Organisatie | Noordoostpolder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening jeugdhulp gemeente Noordoostpolder 2022 |
Citeertitel | Verordening jeugdhulp gemeente Noordoostpolder 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Jeugdhulp gemeente Noordoostpolder 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 29-11-2021 | 21.0005562 |
De raad van de gemeente Noordoostpolder;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 september 2021, no. 21.0005562;
gezien het advies van de raadscommissie samenlevingszaken van 25 oktober 2021;
gezien het advies van Participatieraad Sociaal domein van 6 september 2021;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet; alsmede gelet op artikel 156 van de Gemeentewet;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In de verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Budgetplan: een plan met daarin de motivatie van ouders of jeugdigen waarom een persoonsgebonden budget gewenst is. In dit plan maken ouders of jeugdigen inzichtelijk welke jeugdhulp deze wil inkopen voor het beschikbare budget, het bedrag dat per ondersteuner besteed gaat worden, welke resultaten ouders of jeugdigen wil bereiken en hoe de jeugdhulp hieraan bijdraagt;
Cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
Professionele organisatie: een organisatie, die is ingeschreven in het handelsregister conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en/of bij de Kamer van Koophandel (KvK) als zijnde jeugdhulpverlener en die voldoet aan de geldende kwaliteitseisen voor in ieder geval de medewerkers die bij de organisatie in dienst zijn, waaronder de verplichte registratie jeugdprofessionals;
ZZP-er: een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, is ingeschreven in het handelsregister conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en/of bij de KvK als zijnde jeugdhulpverlener en voldoet aan de geldende kwaliteitseisen. Waaronder de verplichte registratie voor jeugdprofessionals. Bij de vaststelling of er sprake is van een ondernemer gelden in ieder geval de volgende criteria:
HOOFDSTUK 2 TOEGANG TOT JEUGDHULP
HOOFDSTUK 3 BEOORDELING VAN DE AANSPRAAK OP MAATWERKVOORZIENINGEN
HOOFDSTUK 4 AFSTEMMING MET ANDERE VOORZIENINGEN
Artikel 4.2 Gecertificeerde instellingen
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen over:
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4 tweede lid onderdeel b van de wet.
HOOFDSTUK 6 WAARBORGEN VERHOUDING PRIJS EN KWALITEIT
Artikel 6.1 Verhouding prijs en kwaliteit
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven voor de te leveren jeugdhulp of uit te voeren jeugdbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met de volgende kostprijselementen:
HOOFDSTUK 7 REGELS BESTRIJDING MISBRUIK OF ONEIGENLIJK GEBRUIK
Artikel 7.2 Informatieplicht college
Het college informeert ouders en jeugdigen in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een maatwerkvoorziening (in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget) zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Artikel 7.3 Medewerkingsplicht
De jeugdhulpverlener, budgethouder en/of derde aan wie het persoonsgebonden budget wordt besteed zijn desgevraagd verplicht aan het college en/of de toezichthouder verantwoording af te leggen over de geboden jeugdhulp. Onder de derde wordt tevens een aan die derde gelieerde (rechts)persoon verstaan.
Artikel 7.5 Opschorting betaling persoonsgebonden budget aan Sociale Verzekeringsbank
Het college kan de betaling van het persoonsgebonden budget aan de Sociale Verzekeringsbank of de derde geheel of gedeeltelijk opschorten voor ten hoogste 13 weken als er een gegrond vermoeden bestaat dat niet of onvoldoende wordt voldaan aan verplichtingen die voortvloeien uit artikel 8.1.4, eerste lid aanhef e onder a, d of e, van de wet.
Artikel 7.6 Verzoek aan Sociale Verzekeringsbank opschorting betaling persoonsgebonden budget
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank verzoeken tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste 13 weken van een betaling uit het persoonsgebonden budget als er een gegrond vermoeden bestaat dat niet of onvoldoende wordt voldaan aan verplichtingen die voortvloeien uit artikel 8.1.4, eerste lid aanhef e onder a, d of e, van de wet.
Artikel 7.7 Opschorting levering maatwerkvoorziening
Het college kan de levering van een maatwerkvoorziening geheel of gedeeltelijk opschorten voor ten hoogste 13 weken als er een gegrond vermoeden bestaat dat door de jeugdige en/of zijn ouder(s) niet of onvoldoende wordt voldaan aan verplichtingen die voortvloeien uit artikel 8.1.4, eerste lid aanhef e onder a, d of e, van de wet.
HOOFDSTUK 8 BEËINDIGING, HERZIENING, INTREKKING EN TERUGVORDERING
Artikel 8.1 Beëindiging van besluiten
Behoudens artikel 8.1.4 van de wet kan het college een toegekende aanspraak op een maatwerkvoorziening dan wel persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk beëindigen, als:
Artikel 8.2 Herzien of intrekken van besluiten
Naar analogie van artikel 8.12 van de wet, doet de jeugdige en/of zijn ouder(s) aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten of omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij aanleiding kunnen zijn tot een heroverweging van een besluit.
Het college kan een besluit herzien of intrekken als blijkt dat de jeugdige en/of zijn ouder(s) niet of onvoldoende heeft voldaan aan de verplichtingen genoemd in de wet of die bij of krachtens deze verordening van toepassing zijn waaronder inbegrepen het niet nakomen van de verplichtingen die rechtstreeks voortvloeien uit het persoonsgebonden budget.
HOOFDSTUK 9 INSPRAAK EN KLACHTENAFHANDELING
Artikel 9.1 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 10.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige en/of zijn ouder(s) afwijken van hetgeen in deze verordening is bepaald, voor zover toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en de op deze verordening berustende vigerende Besluit geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid zoals is neergelegd in het plan als bedoeld in artikel 2.2 van de wet wordt periodiek geëvalueerd. Als de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college rapporteert voor de evaluatie over de doeltreffendheid en de effectiviteit van de verordening in de praktijk.
Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening Jeugdhulp gemeente Noordoostpolder 2019 ingetrokken met dien verstande dat besluiten welke zijn genomen op grond van die verordening met de daarbij behorende rechten en plichten in stand blijven, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het toekenningsbesluit van de maatwerkvoorziening wordt ingetrokken.