Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Brabant-Noord

Organisatiebesluit Veiligheidsregio Brabant-Noord

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Brabant-Noord
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingOrganisatiebesluit Veiligheidsregio Brabant-Noord
CiteertitelOrganisatiebesluit Veiligheidsregio Brabant-Noord
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 33b, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-12-2019Dit besluit treedt in plaats van het organisatiebesluit van 24 oktober 2018

18-12-2019

bgr-2021-1130

Tekst van de regeling

Intitulé

Organisatiebesluit Veiligheidsregio Brabant-Noord

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 18 december 2019 bijeen;

overwegende:

  • 1.

    dat de Veiligheidsregio Brabant-Noord als openbaar lichaam bedoeld in artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s een bestuurlijke samenwerking is van de deelnemende gemeenten en de Nationale Politie, regionale eenheid Oost-Brabant, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de organisatorische onderdelen brandweer, bureau Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), de Meldkamer Oost-Brabant (MKOB) en de sector Crisisbeheersing en Rampenbestrijding inclusief gemeentelijke Bevolkingszorgtaken;

  • 2.

    dat in de Meldkamer Oost-Brabant behalve de eenheid Oost-Brabant van de Nationale Politie, de Veiligheidsregio Brabant-Noord en de Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord ook de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost en de GGD Brabant-Zuidoost samenwerken;

  • 3.

    dat het voor het functioneren van de Veiligheidsregio Brabant-Noord gewenst is dat de onderlinge verhoudingen in de werkzaamheden en werkwijze worden vastgelegd;

 

gelet op:

 

de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord en artikel 33b lid 1 onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen

 

besluit:

 

(gewijzigd) vast te stellen het navolgende:

 

“Organisatiebesluit Veiligheidsregio Brabant-Noord ”:

 

Hoofdstuk 1: De structuur van de organisatie van de Veiligheidsregio

 

 

Artikel 1 Organisatieonderdelen

  • 1.

    De Veiligheidsregio Brabant-Noord is een bestuurlijke samenwerking van de deelnemende gemeenten en de Nationale Politie, regionale eenheid Oost-Brabant, die wordt uitgevoerd door de volgende organisatorische onderdelen:

    • a.

      Brandweer Brabant-Noord, verder te noemen brandweer;

    • b.

      bureau GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) Brabant Midden-West-Noord, verder te noemen GHOR;

    • c.

      Meldkamer Oost-Brabant, verder te noemen meldkamer;

    • d.

      sector Crisisbeheersing & Rampenbestrijding Brabant-Noord, verder te noemen sector Crisisbeheersing en Rampenbestrijding;

    • e.

      cluster Bevolkingszorg Brabant-Noord, verder te noemen cluster Bevolkingszorg.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde organisatorische onderdelen a t/m c hebben elk afzonderlijk een ambtelijke organisatie, een en ander met inachtneming van hetgeen in dit organisatiebesluit is geregeld. De sector Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en de cluster Bevolkingszorg maken deel uit van de ambtelijke organisatie van de Brandweer Brabant-Noord.

 

Artikel 2 Functies

Binnen de organisatie van de Veiligheidsregio worden onder meer de volgende ambtelijke functies onderscheiden:

  • a.

    de secretaris van het bestuur;

  • b.

    de directeur Veiligheidsregio;

  • c.

    de commandant brandweer;

  • d.

    de directeur Publieke Gezondheid;

  • e.

    de eenheidschef politie;

  • f.

    de coördinerend gemeentesecretaris;

  • g.

    de functionaris gemeentelijke oriëntatie;

  • h.

    de controlfunctie.

 

Artikel 3 Veiligheidsdirectie

  • 1.

    Er is een veiligheidsdirectie die belast is met de afstemming van de werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Meldcentrum en de sector Crisisbeheersing en Rampenbestrijding, de afstemming van de werkzaamheden op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing door de brandweer, de GHOR en de Nationale Politie, de deelnemende gemeenten, de waterschappen en het Regionaal Militair Commando Zuid.

