Organisatie | Oudewater |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Oudewater |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Oudewater |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 140
Gedelegeerde regelgeving: Subsidie Uitgangspunten Notitie (SUN) 2012, vastgesteld door burgemeester en wethouders op 27 september 2011.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-10-2007 | 13-11-2013 | Ingetrokken | 31-10-2013 | D5-180 | |
24-10-2007 | Nieuwe regeling | 04-10-2007 IJsselbode, 16-10-2007 | Raad onbekend Decos 058 |
Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- Subsidie Uitgangspunten Notitie (SUN):de door burgemeester en wethouders vastgestelde notitie omvattende de te hanteren subsidiesystematiek alsmede de criteria en beleidsregels die van toepassing zijn op het subsidieproces;
- Instelling: organisatie die subsidie is verleend op basis van de SUN en deze verordening, of daarvoor in aanmerking wil komen;
- Budgetsubsidie: vorm van subsidiëring waarbij vooraf door de budgetgever voor een bepaalde periode een maximum bedrag aan middelen ten behoeve van een zeker niveau van activiteiten en/of prestaties wordt toegekend;
- Incidentele subsidie: vorm van subsidiëring waarbij door de budgetgever voor de periode van maximaal één jaar, of voor een éénmalige gebeurtenis, een maximum bedrag aan middelen wordt toegekend ten behoeve van een bepaald niveau van activiteiten en/of prestaties;
- Subsidieprogramma: het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde programma dat een overzicht geeft van de verleende subsidies in een bepaalde periode;
- Awb: Algemene wet bestuursrecht, waarin algemene regels ten aanzien van subsidiëring door overheden zijn vastgelegd.
- Activiteitenplan: een op schrift gesteld besluit van het bestuur van een instelling dat subsidie ontvangt, waarin de activiteiten van een instelling zijn opgenomen voor het jaar waarover subsidie wordt aangevraagd.
- Boekjaar: periode van 1 januari tot en met 31 december van elk jaar.
- Jaarverslag: een schriftelijk overzicht van de activiteiten van de instelling en relevante gebeurtenissen in het afgelopen jaar.
- Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor verstrekking van subsidies krachtens deze verordening.
- Subsidieverlening: het toekennen van subsidie voor een bepaalde activiteit, waardoor de instelling aanspraak krijgt op financiële middelen mits zij daadwerkelijk de gesubsidieerde activiteit verricht en zich aan eventueel opgelegde verplichtingen houdt.
- Subsidievaststelling: het definitief vaststellen dat de instelling subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag.
Paragraaf 1 Eisen aan de subsidieaanvraag
De volgende gegevens kunnen worden opgevraagd:
b. een begroting met toelichting voor het komende boekjaar of de betreffende activiteit(en);
c. een jaarrekening met toelichting van het vorige boekjaar, voor zover aanwezig;
d. een actuele balans met toelichting;
e. een actuele ledenlijst, voor zover van toepassing;
f. een werk- of activiteitenrooster van de beroepskrachten, voor zover van toepassing;
Als het een aanvraag voor budgetsubsidie betreft dan dienen daarnaast een meerjarenvisie en meerjarenbegroting te worden overlegd die de gehele periode bestrijken waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Onderdeel daarvan is in ieder geval een plan over de opbouw van het eigen vermogen en de voorzieningen gedurende die periode.
Indien nog niet eerder subsidie is aangevraagd dient de aanvraag tevens vergezeld te gaan van een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd.
Voor zover de aanvragen voor dezelfde begrote uitgaven en/of activiteiten tevens subsidie en/of een financiële bijdrage heeft aangevraagd bij andere bestuursorganen en/of instellingen, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
Paragraaf 1 De subsidieverlening
Subsidie wordt slechts verleend onder het voorbehoud dat de gemeenteraad voldoende middelen ter beschikking stelt.
Voorafgaand aan de subsidievaststelling kan het college van burgemeesters en wethouders beschikken tot subsidieverlening.
