Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Ronde Venen

Besluit mandaat, machtiging en volmacht in verband met Wet wijziging woonplaatsbeginsel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Ronde Venen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit mandaat, machtiging en volmacht in verband met Wet wijziging woonplaatsbeginsel
CiteertitelBesluit mandaat, machtiging en volmacht in verband met Wet wijziging woonplaatsbeginsel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit mandaatbesluit eindigt van rechtswege op het moment dat de zorgverlening aan de jeugdige op grond van artikel 3 van dit besluit eindigt, doch uiterlijk op 1 januari 2023. De vastgestelde geldigheidsduur laat onverlet de mogelijkheid van de Gemeente om het mandaat te allen tijde in te trekken conform artikel 10:8 Awb.

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 160 van de Gemeentewet
  3. artikel 171 van de Gemeentewet
  4. titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-2021nieuwe regeling

23-11-2021

gmb-2021-468802

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit mandaat, machtiging en volmacht in verband met Wet wijziging woonplaatsbeginsel

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente de Ronde Venen (hierna ’de Gemeente).

 

Gelet op de wettelijke voorschriften, in het bijzonder afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 160 en 171 van de Gemeentewet en titel 3 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

 

IN AANMERKING NEMENDE DAT

 

  • De Gemeente op grond van de Jeugdwet een zorgplicht heeft en ervoor dient te zorgen dat jeugdigen die dat nodig hebben passende jeugdhulp kunnen ontvangen;

  • Met ingang van 1 januari 2022 de ‘Wet wijziging woonplaatsbeginsel’ (hierna: de Wet) in werking treedt, waarmee niet langer de woonplaats van de gezaghebber van de jeugdige bepalend is bij het vaststellen welke gemeente verantwoordelijk is;

  • In geval van ambulante zorgverlening met ingang van 1 januari 2022 de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven (in het BRP) (financieel) verantwoordelijk wordt;

  • In geval van verblijfszorg met ingang van 1 januari 2022 de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven (BRP en andere bronnen) direct voorafgaand aan de start van het zorgtraject (financieel) verantwoordelijk wordt;

  • Artikel 10.1 van de Wet overgangsrecht behelst, luidende:

    • “1.

      Indien de woonplaats van een jeugdige is bepaald met toepassing van artikel 1.1. onder <<woonplaats>>, zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel, en deze ten gevolge van de inwerkingtreding van deze wet wijzigt, heeft die jeugdige recht op voortzetting van de voor inwerkingtreding van deze wet aangevangen jeugdhulp met dezelfde voorwaarden en tarieven bij dezelfde jeugdhulpaanbieder tot ten hoogste een jaar na de inwerkingtreding van deze wet, met dien verstande dat het college van de gemeente waar de jeugdige zijn woonplaats, bedoeld in artikel 1.1, heeft verantwoordelijk wordt voor die jeugdhulp.

    • 2.

      De periode van een jaar, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op pleegzorg. Indien de jeugdhulp pleegzorg betreft, draagt het college dat ingevolge het eerste lid voor de pleegzorg verantwoordelijk wordt ervoor zorg dat de pleegzorg wordt voortgezet bij dezelfde pleegouders, tenzij dat niet tot verantwoorde hulp zou leiden.

    • 3.

      Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing indien het in het eerste lid eerstgenoemde college had ingestemd met het verlenen van pleegzorg die nog niet was aangevangen voor of op de datum van inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel.

    • 4.

      Het college dat ingevolge het eerste lid verantwoordelijk wordt voor de voortzetting van de jeugdhulp draagt er, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is, zorg voor dat de jeugdhulp kan worden voortgezet bij dezelfde jeugdhulpaanbieder.”

  • Op grond van de Wet een aantal jeugdigen waarmee reeds een zorgtraject is aangevangen via de tot 1 januari 2022 verantwoordelijke gemeente met ingang van 1 januari 2022 de verantwoordelijkheid van deze (nieuwe) Gemeente wordt;

  • De Gemeente op grond van het overgangsrecht gehouden is de reeds gestarte jeugdzorg tot maximaal 1 januari 2023 voort te zetten bij de jeugdhulpaanbieder waar de zorg reeds is gestart;

  • De Gemeente in dit kader onder de hieronder opgenomen voorwaarden een mandaat, volmacht en machtiging aan de gemeente die tot 1 januari 2022 verantwoordelijk was voor de jeugdige wenst te verlenen om de reeds gestarte zorgverlening voort te blijven zetten op de wijze en onder de voorwaarden zoals in dit mandaat opgenomen.

BESLUIT

 

Vast te stellen het navolgende mandaat, machtiging en volmacht:

Artikel 1: Mandaat, machtiging en volmacht

  • 1.

    Aan het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van gemeente Diemen (hierna: Mandaatnemer) wordt mandaat verleend tot het namens en onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester van de Gemeente de Ronde Venen nemen van besluiten en het ondertekenen van die besluiten ter uitoefening van de bevoegdheden zoals vermeld in artikel 3 van dit besluit.

  • 2.

    Waar in dit besluit wordt gesproken over mandaat, dient, tenzij anders is bepaald, daaronder tevens te worden begrepen machtiging en volmacht.

  • 3.

    Voor zover van toepassing omvat de bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen tevens de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

Artikel 2: Ondermandaat

  • 1.

    De mandaatnemer is uitsluitend bevoegd intern (binnen de eigen gemeentelijke organisatie) ondermandaat te verlenen. Hierbij is de (interne) mandaatregeling, dan wel zijn de (interne) mandaatbesluiten, dan wel de bestaande bevoegdheidsverdelingen van de mandaatnemer die van kracht waren op 1 januari 2022, onverkort van toepassing. De ondermandaatnemer kan de hem toegekende bevoegdheden niet door mandateren.

