Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hulst

Besluit tot het vaststellen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zeeuws-Vlaanderen, versie Hulst, 2022 - 2025 en het Regionaal Preventie- en Handhavingsplan Alcohol, versie Hulst, 2022 - 2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHulst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit tot het vaststellen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zeeuws-Vlaanderen, versie Hulst, 2022 - 2025 en het Regionaal Preventie- en Handhavingsplan Alcohol, versie Hulst, 2022 - 2025
CiteertitelRegionale Nota Gezondheidsbeleid Zeeuws-Vlaanderen, versie Hulst, 2022 – 2025 en Regionaal Preventie- en Handhavingsplan Alcohol, versie Hulst, 2022 - 2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlagenNota Gezondheidsbeleid Zeeuws Vlaanderen Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2026

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022Nieuwe regeling

16-12-2021

gmb-2021-467400

Rb: Nr 252757

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit tot het vaststellen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zeeuws-Vlaanderen, versie Hulst, 2022 - 2025 en het Regionaal Preventie- en Handhavingsplan Alcohol, versie Hulst, 2022 - 2025

De raad van de gemeente Hulst;

BESLUIT:

  • a.

    vaststellen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zeeuws-Vlaanderen, versie Hulst, 2022 – 2025;

  • b.

    vaststellen van het Regionaal Preventie- en Handhavingsplan Alcohol, versie Hulst, 2022 – 2025.

A. Regionale Nota Gezondheidsbeleid Zeeuws-Vlaanderen 2022-2025

Een leven lang gezond & fit in Zeeuws-Vlaanderen!

 

1. Inleiding

Waar het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in de vierjaarlijkse Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) van 2018 nog schreef over de positieve ontwikkelingen op het gebied van volksgezondheid, heeft het nieuwe coronavirus het toekomstscenario veranderd. Het coronavirus maakt dat de focus in Nederland meer dan ooit op de gezondheid ligt; op de effecten voor Nederlanders op de korte en de lange termijn. Het is daarom belangrijk om te kijken naar wat er nu speelt en hoe we samen de pandemie het hoofd kunnen bieden. Ook is het belangrijk om vooruit te blijven kijken en niet uit het oog te verliezen welke stappen zijn gezet en wat wij nog meer kunnen doen om onze gezondheid verder te versterken. De huidige programma’s1 van het kabinet en gemeenten helpen hier al bij. Dit schrijft staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Paul Blokhuis, op 25 mei 2020 aan de Tweede Kamer. Hij biedt met zijn brief de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid 2020-2024 aan.

VTV-2018: Een gezond vooruitzicht

Het RIVM stelt in de VTV-2018 ‘Een gezond vooruitzicht’ nog dat het goed gaat met onze volksgezondheid. We worden steeds ouder en de meeste mensen voelen zich gezond en niet beperkt. De grote toekomstige opgaven waar we voor staan hebben deels te maken met het toenemend aantal ouderen. Hierdoor stijgt het aantal mensen met chronische aandoeningen en sociale problemen, zoals eenzaamheid. Door deze ontwikkelingen ontstaat er meer druk op zowel de formele als de informele zorg. Zorgvoorzieningen komen het meest onder druk te staan in de zogenaamde krimpregio’s.

 

Naast de vergrijzing zijn er nieuwe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op onze volksgezondheid, zoals een toenemende druk op ons dagelijks leven. Dit kan stress en gezondheidsproblemen veroorzaken. Zo ervaren scholieren en studenten steeds meer prestatiedruk. Ook op de arbeidsmarkt zijn er ontwikkelingen die kunnen leiden tot meer druk en stress, zoals de steeds grotere invloed van de 24-uurseconomie en de verdere flexibilisering van arbeidsrelaties. Vooral voor de groep mensen die werk, zorg voor de kinderen en mantelzorg moet combineren, lijkt de druk hoger op te lopen.

 

Op het gebied van leefstijl zijn er zowel gunstige als ongunstige toekomstige ontwikkelingen. Minder mensen roken en meer mensen bewegen. Daar staat tegenover dat meer mensen te zwaar zijn. Ongezond gedrag is verantwoordelijk voor bijna 20 procent van de ziektelast. Roken is hiervan de belangrijkste oorzaak. Een ongezond binnen- en buitenmilieu veroorzaakt 4 procent van de ziektelast, met luchtverontreiniging als de belangrijkste oorzaak. Ongezonde arbeidsomstandigheden veroorzaken bijna 5 procent van de ziektelast. Deze ontwikkelingen zijn niet voor alle bevolkingsgroepen hetzelfde. Roken daalt harder bij mensen met een hoge sociaaleconomische status en ernstig overgewicht stijgt harder bij degenen die een lage sociaaleconomische status hebben.

 

Kwetsbare groepen hebben dan ook vaker te maken met een opeenstapeling van gezondheids- én sociale problemen. Dit zijn ouderen en mensen met een lagere sociaaleconomische status. Deze laatste groep heeft vaker een ongezonde leefstijl. Ook hebben zij vaker te maken met sociale problemen, die stress met zich meebrengen. Negatieve effecten van ontwikkelingen op de arbeidsmarkt als robotisering en digitalisering treffen vooral laagopgeleiden. Dit kan de sociale problemen en stress in deze groep versterken. Vaak moeten eerst deze achterliggende sociale problemen worden opgelost, voordat er ruimte ontstaat om aan een gezonde leefstijl te werken.

 

De druk op de zorg en zorguitgaven kent meerdere dimensies. De uitgaven stijgen door de vergrijzing en de groei van de bevolking en door andere factoren zoals technologie.

Technologie kan veel voor onze volksgezondheid betekenen en de zorg ingrijpend veranderen. Het gebruik van technologie in de zorg neemt toe, maar kent vertraging doordat de digitalisering in de zorg minder snel gaat dan in andere domeinen van ons dagelijks leven. Patiënten doen steeds meer zelf en dit wordt versterkt door nieuwe technologische mogelijkheden. Dit vergt nieuwe en andere vaardigheden van zorgverleners en patiënten, maar ook aandacht voor groepen die er moeite mee hebben.

 

Tot slot concludeert het RiVM dat we alert moeten zijn op bekende én nieuwe risico’s.

Antibioticaresistentie is daar een van. Andere aandachtspunten zijn het goed inzetten van groen en water in de leefomgeving om de effecten van klimaatverandering op te vangen, en de dalende vaccinatiegraad. Er zijn ook nieuwe ontwikkelingen die mogelijk risico’s met zich meebrengen. Zo kunnen technologieën als virtual reality en 3D-printing nog onbekende gezondheidseffecten hebben als ze vaker gebruikt gaan worden. Verder zullen er meer medicijnresten, microplastics en nanodeeltjes in ons milieu komen. De gezondheidseffecten hiervan zijn nu nog niet duidelijk.

Gezondheid in Zeeuws-Vlaanderen: stand van zaken

In het najaar van 2020 zette de GGD Zeeland gezondheidsenquêtes uit onder 18- tot 65-jarigen en onder 65-plussers. De resultaten van het onderzoek zijn vergeleken met die van de drie vorige onderzoeken in 2008, 2012 en 2016. Hieruit blijken een aantal positieve trends in de gezondheid van de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen en in het voorkomen van factoren die invloed hebben op de gezondheid.

 

Inwoners van 65 jaar en ouder zijn meer zelfredzaam geworden. Ze zijn mobieler, nemen minder betaalde hulp af en het grootste deel van de ouderen heeft hulp beschikbaar in de omgeving. De 65-plussers zijn meer tevreden over hun woning en buurt in vergelijking met inwoners tot 65 jaar. Voor alle 19-plussers geldt dat onveiligheidsgevoelens, vooral ’s avonds en ’s nachts, zijn afgenomen. Mensen voelen zich veiliger.

 

Overgewichtscijfers lijken sinds 2009 stabiel te zijn. Dit geldt ook voor eenzaamheid onder de bevolking. De percentages zijn echter nog steeds hoog, rond de 50%. We willen de komende jaren ons blijven inzetten op een verdere daling.

 

Dit geldt ook voor de leefstijlfactoren roken en alcoholgebruik. Hier is zelfs al voor sommige gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen een daling waarneembaar. Het aantal volwassenen dat nooit gerookt heeft, is de laatste jaren gestegen en meer ouderen stoppen met roken.

Ook hier willen ons de komende jaren beleidsmatig op blijven richten.

 

Het risico op angststoornis en depressie is opvallend hoog. Bij inwoners van 65 jaar en ouder gaat dit om 43% en bij inwoners tot 65 jaar betreft dit bijna de helft (48%) van de ondervraagden. Voor deze laatste groep zien we een gemiddelde stijging van 15 % ten opzichte van 2009. Dit vraagt de komende jaren de nodige aandacht.

 

Een kwart van de 18- tot 65-jarigen in Zeeuws-Vlaanderen geeft aan bezorgd te zijn over de invloed van de omgeving op de gezondheid.

De juiste zorg op de juiste plek / de toekomstige zorg

Zeeuws-Vlaanderen is een van de gebieden waarop het RIVM doelt als het over krimpregio’s schrijft. Dat de zorg hier zwaarder onder druk komt te staan is aanleiding voor zowel Zeeuws-Vlaamse als Zeeuwse samenwerking tussen gemeenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraar. In Zeeuws-Vlaanderen spelen volgens het Regiobeeld van De Juiste Zorg op de Juiste Plek uit 2019 de volgende thema’s:

  • -

    De kwaliteit van specialistische zorg staat onder druk, omdat relatief weinig mensen gebruik maken van zorg. Voor verschillenden aandoeningen.

  • -

    Een groeiende groep 65-plussers (vergrijzing) met een risico op kwetsbaarheid.

  • -

    Een groot en groeiend personeelstekort in de zorg- en welzijnssector.

  • -

    Piekbelasting van de spoedeisende zorg door toerisme.

  • -

    Een derde van de zorg wordt buiten Zeeland afgenomen; Zeeuws-Vlamingen halen zorg in België.

  • -

    Toegankelijkheid van zorg komt onder druk te staan door de combinatie van geografie (grote afstanden) en arbeidsmarkt (te weinig personeel, te hoge kosten).

  • -

    Beschikbaarheid van huisartsenzorg door vergrijzing huisartsen en problemen met opvolging.

  • -

    Wachttijden voor medisch specialistische zorg zijn groot.

(https://www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl/regiobeelden/#zeeland)

In de samenwerkingsverbanden noemen we de frictie tussen (toenemende) vraag en (afnemend) aanbod de zorgkloof. Zowel de Toekomstige Zorg Zeeuws-Vlaanderen als de Zeeuwse Zorgcoalitie zijn gericht op het dichten van de kloof.

Landelijk gezondheidsbeleid: ‘Gezondheid breed op de agenda’ Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024

In juni 2020 publiceerde het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid (LNG). Uitgangspunten van dit beleid zijn:

  • -

    Gezondheidsbeleid gaat (ook) over de aanpak van achterliggende problematiek waardoor mensen ongezond zijn; deze problemen zijn alleen beleidsdomein overstijgend aan te pakken. Preventief gezondheidsbeleid is het voorkomen van deze problemen vanuit de verschillende beleidsdomeinen.

  • -

    Uitgaan van positieve gezondheid – de brede benadering van gezondheid – maakt het mogelijk om inwoners meer regie te geven, om in gemeentelijke dienstverlening meer rekening te laten houden met gezondheidsaspecten en om samenwerking te zoeken met relevante partijen, over stelsels heen.

  • -

    Inwoners hebben de regie als we ze ondersteunen met goede, digitaal beschikbare informatie en toegang tot preventieve interventies vanuit de zorgverzekering.

  • -

    Gezondheidsbeleid overstijgt de beleidsdomeinen en vergt samenspel tussen de landelijke en lokale overheden.

In de landelijke nota staan vier gezondheidsvraagstukken ofwel speerpunten centraal:

  • 1.

    Gezondheid in de fysieke en sociale leefomgeving.

  • 2.

    Gezondheidsachterstanden verkleinen.

  • 3.

    Druk op het dagelijks leven bij jeugd en jongvolwassenen.

  • 4.

    Vitaal ouder worden.

Regionaal Gezondheidsbeleid 2022-2025

In de Kadernotitie Regionaal Gezondheidsbeleid Zeeuws-Vlaanderen 2022-2025 ‘Samen invulling geven aan gezondheidsbeleid in Zeeuws-Vlaanderen’, zijn de speerpunten en ambities voor het regionale gezondheidsbeleid vanaf 2022 vastgesteld. In dit beleidsplan staat hoe de Zeeuws-Vlaamse gemeenten hier de komende vier jaar invulling aan geven.

Opbouw van deze nota

In deze nota geven we per speerpunt de doelstellingen aan voor de komende vier jaar en de voorgenomen acties. We maken per speerpunt onderscheid in regionale en lokale doelen en activiteiten. Lokale verschillen zijn onder meer gebaseerd op verschillen in gezondheidstoestand, sociale vraagstukken en uitgangspunten op andere beleidsterreinen. Voorafgaand aan de beschrijving en uitwerking van speerpunten beschrijven we kort de uitgangspunten van beleid. Voor een uitgebreidere toelichting daarop verwijzen we naar de Kadernotitie 2022-2025.

