaart die de toekomstige manier van verwarmen, de warmteoplossing per adres, in beeld brengt voor heel Den Haag. Voor deze regeling geldt telkens de meest recente op denhaag.raadsinformatie.nl gepubliceerde versie van de Energiekansenkaart. Op het moment van publiceren van deze subsidieregeling is dat Stedelijk Energieplan 2020 (RIS306869);

glasisolatie:

aanbrengen van een glaspakket met een gegeven U-waarde.

groen dak:

een groen dak is een plat of hellend dak met begroeiing;

huurder:

sociale huurder, dat wil zeggen een huurder van een toegelaten instelling met een huurprijs onder de liberalisatiegrens;

liberalisatiegrens:

de maximale huurprijsgrens waaronder een woning nog tot de categorie sociale huurwoning behoort. Woningen met een huurprijs boven de liberalisatiegrens vallen in de vrije sector huurwoningen. De liberalisatiegrens wordt ieder jaar aangepast;

Ooievaarpas:

kortingspas, uitgegeven door het college op aanvraag, voor inwoners van Den Haag met een laag inkomen;

pand:

een gebouw dat bestaat uit één of meerdere gestapelde woningen, winkels of bedrijfsruimten;

SAH:

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen van het Rijk. Deze regeling is o.a. bedoeld voor institutionele beleggers en projectontwikkelaars;

straataanpak:

Project binnen de gemeente Den Haag waarbij alle woningeigenaren in de straat ondersteuning krijgen om hun woning te verduurzamen.

transitieklaar:

indien een woning voor wat betreft woningisolatie voorbereid is op de overstap naar schone energie. Een woning heeft dan minimaal een energielabel B (dus B of een duurzamer label);

VvE:

Vereniging van Eigenaars; een rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 5:106 Burgerlijk wetboek;

VvE-besluit:

een door de VvE rechtsgeldig genomen besluit als bedoeld in artikel 5:124 van het Burgerlijk Wetboek;

warmteoplossing:

een energiesysteem voor het verwarmen van een woning;

woning:

een woning zoals bedoeld in artikel 7:234 Burgerlijk Wetboek;

woningcorporatie:

toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet;

zittende huurder:

een huurder die huurt via een woningcorporatie en die weer terugkomt op hetzelfde adres na renovatie.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de activiteiten bedoeld in de artikelen 2:2, 3:2, 4:2, 5:2, 6:2, 7:2, 8:2, 9:2 en 10:2.

 

Artikel 1:3 Subsidieaanvraag en aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie wordt ingediend bij het college met het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid van de ASV legt de aanvrager, indien dit een VvE is, de volgende gegevens over:

    a. een VvE-vergaderbesluit, waarin de VvE instemt met de uit te voeren activiteiten;

    b. een kopie van een bankafschrift van de VvE-bankrekening met vermelding van het IBAN;

    c. indien de VvE voor de eerste keer subsidie aanvraagt:

    1° de oprichtingsakte van de VvE;

    2° de statuten van de VvE;

    3° de balans, indien de subsidie wordt aangevraagd in het jaar waarin de VvE is opgericht.

  • 3.

    Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV ingediend uiterlijk op 31 december 2022.

 

Artikel 1:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in de artikelen 2:2, 3:2, 4:2, 5:2, 6:2, 7:2, 8:2, 9:2 en 10:2.

 

Artikel 1:5 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, vindt plaats in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Artikel 1:6 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 tot en met 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger is verplicht binnen een jaar na de subsidieverlening de werkzaamheden gereed te melden;

    b. de subsidieontvanger verplicht zich tot deelname aan een gemeentelijk volgsysteem ten behoeve van monitoring en evaluatie;

    c. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een mogelijke inspectie in de woning of van de VvE om vast te stellen of de subsidie rechtmatig is besteed;

    d. de subsidieontvanger begint met de werkzaamheden, nadat het gesprek met de technisch adviseur van de gemeente heeft plaatsgevonden.

 

Artikel 1:7 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4.25, tweede lid en artikel 4.35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid van de ASV kan het college subsidie weigeren als:

  • a. de subsidieaanvraag niet tijdig is ingediend en deze niet reeds op grond daarvan buiten behandeling is gesteld;

    b. de subsidieaanvraag niet volledig is ingediend en de aanvrager geen gebruik heeft gemaakt van het verzoek om de subsidieaanvraag te completeren;

    c. de aangevraagde subsidie reeds eerder op hetzelfde adres voor dezelfde werkzaamheden is verstrekt;

    d. een woningeigenaar met een Ooievaarpas voor meer dan één activiteit genoemd in artikel 8:2, 9:2 of 10:2, subsidie aanvraagt;

    e. een woningeigenaar met een Ooievaarpas naast één van de activiteiten genoemd in artikel 8:2, 9:2 en 10:2 ook subsidie aanvraagt voor de activiteiten genoemd in artikel 2:2, 3:2 en 5:2.

 

Hoofdstuk 2 Subsidie voor koken op schone energie

 

Artikel 2:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het stimuleren van particuliere woningeigenaren om aardgasvrij te gaan koken in hun woning.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidie is een klimaat neutrale stad in 2030.