  • 2.

    De mandaatnemer is niet bevoegd op andere wijze dan in dit mandaatbesluit voorzien de verkregen bevoegdheid over te dragen.

Artikel 3: Reikwijdte mandaat

  • 1.

    Op grond van de Wet wordt de Gemeente per 1 januari 2022 verantwoordelijk voor een aantal jeugdigen, die tot 1 januari 2022 onder de verantwoordelijkheid van de mandaatnemer vielen. De Gemeente zal mandaatnemer uiterlijk 31 december 2021 een overzicht verstrekken welke jeugdigen dit betreft (hierna: Jeugdigen).

  • 2.

    Mandaatnemer is op grond van dit mandaatbesluit bevoegd en gehouden alle benodigde (rechts)handelingen te verrichten teneinde ervoor zorg te dragen dat reeds aangevangen jeugdhulp aan de onder lid 1 van dit artikel gespecificeerde Jeugdigen - bij de jeugdhulpaanbieder waar de jeugdige op dat moment in zorg is- wordt voortgezet. Voornoemde voortzettingsverplichting geldt voor de producten/diensten en onder de tarieven en voorwaarden zoals deze op 1 januari 2022 met jeugdhulpaanbieder zijn overeengekomen voor die jeugdige, gedurende de periode waarvoor mandaatnemer die jeugdhulp had toegekend of ermee had ingestemd, tot ten hoogste een jaar na inwerkingtreding van de Wet, te weten 1 januari 2023.

  • 3.

    Het is de mandaatnemer niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Gemeente wijzigingen door te voeren ten aanzien van de producten/diensten, tarieven danwel voorwaarden waaronder jeugdhulp wordt verleend aan de Jeugdigen.

  • 4.

    Het is mandaatnemer uitdrukkelijk niet toegelaten andere besluiten te nemen dan die waarvoor het mandaat is verleend, c.q. over andere jeugdigen te beslissen dan over die Jeugdigen waarvoor een veranderde situatie optreedt als gevolg van het wijzigen van de Wet.

  • 5.

    De Gemeente is gehouden de kosten voor de in lid 1 en 2 van dit artikel gespecificeerde jeugdhulp te vergoeden aan de mandaatnemer.

  • 6.

    Facturen van de gemeente Diemen die voldoen aan de voorgaande criteria wordt gemaild naar crediteuren@derondevenen.nl o.v.v. 567201 kosten jeugdzorg.

Artikel 4: Ondertekeningsbevoegdheid

Het mandaat omvat de bevoegdheid tot ondertekening van de gelet op de in artikel 3 genoemde taken noodzakelijke besluiten namens het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente dan wel de burgemeester van de Gemeente.

Artikel 5: Geldigheidsduur

Dit mandaatbesluit eindigt van rechtswege op het moment dat de zorgverlening aan de jeugdige op grond van artikel 3 van dit besluit eindigt, doch uiterlijk op 1 januari 2023. De vastgestelde geldigheidsduur laat onverlet de mogelijkheid van de Gemeente om het mandaat te allen tijde in te trekken conform artikel 10:8 Awb.

Artikel 6: Eerdere besluiten en inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking daarvan in het door de Gemeente.

Artikel 7: Slotbepaling

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Besluit mandaat, machtiging en volmacht in verband met Wet wijziging woonplaatsbeginsel’.

Mijdrecht, 23 november 2021

Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen,

de secretaris,

Ruud Kleijnen

de burgemeester,

Maarten Divendal

De burgemeester van De Ronde Venen,

Maarten Divendal

Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking daarvan schriftelijk en gemotiveerd bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester van Gemeente de Ronde Venen postbus 250, 3640 AG te Mijdrecht.

 

 

Toelichting

  • 1.

    “Besluit mandaat, machtiging en volmacht in verband met Wet wijziging woonplaatsbeginsel”; Met dit mandaatbesluit beoogt de gemeente die op grond van de wijziging van het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk wordt voor de jeugdige de gemeente die verantwoordelijk was voor de jeugdige te mandateren om de zorgverlening voort te zetten in lijn met het overgangsrecht opgenomen in de Wet wijziging Woonplaatsbeginsel.

     

  • 2.

    “Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente de Ronde Venen (hierna ’de Gemeente).”; De gemeente voert de verplichtingen uit hoofde van de Jeugdwet zelf uit. Daarom is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het nemen van besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke handelingen (zoals het sluiten van overeenkomsten met jeugdhulpaanbieders). Dat volgt uit artikel 160 lid 1 onder e van de Gemeentewet. De burgemeester is bevoegd tot het ondertekenen van de overeenkomsten waarin de privaatrechtelijke handeling is gevat. Dat vloeit voort uit artikel 171 van de Gemeentewet, waarin is bepaald dat de burgemeester de gemeente in en buiten rechte vertegenwoordigt.

     

  • 3.

    Artikel 2 staat een ondermandaat binnen de gemeentelijke organisatie toe. Dat betekent dat alleen medewerkers van de gemeente uitvoering mogen geven aan dit mandaat. Overdracht van de gemandateerde bevoegdheid aan externen is niet mogelijk.

     

  • 4.

    In artikel 3 lid 3 is een beperking van het mandaat opgenomen. De reden hiervoor is dat de Gemeente inspraak heeft in geval er wijzigingen optreden in de voorwaarden.