Subsidies kunnen, naast de in art. 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen, worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
a. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;
b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor subsidie wordt verleend;
c. de aanvrager doeleinden beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde.
d. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende middelen, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.
e. de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente
Uiterlijk 3 maanden voor de inwerkingtreding van het subsidieprogramma stellen burgemeester en wethouders een overzicht op van de (budget)subsidies die zij voornemens zijn te verlenen.
1. dit overzicht ligt vanaf het moment van bekendmaking 4 weken ter inzage;
2. dit overzicht wordt aan alle betreffende subsidieaanvragers ter beschikking gesteld met een toelichting op de consequenties van het voorgenomen besluit voor de subsidieaanvrager;
3. dit overzicht wordt ter kennisneming aan de commissie Bewonerszaken gezonden;
4. een ieder kan gedurende de in het eerste lid genoemde periode bij burgemeester en wethouders zijn zienswijze naar voren brengen over het bedoelde overzicht;
5. zo spoedig mogelijk na het sluiten van de in het vorige lid bedoelde termijn van ter inzage legging, maar in ieder geval uiterlijk op 1 december voorafgaande aan het aanvangstijdstip van de budgetperiode, wordt het subsidieprogramma door burgemeester en wethouders vastgesteld;
6. binnen 4 weken nadat het subsidieprogramma is vastgesteld zullen burgemeester en wethouders de aanvragers informeren over de gevolgen van het in het vorige lid bedoelde besluit.
Paragraaf 1 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger is, gedurende het tijdvak van de subsidie, verplicht jaarlijks, uiterlijk 6 maanden na afloop van het betreffende jaar de gegevens te overleggen die burgemeester en wethouders noodzakelijk achten voor het afleggen van rekening en verantwoording en de vaststelling van het subsidie.
De volgende gegevens kunnen worden opgevraagd:
a. een jaarrekening met toelichting van het afgelopen boekjaar;
b. een begroting met toelichting voor het komende jaar, in geval van budgetsubsidie slechts voor zover deze afwijkt van de in artikel 6, lid 2, bedoelde meerjarenbegroting;
c. een actuele balans met toelichting;
d. een overzicht van de gehouden activiteiten en bezoekersaantallen en/of deelnemersaantallen van het afgelopen boekjaar;
e. een activiteitenplan voor het komende boekjaar;
f. een werk- of activiteitenrooster van de beroepskrachten voor het komende boekjaar, voor zover van toepassing.
Indien gedurende een boekjaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten, die van invloed zijn op de exploitatie, doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld mededeling aan de subsidiegever onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.
De subsidieontvanger is verplicht aan burgemeester en wethouders toestemming te vragen voor:
a. het oprichten dan wel deelnemen in een rechtspersoon;
b. het wijzigen van de statuten;
c. het in eigendom verwerven, dan wel vervreemden of bezwaren van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien zij mede zijn verworven door middel van subsidiegelden, dan wel de lasten daarvan worden bekostigd uit subsidiegelden;
d. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit subsidie;
e. het aangaan van kredietovereenkomsten en overeenkomsten van geldlening;
f. het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidieontvanger zicht verbindt tot zekerheidstelling van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;
g. het vormen van fondsen en reserveringen;
h. het ontbinden van de rechtspersoon;
i. het doen van aangifte van zijn faillissement of het aanvragen van surseance van betaling;
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieontvanger ook andere dan de in art. 4:37 van de Awb genoemde verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
Paragraaf 1 Intrekking en wijziging
Onverminderd het bepaalde in art. 4:50 kan de subsidie, zolang deze nog niet is vastgesteld, en met inachtneming van een redelijke termijn, worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd indien de subsidieontvanger:
a. niet of niet langer aan de criteria voor subsidieverlening voldoet;
b. niet aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening voldoet;
c. in strijd handelt met de wet;
d. wordt ontbonden, failliet is verklaard of surseance van betaling heeft verkregen.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Algemene Subsidieverordening Oudewater’ en treedt in werking op de achtste dag nadat deze is bekend gemaakt. Daarmee komt de ‘Algemene Subsidieverordening Oudewater’ van 25 september 2003 te vervallen, met dien verstande dat de verordening blijft gelden voor de subsidieverlening over het tijdvak 2004-2007.