 

Artikel 2:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aardgasvrij koken in een woning in Den Haag.

 

Artikel 2:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een woningeigenaar, die niet in aanmerking komt voor subsidie vanuit de landelijke SAH regeling voor verhuurders en die niet meer dan 50 woningen in bezit heeft.

 

Artikel 2:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft alleen betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten, die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2:2.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten voor het verwijderen van een gaskookplaat;

    b. de kosten voor het plaatsen van een elektrische kookplaat;

    c. de kosten voor het verrichten van verdere bouwkundige aanpassingen, gericht op aardgasvrij koken namelijk:

    1º het verwijderen van gasleidingen;

    2º het aanpassen van meterkast en leidingen voor elektrisch koken.

    d. de btw over de gesubsidieerde kosten, voor zover die btw niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

 

Artikel 2:5 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 500,00 per woning voor het aanpassen of vervangen van koken op aardgas naar aardgasvrij koken.

 

Artikel 2:6 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2 geldt een subsidieplafond van € 200.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 2:7 Verplichting

Onverminderd artikel 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger alleen de verplichtingen van artikel 1.6, die vallen onder b en c.

 

Artikel 2.8 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling schriftelijk in binnen 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht met het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV bevat de aanvraag tot vaststelling:

    a. de facturen van de gemaakte kosten, voor de uitvoering van een of meerdere activiteiten door installateurs en warmteleveranciers, zoals genoemd in artikel 2.4, tweede lid. Facturen mogen niet ouder zijn dan 4 maanden bij het indienen van de subsidieaanvraag.

    b. een kopie bankafschrift op naam van de aanvrager met vermelding van het IBAN-nummer.

 

Hoofdstuk 3 Subsidie voor verwarmen op schone energie

 

Artikel 3:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het stimuleren van particuliere woningeigenaren om hun woning aardgasvrij te verwarmen.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidie is een klimaat neutrale stad in 2030.

 

Artikel 3:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aardgasvrij maken van een woning in Den Haag.

 

Artikel 3:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a. een woningeigenaar, die niet in aanmerking komt voor subsidie vanuit de landelijke SAH regeling voor verhuurders en die niet meer dan 50 woningen in bezit heeft;

    b. een VvE, waarbij meer dan 50% van de appartementen een woonfunctie heeft.

 

Artikel 3:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft alleen betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten, die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3:2.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten, gericht op het realiseren van een gasloze oplossing voor verwarmen, waaronder:

    1 º het afkoppelen van aardgasaansluiting, afsluitingskosten van netbeheerder, inclusief het verwijderen van de gasmeter;

    2º het verwijderen van de individuele of collectieve gasgedreven cv-ketel, inclusief rookgasafvoer;

    3º het verwijderen van het individuele gasgedreven warmtapwatertoestel;

    4º het verwijderen van inpandige onderdelen van ruimteverwarmingsysteem, waaronder radiatoren of cv-leidingen;

    b. de kosten, gericht op het plaatsen van een gasloze oplossing voor verwarmen, namelijk:

    1º het plaatsen van een niet-gasgedreven verwarmingssysteem, waaronder all-electric warmtepompen en zonneboilersystemen, niet zijnde biomassaverbrandingsketels, houtkachels, pelletkachels, infraroodpanelen of hybride warmtepompen;

    2º het aanbrengen van warmteafgiftesystemen voor verwarming op lage temperatuur, waaronder het aanbrengen van lage temperatuur radiatoren of convectoren of het aanbrengen van vloer-, wand- of plafondverwarming;

    3º het plaatsen van een niet-gasgedreven warmtapwatertoestel, waaronder doorstroomverwarmers, elektrische boilers, zonneboilersystemen, of thermische batterijen met zout als fase-overgangsmateriaal (PCM);

    c. de kosten voor het verrichten van verdere bouwkundige aanpassingen, gericht op aardgasvrij verwarmen, namelijk:

    1º het aankoppelen van inpandige leidingen voor ruimteverwarming en warmtapwatervoorziening;

    2º de bouwkundige aanpassingen voor plaatsen van een afleverset warmtenet;

    3º het verwijderen van gasleidingen;

    4º het aanpassen van meterkast en leidingen;

    5º het verwijderen van aanvoer- en retourleidingen;

    6º de aansluitkosten van woning op warmtenet;

    d. de btw over de gesubsidieerde kosten, voor zover die btw niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten van het aanschaffen en plaatsen van biomassaverbrandingsketels, houtkachels, infraroodpanelen en pelletkachels;

    b. de kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de datum van het gespreksverslag dat is opgesteld door de technisch adviseur;

  • 4.

    De kosten van werkzaamheden en bouwkundige wijzigingen gericht op gasloos verwarmen komen alleen voor subsidie in aanmerking, wanneer het resultaat van deze investeringen is dat de betreffende woning van het gas wordt afgekoppeld.

