Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2022 |
Citeertitel | Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2022 |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643067/2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | 31-12-2022 | nieuwe regeling | 21-12-2021 | RIS311009 OCW/10228491 |
De cultuursector heeft in 2021 te maken gehad met langdurige sluitingen en beperkende maatregelen rond het ontvangen van bezoekers, als gevolg van de COVID-19 maatregelen. Ook in 2022 zullen naar alle waarschijnlijkheid financiële effecten merkbaar zijn. De gemeente Den Haag heeft van het ministerie van OCW middelen ontvangen om de schade die culturele organisaties lopen als gevolg van deze maatregelen te verkleinen. Na de inwerkingtreding van de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2021 is gebleken dat deze voor het jaar 2022 op meerdere punten aanpassing behoeft. Om die reden is ervoor gekozen een nieuwe regeling op te stellen.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:
a. het verlagen van het exploitatietekort van Haagse culturele organisaties in het jaar 2021 dat is ontstaan als gevolg van de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19;
b. het verlagen van het voorziene exploitatietekort van Haagse culturele organisaties in het jaar 2022 dat gaat ontstaan als gevolg van de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19.
Subsidie wordt daarnaast verstrekt aan rechtspersonen met winstoogmerk, die op 1 januari 2021 waren ingeschreven in het handelsregister met een van de SBI-codes genoemd op de lijst in de bijlage, en die daarnaast voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. de aanvrager biedt structureel een publiekelijk toegankelijk podium voor uitingen van kunst of cultuur of stelt structureel werk van Haagse kunstenaars publiekelijk tentoon;
b. de activiteiten van de aanvrager zijn grotendeels weggevallen als gevolg van de COVID-19 maatregelen, of zullen dat zonder subsidie op korte termijn doen, wat leidt tot een lacune in het cultuuraanbod die niet binnen redelijke termijn kan worden vervangen of hersteld door de aanvrager of derden; en
c. de aanvrager heeft niet de mogelijkheid om als onderdeel van een holding of ander vennootschapsrechtelijk verband tekorten of overschotten op de exploitatie te transponeren naar andere onderdelen binnen deze holding of dit verband.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie in aanmerking komen:
a. de door de subsidieaanvrager gemaakte, niet terugvorderbare kosten die zijn gemaakt voor activiteiten die door de COVID-19 maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd;
b. de exploitatiekosten van de subsidieaanvrager die door inkomstenderving als gevolg van de COVID-19 maatregelen een exploitatietekort veroorzaken;
c. aanvullende kosten die moeten worden gemaakt als gevolg van de COVID-19 maatregelen, voor zover deze niet vallen onder een andere subsidieregeling.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;
b. de kosten die kunnen worden gedekt door bestemmingsreserves die zijn gevormd als gevolg van subsidieverlening op grond van de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2020, de Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2021 of andere bestemmingsreserves die specifiek tot doel hebben om de COVID-19 schade te dekken.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Indien de aanvraag betrekking heeft op de activiteiten, bedoeld in artikel 1:4, onder a, legt in afwijking van artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV de aanvrager de volgende gegevens over:
a. de oorspronkelijke jaarbegroting voor 2021;
c. een toelichting op de jaarrekening 2021, waaruit blijkt welke wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting zijn toe te schrijven aan de COVID-19 maatregelen, en waaruit blijkt welke maatregelen de aanvrager heeft ondernomen om het exploitatietekort te beperken;
d. een opgave waaruit blijkt van welke generieke steunmaatregelen de aanvrager gebruik heeft gemaakt, en een toelichting als dergelijke maatregelen niet op de aanvrager van toepassing zijn;
e. indien de aanvrager in 2021 meer dan € 100.000 subsidie (inclusief een subsidie volgens deze subsidieregeling) van de gemeente Den Haag ontving, legt deze tevens een door het bestuur van de aanvrager rechtsgeldig ondertekende jaarrekening 2021 over, met een door een onafhankelijke accountant goedkeurende verklaring.