  • 2.

    De veiligheidsdirectie is verantwoordelijk voor de integraliteit van de voorbereiding van de vergaderingen van het dagelijks en het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio.

  • 3.

    De veiligheidsdirectie bestaat uit:

    • a.

      de directeur Veiligheidsregio (voorzitter), tevens secretaris van het bestuur en commandant brandweer, tevens portefeuillehouder multidisciplinaire risicobeheersing, operationele voorbereiding rampenbestrijding en crisisbeheersing en multidisciplinaire informatievoorziening;

    • b.

      de directeur Publieke Gezondheid, portefeuillehouder GHOR, tevens plaatsvervangend secretaris van het bestuur en plaatsvervangend directeur veiligheidsregio;

    • c.

      de eenheidschef politie, te weten de chef van de eenheid Oost-Brabant van de Nationale Politie voor de regionale eenheid Oost-Brabant tevens portefeuillehouder meldkamer;

    • d.

      de coördinerend gemeentesecretaris, die is belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis;

    • e.

      de functionaris gemeentelijke oriëntatie, die is belast met de bredere oriëntatie op de wensen en belangen van de deelnemende gemeenten als opdrachtgever;

    • f.

      de directeur Waterbeheersing van het waterschap Aa en Maas;

    • g.

      de Regionaal Militair Commandant Zuid.

  • 4.

    De veiligheidsdirectie kan voorts, al of niet in opdracht van het dagelijks bestuur adviseurs uitnodigen om aan de beraadslagingen deel te nemen.

 

Artikel 4 Ambtelijke regiegroep

  • 1.

    Er is een ambtelijke regiegroep die de veiligheidsdirectie adviseert en toetst of de voorstellen en adviezen voldoende multidisciplinair zijn afgestemd alvorens deze aan de veiligheidsdirectie en/of het bestuur worden voorgelegd.

  • 2.

    De ambtelijke regiegroep bestaat uit de ambtelijke adviseurs van de leden van de veiligheidsdirectie zoals genoemd in artikel 3, derde lid.

 

Artikel 5 Adoptieambtenaren

  • 1.

    Er is een overleg van adoptieambtenaren die namens de gemeenten een gezamenlijk advies voorbereiden voor de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden over voorstellen die een strategisch karakter en/of belangrijke financiële consequenties voor de gemeenten hebben.

  • 2.

    Als ten aanzien van beleidsvoorstellen zoals genoemd in het eerste lid door het bestuur van de veiligheidsregio een zienswijze aan de colleges van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraden wordt gevraagd, dan brengen de adoptieambtenaren in de vorm van een concept college- en/of concept-raadsvoorstel advies uit.

  • 3.

    Met betrekking tot de beleidsvoorstellen zoals genoemd in het eerste lid brengen de adoptieambtenaren tevens advies uit aan zowel het dagelijks als het algemeen bestuur.

  • 4.

    De adoptieambtenaren worden door de coördinerend burgemeester afstemming gemeenschappelijke regelingen Brabant-Noord in overeenstemming met de gemeenten in Brabant-Noord aangewezen.

Artikel 6 Personeel

  • 1.

    Personeel in dienst van de brandweer is in dienst van het openbaar lichaam veiligheidsregio en volgt de rechtspositie Brandweer Brabant-Noord.

  • 2.

    De directeur Publieke Gezondheid en het personeel werkzaam bij het bureau GHOR zijn in dienst van de GGD Hart voor Brabant.

  • 3.

    De eenheidschef Oost-Brabant van de Nationale Politie en het personeel belast met bedrijfsvoeringstaken werkzaam bij de meldkamer zijn in dienst van de Nationale Politie tenzij anders is bepaald. Personeel, niet werkzaam bij de veiligheidsregio, dat projectmatig werkzaamheden verricht voor de sector Crisisbeheersing & Rampenbestrijding wordt door hun werkgever voor de looptijd van de projecten beschikbaar gesteld.