 

Artikel 3:5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie voor subsidieaanvragers onder artikel 3:3, onder a en b, bedraagt:

    a. 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 4.500,00 per woning voor het aanpassen of vervangen van een warmteoplossing die past binnen de warmteoplossing die voor het betreffende adres vermeld staat op de Energiekansenkaart (zie figuur 1 in de bijlage);

    b. 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 2.500,00 per woning, voor het aanpassen of vervangen van een warmteoplossing die niet past binnen de warmteoplossing voor het betreffende adres vermeld staat op de Energiekansenkaart (zie figuur 1 in de bijlage).

    c. 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 4.500,00 per woning voor het aanpassen of vervangen van een warmteoplossing die niet past binnen de warmteoplossing voor het betreffende adres vermeld staat op de Energiekansenkaart, maar waarbij de aanvrager kan aantonen middels een schriftelijk bericht van de Netbeheerder dat hun woning niet wordt aangesloten op het warmtenet.

  • 2.

    Een extra subsidie voor subsidieaanvragers onder artikel 3:3, onder b, bedraagt maximaal:

    a. € 5.000,00 voor het aanpassen of vervangen van een warmteoplossing die past binnen de warmteoplossing die voor het betreffende adres vermeld staat op de Energiekansenkaart (zie figuur 1 in de bijlage).

    b. € 3.000,00 voor het aanpassen of vervangen van een warmteoplossing die niet past binnen de warmteoplossing die voor het betreffende adres vermeld staat op de Energiekansenkaart (zie figuur 1 in de bijlage).

  • 3.

    In aanvulling op het vorige lid geldt, dat alle appartementen van de aanvragende VvE, die een woonfunctie hebben, volledig aardgasvrij worden.

 

Artikel 3:6 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 3.2 geldt een subsidieplafond van € 400.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 3:7 Aanvraag subsidie verwarmen

  • 1.

    De subsidieaanvrager heeft een gesprek gehad met een technisch adviseur van de gemeente voordat een aanvraag om subsidie ingediend kan worden. Het gesprek zal gericht zijn op de te nemen stappen naar wonen op schone energie. Binnen een termijn van drie maanden na het gesprek kan een aanvraag worden ingediend, maar uiterlijk op 31 december 2022.

  • 2.

    De aanvrager legt de volgende gegevens over:

    a. de offerte(s) van installateurs en warmteleveranciers van de te maken kosten;

    b. een kopie bankafschrift op naam van de aanvrager met vermelding van het IBAN-nummer, of een kopiebankafschrift van de VvE-rekening met vermelding van het IBAN-nummer;

    c. voor subsidieaanvragers onder artikel 3:3, onder b: een VvE-vergaderbesluit, waarin

    de VvE besluit om alle appartementen volledig aardgasvrij te maken. De aanvraag wordt namens alle subsidieaanvragende appartementeneigenaars ingediend door iemand die de VvE rechtens mag

    vertegenwoordigen; en

    d. een kopie van het gespreksverslag met de technisch adviseur van de gemeente.

    e. voor een aanvrager onder artikel 3.5, eerste lid, onder c, een schriftelijk bericht van de Netbeheerder dat de woning niet wordt aangesloten op het warmtenet.

 

Artikel 3:8 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de ASV kan het college de subsidie weigeren als het adres al is aangesloten op een (collectief) warmtenet op het moment van aanvragen.

 

Artikel 3:9 Bevoorschotting

Een subsidie wordt bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Artikel 3:10 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in binnen één jaar na de subsidieverlening, doch uiterlijk 31 december 2023.

 

Artikel 3:11 Wijze van verantwoorden subsidie verwarmen

  • 1.

    In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag tot vaststelling uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht schriftelijk ingediend bij het college, met het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV bevat de aanvraag tot vaststelling voor aanvragers conform artikel 3.3, onder a en b:

    1° de facturen van de gemaakte kosten, niet ouder dan 1 jaar vanaf de datum van de verleningsbeschikking, voor de uitvoering van een of meerdere activiteiten door installateurs en warmteleveranciers, zoals genoemd in artikel 3.4; en

    2° mits de woning volledig aardgasvrij is: de bevestiging van het verwijderen van de aardgasaansluiting door netbeheerder.

 

Hoofdstuk 4 Subsidie voor groene daken

 

Artikel 4:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het stimuleren van woning- en pandeigenaren voor de aanleg van groene daken waarmee de uitstoot van CO2 wordt verminderd.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidie is een klimaat neutrale stad in 2030.

 

Artikel 4:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aanleggen van een groen dak op een woning of pand gelegen in Den Haag, indien:

  • a. het te beplanten dakoppervlak minimaal 6 m² is;

    b. het groene dak een waterbergende capaciteit heeft van minimaal 18 liter per m²;

    c. het groene dak een wortelkerende laag heeft; en

    d. de helling van het dak niet meer dan 35° is.

 

Artikel 4:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a. een eigenaar van een woning of van een pand; of

    b. een VvE.

 

Artikel 4:4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt € 25,00 per m² groen dak tot 50% van uitsluitend de aanlegkosten van het groene dak tot een maximum van € 20.000,00 per aanvraag.

 

Artikel 4:5 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 4.2 geldt een subsidieplafond van € 200.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 4:6 Verplichtingen

Onverminderd artikel 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger alleen de verplichtingen van artikel 1.6, die vallen onder b en c.

 

Artikel 4:7 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag tot vaststelling uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht schriftelijk ingediend bij het college, met het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de aanvraag:

    a. als het werk door een aannemer wordt uitgevoerd:

    1° (een kopie van) de eindfactuur van de aannemer met een specificatie van de toegepaste materialen;

    2° een ondertekende verklaring van de aannemer dat het aangelegde groene dak een minimaal oppervlak heeft van 6 m², minimaal een waterbergende capaciteit van 18 liter per m² groen dak heeft en dat er eenwortelkerende laag is aangebracht; en

    3° een foto van de situatie vóór en na de aanleg van het groene dak.

    b. indien het werk in eigen beheer is uitgevoerd:

    1° (kopieën van) gespecificeerde nota’s van het gebruikte materiaal voor dakbegroening waaruit blijkt dat dat het aangelegde groene dak een minimaal oppervlak heeft van 6 m², dat het materiaal voordakbegroening een waterbergende capaciteit heeft van minimaal 18 liter per m² en waaruit blijkt dat een wortelkerende laag is aangebracht; en

    2° een foto van de situatie vóór en na de aanleg van het groene dak.

 

Hoofdstuk 5 Subsidie voor dak-, vloer- en gevelisolatie particuliere woningen

 

Artikel 5:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het stimuleren van particuliere woningeigenaren voor het aanbrengen van dak-, vloer- en gevelisolatie van particuliere woningen, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de vermindering van de CO2 uitstoot.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is een klimaat neutrale stad in 2030.

 

Artikel 5:2 Activiteiten

De subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aanbrengen van dak-, vloer- en gevelisolatie conform de dak-, vloer- en gevelisolatie-instructiebladen, in particuliere woningen gebouwd vóór 1992 in Den Haag.

 

Artikel 5:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a. een woningeigenaar die de woning zelf in gebruik heeft of aan een ander in gebruik heeft gegeven of heeft verhuurd, niet zijnde toegelaten instellingen;

    b. een VvE;

    c. organisaties met een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) status, die een ruimte met een woonfunctie verhuren.

 

Artikel 5:4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt:

  • a. € 12,50 per m² dak- of vloerisolatie tot een maximum van 50% van de werkelijke kosten voor het aanbrengen van dak- of vloerisolatie, uitgezonderd kruipruimte bodemisolatie;

    b. €10,00 per m² kruipruimte bodemisolatie tot een maximum van 50% van de werkelijke kosten voor het aanbrengen van kruipruimte bodemisolatie;

    c. € 20,00 per m² binnen- of buitengevelisolatie tot een maximum van 50% van de werkelijke kosten voor het aanbrengen van binnen- of buitengevelisolatie;

    d. € 5,00 per m² spouwisolatie tot een maximum van 50% van de werkelijke kosten voor het aanbrengen van spouwisolatie.

 

Artikel 5:5 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.2 geldt een subsidieplafond van € 750.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 5:6 Verplichtingen

  • 1.

    Onverminderd artikel 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger alleen de verplichtingen van artikel 1.6, die vallen onder b en c.

  • 2.

    Aanvullend op het eerste lid is de aanvrager verplicht te verklaren op het verantwoordingsformulier, dat de dak- , vloer-, of gevelisolatie volgens de instructiebladen en met toepassing van de daarin genoemde materialen is aangebracht.

 

Artikel 5:7 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag tot vaststelling uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht schriftelijk ingediend bij het college, met het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV wordt bij het verantwoordingsformulier gevoegd:

    a. als het werk door een aannemer wordt uitgevoerd:

    1° (een kopie van) de eindfactuur van de aannemer met een specificatie van de toegepaste materialen en aantal m²;

    2° een ondertekende verklaring van de aannemer dat de isolatie volgens het instructieblad is aangebracht met daarop verplicht vermeld het aantal m², het toegepaste product en de geïsoleerde delen benoemd;

    b. indien het werk in eigen beheer is uitgevoerd: de (kopieën van) gespecificeerde nota’s van aangeschafte materialen en andere noodzakelijk gemaakte kosten.

  • 3.

    In aanvulling op het tweede lid mogen de gegevens niet ouder zijn dan vier maanden op het moment van indiening van het verantwoordingsformulier.

 

 

Hoofdstuk 6 Subsidie voor straataanpakken wonen op schone energie

 

Artikel 6:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is om de woningen binnen de straataanpakken transitieklaar te maken.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidie is een klimaat neutrale stad in 2030.

 

Artikel 6:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het transitieklaar maken van woningen in Den Haag benoemd in artikel 6.3.

 

Artikel 6:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de eigenaren van de woningen of aan VvE’s in:

  • a. de Van Reesstraat 1 tot en met 99 (even en oneven, met uitzondering van 2 en 12), 101 tot en met 119 (oneven) en 122 in Den Haag;

    b. de Maastrichtsestraat 1 tot en met 11, 12 tot en met 18 (even), 21 tot en met 109 (met uitzondering van 44) en 111 tot en met 115 (oneven) in Den Haag.

 

Artikel 6:4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt per aanvrager eenmalig 25% van de gemaakte kosten zoals bedoeld in artikel 6.5.

 

Artikel 6:5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit, zoals bedoeld in artikel 6.2, waaronder materiaalkosten, arbeidskosten, of btw, betreffende:

    a. dakisolatie;

    b. vloerisolatie;

    c. gevelisolatie;

    d. glasisolatie met een U-waarde van ten hoogste 1,2 W/m2K. Voor Triple-glas geldt een U-waarde van ten hoogste 0,7 W/m2K.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid komen de kosten voor het aanbrengen van dak-, vloer- en gevelisolatie uitsluitend in aanmerking als de werkzaamheden worden uitgevoerd conform de dak-, vloer- en gevelisolatie-instructiebladen.

 

Artikel 6:6 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 6:2 geldt een subsidieplafond van € 200.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 6:7 Verplichtingen

Onverminderd artikel 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger alleen de verplichtingen van artikel 1.6, die vallen onder b en c.

 

Artikel 6:8 Aanvraag subsidie

De aanvrager overlegt een door de subsidieaanvrager ondertekende offerte met daarin gespecificeerd opgenomen de kosten zoals omschreven in artikel 6:5 voor het transitieklaar maken van woningen.

 

Artikel 6:9 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de ASV kan het college de subsidie weigeren als het adres al is aangesloten op een (collectief) warmtenet op het moment van aanvragen.

 

Artikel 6:10 Bevoorschotting

Een subsidie wordt bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Artikel 6:11 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in binnen één jaar na de subsidieverlening, doch uiterlijk 31 december 2023.

 

Artikel 6:12 Wijze van verantwoorden subsidie

  • 1.

    In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag tot vaststelling uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht schriftelijk ingediend bij het college, met het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV bevat de aanvraag tot vaststelling voor aanvragers conform artikel 6.3, onder a en b de facturen van de gemaakte kosten zoals genoemd in artikel 6.5, niet ouder dan 1 jaar vanaf de datum van de verleningsbeschikking.

 

Hoofdstuk 7 Subsidie voor koken op schone energie voor sociale huurders

 

Artikel 7:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het ondersteunen van huurders bij het koken op schone energie, waarbij de huurder woont in een woning waar het koken op gas wordt vervangen door koken op inductie.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidie is een klimaatneutrale stad in 2030.

 

Artikel 7:2 Activiteiten

Subsidie wordt verstrekt aan een woningcorporatie, uitsluitend voor de kosten van een inductiekookplaat voor een sociale huurder, waarbij de sociale huurder gaat koken op schone energie en eigenaar wordt van de kookplaat.

 

Artikel 7:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een woningcorporatie die een gebundelde subsidieaanvraag indient voor woningen waar overgestapt wordt van koken op gas naar koken op inductie.

 

Artikel 7:4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal eenmalig per woning € 400,00.

 

Artikel 7:5 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 7:2 geldt een subsidieplafond van € 500.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 7:6 Aanvraag subsidie

  • 1.

    De subsidieaanvrager dient de aanvraag voor een subsidie schriftelijk in bij het college met het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV, legt de subsidieaanvrager de volgende gegevens over:

    a. een gebundelde aanvraag met de adresgegevens van alle huurders die schriftelijk hebben aangegeven over te willen stappen op koken op inductie; en

    b. een gebundelde offerte van de leverancier met daarop gespecificeerd de kosten per huuradres van de aanschaf van de elektrische kookvoorziening.

 

Artikel 7:7 Verplichtingen

Onverminderd artikel 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger alleen de verplichtingen van artikel 1.6, die vallen onder b en c.

 

Artikel 7:8 Bevoorschotting

Subsidies worden bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Artikel 7:9 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht, doch uiterlijk 31 december 2023.

 

Artikel 7:10 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    In afwijking van artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV, gebruikt de subsidieontvanger voor de aanvraag tot vaststelling het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid bevat de aanvraag tot vaststelling:

    a. een gebundelde verantwoording door de corporatie met adresgegevens van de huurders waar het koken op gas is vervangen voor koken op inductie; en

    b. een totaal factuur van de leverancier met daarop de adresgegevens van de huurders aan wie de inductiekookplaat is geleverd.

 

Hoofdstuk 8 Subsidie koken op schone energie voor woningeigenaren met een Ooievaarspas

 

Artikel 8:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het stimuleren van particuliere woningeigenaren met een Ooievaarspas om aardgasvrij te gaan koken in hun woning.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidie is een klimaat neutrale stad in 2030.

 

Artikel 8:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aardgasvrij koken in een particuliere woning in Den Haag.

 

Artikel 8:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een woningeigenaar met een geldige Haagse Ooievaarspas.

 

Artikel 8:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft alleen betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten, die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 8:2.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten voor het verwijderen van een gaskookplaat;

    b. de kosten voor het plaatsen van een elektrische kookplaat;

    c. de kosten voor het verrichten van verdere bouwkundige aanpassingen, gericht op aardgasvrij koken namelijk:

    1º het verwijderen van gasleidingen;

    2º het aanpassen van meterkast en leidingen voor elektrisch koken;

    d. de btw over de gesubsidieerde kosten, voor zover die btw niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

 

Artikel 8:5 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt 75% van subsidiabele kosten als genoemd in artikel 8:4, tweede lid, met een maximum van € 625,00 per woning.

 

Artikel 8:6 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 8.2 geldt een subsidieplafond van € 150.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 8:7 Verplichtingen

Onverminderd artikel 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger alleen de verplichtingen van artikel 1.6, die vallen onder a, b en c.

 

Artikel 8:8 Aanvraag subsidie

In afwijking van de op grond van artikel 8, tweede lid, van de ASV over te leggen gegevens, legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  • a. de offerte(s) van installateurs en warmteleveranciers van de te maken kosten;

    b. een kopie bankafschrift op naam van de aanvrager met vermelding van het IBAN- nummer.

 

Artikel 8.9 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de ASV weigert het college de subsidie als het adres al is aangesloten op een (collectief) warmtenet op het moment van aanvragen.

Artikel 8:10 Bevoorschotting

Subsidies worden bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Artikel 8:11 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in binnen één jaar na de subsidieverlening, doch uiterlijk 31 december 2023.

 

Artikel 8.12 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV, wordt een aanvraag tot vaststelling uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht schriftelijk ingediend bij het college, met het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid bevat de aanvraag tot vaststelling voor aanvragers:

    de facturen van de gemaakte kosten, niet ouder dan 1 jaar vanaf de datum van de verleningsbeschikking, zoals genoemd in artikel 8.4.

 

Hoofdstuk 9 Subsidie voor verwarmen op schone energie voor woningeigenaren met een Ooievaarspas.

 

Artikel 9:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het stimuleren van particuliere woningeigenaren met een Ooievaarspas om hun woning aardgasvrij te gaan verwarmen.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidie is een klimaat neutrale stad in 2030.

 

Artikel 9:2 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aardgasvrij maken van een particuliere woning in Den Haag.

 

Artikel 9:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een woningeigenaar met een geldige Haagse Ooievaarspas.

 

Artikel 9:4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft alleen betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten, die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 9:2.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten, gericht op het realiseren van een gasloze oplossing voor verwarmen, waaronder:

    1 º het afkoppelen van aardgasaansluiting, afsluitingskosten van netbeheerder, inclusief het verwijderen van de gasmeter;

    2º het verwijderen van de individuele of collectieve gasgedreven cv-ketel, inclusief rookgasafvoer;

    3º het verwijderen van het individuele gasgedreven warmtapwatertoestel;

    4º het verwijderen van inpandige onderdelen van ruimteverwarmingsysteem, waaronder radiatoren of cv-leidingen;

    b. de kosten, gericht op het plaatsen van een gasloze oplossing voor verwarmen, namelijk:

    1º het plaatsen van een niet-gasgedreven verwarmingssysteem, waaronder all-electric warmtepompen en zonneboilersystemen niet zijnde biomassaverbrandingsketels, houtkachels, infraroodpanelen, pelletkachels of hybride warmtepompen;

    2º het aanbrengen van warmteafgiftesystemen voor verwarming op lage temperatuur, waaronder het aanbrengen van lage temperatuur radiatoren of convectoren of het aanbrengen van vloer-, wand- of plafondverwarming;

    3º het plaatsen van een niet-gasgedreven warmtapwatertoestel, waaronder doorstroomverwarmers, elektrische boilers, zonneboilersystemen, of thermische batterijen met zout als fase-overgangsmateriaal (PCM);

    c. de kosten voor het verrichten van verdere bouwkundige aanpassingen, gericht op aardgasvrij verwarmen, namelijk:

    1º het aankoppelen inpandige leidingen voor ruimteverwarming en warmtapwatervoorziening;

    2º de bouwkundige aanpassingen voor plaatsen van afleverset warmtenet;

    3º het verwijderen van gasleidingen;

    4º het aanpassen van meterkast en leidingen;

    5º het verwijderen van aanvoer- en retourleidingen;

    6º de aansluitkosten van woning op warmtenet;

    d. de btw over de gesubsidieerde kosten, voor zover die btw niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten van het aanschaffen en plaatsen van biomassaverbrandingsketels, houtkachels, infraroodpanelen en pelletkachels;

    b. de kosten die zijn gemaakt voorafgaand aan de datum van het gespreksverslag dat is opgesteld door de technisch adviseur.

  • 4.

    De kosten van werkzaamheden en bouwkundige wijzigingen gericht op gasloos verwarmen komen alleen voor subsidie in aanmerking, wanneer het resultaat van deze investeringen is dat de betreffende woning van het gas wordt afgekoppeld.

 

Artikel 9:5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie voor subsidieaanvragers onder artikel 9:3 bedraagt:

    a. 75% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.625,00 per woning voor het aanpassen of vervangen van een warmteoplossing die past binnen de warmteoplossing die voor het betreffende adres vermeld staat op de Energiekansenkaart (zie figuur 1 in de bijlage);

    b. 75% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 3.125,00 per woning, voor het aanpassen of vervangen van een warmteoplossing die niet past binnen de warmteoplossing voor het betreffende adres vermeld staat op de Energiekansenkaart (zie figuur 1 in de bijlage)

 

Artikel 9:6 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 9.2 geldt een subsidieplafond van € 200.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 9:7 Aanvraag subsidie verwarmen

  • 1.

    De subsidieaanvrager heeft een gesprek gehad met een technisch adviseur van de gemeente voordat een aanvraag om subsidie ingediend kan worden. Het gesprek zal gericht zijn op de te nemen stappen naar wonen op schone energie. Binnen een termijn van drie maanden na het gesprek kan een aanvraag worden ingediend, maar uiterlijk op 31 december 2022.

  • 2.

    De aanvrager legt de volgende gegevens over:

    a. de offerte(s) van installateurs en warmteleveranciers van de te maken kosten;

    b. een kopie bankafschrift op naam van de aanvrager met vermelding van het IBAN- nummer; en

    c. een kopie van het gespreksverslag met de technisch adviseur van de gemeente.

 

Artikel 9:8 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de ASV weigert het college de subsidie als het adres al is aangesloten op een (collectief) warmtenet op het moment van aanvragen.

 

Artikel 9:9 Bevoorschotting

Een subsidie wordt bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Artikel 9:10 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in binnen één jaar na de subsidieverlening, doch uiterlijk 31 december 2023.

 

Artikel 9:11 Wijze van verantwoorden subsidie verwarmen

  • 1.

    In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag tot vaststelling uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht schriftelijk ingediend bij het college, met het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV bevat de aanvraag tot vaststelling voor aanvragers conform artikel 9.3:

    a. de facturen van de gemaakte kosten, niet ouder dan 1 jaar vanaf de datum van de verleningsbeschikking, voor de uitvoering van een of meerdere activiteiten door installateurs en warmteleveranciers, zoals genoemd in artikel 9.4; en

    b. mits de woning volledig aardgasvrij is: de schriftelijke bevestiging van het verwijderen van de aardgasaansluiting door netbeheerder.

 

Hoofdstuk 10 Subsidie voor dak-, vloer-, gevel- en glasisolatie voor woningeigenaren met een Ooievaarspas.

 

Artikel 10:1 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het stimuleren van particuliere woningeigenaren met een Ooievaarspas, om dak-, vloer-, gevel- en glasisolatie aan te brengen in hun particuliere woningen, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de vermindering van de CO2 uitstoot.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is een klimaat neutrale stad in 2030.

 

Artikel 10:2 Activiteiten

De subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

  • a. het aanbrengen van dak-, vloer-, gevelisolatie conform de dak-, vloer- en gevelisolatie-instructiebladen, in particuliere woningen gebouwd vóór 1992 in Den Haag;

    b. het aanbrengen van glasisolatie met een U-waarde van ten hoogste 1,2 W/m2K. Voor Triple-glas geldt een U-waarde van ten hoogste 0,7 W/m2K. Daarnaast voor noodzakelijke ventilatie en aanpassing of vernieuwing van kozijnen.

 

Artikel 10:3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een particuliere woningeigenaar met een geldige Ooievaarspas.

 

Artikel 10:4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt het totaal van alle werkelijke kosten die noodzakelijk zijn voor het aanbrengen van dak-, vloer-, gevel- of glasisolatie met een eigen bijdrage voor de woningeigenaar van € 12,50 per m², waarbij de maximale werkelijke kosten per m² niet hoger mogen zijn dan:

  • 1º voor dakisolatie: plat dak € 150,00 per m², schuin dak binnen € 60,00 per m² en schuin dak buiten € 75,00 per m²;

    2º voor gevelisolatie: buitengevelisolatie € 150,00 per m², binnengevelisolatie € 120,00 per m², en spouwmuurisolatie € 30,00 per m²;

    3º voor kruipruimte isolatie € 30,00 per m², en vloerisolatie € 40,00 per m²;

    4º voor glasisolatie: € 175,00 per m².

 

Artikel 10:5 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van artikel 10.2 geldt een subsidieplafond van € 400.000,00 voor het kalenderjaar 2022.

 

Artikel 10:6 Verplichtingen

  • 1.

    Onverminderd artikel 12 en 14 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger alleen de verplichtingen van artikel 1.6, die vallen onder a, b en c.

  • 2.

    Aanvullend op het eerste lid verklaart de aanvrager op het verantwoordingsformulier, dat de dak-, vloer-, of gevelisolatie volgens de instructiebladen en met toepassing van de daarin genoemde materialen is aangebracht.

 

Artikel 10:7 Aanvraag subsidie

  • 1.

    In afwijking van de op grond van artikel 8, tweede lid, van de ASV over te leggen gegevens, legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. de offerte(s) van de te maken kosten van de aannemer met een specificatie van de toegepaste materialen;

    b. indien het werk in eigen beheer wordt uitgevoerd: de offerte(s) of kostenraming van aan te schaffen materialen en andere noodzakelijk te maken kosten;

    c. een foto van de situatie vóór het aanbrengen van de isolatie;

    d. een kopie bankafschrift op naam van de aanvrager met vermelding van het IBAN-nummer.

 

Artikel 10:8 Bevoorschotting

Subsidies worden bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

 

Artikel 10:9 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in binnen één jaar na de subsidieverlening, doch uiterlijk 31 december 2023.

 

Artikel 10:10 Wijze van verantwoorden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV, wordt een aanvraag tot vaststelling uiterlijk 12 weken nadat de activiteiten zijn verricht schriftelijk ingediend bij het college, met het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid bevat de aanvraag tot vaststelling voor aanvragers:

    a. als de dak-, vloer- of gevelisolatie door een aannemer wordt uitgevoerd:

    1° (een kopie van) de eindfactuur van de aannemer met een specificatie van de toegepaste materialen en aantal m²;

    2° een ondertekende verklaring van de aannemer dat de isolatie volgens het instructieblad is aangebracht met daarop verplicht vermeld het aantal m², het toegepaste product en de geïsoleerde delen benoemd;

    b. als glasisolatie door een aannemer wordt uitgevoerd: (een kopie van) de eindfactuur van de aannemer met een specificatie van toegepaste materialen en aantal m²;

    c. indien het werk in eigen beheer is uitgevoerd: de (kopieën van) gespecificeerde nota’s van aangeschafte materialen en andere gemaakte noodzakelijke kosten;

    d. een foto van de situatie na het aanbrengen van de isolatie.

  • 3.

    In aanvulling op het tweede lid mogen de gegevens niet ouder zijn dan vier maanden op het moment van indiening van het verantwoordingsformulier.

 

Hoofdstuk 11 Slotbepalingen

 

Artikel 11:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 11:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling vóór 1 juli 2024.

 

Artikel 11:3 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2022.

 

Artikel 11:4 Overgangsrecht

De bepalingen van de Subsidieregeling wonen op schone energie Den Haag 2021 en van de Subsidieregeling wonen op schone energie 2 Den Haag 2021 blijven van toepassing op aanvragen, verantwoordingen, bezwaarschriften, beroepsprocedures en terugvorderingen, waarop op de datum van inwerkingtreding van deze regeling nog niet is beslist.

 

Artikel 11:5 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling wonen op schone energie Den Haag 2022.

 

Den Haag, 21 december 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Bijlage behorend bij de Subsidieregeling schone energie in Haagse woningen Den Haag 2022

 

Figuur 1: Energiekansenkaart Den Haag met legenda en werkingssfeer

 

 

Postcodes waar een warmtenet ligt of met voldoende zekerheid komt te liggen, en waar een woningeigenaar alleen met een warmtenetaansluiting in aanmerking kan komen voor het maximale subsidiebedrag van € 5.000/€ 5.625 (Ooievaarspashouders) zijn:

 

Ypenburg:

de postcodes beginnend met 2496, 2497, 2498.

 

Zuidwest, Bouwlust-Vrederust:

de postcodes beginnend met 2544, 2532, 2542, met uitzondering van woningen:

  • - binnen het vierkant Berensteinlaan-Hoogveen-Laagveen-Randveen (N.B. hier zijn alleen corporatiewoningen, waarvoor geen aanspraak gedaan kan worden op deze regeling);

    - binnen het vierkant Veldzicht-Vrederustlaan-Steenzicht-Ruimzicht (N.B. hier zijn alleen corporatiewoningen, waarvoor geen aanspraak gedaan kan worden op deze regeling);

    - binnen het gebied Riddersdreef-Melis Stokelaan-Dorpersdreef-Pachtersdreef-Wantsnijdersgaarde-Muldersgaarde-Erasmusweg (N.B. hier zijn voornamelijk corporatiewoningen, waarvoor geen aanspraak gedaan kan worden op deze regeling);

    - binnen de rechthoek Vrederustlaan-De Gaarde-Steenhouwersgaarde-Erasmusweg (N.B. hier zijn voornamelijk corporatiewoningen, waarvoor geen aanspraak gedaan kan worden op deze regeling).

 

Mariahoeve:

de postcodes beginnend met 2592, 2591, met uitzondering van woningen:

  • - binnen het vierkant Gerstkamp-Het Kleine Loo-Reigersbergenweg-Boekweitkamp met de postcodes 2592CN, 2592CP, 2592 XL, 2592CS, 2592CR, 2592XG, 2592BX, 2592XM, 2592XN, 2592XP, 2592XR, 2592XS, 2592XK, 2592CV, 2592CW, 2592XV, 2592XW, 2592XT, 2592XX, 2592XZ);

    - aan het rechthoek Hongarenburg-Finnenburg-Hendrinaland-Margarethaland-Bordewijklaan-Aegonplein.