Indien de aanvraag betrekking heeft op de activiteiten, bedoeld in artikel 1:4, onder b, legt de aanvrager in afwijking van artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV de volgende gegevens over:
a. de oorspronkelijke jaarbegroting voor 2022;
b. een bijgestelde begroting voor 2022;
d. een toelichting op de bijgestelde begroting voor 2022, waaruit blijkt welke wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting zijn toe te schrijven aan de COVID-19 maatregelen, en waaruit blijkt welke maatregelen de aanvrager heeft ondernomen om het exploitatietekort te beperken.
In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, wordt een aanvraag om subsidie ingediend in de periode van 30 april 2022 tot en met 31 december 2022.
Artikel 2:3 Subsidievaststelling zonder verlening vooraf
Het college stelt de subsidie ten behoeve van de activiteiten, bedoeld in artikel 1:4, onder a, direct vast.
Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV, binnen twaalf weken nadat de volledige aanvraag is ontvangen.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college een subsidie weigeren als:
a. de aanvrager geen gebruik heeft gemaakt van de generieke maatregelen van het Rijk, terwijl hij daar wel voor in aanmerking kwam;
b. uit de toelichting op de bijgestelde begroting, bedoeld in artikel 2:1, eerste en tweede lid, blijkt dat de aanvrager niet al het redelijkerwijs mogelijke heeft gedaan of nagelaten om het exploitatietekort te beperken.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt; en
b. de subsidieontvanger is verplicht een aanvraag te doen voor eventuele toekomstige steunmaatregelen van het Rijk, waarvoor de subsidieontvanger in 2022 in aanmerking komt.
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 100% van de verleende subsidie in één keer.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger van een subsidie krachtens artikel 1:4, onder b, de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk op 30 april 2023.
Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden
a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die vergelijkbaar aansluiten bij de posten in de begroting. Bij afwijkingen op de hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10% geeft de subsidieontvanger hierop een toelichting;
b. een toelichting waaruit blijkt op welke aanvullende steunmaatregelen de subsidieontvanger een beroep heeft gedaan; en
c. een toelichting waaruit blijkt welke maatregelen de subsidieontvanger heeft genomen om het exploitatietekort zo veel mogelijk te verkleinen;
d. een toelichting op eventuele bestemmingsreserves COVID-19.
Artikel 5:3 Termijn vaststelling subsidie
Het college stelt in afwijking van artikel 20, eerste lid, van de ASV de subsidie vast binnen 12 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling.
Artikel 5:4 Vorming reserve of voorziening
Het college kan toestemming verlenen om een eventueel overschot aan een reserve of voorziening toe te voegen indien dat bijdraagt aan het doel van deze regeling, mits de aanvrager een schriftelijk verzoek daartoe heeft ingediend voorafgaand aan de daadwerkelijke toevoeging van een eventueel overschot aan een reserve of voorziening.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk 1 september 2023.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en vervalt met ingang van 31 december 2022.
Artikel 6:4 Intrekking en overgangsrecht
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling herstelfonds cultuur Den Haag 2022.
Deze subsidieregeling biedt de mogelijkheid om zowel met terugwerkende kracht het daadwerkelijk gerealiseerde exploitatietekort in 2021 te verkleinen, als ook het verwachte exploitatietekort in 2022. Als een aanvrager voor zowel 2021 als 2022 subsidie wil aanvragen, moet dat door middel van twee separate aanvragen gebeuren (één voor 2021 en één voor 2022).
Voor aanvragers van een subsidie die betrekking heeft op 2021 worden bij de aanvraag voldoende documenten overlegd om deze direct te kunnen vaststellen. Een aanvullende subsidieverantwoording is dus niet nodig. Aanvragers van een subsidie die betrekking heeft op het verwachte exploitatietekort voor 2022 dienen wel een subsidieverantwoording in, omdat het daadwerkelijke exploitatietekort hoger of lager kan uitvallen.