 

Hoofdstuk 2: Verdeling van taken en verantwoordelijkheden

 

 

Artikel 7 Taken van de organisatieonderdelen

  • 1.

    De brandweer heeft als taak het ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van de brandweerzorg zoals die in artikel 3.4. van de gemeenschappelijke regeling aan de veiligheidsregio is opgedragen.

  • 2.

    Het bureau GHOR heeft als taak het ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van de geneeskundige hulpverlening zoals dat in artikel 3.5 van de gemeenschappelijke regeling aan de veiligheidsregio is opgedragen.

  • 3.

    De meldkamer heeft als taak het ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid op het terrein van de Meldkamer Oost-Brabant zoals dat in artikel 3.7 van de gemeenschappelijke regeling aan de veiligheidsregio is opgedragen.

  • 4.

    De sector Crisisbeheersing & Rampenbestrijding heeft als taken:

    • a.

      het opstellen van het Regionaal Beleidsplan, het Risicoprofiel en het Crisisplan als bedoeld in de artikelen 14 tot en met 16 van de Wet veiligheidsregio’s;

    • b.

      het opstellen en actualiseren van rampbestrijdingsplannen, coördinatieplannen en regelingen met betrekking tot rampenbestrijding en crisisbeheersing;

    • c.

      het coördineren van de voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing waaronder de multidisciplinaire opleiding, training en oefening van eenheden, staven en kernfunctionarissen;

    • d.

      het coördineren door de cluster Bevolkingszorg van de voorbereiding van de gemeentelijke bevolkingszorgtaken in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing;

    • e.

      het op projectbasis integraal ontwikkelen en voorbereiden van overige multidisciplinaire plannen over crisisbeheersing, rampenbestrijding en fysieke veiligheid en de uitvoering hiervan te bewaken en te evalueren;

    • f.

      de organisatie van de multidisciplinaire informatie- en communicatievoorzieningen;

    • g.

      de organisatie van de risico en crisiscommunicatie;

  • 5.

    Aan de sector Bedrijfsvoering van de Brandweer zijn de volgende taken opgedragen:

    • a.

      bestuursondersteuning voor de veiligheidsregio;

    • b.

      juridische advisering- en control voor de veiligheidsregio;

    • c.

      strategische advisering voor de veiligheidsregio;

    • d.

      de ondersteuning van de brandweer op het gebied van strategische beleidsadvisering, juridische advisering- en control, communicatie en voorlichting en secretariële taken.

Artikel 8 De secretaris

  • 1.

    De secretaris staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van de veiligheidsregio terzijde bij de uitoefening van hun taak.

  • 2.

    De secretaris draagt onverminderd de verantwoordelijkheden van de voorzitter zorg voor een goede, tijdige en integrale voorbereiding van de vergaderingen van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur.

  • 3.

    De secretaris is verantwoordelijk voor een snel en adequaat verloop van de procedures die noodzakelijk zijn voor het besluitvormingsproces in het bestuur. Als zich hierbij problemen voordoen legt hij dat voor aan het dagelijks bestuur.

  • 4.

    De secretaris draagt er zorg voor dat de besluiten van de bestuursorganen worden vastgelegd en dat er presentielijsten van de vergaderingen van het dagelijks- en algemeen bestuur worden bijgehouden.

  • 5.

    De secretaris is gerechtigd de inlichtingen in te winnen die hij voor een goede vervulling van zijn taak nodig heeft.

  • 6.

    De secretaris legt over de uitoefening van zijn taken als secretaris veiligheidsregio verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur.

 

Artikel 9 De directeur Veiligheidsregio

  • 1.

    De directeur veiligheidsregio is belast met de coördinatie van de multidisciplinaire taken van de veiligheidsregio.

  • 2.

    De directeur veiligheidsregio is voorzitter van de veiligheidsdirectie.

  • 3.