 

2. Uitgangspunten van beleid 2022-2025

In navolging van het landelijke beleid staan in het Zeeuws-Vlaamse gezondheidsbeleid de onderstaande uitgangspunten centraal.

Positieve gezondheid als leidend concept

We gaan uit van het concept van Positieve Gezondheid: ‘Gezondheid is het vermogen van mensen om met ziekten, beperkingen en tegenslagen om te gaan.’ (Huber, 2012). In het gedachtegoed van Positieve Gezondheid gaat het om wat iemand wél kan, belangrijk vindt en eventueel wilt veranderen. Bovendien gaat het niet alleen om de lichamelijke kanten van gezondheid, maar ook om het aanpassingsvermogen, welbevinden, eigen regie, veerkracht, participatie en zingeving. Vanuit het gedachtengoed van Positieve gezondheid richten we ons beleid op het versterken van de regie van inwoners op hun leven en een integrale aanpak van gezondheidsvraagstukken.

Integrale aanpak

Gezondheid van mensen wordt bepaald door veel factoren: gedrag van mensen zelf, leefstijl, persoonsgebonden factoren als lichamelijk gestel al dan niet erfelijk bepaald, en de omgeving: het binnen- en buitenmilieu. Ook sociale en sociaaleconomische omstandigheden veroorzaken ongezondheid. Dit geldt bijvoorbeeld voor armoede en eenzaamheid. Gezondheidsbeleid kan dan ook alleen effectief zijn als het integraal beleid is. Dat wil zeggen dat achterliggende problematiek waardoor mensen ongezond zijn, alleen beleidsdomein overstijgend kan worden opgelost. Preventief gezondheidsbeleid is het voorkomen van deze problemen vanuit de verschillende beleidsdomeinen.

Gezondheid is van iedereen

Gezondheid is van iedereen en gezondheidsbevordering een doelstelling die we delen met onze inwoners zelf en veel partijen in onze regio zoals de zorgaanbieders, bedrijven en ondernemers, scholen en maatschappelijke organisaties. Gezondheidsbeleid kan alleen goed beleid worden als we het samen met al deze belanghebbenden neerzetten.

 

3. Speerpunten van beleid 2022-2025

Speerpunt 1: Gezondheid in de fysieke en sociale omgeving

Waar hebben we mee te maken?

De omgeving waarin mensen wonen, werken en leven is één van de factoren die hun gezondheid beïnvloedt. Deze omgeving is zowel fysiek als sociaal van aard. De fysieke en sociale leefomgeving staan niet los van elkaar: een gezond en toegankelijk ingerichte fysieke leefomgeving kan bijdragen aan een gezonde sociale leefomgeving en andersom. Het positief stimuleren van beide typen leefomgeving draagt zo niet alleen bij aan preventie en welbevinden, maar ook aan gezonde werknemers en een gunstig economisch vestigingsklimaat. Een gezonde fysieke leefomgeving kan bijdragen aan bijvoorbeeld de vermindering van eenzaamheid en overgewicht. Een ongezonde fysieke leefomgeving daarentegen kan juist een bron van ziektelast zijn.

Gezondheidsbeleid en de Omgevingswet

Op 1 juli 2022 treedt naar verwachting de Omgevingswet in werking. Met de Omgevingswet vereenvoudigt en bundelt de overheid regels op het gebied van wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Het doel van de wet is drieledig: meer samenhang in het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving, eenvoudiger procedures en meer verantwoordelijkheid op lokaal niveau. De Omgevingswet geeft bestuurders en beleidsmakers ook meer ruimte om een gezonde leefomgeving te ontwikkelen.

 

Inwoners krijgen in de wet meer regie en invloed op de inrichting van hun leefomgeving. Dit sluit aan bij de uitgangspunten en speerpunten van het gezondheidsbeleid.

Wat is de situatie nu?

Een op de tien 18- tot 65-jarigen in Zeeuws-Vlaanderen geeft een onvoldoende voor de eigen buurt. In Terneuzen vindt 10% van hen de buurt onaantrekkelijk om in te bewegen en 14% vindt dat de buurt onvoldoende ontmoetingsplekken heeft. Sluis scoort hier beter op; namelijk 2% onaantrekkelijk om te bewegen en 7 % onvoldoende ontmoetingsplekken (Hulst zit daar tussenin). Ook ervaart de helft van de inwoners tot 65 jaar onvoldoende sociale samenhang in de buurt. Inwoners van 65 jaar en ouder scoren hun omgeving op alle punten een stuk positiever. Steeds meer mensen (van beide leeftijdsgroepen) ervaren minder gezelligheid om zich heen. Nagenoeg de helft van de 18- tot 65-jarigen (49%) in Zeeuws-Vlaanderen is eenzaam. Voor de 65-plussers is dat 54%. Ernstige eenzaamheid komt bij 13% van alle inwoners voor. Als het gaat om de relatie van de leefomgeving tot leefstijl zien we dat van de volwassenen tot 65 jaar 51% overgewicht heeft. Bij 65-plussers is dat 60%. Ernstig overgewicht komt voor bij 16-17% van de inwoners (18+). Tot slot maakt een kwart van de inwoners tot 65 jaar zich zorgen over de invloed van de omgeving op hun gezondheid. Opvallend is de toegenomen bezorgdheid over de invloed van pelsdieren. In Terneuzen scoort de bezorgdheid over de industrie en in Hulst die over de kerncentrale hoog.

Wat willen we de komende 4 jaar bereiken?

  • -

    Versterken van integraliteit van gemeentelijk beleid bij de inrichting van de fysieke leefomgeving, waardoor de inrichting van de leefomgeving (fysiek en sociaal) bijdraagt aan gezondheid.

  • -

    Fysieke leefomgeving zo inrichten en inzetten dat de gezonde keuze gemakkelijk te maken is en deze uitnodigt tot:

    • -

      meer bewegen;

    • -

      gezondere voeding en leefstijl;

    • -

      ontmoeting.

  • -

    Meer betrokkenheid van inwoners bij de inrichting van hun leefomgeving.

  • -

    Meer inzicht voor inwoners in milieuaspecten, zowel als het gaat om de stand van zaken van milieuverontreiniging als onze inspanningen om deze te verbeteren.

Wat gaan we doen?

  • -

    Gezondheid een duidelijke plek geven in de uitwerking van de Omgevingswet.

  • -

    Bij de uitvoering van het Preventie Akkoord Zeeuws-Vlaanderen (zie onder Preventie Akkoord Zeeuws-Vlaanderen: ‘Een leven lang gezond en fit!’, pagina 7) projecten gericht op gezonde leefomgeving stimuleren.

  • -

    Een platform of App inrichten waardoor bewoners mee kunnen denken en praten over herinrichting van hun woonomgeving.

  • -

    We maken binnen de drie gemeenten concreet hoe we de verbinding verbeteren tussen het sociaal domein, het fysieke domein en gezondheid. Hiertoe organiseren we het gesprek intern en met drie gemeenten met de verschillende beleidsterreinen. Dit voorstel betreft:

    • -

      het meewegen van gezondheidseffect in ontwikkeling van ruimtelijk beleid bijvoorbeeld door uitvoering gezondheidseffectscreeningen;

    • -

      het integraal ontwikkelen van vooral lokaal beleid voor de leefomgeving.

  • -

    Verkennen of en hoe we informatie over milieuaspecten en inspanningen inzichtelijk kunnen maken voor inwoners.

  • -

    Inwoners meer betrekken bij zorg voor elkaar: in ieder geval via het realiseren van een dekkend netwerk van AED’s en het beschikbaar zijn van voldoende hulpverleners, in kader van HartslagNu.

Lokale accenten Hulst

  • -

    Activiteiten in het kader van Gezond in de Stad (GIDS), in de huidige 2e fase (tot en met 2022), worden gecontinueerd. Het gaat om activiteiten in de kernen: Clinge, Vogelwaarde, Graauw, Hengstdijk en in de Dullaert- en Liniewijk.

  • -

    Onderzoeken of deze activiteiten, met eventueel uitbreiding naar andere kernen en wijken, kunnen worden voortgezet in een 3e fase of dat ze structureel kunnen worden ingebed in het kader van het subsidiebeleid van de gemeente Hulst.

  • -

    Realiseren van een dekkend netwerk van AED’s en het beschikbaar zijn van voldoende hulpverleners, in kader van HartslagNu, in samenwerking met de EHBO-verenigingen uit de gemeente Hulst.

  • -

    Het in samenwerking met de EHBO-verenigingen in de gemeente Hulst incidenteel faciliteren van reanimatietrainingen ten behoeve van inwoners van de gemeente Hulst.

  • -

    Aandacht voor burgerparticipatie én de Adviesraad Sociaal Domein gemeente Hulst betrekken bij beleidsvoorbereidingen.

Speerpunt 2: Gezondheidsachterstanden verkleinen

Waar hebben we mee te maken?

Wie rijker en hoger opgeleid is, leeft gemiddeld langer en in betere gezondheid. Zo is het verschil in levensverwachting tussen mensen met een hoge en lage sociaaleconomische status (SES) ongeveer zes jaar. Het verschil tussen deze twee groepen in het aantal jaren goed ervaren gezondheid bedraagt bijna 15 jaar.

Het vermogen van mensen om “gezonde” keuzes te maken en zich hieraan te houden, wordt vaak overschat. Gezondheidsproblemen zijn vaak onderdeel van achterliggende problematiek zoals schulden, armoede, laaggeletterdheid en werkloosheid. Ook omgevingsfactoren hebben invloed op de gezondheid, zoals de fysieke en sociale leefomgeving, de kwaliteit van huisvesting en de (fysieke) toegankelijkheid en kwaliteit van voorzieningen. De gezondheidsachterstanden van mensen met een lage SES (bepaald op basis van opleidingsniveau en inkomen) zijn de afgelopen decennia niet of nauwelijks kleiner geworden, ondanks flinke inspanningen van Rijk en gemeenten.

 

Het meeste effect is te verwachten van interventies tijdens de eerste levensfasen en preventieve interventies op het gebied van roken, alcohol en overgewicht. Deze interventies hebben vooral kans van slagen als er ook aandacht is voor achterliggende factoren, zoals gezondheidsvaardigheden, armoede en de directe leefomgeving. Inzet daarop is dan ook nodig.

 

Deze ambities zijn ook terug te vinden in de actieprogramma’s van het Rijk zijnde Gezond in de stad (GIDS), het Nationaal Preventieakkoord, het Nationaal Sportakkoord en Kansrijke start. We lichten de programma’s verderop in deze nota toe.

Preventie Akkoord Zeeuws-Vlaanderen; ‘Een leven lang gezond en fit!’

We hebben in 2021 naar landelijk model een Preventieakkoord voor Zeeuws-Vlaanderen opgesteld. Hieraan hebben de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten samen met enthousiaste bedrijven, onderwijsinstellingen, organisaties, verenigingen en adviesraden in de zomer van 2021 gewerkt. Op 18 oktober 2021 is het akkoord door de deelnemers ondertekend. Met dit akkoord is een preventienetwerk ontstaan, waarvan de deelnemers zich inzetten om door samenwerking flinke stappen voorwaarts te zetten om de doelen uit deze nota te bereiken.

Dit realiseren we mede met een uitvoeringsbudget voor de jaren 2022 en 2023 van het Rijk.

Het Preventieakkoord Een Leven Lang Gezond en Fit (LLGF) zien we onder meer als instrument om meerdere partijen en organisaties te verbinden en verenigen in een beweging gericht op gezondheid voor iedereen.

 

Doel van het Preventie Akoord Zeeuws-Vlaanderen is:

  • -

    meer aandacht voor gezondheid in brede zin;

  • -

    meer aandacht voor die groepen en gebieden waar dit niet vanzelfsprekend is, gelijke kansen op gezondheid voor iedereen en dus;

  • -

    verkleinen van gezondheidsachterstanden;

  • -

    meer partijen die zich hierbij betrokken voelen en voor inzetten aan laten sluiten.

Wat is de situatie nu?

We zien sinds 2009 een verschuiving in opleidingsniveau in de regio. Sinds 2009 zijn er minder laag opgeleide mensen en meer mensen die in “midden 2” (LBO/MAVO/HAVO/VWO) zitten. Dit geldt voor alle inwoners van 19 jaar en ouder. Ook zien we het percentage dat moeite heeft met rondkomen sinds 2009 dalen. 12% van de 18- tot 65-jarigen heeft moeite met rondkomen. Bij de 65-plussers is dit 5%. Als we kijken naar leefstijl dan zien we dat gemiddeld in Zeeuws-Vlaanderen bijna een vijfde (19%) van de 18- tot 65-jarigen rookt.

Voor 65-plussers is dat 9%. In Sluis en Terneuzen zien we het percentage rokers onder 65-minners dalen en het percentage ex-rokers significant stijgen. Ook op het gebied van alcohol zien we enkele positieve trends. In Terneuzen is het percentage 65-minners dat alcohol drinkt gedaald en in Hulst is het percentage overmatige drinkers aan het dalen sinds 2009. Overgewicht is en blijft hoog, maar lijkt stabiel.

 

Het risico op angststoornis en depressie is opvallend hoog. Bij inwoners van 65 jaar en ouder gaat dit om 43% en bij inwoners tot 65 jaar betreft dit bijna de helft (48%) van de ondervraagden. Voor deze laatste groep zien we een gemiddelde stijging van 15 % ten opzichte van 2009. Dit vraagt de komende jaren de nodige aandacht.

Wat willen we de komende 4 jaar bereiken?

  • -

    We streven een verdere daling na van het percentage inwoners dat rookt en overmatig alcohol drinkt.

  • -

    Verkleinen van gezondheidsachterstanden door een trendbreuk in overgewicht te bewerkstellingen.

  • -

    Meer gelijke kansen op gezondheid creëren voor alle inwoners.

  • -

    Met de overige Zeeuwse gemeenten blijven inzetten op een integrale aanpak om het (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren aan te pakken.

Wat gaan we doen?

  • -

    We gaan actief aan de slag met de uitvoering van het Preventie Akkoord Zeeuws-Vlaanderen en het preventienetwerk.

  • -

    Voortgaan met en verbinden van de uitvoering van het Sportakkoord voor Zeeland, Kansrijke Start en Gezond in de Stad.

  • -

    Voortzetting verslavingspreventie via Emergis Preventie (1NUL1) en de uitvoeringsorganisaties.

  • -

    Inzetten van de Toolkit Sportgezond!

  • -

    We zetten in op een rookvrije generatie.

  • -

    Evalueren van de campagne Laat ze Niet (Ver)zuipen!

Lokale accenten Hulst

  • -

    Activiteiten in het kader van Gezond in de Stad (GIDS), in de huidige 2e fase (tot en met 2022), worden gecontinueerd. Het gaat om activiteiten in de kernen: Clinge, Vogelwaarde, Graauw, Hengstdijk en in de Dullaert- en Liniewijk.

  • -

    Onderzoeken of deze activiteiten, met eventueel uitbreiding naar andere kernen en wijken, kunnen worden voortgezet in een 3e fase of dat ze structureel kunnen worden ingebed in het kader van het subsidiebeleid van de gemeente Hulst.

  • -

    Aandacht voor burgerparticipatie én de Adviesraad Sociaal Domein gemeente Hulst betrekken bij beleidsvoorbereidingen.

Speerpunt 3: Druk op het dagelijks leven bij jeugd en jongvolwassenen

Waar hebben we mee te maken?

Er is veel aandacht voor de mentale gezondheid van jongeren. In de discussie over dit onderwerp spelen verschillende maatschappelijke ontwikkelingen een rol, zoals ervaren prestatiedruk, de rol van sociale media en het leenstelsel voor studenten. Deze ontwikkelingen kunnen een effect hebben op de gezondheid, waardoor er meer risico is op psychische problemen, zoals depressies, slaapproblemen en toenemende stress. Of deze ontwikkelingen ook echt van invloed zijn op het aantal jongeren met psychische problemen, is op basis van de huidige cijfers niet te zeggen. Hoewel deze problemen ook optreden onder bijvoorbeeld mensen die werken of mantelzorg verlenen, richt het beleid zich op de groep waar we de meeste gezondheidswinst kunnen behalen: jeugd en jongvolwassenen.

 

De aanpak van druk op het dagelijks leven is complex en vraagt om een domein overstijgende aanpak. Het is een complex probleem omdat niet iedereen druk op dezelfde manier ervaart. Het is belangrijk dat jeugd en jongvolwassenen (en hun ouders) weten hoe zij mentaal gezond opgroeien en dit ook kunnen blijven. Mentale problemen moeten bespreekbaar zijn en door de omgeving geaccepteerd worden.

Om ervoor te zorgen dat jeugd en jongvolwassenen zich gezond ontwikkelen op de korte en lange termijn, zijn maatregelen nodig om de druk te verkleinen en hun mentale weerbaarheid en veerkracht te vergroten. De sociale omgeving kan helpen om met prestatiedruk om te gaan. Er zijn aanwijzingen dat het risico op stress gerelateerde aandoeningen en depressieve klachten op latere leeftijd daardoor kan afnemen.

 

De toenemende druk op het dagelijks leven bij jeugd en jongvolwassenen is een relatief nieuw gezondheidsvraagstuk. Veel kennis over de oorzaken of oplossingen ontbreekt nog. Ook over de effecten van coronamaatregelen op jongeren is nog veel onbekend. De Coronaperiode heeft in ieder geval een stevige wissel getrokken op onze jongste generatie. Maandenlang geen onderwijs op school en geen sport, muziekles of andere activiteiten buitenshuis. Met de versoepelingen ontstaat weer ruimte voor sociaal contact. De scholen gaan een inhaalslag maken op basis van de extra financiële steun richting het onderwijs.

Meerjarenprogramma Depressiepreventie (MJP) en de Gezonde School

Er zijn meerdere programma’s en interventies die gericht zijn op het vergroten van weerbaarheid en geestelijke gezondheid van onder meer jongeren. Het meerjarenprogramma (MJP) zet in op afname van het aantal mensen met depressieve klachten in zes geselecteerde hoog-risicogroepen, waaronder jongeren. Het betreft hier een ketenaanpak. In het kader van de Gezonde School zijn er voor het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs certificaten en dus ook toolkits beschikbaar op thema’s als Welbevinden, Mediawijsheid en Relaties en seksualiteit.

Wat is de situatie nu?

Hoe lager het onderwijsniveau, des te vaker een indicatie voor psychosociale problematiek. In klas 2 wordt ten opzichte van klas 4 van de middelbare school meer gepest. Hoe hoger het onderwijsniveau, hoe vaker stress ervaren wordt. Bij meisjes minder mentaal welbevinden. Meer dan 40% van de jongeren voelt zich (zeer) vaak gestrest.

 

Qua preventie organiseren we vanuit het jeugd- en jongerenwerk het gesprek met jongeren op straat, voorlichting op school, en ontmoetingsactiviteiten (zoals bijvoorbeeld een jeugdsoos) en sportactiviteiten. Daarnaast kopen de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten bij Emergis Preventie jaarlijks interventies in, op het gebied van collectieve preventie geestelijke gezondheidszorg. Dit in samenwerking met de uitvoeringsorganisaties. We vragen Emergis daarbij vraaggericht te werk te gaan en dus aan te sluiten bij de actuele vraagstukken.

Vanuit het RBL is aandacht voor de achtergronden van verzuim van leerlingen. Preventief zetten we in op ziekteverzuimbegeleiding door Jeugdgezondheidszorg. Vanaf dit jaar is die inzet er ook voor jongeren van het MBO, in samenwerking met Scalda.

Wat willen we de komende 4 jaar bereiken?

  • -

    We willen verdiepend inzicht in de druk op en mentale weerbaarheid van jongeren in Zeeuws-Vlaanderen.

  • -

    We willen de weerbaarheid van jongeren vergroten.

  • -

    We willen dat jongeren veilig en gezond opgroeien en zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Wat gaan we doen?

  • -

    In 2022 vindt er onder jeugd op het VO een extra monitor plaats. Uitkomsten gaan we met VO en scholieren bespreken. Naar aanleiding van de uitkomsten hiervan ontwikkelen gemeenten, GGD, VO en Emergis en relevante partners bijvoorbeeld op het gebied van sport, cultuur en welzijn samen met jongeren een aanpak.

  • -

    Inzet extra middelen corona gericht op mentaal en fysiek welzijn van jongeren (jongerenwerk).

  • -

    Voortgaan met en verbinden van de uitvoering van het Sportakkoord voor Zeeland, Kansrijke Start, en Gezond in de Stad.

  • -

    Voortzetting vormgeven CPGGz via Emergis Preventie en de uitvoeringsorganisaties.

  • -

    Voortzetting weerbaarheidslessen op scholen.

  • -

    Versterken van weerbaarheid via het preventienetwerk van het Preventie Akkoord Zeeuws-Vlaanderen.

Lokale accenten Hulst

  • -

    Aandacht voor burgerparticipatie én de Adviesraad Sociaal Domein gemeente Hulst betrekken bij beleidsvoorbereidingen.

Speerpunt 4: Vitaal ouder worden

Waar hebben we mee te maken?

Nederland vergrijst: mensen worden steeds ouder en het aandeel ouderen in de samenleving neemt toe. Het aantal 75-plussers ligt landelijk nu rond de 1,3 miljoen. In 2040 is dit aantal bijna verdubbeld. Van alle 75-plussers ervaart op dit moment 65% een goede kwaliteit van leven, blijkt uit de monitor van het programma Langer Thuis. Met de meeste ouderen gaat het dus goed. Maar de vergrijzing zet de komende jaren door. Ook al zijn de meeste mensen boven de 75 nog vitaal, er komen in de toekomst steeds meer ouderen met een chronische aandoening, zoals artrose, nek- en rugklachten en diabetes. Ook kampen steeds meer ouderen met co-morbiditeit: twee of meer chronische aandoeningen die elkaar beïnvloeden.

 

Hoe houden we de groeiende groep ouderen gezond en zorgen we ervoor dat ze zo lang mogelijk vitaal blijven? Bij het beantwoorden van die vraag is het belangrijk om de doelgroep als geheel in beeld te hebben. Hoe houd je de ‘jongere’ oudere zo lang mogelijk gezond en hoe ondersteunen we de meer kwetsbare ouderen om hun kwaliteit van leven in stand te houden of te verbeteren? Vitaal ouder worden vraagt om aandacht voor fysieke, psychische, cognitieve en sociale vitaliteit. De gemeentelijke taak op het gebied van preventieve ouderenzorg is wettelijk geborgd in artikel 5a van de Wet publieke gezondheid. De groeiende groep ouderen maakt het voor gemeenten belangrijker om regie te voeren en lokaal verbindingen te leggen met andere domeinen.

 

Deze ambities sluiten aan bij die van de actieprogramma’s Langer Thuis, Een tegen eenzaamheid, Preventie in de zorg en het Nationaal Sportakkoord. De ambitie is nauw verbonden met het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): zorgen dat mensen zo lang mogelijk gezond en zelfredzaam zijn, en regie hebben over hun eigen leven.

Wat is de situatie nu?

Een kwart van de inwoners van Zeeuws-Vlaanderen geeft aan niet (zo) gelukkig te zijn. 43% van de 65-plussers heeft een licht tot matig risico op een angststoornis of depressie. 6% van de 65-plussers is in de afgelopen 3 maanden gevallen. 9% rookt, 76% drinkt alcohol. 35% voldoet aan de beweegrichtlijnen en 29% sport wekelijks. 60% heeft overgewicht, waarvan 17% ernstig. 93% geeft een voldoende voor de eigen buurt. 86% vindt dat de buurt aantrekkelijk is om te bewegen. 74% vindt dat de buurt buiten voldoende ontmoetingsplekken heeft. Maar toch ervaart 42% onvoldoende samenhang in de buurt. 87% van de ouderen voelt zich veilig. 54% is eenzaam, waarvan 13% ernstig. 39% is sociaal eenzaam (bij niemand terecht kunnen en niet veel mensen volledig kunnen vertrouwen). 61% van de 65-plussers vindt het moeilijk om hulp te vragen bij problemen met gezondheid.

 

We zien wel een aantal positieve trends bij inwoners van 65 jaar en ouder. Zo voelen zij zich steeds minder onveilig. De zelfstandigheid (bv op het gebied van mobiliteit) groeit. Eenzaamheid lijkt gestabiliseerd en meer mensen verrichten vrijwilligerswerk ten opzichte van 2009. En het percentage inwoners dat moeite heeft met rondkomen is sinds 2009 aan het dalen. De 65-plussers oordelen over het algemeen positief over hun woning en woonomgeving.

 

Maar het percentage inwoners van 65 jaar en ouder met een matig tot hoog risico op een angststoornis of depressie is hoog en is ten opzichte van 2009 gestegen. En het percentage overgewicht is en blijft hoog. Ernstig overgewicht is in Sluis en Hulst de laatste jaren aan het stijgen.

 

De groep mensen met dementie neemt de komende jaren enorm toe. In Zeeuws-Vlaanderen groeit het aantal mensen met dementie naar verwachting van 2.410 in 2020 naar 3.150 in 2030 en 4.200 in 2050. Dat is bijna 5% van de bevolking. Dit vraagt om een specifieke aanpak.

 

Uit het gezondheidsonderzoek van de GGD is ook gebleken dat de Covid-19 maatregelen een negatief impact op de gezondheid van vooral onze oudere inwoners heeft gehad.

Wat willen we de komende 4 jaar bereiken?

  • -

    We willen de eenzaamheid onder inwoners terugdringen.

  • -

    We hebben meer en blijvende aandacht voor dementie, door samen met ondernemers, zorgaanbieders, burgers en vrijwilligersorganisaties aan de slag te gaan en te werken aan een dementievriendelijke gemeente.

  • -

    We willen dat meer ouderen voldoen aan de norm voor gezond bewegen.

  • -

    We stellen een Zeeuws-Vlaamse woonzorgvisie op.

Wat gaan we doen?

  • -

    Een Zeeuws-Vlaamse Woonzorgvisie opstellen met inbreng van inwoners.

  • -

    Doorgaan met de aanpak van eenzaamheidsbestrijding per gemeente.

  • -

    We werken aan een integrale aanpak voor omgaan met inwoners met dementie en andere handelingsperspectieven.

  • -

    We laten een verkenning uitvoeren op het gebied van preventieve ouderenzorg door GGD Zeeland.

  • -

    We stimuleren via de uitwerking van het Preventie Akkoord Zeeuws-Vlaanderen mensen van alle leeftijden tot gezond blijven bewegen.

  • -

    We voeren een QuickScan dementie uit. Aan de hand van o.a. interactieve groepsgesprekken en persoonlijke interviews wordt ten aanzien van 9 thema’s een foto gemaakt over de stand van zaken van het lokale dementiebeleid.

Lokale accenten Hulst

  • -

    Aandacht voor burgerparticipatie én de Adviesraad Sociaal Domein gemeente Hulst betrekken bij beleidsvoorbereidingen.

Speerpunt 5: Toekomstige zorg

Waar hebben we mee te maken?

Binnen Zeeland wordt hard gewerkt aan de frictie tussen de (toenemende) zorgvraag en het (afnemend) zorgaanbod: de zorgkloof. Zowel de Toekomstige Zorg Zeeuws-Vlaanderen als de Zeeuwse Zorgcoalitie zijn gericht op het dichten van de kloof. Daarnaast wordt er op Zeeuws-Vlaams niveau binnen de Toekomstige zorg Zeeuws-Vlaanderen gewerkt aan het behoud van goede zorg voor inwoners van de regio. Hieronder lichte we beide initiatieven apart toe.

De Zeeuwse Zorgcoalitie

De Zeeuwse Zorgcoalitie vloeit voort uit ‘De juiste zorg op de juiste plek’. Deelnemers zijn de Zeeuwse zorgorganisaties ADRZ, Emergis, SVRZ en ZorgSaam, zorgverzekeraar CZ, Provincie Zeeland, Zeeuwse huisartsen, GGD Zeeland, Zeeuwse gemeenten (vertegenwoordigd door één wethouder uit Hulst en één uit Vlissingen), de NZa, en de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd). Het overleg heeft als doel het vinden van innovatieve oplossingen voor het dichten van de zorgkloof over de grenzen van de eigen organisaties heen, of zelfs buiten bestaande wet- en regelgeving. De resultaten van het overleg worden teruggekoppeld in het College voor Zorg en Welzijn. Er zijn nog geen echte wapenfeiten bekend van de coalitie. Op basis van een knelpuntenanalyse voor Zeeland is de zorgcoalitie met drie thema’s aan de slag gegaan:

  • 1.

    Personeelscapaciteit in de zorg.

  • 2.

    Toegankelijkheid van de acute zorg.

  • 3.

    Ondersteuning aan ouderen.

De ambtelijke werkgroep Toekomstige Zorg Zeeland volgt met zorgverzekeraar CZ een samenwerkingsagenda. Deze ambtelijke werkgroep levert input voor de kerngroep van de Zeeuwse zorgcoalitie. Op de agenda van de werkgroep staan de volgende agendapunten:

  • 1.

    Insteek op preventie door gemeenten en CZ.

  • 2.

    Welzijn op recept.

  • 3.

    Samenwerken over stelsels voor kwetsbare inwoners.

Wat is de situatie nu?

De Zeeuwse Zorgcoalitie wil de te verwachten zorgkloof in Zeeland voorkomen, een trendbreuk realiseren en ervoor zorgen dat iedereen in Zeeland toegang tot zorg en ondersteuning heeft wanneer dat nodig is. Nu en in de toekomst. Daartoe wordt er gewerkt aan een Pact: het Pact Zeeuwse Zorg Coalitie ‘Samenwerken aan een gezond Zeeland’. Ook gemeenten zullen gevraagd worden zich bij dit PACT aan te sluiten. Vanuit de Zeeuwse Zorgcoalitie werkt GGD Zeeland aan een Zeeuws Preventieakkoord. Dit gaat vooralsnog ter inspiratie dienen voor alle partijen. Centraal staat het uitgangspunt van Positieve Gezondheid.

 

De Zeeuws-Vlaamse gemeenten zijn al bezig of gaan binnenkort werken met CZ in het kader van Samenwerken over Stelsels. Hierin zoeken verzekeraar en gemeenten oplossingen voor mensen die bij CZ oppoppen als mensen met schulden en grootverbruikers van zorg. Deze werkwijze is geënt op de doorbraakmethode van Instituut voor Publieke Waarden. De methode die de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten (gaan) inzetten voor de aanpak van situaties van inwoners die te maken hebben met een opeenstapeling van problemen.

Welzijn op recept betreft een werkwijze die zorgt voor betere afstemming tussen de huisartsenzorg en ondersteuning door de (gemeentelijke) uitvoeringsorganisaties. De betere afstemming is het beste te bewerkstelligen op lokaal niveau. Het is tevens een van de thema’s van de Toekomstige Zorg Zeeuws-Vlaanderen.

Toekomstige Zorg Zeeuws-Vlaanderen

Op Zeeuws-Vlaams niveau werken we binnen de Toekomstige zorg Zeeuws-Vlaanderen aan het behoud van goede zorg voor inwoners van de regio. Deelnemers aan dit overleg zijn naast de drie gemeenten, ZorgSaam, Emergis, Zeeuwse Gronden, Nucleus, SVRZ en de woningcorporaties. CZ kijkt op de achtergrond mee. In 2020 stemden deze partijen in met een startdocument. In dit document zijn 4 thema’s benoemd waarop we de komende jaren met elkaar gaan samenwerken om de zorgkloof (de mismatch tussen behoefte en aanbod) te dichten. De 4 thema’s zijn: een visie op wonen en zorg en voorzieningen, de zorginfrastructuur, een integrale toegang tot zorg, en de arbeidsmarkt en onderwijs in relatie tot zorg.

Wat is de situatie nu?

Het is de bedoeling om te komen tot een intentieovereenkomst voor deze samenwerking. Daarnaast werkt de gemeente Terneuzen aan een lokale woonzorgvisie. De gemeente Hulst heeft al een woonzorgvisie vastgesteld. De gemeente Sluis heeft hiervoor al onderzoeken laten uitvoeren en zal in 2022 een woonzorgvisie laten vaststellen. In het kader van de samenwerking Toekomstige Zorg Zeeuws-Vlaanderen komen we tot een regionale woonzorgvsie.

Wat willen we de komende 4 jaar bereiken?

  • -

    We werken samen aan het dichten van de zorgkloof.

  • -

    We geven inwoners meer regie op gezondheid en zorg door het gedachtengoed beschikbaar te maken voor alle inwoners.

Wat gaan we doen?

  • -

    We zullen zo mogelijk participeren in het Zeeuwse zorgpact.

  • -

    We participeren in de Toekomstige Zorg Zeeuws-Vlaanderen.

Lokale accenten Hulst

  • -

    Aandacht voor burgerparticipatie én de Adviesraad Sociaal Domein gemeente Hulst betrekken bij beleidsvoorbereidingen.

4. Tot slot

Veranderingen in regelgeving, talrijke initiatieven van organisaties om ons heen, ontwikkelingen in de samenleving en in de zorg maken het noodzakelijk dat we voortdurend alert zijn en nagaan of we als gemeente nog wel de goede dingen doen. Het is daarom van belang dat we binnen speerpunten flexibel kunnen blijven opereren.

Monitoring en Evaluatie

Een verslag van de activiteiten zal tussentijds beschikbaar komen. Na twee jaar zullen de behaalde resultaten aan de raad worden gepresenteerd via de planning- en controlcyclus.

 

In 2024 is de volgende gezondheidsenquête van de GGD waarin mogelijk de effecten van het beleid zichtbaar worden. Deze resultaten verwerken we in de nieuwe gezondheidsnota vanaf 2026.

B. Regionaal Preventie- en Handhavingsplan Alcohol voor de uitvoering van de Drank- en Horecawet Periode 2022 – 2025

 

Inleiding

Onderliggend Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025 beschrijft de belangrijkste maatregelen die onze gemeente neemt om het alcoholgebruik onder onze jongeren tot 24 jaar te voorkomen en terug te dringen. Vermindering van alcoholgebruik draagt bij aan het kansrijk, veilig en gezond opgroeien van jongeren. Minder gebruik leidt tot betere schoolprestaties en een betere gezondheid, vermindert het schoolverzuim of schooluitval en dringt geweld en overlast terug.

 

‘Laat ze niet (ver)zuipen!’ is sinds 2010 een samenwerking tussen alle Zeeuwse gemeenten, GGD Zeeland, Emergis Preventie (1Nul1), Politie Zeeland-West-Brabant en andere maatschappelijke partners. Samen werken zij aan het terugdringen van het alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar en het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar. Belangrijk aandachtspunt is het netwerk rond de jongeren zoals ouders, scholen, sportverenigingen, horeca en supermarkten. De aanpak kenmerkt zich door een integrale benadering (zie bijlage 1).

 

Ouders zijn eerstverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen en daarmee ook voor regels rondom alcohol. Kinderen van ouders die duidelijke grenzen stellen, beginnen later met drinken, drinken minder en hebben vrienden die ook relatief minder drinken. Jongeren hebben natuurlijk ook hun eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast spelen sleutelfiguren zoals leraren, sportinstructeurs en horecaondernemers een belangrijke rol. De gemeente heeft een rol als aanjager, facilitator en handhaver en stelt de publieke grenzen vast.

 

Gemeenten zijn sinds 2013 de belangrijkste uitvoerder van de Alcoholwet geworden. Zowel op juridisch-, handhavings-, als educatief vlak is de gemeente de regisseur van het Nederlandse alcoholbeleid. Het verplicht, door de gemeenteraad vast te stellen, Preventie- en Handhavingsplan Alcohol (hierna: PHA) is in feite de wettelijke bekrachtiging van dit gegeven. Dit plan wordt elke vier jaar opnieuw vastgesteld, parallel aan de cyclus van de nota volksgezondheid.

 

De Alcoholwet kent meerdere belangen zoals economische, openbare orde en veiligheid en volksgezondheid. Het laatstgenoemde belang is met name ook gericht op de bescherming van onze jeugd en jongvolwassenen tegen de schadelijke effecten die genotmiddelen kunnen hebben.

 

Het PHA focust zich als eerste op het gemeentelijke terrein waar preventie van problematisch gebruik van alcohol en handhaving van de Alcoholwet samenkomen en elkaar kunnen versterken. Hoewel getracht is het plan zo concreet mogelijk te maken, is het geen uitvoeringsplan. Noem het een geoperationaliseerd beleidsplan. Voor zowel het preventie- als het handhavingsdeel zullen bepaalde zaken nog verder moeten worden vertaald naar de praktijk en de lokale situatie.

 

Dit Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2022-2025 staat niet op zichzelf. Het vloeit onder meer voort uit het Nationaal Preventieakkoord (november 2018) dat een uitgebreid pakket aan maatregelen omvat voor het terugdringen van roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Met dit plan wordt het alcoholmatigingsbeleid operationeel vormgegeven en voldoet de gemeente tevens aan de wettelijke eisen die zijn vastgelegd in de Alcoholwet. Het PHA is in verbinding met de Regionale Nota Volksgezondheid Zeeuws-Vlaanderen 2022-2025 tot stand gekomen en zal tegelijkertijd vastgesteld worden.

Drank- en Horecawet is Alcoholwet

Het afsluiten van het Nationaal Preventieakkoord en de evaluatie van de Drank- en Horecawet hebben een aantal wijzigingen van de wet tot gevolg. Naast de verandering van de naam in Alcoholwet zijn er tal van wijzigingen die voor gemeenten een grote relevantie hebben. Omdat de nieuwe Alcoholwet is ingegaan per 1 juli 2021 wordt er in dit PHA al aandacht besteed aan de wijzigingen die daaruit voortkomen.

 

2. Ontwikkelingen in wetgeving en beleid

Nationaal Preventieakkoord

Het kabinet Rutte III heeft 170 miljoen euro extra vrijgemaakt voor diverse preventiedomeinen gedurende de looptijd van het Nationaal Preventieakkoord (NPA). Het Preventieakkoord is een samenhangend pakket aan maatregelen, acties en ambities die bijdragen aan het gezonder maken van Nederland in 2040. Er is gekozen voor een aanpak op de onderwerpen roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht, omdat deze de grootste oorzaak voor ziektelast in Nederland zijn, met 35.000 doden en 9 miljard aan zorguitgaven per jaar.

Zeeuws Sportakkoord

In het Nationaal Preventieakkoord komt sport veelvuldig aan bod. In het preventieakkoord staan verschillende doelstellingen die een gezond sportklimaat nastreven. Ook in Zeeland kennen we een akkoord dat hier mooi op aansluit, het Zeeuws Sportakkoord. In dit akkoord is duidelijk verwoord dat overmatig/zwaar alcoholgebruik en sport niet samen gaan. Daar waar dit op dit moment wel het geval is, moet dit veranderen. Goed alcoholbeleid in de sportkantine is integraal beleid en gaat dus hand in hand met rookvrij en een gezond aanbod van eten en drinken. Sportverenigingen en andere sportaanbieders hebben ondersteuning nodig om te komen tot een sportsector die nog meer dan nu gezond gedrag stimuleert en problematisch alcoholgebruik tegengaat. Hiervoor is door LZNVZ de Toolkit Sportgezond ontwikkeld.

Lokale ontwikkelingen in gemeente Hulst

Op 18 oktober jl. is het Preventie Akkoord Zeeuws-Vlaanderen door de verschillende partners ondertekend. Met ingang van 1 januari 2022 zullen er in dit kader activiteiten worden uitgevoerd op het gebied van: Gezonde leefomgeving, Mentale weerbaarheid jeugd en Vitaal ouder worden.

Preventieve acties op het gebied van jeugd en alcohol cq. genotsmiddelen worden in de gemeente Hulst in het kader van het subsidiebeleid cq. volksgezondheidsbeleid uitgevoerd door Hulst voor Elkaar en Emergis Preventie (1NUL1).

Nieuwe Alcoholwet

De naam van de Drank- en Horecawet is veranderd in de Alcoholwet. In aanvulling op het Nationaal Preventie Akkoord wordt een aantal nieuwe maatregelen ingevoerd: prijsacties met alcoholhoudende dranken voor gebruik elders van meer dan 25% korting worden verboden; er komen strenge regels voor de verkoop van alcohol op afstand en wederverstrekking van alcohol aan minderjarigen wordt in de publieke ruimte verboden. De meerderjarige die alcohol koopt voor een minderjarige is voortaan strafbaar. Deze strafbaarstelling is al jaren een wens van gemeenten. Door wederverstrekking strafbaar te stellen, wordt een signaal afgegeven aan de minderjarigen en aan de ondernemers. De handhaving van dit verbod is echter lastig, omdat wederverstrekking vaak moeilijk te constateren is.

 

3. Alcoholgebruik: het probleem

Alcohol is het meest gebruikte genotmiddel in ons land. Het gebruik is sociaal en economisch diep in onze samenleving geworteld. De gevolgen van het problematisch gebruik van alcohol en drugs zijn niet te overzien. De risico’s zijn groot voor alle leeftijden, zowel ongeboren kinderen als voor ouderen. In dit hoofdstuk bespreken we de huidige stand van zaken en de ontwikkeling in de tijd.

Jongeren

Voor jongeren en jongvolwassenen zijn de risico’s van alcoholgebruik groter dan voor volwassenen (Expertisecentrum Alcohol, 2020). Niet alleen zijn de acute gevolgen voor hen vaak ernstiger – zij raken bijvoorbeeld eerder bewusteloos en kunnen onder invloed over hun seksuele grenzen heen gaan – ook heeft drinken op jonge leeftijd gevolgen voor de lange termijn. Denk aan verstoring van de hersenontwikkeling en een grotere kans op verslavingsproblemen. Agressief, asociaal en delinquent gedrag komt bovendien vaker voor bij jongeren die drinken dan bij hun niet drinkende leeftijdgenoten. Bij jongvolwassenen kunnen (de gevolgen van) alcoholgebruik leiden tot kort- en langduriger verzuim, studievertraging, afname van de studieprestaties en studie-uitval. Het RIVM berekende dat in 20% van de jaarlijkse gevallen van studievertraging en of -uitval in het hbo of wo alcohol een rol speelt (factsheet Trimbos: alcohol- en drugsbeleid voor studenten).

 

Het drankgebruik onder Nederlandse jongeren stabiliseert de laatste jaren. In de groep 12- tot en met 16-jarigen was tussen 2003 en 2015 nog een afname zichtbaar in het alcoholgebruik: van ongeveer 70% naar 25%. Vanaf 2015 echter, is de afname van het alcoholgebruik gestagneerd. In zowel 2015, 2017 als 2019 bleef ongeveer een kwart (25%) van de 12- tot en met 16 jarige scholieren maandelijks alcohol drinken. Ook binge drinken en dronkenschap zijn sinds 2015 niet verder afgenomen (Rombouts e.a., 2020).

 

Als minderjarigen aan drank willen komen is dat nog steeds gemakkelijk in Nederland. Tussen 2018 (37,7%) en 2020 (37.9%) is de totale naleving van de leeftijdsgrens bij alcoholverkoop niet veranderd (Bureau Objectief).

Jongvolwassenen

Schadelijk alcoholgebruik onder jongvolwassenen komt het meest voor onder de leeftijdsgroep 18-29 jaar (Tuithof e.a., 2018). De meerderheid van de MBO en HBO studenten drinkt en ruim 70% doet dat regelmatig (van Dorsselaer e.a., 2020). Een specifiek onderzoek onder plattelandsjongeren laat zien dat hoewel zij overmatig drinken, dit zelf geen probleem vinden. Zij hebben een positieve houding ten opzicht van alcohol mede omdat drinken in hun omgeving als normaal wordt gezien. Hun kennis over de schadelijkheid van alcohol is beperkt (Paternotte & Prooij, 2019).

Ouders/verzorgers

Ouders/verzorgers zijn soms nog toegeeflijk met betrekking tot alcoholgebruik door hun kinderen. Zo krijgt een kwart van de 12 tot 16-jarige scholieren die wel eens drinken, alcohol van hun ouders (Rombouts e.a., 2020). Dat aantal is niet gedaald sinds 2016. Maar er zijn meer ouders die hun rol oppakken. Driekwart van de ouders heeft in 2015 expliciet als regel dat hun minderjarige kind niet mag drinken; in 2007 was dat nog 50% (van Dorsselaer e.a., 2016). Ouders die zelf veel drinken, zijn toleranter ten aanzien van alcoholgebruik bij hun kinderen. Hoewel de invloed van peers (leeftijdgenoten, vrienden) op het gedrag toeneemt met de leeftijd, blijven ouders invloed houden op het drinkgedrag van hun opgroeiende kind (Engels e.a, 2013) bijvoorbeeld via hun houding ten opzichte van alcohol of door de afspraken die zij met hun kind maken.

Terugblik

Zeeuwse trend onder jongeren

De afgelopen jaren hebben alle samenwerkende partners allerlei interventies uitgevoerd. Echter, omdat ook landelijke ontwikkelingen, zoals landelijke campagnes als die van de Rookvrije Generatie en NIX18 een grote bijdrage leveren in het verkrijgen van mooie resultaten, is het niet mogelijk om behaalde resultaten volledig toe te schrijven aan de interventies vanuit LZNVZ. Een zeer duidelijke Zeeuwse trend kunnen we ook niet goed weergeven omdat sommige Zeeuwse onderzoeken niet herhaald zijn en/of niet met elkaar te vergelijken zijn.

 

Hieronder bespreken we wel de resultaten aan de hand van de uitkomsten uit de Gezondheidsmonitor Jeugd 2019, Digitaal dossier JGZ, de Jeugdmonitor van ZB | Planbureau en het Nalevingsonderzoek 2018-2019. In vorige edities van het Preventie- en Handhavingsplan werden ook resultaten gedeeld uit het Draagvlakonderzoek door ZB | Planbureau. Deze is niet meer herhaald sinds 2015.

Afspraken met ouders over gebruik alcohol, drugs en roken

Drie van de vier (79,9%) 13-jarigen heeft met zijn of haar ouders afspraken gemaakt over het gebruik van alcohol, drugs en roken (GGD Zeeland, Digitaal dossier JGZ).

Steeds minder 13-jarigen geven aan ooit alcohol te hebben gedronken

Sinds 2016 (29,2%) is er een, bijna complete, dalende lijn te zien in het percentage 13-jarigen dat ooit alcohol heeft gedronken. In 2017 was dit 29,1%, in 2018 27,4% en in 2019 steeg deze weer licht naar 28,3% (GGD Zeeland, Digitaal dossier JGZ).

Minder jongeren (klas 2 en 4 vo) doen aan ‘binge drinken’

Het aantal jongeren op het voortgezet onderwijs dat aan binge drinken doet is ten opzichte van 2010 (31%) gedaald naar 22% (Gezondheidsmonitor Jeugd, 2019).

Zeeuwse jongeren drinken meer, roken meer en gebruiken vaker drugs dan landelijke leeftijdsgenoten

Door Zeeuwse jongeren wordt er meer alcohol gedronken dan het Nederlands gemiddelde onder leeftijdsgenoten (32% versus 26%) en ook is er vaker ooit gerookt (13% versus 10%). Ook hebben Zeeuwse jongeren vaker wiet of hasj gerookt (9% versus 8%) (GGD Gezondheidsmonitor Jeugd 2019).

Zeeuws nalevingspercentage (te) laag

Van de 790 in Zeeland succesvol bezochte alcoholverstrekkers, leeft een derde (33%) de regels rond alcoholverkoop aan jongeren na. Een indicatieve vergelijking met het onderzoek uit 2016 (54%) laat zien dat dit percentage helaas enorm gedaald is. Er zitten grote verschillen tussen de gemeenten en categorieën (ZB|Planbureau, 2019).

Aantal 13-jarigen dat ooit alcohol heeft gedronken

Gebruik genotmiddelen onder jongeren

Lokale trend

44% van de 14/15 jarige respondenten uit de gemeente Hulst geeft aan ooit alcohol te hebben gedronken. Dit percentage ligt hoger dan het Zeeuwse gemiddelde van 37%. 39% van de respondenten uit Hulst geeft aan in de laatste vier weken alcohol te hebben gedronken. Het Zeeuwse gemiddelde ligt hier op 31%. In beide gevallen scoort Hulst dus hoger, maar in deze gevallen wordt niets duidelijk over de hoeveelheid alcohol dat is genuttigd. Dit is wel het geval bij de gegevens over het binge drinken (het gaat hier specifiek om het nuttigen van vijf of meer drankjes met alcohol bij één gelegenheid). Ook hierbij ligt het percentage voor Hulst, namelijk 26%, hoger dan het Zeeuwse percentage van 22%. Het gaat niet om een significant hoger percentage, maar het percentage is zeer zeker zorgelijk en verdient de nodige aandacht.

Tabellenboeken Gezondheidsmonitor Jeugd 2019-2020 - GGD Zeeland

Algemene terugblik

Sinds 2010 zijn we in Zeeland bezig met de integrale, gezamenlijke aanpak om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Er zijn goede resultaten geboekt. Niet alleen op het bereiken van enkele doelstellingen maar ook op andere gebieden. Denk aan de samenwerking in Zeeland tussen gemeenten onderling maar ook met GGD, Emergis Preventie (1NUL1), politie en andere partners. Men weet elkaar snel te vinden, werkt makkelijk samen en maakt gebruik van elkaars kennis en kunde. Ook de alcoholpoli, het daarbij behorende nazorgtraject (momenteel uitgevoerd door 1NUL1) en de relaties met de landelijke instellingen zijn ontwikkelingen die voort zijn gekomen uit LZNVZ.

 

Echter, op sommige punten is er ook minder vooruitgang geboekt dan gehoopt. Dit laat des te meer zien dat het tijd kost om een zo in de cultuur verweven gewoonte te veranderen. Dit geldt niet enkel voor het alcoholgebruik, maar ook voor de verstrekkers. Uit het onderzoek in 2019 bleek het nalevingspercentage bij de alcoholverstrekkers in deze gemeente bedroevend laag. Een intensievere investering in gedragsverandering, toezicht en controle vergt ambtelijke capaciteit die in de afgelopen periode niet steeds beschikbaar is geweest; veelal wordt ingezet op ad hoc -acties en projecten, maar consistente aandacht voor dit beleidsveld is een knelpunt.

Conclusie

Vooral als gevolg van de Coronacrisis zijn niet alle onderzoeken in de afgelopen periode (op dezelfde wijze ) herhaald, zodat niet voor alle doelstellingen zoals opgesteld in het PHA 2017-2022 een harde conclusie getrokken kan worden. De doelstellingen die wel zijn getoetst zijn:

Doelstelling 2 ‘Het terugdringen bingedrinking’ onder 14/15 jarigen van 31% ín 2015 naar 25% of minder’. Deze is behaald. Bingedrinken is de meest schadelijke en risicovolle manier van alcohol drinken en uit de gezondheidsmonitor Jeugd (2019) blijkt dat het percentage gedaald is naar 22%.

Doelstelling 5 ‘Een verbetering van de naleving onder de verstrekkers van alcohol van 54% in 2016 naar 80% in 2022’. Dit doel is helemaal niet gehaald, integendeel; de naleving is juist nog veel slechter geworden (33% in 2018/2019).

Doelstelling 6 ‘Het begeleiden van 30 gezinnen met een lage SES binnen het project alcoholpreventie lage SES’ is ook behaald.

 

Rekening houdend met de onderzoeksresultaten zoals in dit hoofdstuk beschreven kunnen we concluderen dat er op veel punten een dalende trend ten aanzien van alcoholgebruik waarneembaar is. Wel gebruiken Zeeuwse jongeren in vergelijking met leeftijdsgenoten uit het land nog steeds meer alcohol en is ook de NIX18 naleving in Zeeland iets slechter als het landelijke. Voor wat betreft de jeugd van de gemeente Hulst blijft het bingedrinken dus een aandachtspunt. Het blijft dan ook wenselijk om door te gaan met de integrale aanpak en tegelijkertijd te werken aan de bestendiging van de aanpak.

 

4. Beleidsfocus

Uitgangspunten en onderbouwing van beleid

In dit plan beschrijft onze gemeente hoe zij de jeugd wil beschermen tegen de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik. Om resultaat te bereiken is de bijdrage van iedereen in de gemeenschap nodig: scholen, sportverenigingen, ouders, ondernemers. Daarom betrekt de gemeente deze partijen bij de beleidsontwikkeling en de uitvoering. Gezamenlijk zetten we in op een gezonde bevolking, zonder alcoholgebruik onder de 18 jaar en met verantwoorde alcoholverstrekking aan en verantwoord alcoholgebruik door jongvolwassenen.

Omgevingsbenadering

De systeemtheorie van Holder (1998) maakt duidelijk dat alcoholgebruik altijd het resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Holder laat daarmee zien dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de fysieke en sociale omgeving van de drinker beïnvloeden. In de omgeving van de jonge drinker spelen locaties waar alcohol verstrekt wordt, alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. Zo hebben bijvoorbeeld tal van studies aangetoond dat het drinkgedrag van jongeren wordt gestimuleerd door goedkope alcohol en alcoholreclame via radio, tv, internet en via sponsoring van sport- en culturele evenementen. Gemeenten kunnen niet zoveel veranderen aan de reclame via televisie maar wel bijvoorbeeld aan reclame op gemeentelijke reclamedragers. Of ‘happy hours’ en supermarktstunts verbieden.

Integrale beleidsvisie

Het preventiemodel van Reynolds (2003) borduurt voort op de systeemtheorie van Holder. Het preventiemodel kent drie beleidspijlers: regelgeving, handhaving en educatie. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook. Juist in de overlap is het integrale preventiebeleid terug te zien: het model maakt duidelijk dat niet alleen educatie maar ook regelgeving en handhaving bijdragen aan het voorkómen van (problemen door) alcoholgebruik.

 

Dit Preventie- en handhavingsplan is gebaseerd op deze integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere typen maatregelen - worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek.

Pijler 1: Regelgeving

De Alcoholwet is primair een volksgezondheidswet met als doel om, met name onder jongeren, gezondheidsschade door alcoholgebruik te voorkomen. Daarnaast stelt de Alcoholwet ook als doel om alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde terug te dringen. De Alcoholwet geeft invulling aan beide doelstellingen door onder andere beperkingen te stellen aan de beschikbaarheid van alcohol. Zo mag er bijvoorbeeld niet worden verstrekt aan een jongere als niet is vastgesteld dat hij of zij 18 jaar of ouder is en is de aanwezigheid van dronken personen niet toegestaan in een horecagelegenheid of slijterij.

Pijler 2: Handhaving

Maatregelen ten aanzien van omgevingsfactoren, zoals bijvoorbeeld de beschikbaarheid van alcohol beperken, zijn het meest effectief. Helaas is het nog steeds zo dat jongeren gemakkelijk aan alcohol kunnen komen als ze dat willen. Een voorbeeld van een interventie gericht op deze pijler is: inzetten op een optimale handhaving zodat er niet geschonken wordt aan jongeren onder de 18 jaar.

Pijler 3: Educatie

Inzet van publieke bewustwordingscampagnes om het draagvlak voor het beleid te versterken en de norm met betrekking tot problematisch middelengebruik positief te beïnvloeden zijn heel belangrijk. De NIX18-norm moet de geldende norm zijn en dat behoeft voorlopig blijvende aandacht. Kennisverhoging en opvoedgedrag verbeteren door regel- en normstelling zal alleen werken als het algemene publiek via allerlei invalswegen elke keer weer dezelfde boodschap krijgt voorgeschoteld. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een Zeeuwse publiekscampagne maar ook in kleinere settings: voorlichting aan ouders, andere volwassenen die om de jongeren heen staan en aan jongeren zelf.

 

5. Doelstellingen

Het doel van LZNVZ is het voorkomen en terugdringen van alcoholgebruik onder alle jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Jongeren en jongvolwassenen die extra aandacht nodig hebben om dit doel te bereiken, krijgen die extra aandacht. Daarnaast willen we dat alle alcoholverkopers en -verstrekkers zich aan de wet houden: niet verkopen of schenken aan jongeren onder de 18 jaar en niet doorschenken aan mensen die al te veel gedronken hebben. Omdat grenzen stellen en bewaken niet los staan van normbesef en publiek draagvlak, nemen we ook op die gebieden maatregelen.

 

Er wordt onderscheid gemaakt ten aanzien van de doelstellingen. Er zijn hoofddoelstellingen en inhoudelijke doelstellingen opgesteld.

Hoofddoelstellingen

  • 1.

    Het tegengaan en terugdringen van alcoholgebruik door jongeren onder 18 jaar.

  • 2.

    Het tegengaan van risicovol alcoholgebruik door jongeren van 18 tot en met 23 jaar.

  • 3.

    Voldoende nalevingsgedrag door alcoholverstrekkers.

Inhoudelijke doelstellingen

De inhoudelijke doelstellingen verschillen in essentie niet van die van de afgelopen periode; op latere leeftijd, minder vaak en minder veel genotmiddelen gebruiken onder jongeren in Zeeland stimuleren. De inhoudelijke doelstelling zullen getoetst worden aan cijfers die beschikbaar komen vanuit de reguliere monitoringssystemen.

  • 1.

    Het percentage Zeeuwse jongeren (uit klas 2 en 4) dat in de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken, is in 2026 lager dan het percentage in 2019 (32%).

  • 2.

    Het percentage Zeeuwse jongeren (uit klas 2 en 4) dat in de afgelopen 4 weken aan bingedrinking heeft gedaan, is in 2026 lager dan het percentage in 2019 (22%).

  • 3.

    Het percentage jongvolwassenen dat dagelijks of wekelijks drinkt, is in 2026 lager dan het percentage in 2019 (dagelijks 7% en wekelijks 38%).

  • 4.

    Een verbetering van de naleving onder de verstrekkers van alcohol ten opzichte van 2019 (33%).

  • 5.

    Specifiek voor Hulst: Het percentage Hulsterse jongeren (uit klas 2 en 4) dat in de afgelopen 4 weken aan bingedrinking heeft gedaan, is in 2026 lager dan het percentage in 2019 (26%).

Monitoring

De doelstellingen worden getoetst aan de hand van de resultaten uit de Gezondheidsmonitor Jeugd van GGD Zeeland, de monitor jongvolwassenen van het ZB| Planbureau onder 21-23 jarigen en het naleefonderzoek van ZB|Planbureau.

 

6. Risicoanalyse en interventiestrategie

In dit hoofdstuk wordt geïnventariseerd welke risicogevende settingen er zijn en vanuit welke beleidspijler regelgeving, handhaving, educatie) interventies moeten worden ingezet. De risicoanalyse geeft inzicht in de verschillende soorten settingen en de daarbij behorende risicokenmerken. Op basis van deze analyse is vervolgens een interventiestrategie gemaakt (tabel 1). De interventiestrategie geeft aan welke soorten interventies ingezet worden om de risico’s te verkleinen. Door het periodieke karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid, dat aanknopingspunten biedt voor een volgend Preventie- en Handhavingsplan Alcohol.

Risicoanalyse

Gegevens uit onderzoek

Het naleefniveau voor drankverstrekking aan minderjarigen door alcoholverstrekkers wordt in Zeeland vastgesteld aan de hand van mysteryshop-onderzoek. Hierbij worden jongeren die niet onmiskenbaar 18 jaar of ouder zijn ingezet, om te toetsen of drankverstrekkers eerst de leeftijd vaststellen alvorens tot verstrekking van alcohol over te gaan. Met het nalevingsonderzoek kan per setting en zelfs per locatie worden bepaald hoe de naleving van de leeftijdsgrens in de praktijk wordt uitgevoerd. Alcoholverstrekkers worden in algemene zin in kennis gesteld van het feit dat dergelijke onderzoeken worden uitgevoerd. De onderzoeken zelf worden in het geheim uitgevoerd om betrouwbare informatie te kunnen verzamelen. In het voorjaar van 2021 zou er weer een naleefonderzoek starten maar dit is vanwege Corona uitgesteld naar 2022.

 

De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren stellen we vast met de Gezondheidsmonitor Jeugd van de GGD Zeeland en de monitor jongvolwassenen van ZB|Planbureau. Deze monitors worden eens per vier jaar afgenomen. De intoxicatiecijfers worden op basis van de ziekenhuisgegevens van de alcoholpoli van het ADRZ, Bravis en ZorgSaam per kwartaal door 1NUL1 aan LZNVZ teruggekoppeld.

Gegevens van informanten

Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te voeren, ter aanvulling op de bovengenoemde onderzoeken, raadpleegt onze gemeente o.a. via LZNVZ ook andere bronnen. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk, veldwerk verslavingszorg, de Alcoholwet BOA’s en de registraties bij de alcoholpoli in Zeeland. Van deze partners zal worden gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien.

Interventiestrategie

Om het effect van afzonderlijke handhavings- of preventieve interventies te versterken worden deze zoveel mogelijk in samenhang ingezet. Daarnaast kiest de gemeente voor het inzetten van op wetenschappelijke inzichten gebaseerde integrale aanpakken. Zie onderstaande tabel voor (de combinatie van) maatregelen en integrale aanpakken die de gemeente inzet om de doelstellingen van dit plan te behalen. In de volgende hoofdstukken lichten we de verschillende maatregelen toe.

 

Afhankelijk van de setting en de omstandigheden met betrekking tot, bijvoorbeeld, de alcoholconsumptie daaromheen, is de ene maatregel effectiever dan de andere. In sommige gevallen zal een situatie activiteiten op het gebied van bijvoorbeeld handhaving eisen, in andere gevallen juist educatie. Echter, een mix van activiteiten uit alle pijlers is het meest aan te bevelen.

Tabel 1: Maatregelenmix per setting

Setting

Handhaving

Regelgeving

Educatie

Integrale aanpak

Detailhandel

- Toezicht leeftijdsgrens.

- Sanctiestrategie.

- Three strikes out

- Toezicht door detailhandel zelf

- Toezicht prijsacties (vanaf 1 juli 2021, NVWA)

- Leeftijdsgrens

- Prijsacties beperken (per 1 juli 2021 landelijk geregeld in de Alcoholwet)

- Nalevingscommunicatie

- Training caissières

- Communicatie over Alcoholwet, alcoholregels, prijsacties

 

Horeca/Evenementen

- Toezicht leeftijdsgrenzen

- Toezicht doorschenken

- Toezicht regels Alcoholwet

- Toezicht Happy Hours

- Sanctiestrategie.

- Leeftijdsgrens

- Beleidsregels ontheffingen art. 35 Alcoholwet

- Alcoholreclames verbieden

- Nalevingscommunicatie

- IVA Training barpersoneel

- Communicatie over Alcoholwet en alcoholregels, wederverstrekking

- Dronkenschap en doorschenken

- Leidraad alcoholbeleid op evenementen voor gemeenten

Clubhuizen en jongerencentra

- Toezicht leeftijdsgrenzen

- Toezicht doorschenken

- Toezicht regels Alcoholwet

- Toezicht schenkregels paracommercie.

- Sanctiestrategie.

- Leeftijdsgrens

- Schenktijden beperken

- Verbod sterke drank

- Alcoholreclames verbieden

- Opvoeding met betrekking tot middelengebruik

- Uitgaansopvoeding

- Communicatie over Alcoholwet en alcoholregels

-IVA bartraining

- Dronkenschap en doorschenken

Thuis/ouders

- Ouderlijk toezicht op regels NIX18

- Ouders adviseren duidelijke regels te stellen en hier ook consequenties aan te verbinden

- Adviezen t.a.v. opvoeding met betrekking tot middelengebruik delen via socials, artikelen op gemeentelijke pagina’s, free publicity, www.lznvz.nl, (online) voorlichtingsavonden, talkshows, etc.

- Inzet politie n.a.v. aantreffen dronken jongeren op straat

- Inzet Emergis Preventie nazorg bij alcoholintoxicatie

- Huiskamergesprekken

- Homeparty voor ouders en eventueel jongeren

- Ouderavonden online

- Ouderavonden in cafés

- Nazorgtraject na alcoholintoxicatie

 

Sport

- Toezicht leeftijdsgrenzen

- Toezicht doorschenken

- Toezicht regels Alcoholwet

- Toezicht schenkregels paracommercie.

- Sanctiestrategie

- Geen alcohol bij jeugdwedstrijden

- Toezicht sterkte drank

- Schenktijden beperken

- Verbod sterke drank

- Leeftijdsgrens

- Verbod aanwezigheid dronken personen

- Alcoholreclames verbieden

- Communicatie over Alcoholwet en alcoholregels

- Alcoholregels duidelijk zichtbaar (NIX18)

- Uitstraling frisse en gezonde kantine

Aanbod alcoholvrij alternatief

IVA training barpersoneel/vrijwilligers

- Training vroegsignalering

- Voorlichting voor jongeren

- Voorlichting voor ouders en vrijwilligers

- Interventies uit digitale Tookit ‘Sport Gezond’

- Dronkenschap en doorschenken

- Alcoholbeleid in sportkantines

Scholen

- Ondersteuning door boa’s en/of Emergis Preventie bij schoolfeesten (bijv. indrinken)

- Alcoholvrije schoolomgeving en activiteiten

- Voorlichting over genotmiddelen aan ouders

- Voorlichtingsavond voor ouders in samenwerking met school.

- Spreekuren op het VO, Leerlingen kunnen doorverwezen worden naar de preventiewerker als het er zorgen zijn

- Overleg over integrale aanpak preventie van problematisch gebruik genotmiddelen

- Alcoholvrije school

- Helder Op School, een doorlopende leerlijn vanaf de brugklas ( Frisse Start) tot minimaal het vierde leerjaar (In Charge)

- Gezonde School

Openbare ruimte

- Toezicht en handhaving in de openbare ruimte:

- bezit alcohol onder de 18 jaar

- openbaar dronkenschap

- Verbod aanwezig hebben alcohol onder de 18 jaar

- Verbod openbaar dronkenschap

- Alcoholreclames verbieden

- Communicatieplan

- Nalevingscommunicatie

- Campagne NIX18

- IkPas Campagne

- Dranquilo Campagne

 

(Jongeren) campings

- Toezicht leeftijdsgrenzen

- Toezicht doorschenken

- Toezicht regels Alcoholwet

- Toezicht schenkregels paracommercie.

- Sanctiestrategie.

Overleg over (huis)regels

- Nalevingscommunicatie

- Voorlichting door Emergis Preventie met een peergroup

 

Hokken/Keten

- Toezicht en handhaving in de openbare ruimte.

 

Voorlichting aan ouders

 

 

7. Regelgeving en handhaving

De Alcoholwet is primair een volksgezondheidswet met als doel om, met name onder jongeren, gezondheidsschade door alcoholgebruik te voorkomen. Daarnaast stelt de Alcoholwet ook als doel om alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde terug te dringen. De Alcoholwet geeft invulling aan beide doelstellingen door onder andere beperkingen te stellen aan de beschikbaarheid van alcohol.

De Alcoholwet geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. Regelgeving is een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid. Om die reden wordt kort uiteengezet welke soorten regels er zijn.

Regels centraal en decentraal

Er zijn regels die van rijkswege gelden en regels die door de gemeenten zijn opgesteld. De regels van gemeentewege zijn neergelegd in de verordening paracommercie en de Algemene Plaatselijke Verordening. Daarnaast verstrekt de gemeente vergunningen en ontheffingen, al dan niet onder voorwaarden en stelt de gemeente het toetsingskader vast voor beleidsregels van de burgemeester inzake de ontheffingen ex. artikel 35 van de Alcoholwet en de ontheffing op grond van artikel 4 van de Alcoholwet.

Verordening

Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is een wettelijke verplichting voor gemeenten (artikel 4 van de Alcoholwet). De gemeente Hulst heeft hiertoe de Verordening Paracommercie vastgesteld. Doel is het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen paracommercie en commerciële horeca. Met het stellen van regels is rekening gehouden met de pijler alcohol en jeugd. De schenktijden in sportverenigingen en jongerencentra zijn hierin beperkt. Achterliggende gedachte is de wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie. Ook is beoogd om het alcoholgebruik bij jongeren te ontmoedigen door bij sportkantines in de ochtenden geen alcoholverstrekking toe te staan. Uit normatief oogpunt is het niet wenselijk dat jongeren tijdens sport en spel van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat geconfronteerd worden met het alcoholgebruik van anderen. De Alcoholwet biedt gemeenten daarnaast de mogelijkheid in de verordening regels op te nemen op grond van artikel 25a t/m 25d van de Alcoholwet (bijvoorbeeld prijsacties en happy hours beperken of het hanteren van toegangsleeftijden tot 21 jaar bij horeca en terrassen op bepaalde tijdstippen).. Met deze bevoegdheid kunnen de meest excessieve acties (meer dan 40% korting) worden verboden. Onderzoek (Meier e.a., 2008) laat zien dat de prijs van alcohol een belangrijke voorspeller is voor gebruik en dat met prijsinterventies gebruik kan worden beïnvloed. Het verhogen van alcoholprijzen heeft specifiek impact op mensen die veel alcohol consumeren. Het beperken van mogelijkheden om met prijzen voor alcoholhoudende dranken te stunten is daarmee een geschikt instrument om de stevige consumptie in het uitgaansleven te beperken en dronkenschap te voorkomen.

Beleidsregels ontheffingen

De Alcoholwet biedt gemeenten de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van de Alcoholwet. De burgemeester van Hulst heeft beleidsregels vastgesteld om te bepalen of een paracommerciële inrichting op aanvraag een ontheffing krijgt van de schenkregels voor tijdelijke gelegenheden van bijzondere aard (artikel 4 Alcoholwet). Daarnaast hanteert de burgemeester eveneens beleidsregels om te bepalen of en onder welke voorwaarden alcoholhoudende drank geschonken mag worden tijdens evenementen (artikel 35 Alcoholwet).

Nieuwe bevoegdheden voor gemeenten

In de nieuwe situatie is het de BOA ook toegestaan te handhaven wanneer er sprake is van wederverstrekking van alcohol door een meerderjarige áán een minderjarige. Daarnaast wordt het ook geregeld dat gemeenten bepaalde gebieden als alcohol-overlastgebied kunnen aanwijzen. Hiermee kunnen gemeenten extra regels instellen met betrekking tot alcoholverkoop. De nieuwe Alcoholwet regelt ook dat gemeenten ervoor kunnen zorgen dat ook op vervoersmiddelen die bedrijfsmatig alcohol verstrekken (zoals een bierfiets of partyboot) iemand aanwezig moet zijn die in het bezit is van een diploma sociale hygiëne. Wat de naleving van bezorgdiensten betreft wordt er geregeld dat de (online) verkoper verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de leeftijdscontrole, zowel bij de aankoop als bij aflevering.

 

Leeftijdsgrens 18 jaar

 

Artikel 20 lid 1 Alcoholwet

Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

 

Artikel 20 lid 4 Alcoholwet

Het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens.

 

Artikel 45 van de Alcoholwet

Het is personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, verboden op voor publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt.

 

Artikel 45A van de Alcoholwet

Onverminderd artikel 20, eerste lid, is het personen die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, verboden op voor publiek toegankelijke plaatsen anders dan bedrijfsmatig alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

 

Dronkenschap/doorschenken

 

Artikel 20 lid 5 Alcoholwet

Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras.

 

Artikel 252 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Verbod om dronken personen te schenken.

 

Artikel 453 Wetboek van Strafrecht

Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven.

 

Alcoholverbod in de openbare ruimte en op aangewezen openbare plaatsen

 

Artikel 2:73 Verboden drankgebruik

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor:

    • a.

      een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

    • b.

      een horecabedrijf als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet.

Toezicht

Het doel van de gemeente is om door middel van naleving van de wet bij te dragen aan het voorkomen van gezondheidsschade en verstoringen van de openbare orde. Sinds 1 januari 2013 is de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de wet en heeft daarmee een belangrijk instrument in handen. Onderzoek laat zien dat handhaving noodzakelijk is om het gewenste effect te bereiken van maatregelen zoals de leeftijdsgrens voor alcohol en het verbod op doorschenken (Babor e.a., 2010).

Risicoanalyse

Het toezicht op de Alcoholwet bestaat uit drie typen controles. Reguliere inrichtingencontroles (type 1), controles op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en schenktijden (type 2) en de controle op alcoholbezit door minderjarigen(type 3). Om te bepalen welk type controle moet worden ingezet en met welke frequentie, is een risicoanalyse uitgevoerd op inrichtingenniveau. De risicoanalyse gaat uit van de kans dat de regels worden overtreden maal het effect dat daarmee wordt veroorzaakt. Daarnaast wordt bezien of in een bepaalde gelegenheid veel jongeren komen en of het wel of niet paracommercie betreft.

 

De basis van de risicoanalyse wordt gevormd door de formule: Risico = Kans X Effect. De kans wordt in dit verband ook wel genoemd: het overtredersniveau, dus de kans dat de regels niet worden nageleefd. De kans op het overtreden van de regels hangt af van meerdere factoren. Te denken valt aan de drukte, het in werking hebben van een eigen (leeftijdscontrole)systeem en het nalevingsgedrag van de ondernemer in het verleden. Het overtrederniveau wordt ingeschat op basis van de beschikbare informatie en de lokale kennis binnen de gemeente. Indien na controle blijkt dat een ondernemer een betere of slechtere nalever is, dan wordt de score in de risicoanalyse bijgesteld. Dit gebeurt in ieder geval jaarlijks voorafgaande aan de jaarplanning.

 

Het effect is hoger naarmate er bijvoorbeeld meer jongeren of jongvolwassenen in de inrichting komen. Maar het kan ook zijn dat het effect bepaald wordt doordat bij overtreding van de regels meer oneerlijke concurrentie wordt veroorzaakt of meer problemen van openbare orde en veiligheid gepaard gaan.

 

Concreet is het de bedoeling dat de controlecapaciteit dus vooral ingezet wordt naarmate de regels minder goed worden nageleefd en juist op die plekken waar veel jeugd komt. Beide variabelen bevinden zich op een geleidende schaal.

 

De uitgewerkte risicoanalyse is bijgevoegd als bijlage 2. Uit de kolom of er veel of weinig jongeren in de inrichting komen en of het al dan niet een paracommerciële instelling betreft, kan worden afgeleid of controles van het type 2 moeten worden uitgevoerd.

Inzet toezicht per type controle

Type 1: Inrichtingencontroles

Bij de inrichtingencontroles wordt gekeken naar de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing, het voldoen aan de voorschriften van de vergunning/ontheffing en andere bepalingen uit de Alcoholwet, zoals de aanwezigheid van leidinggevenden tijdens openingstijden2. De inrichtingencontroles worden jaarlijks vastgesteld , waarbij rekening wordt gehouden met eerdere resultaten

Controle inzet voor type 1 controles

Soort

Aantal

Prioriteitscore

Bezoekfrequentie in maanden

Cafés

..

H

12

Restaurants

..

L

36

Cafetaria’s

..

G

24

Strandtenten

..

G

24

Hotels

..

L

36

Pensions

..

L

36

Dorps- en buurthuizen

..

H

12

Supermarkten

..

L

36

Clubhuizen

..

H

12

Slijterijen

..

G

24

Campings

..

G

24

L = Laag

G = Gemiddeld

H = Hoog

Type 2: Leeftijdsgrenzeninspecties/dronkenschap/schenkregels3

 

Naast de reguliere inrichtingencontroles richten de type 2 controles zich op leeftijdsgrenzeninspecties bij drankverstrekkers. De controles richten zich in hoofdzaak op het controleren van verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast worden controles uitgevoerd op dronkenschap en op schenktijden binnen de paracommercie. Het toezicht bestaat uit observaties op de plaatsen en tijdstippen waarop (’s avonds en in de weekenden) jongeren alcoholhoudende dranken kopen en gebruiken.

 

De scores uit de bijgevoegde risicoanalyse worden als volgt vertaald in controlefrequentie.

De indicatie aspecten behorend bij de prioriteringsscore zijn:

  • Alcoholverstrekking aan jongeren

  • Verstoring openbare orde

  • Oneerlijke concurrentie

Vervolgens kan de bezoek frequentie aangepast worden als gevolg van :

  • Beschikbare informatie

  • Beschikbare controle capaciteit

  • Risico op laag naleefgedrag/risico op wederverstrekking

De scores worden als volgt vertaald:

L = zeer gering

G = reëel

H = zeer groot

 

Daarnaast is er nog een categorie die vanwege de aard van de bedrijfsvoering moeilijk controleerbaar is. (MC)

 

De controle-inzet voor type 2 controles wordt als volgt vastgesteld:

 

Leeftijdsgrenzeninspecties/dronkenschap/schenkregels

Soort

aantal

Prioriteitsscore

Bezoek frequentie in maanden (statisch)

Bezoek Frequentie (dynamisch)

Opmerking

Discotheken

-

-

-

-

 

Cafés (hotspots)

8

H

6

Variabel

 

Cafés

28

G

12

Variabel

 

Restaurants

27

L

24

Variabel

MC

Hotels

2

L

24

Variabel

MC

Cafetaria/Lunchroom/Broodjeszaak

6

L

24

Variabel

 

Strandtenten

1

G

12

Variabel

 

Clubhuizen/buurthuizen/verenigingen gericht op jongeren

4

G

12

variabel

MC

Clubhuizen/buurthuizen/verenigingen overige

36

G

12

variabel

MC

Evenementen (voor zover relevant)

8

G

 

variabel

 

Slijterijen

6

G

12

variabel

 

Campingbedrijven met horeca overige

3

L

24

variabel

 

Detailhandel/supermarkten

14

G

12

variabel

 

Type 3: Controle op het in bezit hebben van alcoholhoudende drank door minderjarigen

De type 3 controles richten zich op het in bezit hebben van alcoholhoudende drank door minderjarigen op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Dit is niet toegestaan met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt (bijvoorbeeld supermarkten). Het als minderjarige in bezit hebben van alcoholhoudende drank is een overtreding van de Alcoholwet en dat is een strafbaar feit. De boete hiervoor bedraagt € 90,--. Voor jongeren onder de 16 jaar wordt deze boete gehalveerd tot € 45,--4. Dit soort controles wordt veelal uitgevoerd door de politie.

Overige controles

Naast de hierboven genoemde programmatische type 1 controles en type 2 controles op basis van het bovengenoemde overzicht vinden nog de volgende incidentele controles/acties plaats.

Steekproefsgewijze controles bij evenementen

Deze vinden plaats aan de hand van de afgegeven evenementenvergunningen. Vaak jaarlijks terugkerende evenementen, waarbij op basis van ervaringen van de vorige jaren een afweging wordt gemaakt voor een eventuele steekproef.

Controles bij ontmoetingsplaatsen/hotspots

Deze vinden plaats op locaties waarover klachten of signaleringen of meldingen van de politie zijn binnengekomen.

Juridisch vervolg

Dit komt aan de orde wanneer na een controle handhaving volgt. Met name indien er sprake is van een last onder dwangsom/bestuursdwang of het intrekken van een vergunning.

Interventiestrategie bepalen

Op basis van de risicoanalyse en de hotspotlijst worden prioriteiten vastgesteld. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 18 jaar en de bepalingen rondom dronkenschap, zoals het niet toelaten van dronken personen in een horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van dronkenschap. Elk jaar worden met het herijken van de hotspots tevens de handhavingsprioriteiten opnieuw vastgesteld.

Handhavingsmethoden

Opties voor leeftijdscontroles Alcoholwet

 

Methode

Opmerking

Observatie door eigen toezichthouders

Niet effectief

Controle eigen toezichthouders met mystery shoppers

Risico dat eigen toezichthouders herkend worden.

Controle door mystery toezichthouders zonder mystery shoppers.

De ingevoegde bepalingen van de Alcoholwet bieden hier ruimere mogelijkheden

Controle door mystery toezichthouders met mystery shoppers.

Thans de meest toegepaste methode.

Overige methoden, zoals bijvoorbeeld convenant zelfcontrole door de branche.

Levert over het algemeen rechtsongelijkheid op

 

1

Controle door toezichthouders zonder mystery shoppers

werkwijze

• De horeca-inrichtingen worden bezocht door toezichthouders die ter plaatse een controle doen door middel van observatie .

voordelen

• Juridisch veilig

nadelen

• Indien gekozen wordt voor toezichthouders uit de eigen organisatie zijn deze vanwege hun werk veelal bekend binnen horeca-inrichting en ook vallen zij op als zij een horeca-inrichting binnen gaan waar vooral jeugdigere personen hun avond doorbrengen. Een overtreding is door hen dus vrij lastig te constateren. Derhalve is inhuur of uitruil in deze aan te bevelen.

aandachtspunten

 

conclusie

• Heeft gezien de zeer lage effectiviteit m.b.t. repressieve handhaving geen voorkeur.

 

 

2

Controle door eigen toezichthouders met mysteryshoppers

werkwijze

• De horeca-inrichtingen worden bezocht door de eigen toezichthouders die worden vergezeld door een mysteryshopper. Deze laatste doet een aankooppoging die wordt waargenomen door de toezichthouder.

voordelen

• Redelijk flexibel qua planning en regie.

• Met de invoering van de Alcoholwet is de inzet van 16 en 17 jarige mysteryshoppers vereenvoudigd.

nadelen

• Het zelfde argument als bij optie 1 vanwege de bekendheid van de toezichthouders.

• 16 en 17 jarige mysteryshoppers mogen tot uiterlijk 23:00 uur ingezet worden (Arbowet).

aandachtspunten

• Het gebruik maken van een mysteryshopper vraagt om juridische zorgvuldigheid. Zolang er nog geen heldere jurisprudentie is over de inzet van mystery shoppers bij horecacontroles bestaat er een afbreukrisico.

conclusie

Heeft gezien de zeer lage effectiviteit m.b.t. repressieve handhaving geen voorkeur.

info

• Door STAP is een factsheet gepubliceerd met betrekking tot de inzet van mysteryshoppers bij de handhaving van de Alcoholwet. In deze factsheet worden de knelpunten die bij de huidige toegepaste methodiek bij controles worden ervaren beschreven.

 

 

3

Controle door mystery toezichthouders zonder mystery shoppers

werkwijze

• De horeca-inrichtingen wordt bezocht door een jong uitziende toezichthouder(s) die ter plaatse een controle doen door middel van observatie.

• De mystery toezichthouder is afkomstig uit een BOA-poule of van een bedrijf ingehuurd.

voordelen

• Minder opvallend dan controle door eigen toezichthouders.

• Kan anoniem.

• Juridisch veilig,

nadelen

• Meerkosten qua inhuur personeel.

aandachtspunten

• Deze optie is eigenlijk enkel geschikt indien gekozen wordt voor uitbesteding aan een marktpartij. Daar eigen toezichthouders maar een beperkte periode inzetbaar zijn.

conclusie

Kan indien uitbesteed een werkbare methode zijn.

 

 

4

Controle door mystery toezichthouders met mystery shoppers

werkwijze

• De horeca-inrichtingen wordt bezocht door een jong uitziende toezichthouder die wordt vergezeld door een mystery shopper. Deze laatste doet een aankooppoging die wordt waargenomen door de toezichthouder.

• De mystery toezichthouder is afkomstig uit een BOA-poule of van een bedrijf ingehuurd.

voordelen

• Effectieve manier van controleren met een hoge pakkans.

• Met de invoering van de Alcoholwet is de inzet van 16 en 17 jarige mystery shoppers vereenvoudigd.

nadelen

• Vraagt een goede coördinatie met betrekking tot planning en regie.

• Brengt meerkosten met zich mee als gevolg van personeelskosten door derden.

• Controle wordt door horecaondernemers als niet chique ervaren.

• 16 en 17 jarige mystery shoppers m ogen tot uiterlijk 23:00 uur ingezet worden (Arbowet).

aandachtspunten

• Het gebruik maken van een mystery shopper vraagt om juridische zorgvuldigheid. Zolang er nog geen heldere jurisprudentie is over de inzet van mystery shoppers bij horecacontroles bestaat er een zeker afbreukrisico.

info

• Door STAP is een factsheet gepubliceerd met betrekking tot de inzet van mystery shoppers bij de handhaving van de Alcoholwet. In deze factsheet worden de knelpunten die bij de huidige toegepaste methodiek bij controles worden ervaren beschreven.

conclusie

• Met in achtneming van de juridische zorgvuldigheid aan te bevelen als methode voor repressieve handhaving.

 

 

5

Toezicht belegd enkel door middel van een convenant (bijvoorbeeld Jong proef)

werkwijze

• Het bevoegd gezag en de lokale horeca sluiten een convenant waarbij het toezicht door middel van een vorm van zelfcontrole bij een derde marktpartij wordt belegd.

voordelen

• Het bevoegd gezag hoeft weinig tijd te investeren in het toezicht,

nadelen

• Juridisch discutabel,

• Afhankelijk van de vorm van het convenant kan dit deelnamekosten met zich meebrengen.

• Weinig zicht op de resultaten en effecten.

• Bevoegd gezag heeft weinig tot geen regie.

aandachtspunten

 

conclusie

• Indien enkel voor een convenant gekozen wordt zonder flankerende controle mogelijkheden is deze optie vanwege de strijdigheid met de beginselplicht tot handhaven (juridisch argument)niet aan te bevelen.

 

 

6

Toezicht belegd door middel van een convenant geflankeerd door een ander vorm van toezicht

werkwijze

• Een zelfde soort convenant als bedoeld in optie 5, maar dan geflankeerd door een protocol dat voorziet in mogelijkheden tot repressieve handhaving bij herhaald niet naleving van de regelgeving. Deze flankerende vorm van handhaving kan door middel van één van de bovenstaande geadviseerde opties.

voordelen

• Juridisch meer acceptabel dan optie 5 .

• Waarschijnlijk behoorlijk draagvlak bij de horecaondernemers.

nadelen

• Relatief hogere (dubbele) kosten.

aandachtspunten

• Hierbij moet het bevoegd gezag de regie voeren met betrekking tot de handhaving en toepassing van het convenant.

 

• Jong proef methode

Positieve insteek.

• De basis bij de BHBW Jong Proef Preventie Methodiek bestaat uit een convenant afgesloten tussen drie partijen: de gemeente, de alcoholverstrekker en BHBW. De ondernemers hebben een belangrijke rol: als maatschappelijk verantwoordelijke bedrijven spreken zij uit de regels na te leven en hun verantwoordelijkheid hierin te nemen. Met dit convenant conformeren ondernemers zich aan de Alcoholwet met als doel het terugdringen van de verkoop van alcoholhoudende dranken aan jongeren. Na ondertekening van het convenant onderzoekt BHBW met het Jong Proef Onderzoek of deze ondernemingen zich aan de voorwaarden van het convenant houden. Gedurende de looptijd van het convenant zet de gemeente geen toezichthouders in bij de deelnemende ondernemers en is bestuurlijke handhaving niet mogelijk.

• De overtreder betaalt.

• De ondernemers leveren, bij het sluiten van het convenant, een financiële bijdrage. Voldoet een ondernemer tijdens een bezoek aan de voorwaarden uit het convenant, dan krijgt hij een gedeelte van zijn ingelegde financiële bijdrage terug. Voldoet een ondernemer niet aan de voorwaarden, dan wordt een gedeelte van zijn ingelegde bijdrage gebruikt om de Jong Proef Preventie Methodiek te bekostigen. Bij herhaaldelijke overtredingen wordt het convenant met de betreffende ondernemer beëindigd en valt hij onder het reguliere toezicht wat hierdoor gericht kan worden ingezet.

• De opzet is gezamenlijk een beter naleefgedrag te bereiken met een alternatieve en efficiëntere vorm van controle. Iedereen mag meedoen aan het convenant, maar om deel te mogen blijven nemen moet continu aan de voorwaarden van het convenant worden voldaan. Hierbij wordt de ondernemer ook geholpen. Bij de start van het convenant worden de kassamedewerkers geïnstrueerd waar zij op moeten letten bij alcoholverstrekking.

• Resultaat

De BHBW Jong Proef Preventiemethodiek levert voor alle partijen voordelen op. De gemeente heeft minder toezichtscapaciteit nodig op het gebied van leeftijdscontroles in de deelnemende branche en kan daarmee kosten besparen. De ondernemers krijgen hulp bij het tegengaan van verkoop van alcohol aan jeugd en vallen tijdens de convenantperiode buiten het reguliere toezicht. Gemeente en ondernemer staan naast elkaar in plaats van tegenover elkaar.

Conclusie

Dit kan met in achtneming van het juridische afbreukrisico en mogelijke rechtsongelijkheid een optie zijn die werkbaar is.

Toepassen controlemethode

Om tot een effectieve, uniforme Zeeuwse methode van handhaving te komen is het advies om voor zover dit nog niet gebeurd is over te gaan naar de methode van mystery-shoppers.

Nalevingscommunicatie

Communicatie versterkt het effect van de handhaving. Het draagt bij aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen en partijen vorm te geven.

Sanctiestrategie

Na controle wordt een controlerapport of boeterapportage opgemaakt. Indien is gebleken dat de gecontroleerde zich niet (geheel) aan de regels houdt, kan het bevoegd gezag verschillende sancties toepassen teneinde de overtreder ertoe te bewegen zich in het vervolg wel te houden aan de voor hem geldende regels. Niet alle overtredingen zijn even ernstig. Bij dit preventie- en handhavingsplan hoort de sanctiestrategie weer waarin is bepaald met welk sanctiemiddel de burgemeester in beginsel reageert op overtredingen. Voor de lichtere overtredingen wordt eerst een waarschuwing gegeven, voor de ernstigere overtredingen kan direct een daadwerkelijke sanctie opgelegd zoals een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom. