Organisatie | Hendrik-Ido-Ambacht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2022 |
Citeertitel | Verordening marktgeld 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Nieuwe regeling | 06-12-2021 |
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Voor de berekening van het marktgeld is het aantal ingenomen m2 oppervlakte bepalend en geldt een vast bedrag per vaste standplaats.
Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.
Indien een belastingplichtige een hem toegewezen vaste standplaats waarvoor het abonnementstarief als bedoeld in artikel 6 geldt, als gevolg van ziekte of ongeval langer dan 12 achtereenvolgende weken niet heeft kunnen innemen, of in geval van overlijden, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing verleend van het geheven marktgeld.
Indien de standplaats gedurende een deel van de abonnementsperiode ongebruikt is gelaten, het bedrag dat gevonden wordt door het bij abonnement geheven marktgeld te verminderen met het marktgeld over de dagen, gedurende welke van de standplaats gebruik is gemaakt, berekend naar het dagtarief genoemd onder letter a. van artikel 5. Het op grond van artikel 5, lid 2 geheven bedrag wordt niet ontheven.
Artikel 10 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden voldaan bij uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving en indien die kennisgeving wordt toegezonden binnen 1 maand na dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeerartikel
De “Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2021”, vastgesteld bij raadsbesluit van 7 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.