    De directeur veiligheidsregio stemt de taakuitoefening op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding door de commandant brandweer, de directeur publieke gezondheid, de politiechef en de coördinerend gemeentesecretaris af zonder in hun wettelijke bevoegdheden ten aanzien van de taakuitoefening van deze functionarissen te treden.

 

Artikel 10 De commandant brandweer

  • 1.

    De commandant brandweer is hoofd van de brandweer, geeft daaraan leiding en is verantwoordelijk voor de vervulling van de daaraan opgedragen taken.

  • 2.

    De commandant is verantwoordelijk voor de vervulling van zijn wettelijke taken.

  • 3.

    De commandant brandweer is verantwoordelijk voor de multidisciplinaire risicobeheersing, operationele voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en informatievoorziening.

  • 4.

    De commandant brandweer legt verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur.

 

Artikel 11 De directeur publieke gezondheid

  • 1.

    De directeur publieke gezondheid is hoofd van het bureau GHOR, geeft daaraan leiding en is verantwoordelijk voor de vervulling van de daaraan opgedragen taken.

  • 2.

    De directeur Publieke Gezondheid is verantwoordelijk voor de vervulling van zijn wettelijke taken.

  • 3.

    De directeur Publieke Gezondheid legt verantwoording af aan het dagelijks bestuur.

 

Artikel 12 De eenheidschef Oost Brabant Nationale Politie

  • 1.

    De eenheidschef Oost-Brabant Nationale Politie is belast met:

    • a.

      het beheer van de Meldkamer Oost-Brabant dat omvat de exploitatie van het gebouw en de technische infrastructuur en het genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening.

    • b.

      het aanbieden, instandhouden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatie- en informatiemogelijkheden en- voorzieningen waardoor de hulpverleningsdiensten hun inzet efficiënt en effectief kunnen aansturen.

  • 2.

    De politiechef legt verantwoording af aan het dagelijks bestuur.

 

 

Artikel 13 De coördinerend gemeentesecretaris

  • 1.

    De coördinerend gemeentesecretaris is daartoe, met instemming van de Kring van gemeentesecretarissen van de gemeenten die samenwerken in de Veiligheidsregio Brabant-Noord, door het dagelijks bestuur aangewezen.

  • 2.

    De coördinerend gemeentesecretaris is belast met de afstemming van de voorbereiding, waaronder planvorming, opleiding, training en oefening van de aan de gemeenten opgedragen rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsprocessen (bevolkingszorgtaken).

  • 3.

    De coördinerend gemeentesecretaris legt verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur en rapporteert aan de Kring van gemeentesecretarissen over de uitoefening zijn of haar taken.

 

Artikel 14 De functionaris gemeentelijke oriëntatie

  • 1.

    De functionaris gemeentelijke oriëntatie is daartoe, met instemming van de Kring van gemeentesecretarissen van de gemeenten die samenwerken in de Veiligheidsregio Brabant-Noord, door het dagelijks bestuur aangewezen.

  • 2.

    De functionaris gemeentelijke oriëntatie is belast met de inbreng van een bredere oriëntatie op de wensen en belangen van de deelnemende gemeenten als opdrachtgever van de veiligheidsregio.

  • 3.

    De functionaris gemeentelijke oriëntatie legt verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur en rapporteert aan de Kring van de gemeentesecretarissen over de uitoefening van zijn of haar taken.

 

Artikel 15 Controlfunctie

  • 1.

    De brandweer, de GHOR en de MKOB dragen zorg voor de inrichting van de eigen controlfunctie en de uitvoering van de controlling van de aan hen opgedragen taken en werkzaamheden en de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de onder de verantwoordelijkheid van de betreffende organisatorische onderdelen vallende hoofdstukken van de programmabegroting van de Veiligheidsregio.

  • 2.

    De commandant brandweer, de directeur publieke gezondheid en de politiechef zijn ieder afzonderlijk verantwoordelijk voor de in lid 1 genoemde rechtmatige en doelmatige uitvoering van de onder hun verantwoordelijkheid vallende hoofdstukken van de programmabegroting.

  • 3.

    De controller van de brandweer is, onder verantwoordelijkheid van de secretaris van het bestuur, belast met de bundeling van de afzonderlijke hoofdstukken van de programmabegroting, de management- en bestuursrapportages, de jaarrekening en het jaarverslag.

  • 4.

    Voor de bundeling van de afzonderlijke hoofdstukken van het beleidskader, de programmabegroting, de management- en bestuursrapportages, de jaarrekening en het jaarverslag kan de controller van de brandweer aan de controllers van de GGD Hart voor Brabant en de Nationale Politie richtlijnen geven over tijdigheid, volledigheid en transparantie waaraan deze afzonderlijke hoofdstukken moeten voldoen.

  • 5.

    De controller van de brandweer is vanuit de rol als bedoeld in het derde en vierde lid, bevoegd aan het dagelijks bestuur te rapporteren over de betrouwbaarheid van de informatie als bedoeld in lid 4.

 

Artikel 16 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Veiligheidsdirectie

  • 1.

    De leden van de veiligheidsdirectie zijn ieder voor zich afzonderlijk verantwoordelijk voor hun eigen organisatieonderdeel met het daaraan opgedragen takenpakket.

  • 2.

    De veiligheidsdirectie als geheel bevordert in onderlinge collegiale samenwerking de integraliteit van de organisatieonderdelen die de Veiligheidsregio vormen door:

    • a.

      zorg te dragen voor de coördinatie van de aan hun organisatieonderdeel c.q. hun functionarissen opgedragen taken en voor de kwaliteit van de ambtelijke producten;

    • b.

      een strategische visie op de organisatie te ontwikkelen, zowel ten aanzien van de hoofdlijnen van beleid als ten aanzien van de organisatieontwikkeling;

    • c.

      zorg te dragen voor een gecoördineerde en geïntegreerde inbreng van maatschappelijke ontwikkelingen, rijksbeleid en bestuurlijke inzichten in de beleidsontwikkeling, voorbereiding en uitvoering;

    • d.

      te bewaken dat beleidsprocessen, waar onder de budgetcyclus en beleidsplannen, verlopen conform door het bestuur vastgestelde kaders.

  • 3.

    De veiligheidsdirectie wijst een ambtelijk secretaris aan die de veiligheidsdirectie ondersteunt.

  • 4.

    De veiligheidsdirectie adviseert gevraagd en ongevraagd de voorzitter en het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio.

  • 5.

    De veiligheidsdirectie als geheel en haar individuele leden kunnen voorstellen doen voor het ontwikkelen van beleid.

  • 6.

    De voorbereiding van de in lid 1 bedoelde voorstellen vindt zoveel mogelijk plaats in gezamenlijkheid tussen de organisatieonderdelen.

  • 7.

    Besluitvorming door de leden van de veiligheidsdirectie geschiedt bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Adviseurs van de veiligheidsdirectie hebben een raadgevende stem.

 

Hoofdstuk 3: De structuur van de organisatieonderdelen

 

 

Artikel 17 Sector Crisisbeheersing & Rampenbestrijding

  • 1.

    De ambtelijke organisatie van de sector Crisisbeheersing & Rampenbestrijding staat onder leiding van een sectorhoofd.

  • 2.

    In de sector Crisisbeheersing & Rampenbestrijding wordt voor de multidisciplinaire doelstellingen projectmatig samengewerkt. Hiertoe worden relevante projectplannen door de Veiligheidsdirectie vastgesteld op basis van het Regionaal Beleidsplan.

  • 3.

    De uitvoering hiervan geschiedt door tijdelijk beschikbaar gestelde menskracht door en vanwege de brandweer, de GHOR, de Nationale Politie, de in de Veiligheidsregio Brabant-Noord samenwerkende gemeenten, het waterschap en defensie en andere openbare lichamen.

  • 4.

    Het sectorhoofd Crisisbeheersing en Rampenbestrijding en de commandant brandweer regelen de onderlinge afstemming voor de taken die de sector Crisisbeheersing en Rampenbestrijding verricht ten behoeve van het onderdeel brandweer.

  • 5.

    Het sectorhoofd Crisisbeheersing en Rampenbestrijding en de coördinerend gemeentesecretaris regelen de onderlinge afstemming van de taken die de cluster Bevolkingszorg verricht.

  • 6.

    De brandweer draagt vanuit het begrotingsprogramma brandweer zorg voor de huisvesting, ondersteuning met informatie- en communicatietechnologie en administratieve ondersteuning van sector Crisisbeheersing en Rampenbestrijding.

 

Artikel 18 Brandweer

  • 1.

    De ambtelijke organisatie van de brandweer staat onder leiding van de commandant brandweer en bestaat uit sectoren op het terrein van: Risicobeheersing, Incidentbestrijding, Crisisbeheersing & rampenbestrijding, Ondersteuning Brandweer Processen en Bedrijfsvoering.

  • 2.

    Elke sector wordt geleid door een sectorhoofd die verantwoording aflegt aan de commandant.

  • 3.

    De sectorhoofden kunnen teams of onderdelen instellen die worden geleid door respectievelijk een teamleider of een coördinator die beiden verantwoording afleggen aan het sectorhoofd.

  • 4.

    De uitrukposten worden geleid door een postcommandant die rapporteren aan de teamleider Incidentbestrijding.

  • 5.

    De commandant brandweer en de sectorhoofden vormen het korpsmanagementteam van de brandweer.

  • 6.

    De commandant wijst een secretaris aan voor het korpsmanagementteam.

  • 7.

    De commandant kan, als hij dit nodig vindt, de samenstelling van het korpsmanagementteam wijzigen.

 

Artikel 19 Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR)

  • 1.

    De ambtelijke organisatie van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio staat onder leiding van de directeur publieke gezondheid en bestaat uit het bureau GHOR.

  • 2.

    De functie en de daarbij behorende taken van de directeur publieke gezondheid zijn opgedragen aan de directeur van de GGD Hart voor Brabant.

  • 3.

    De uitvoering van de werkzaamheden van het bureau GHOR worden uitbesteed aan de GGD Hart voor Brabant.

  • 4.

    Met betrekking tot de uitvoering van de taken sluit het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord een dienstverleningsovereenkomst met de GGD Hart voor Brabant.

  • 5.

    In de dienstverleningsovereenkomst als bedoeld in lid 4, worden bepalingen opgenomen met betrekking tot de door de GGD Hart voor Brabant te verlenen diensten, de vergoeding van de daartoe te maken kosten, de inrichting van het hoofdstuk taken geneeskundige hulpverlening in het beleidskader, de programmabegroting, de jaarrekening, het jaarverslag en management- en bestuursrapportage waarin rekenschap wordt gegeven voor de geleverde prestaties.

 

Artikel 20 Meldkamer Oost-Brabant (MKOB)

  • 1.

    De uitvoering van de bedrijfsvoeringswerkzaamheden van de meldkamer wordt uitbesteed aan de Nationale Politie. Het betreft de volgende werkzaamheden:

    • a.

      het beheer van de meldkamer dat omvat de exploitatie van het gebouw en de technische infrastructuur en het genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening.

    • b.

      het aanbieden, instandhouden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatie- en informatiemogelijkheden en- voorzieningen waardoor de hulpverleningsdiensten hun inzet efficiënt en effectief kunnen aansturen.

  • 2.

    De functie en de daarbij behorende taken van de directeur Meldkamer zijn opdragen aan de politiechef.

  • 3.

    Met betrekking tot de uitvoering van de technische en bedrijfsvoeringstaken van de meldkamer sluit het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord een dienstverlenings¬overeenkomst met de Nationale Politie.

  • 4.

    In de dienstverleningsovereenkomst als bedoeld in lid 3, worden bepalingen opgenomen met betrekking tot de door de Nationale Politie te verlenen diensten, de vergoeding van de daartoe te maken kosten, de inrichting van het hoofdstuk taken geneeskundige hulpverlening in het beleidskader, de programmabegroting, de jaarrekening, het jaarverslag en management- en bestuursrapportage waarin rekenschap wordt gegeven voor de geleverde prestaties.

  • 5.

    De brandweer, de GGD Hart voor Brabant, de RAV Brabant Midden-West-Noord, de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost en de GGD Brabant-Zuidoost kunnen met de Nationale Politie overeenkomen dat medewerkers van hen werkzaamheden ten behoeve van de meldkamer verrichten.

  • 6.

    Met betrekking tot de uitvoering van de in lid 5 bedoelde taken sluit de Nationale Politie met de betreffende organisatie een dienstverleningsovereenkomst.

  • 7.

    De meldkamer heeft een managementteam bestaande uit de door de eenheidschef Oost-Brabant Nationale Politie, respectievelijk de directeur RAV Brabant Midden-West-Noord, de directeur GGD Brabant-Zuidoost, de commandant Brandweer Brabant-Zuidoost en de commandant Brandweer Brabant-Noord aangewezen functionarissen.

  • 8.

    8. Het managementteam meldkamer is belast met de afstemming van de gemeenschappelijke taken, informatievoorziening en huisvesting alsmede de taakuitvoering door de meldkamers politie, brandweer en ambulancezorg.

  • 9.

    9. Het managementteam van de meldkamer en rapporteert daartoe aan de eenheidschef Oost Brabant van de Nationale Politie.

 

Hoofdstuk 4: Werkwijze organisatie

 

 

Artikel 21 Producten jaarcyclus

De jaarlijkse budgetcyclus kent de volgende producten:

  • a.

    het beleidskader

  • b.

    de programmabegroting

  • c.

    de bestuursrapportage

  • d.

    de jaarrekening en het jaarverslag

Ter uitwerking hiervan worden de volgende documenten opgesteld:

  • e.

    het werkplan per organisatieonderdeel

  • f.

    managementrapportage

 

Artikel 22 Uitwerking jaarlijkse budgetcyclus

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur stelt het beleidskader en de programmabegroting vast en geeft het dagelijks bestuur daarmee opdracht om het beleid uit te voeren.

  • 2.

    De organisatieonderdelen rapporteren over de inhoudelijke en financiële uitvoering van de programmabegroting tussentijds aan het dagelijks bestuur in het najaar via de managementrapportage.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur rapporteert over de inhoudelijke en financiële uitvoering van de programmabegroting tussentijds aan het algemeen bestuur in het najaar via de bestuursrapportage.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur legt verantwoording af aan het algemeen bestuur over het in dat jaar gevoerde beleid via het jaarverslag en de jaarrekening.

 

Artikel 23 Attributie, delegatie en mandaat

Naast –voor zover van toepassing– de bevoegdheidsverdeling op grond van attributie en delegatie, zal bij de verdeling van taken en bevoegdheden in de ambtelijke organisatie het uitgangspunt van mandaat worden toegepast voor zover het uitvoerende taken betreft, binnen het kader van beleid dat door het bestuur is vastgesteld. Niet expliciet gemandateerde bevoegdheden worden door het Dagelijks Bestuur zelf uitgeoefend.

 

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

 

 

Artikel 24 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 19 december 2019.

  • 2.

    Dit besluit vervangt het organisatiebesluit dat door het Dagelijks Bestuur op 24 oktober 2018 is vastgesteld.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: “Organisatiebesluit Veiligheidsregio Brabant-Noord”

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur voornoemd,

d.d. 18 december 2019,

 

 

Drs. J.M.L.N. Mikkers, voorzitter

Drs. M.J.H. van Schaijk, secretaris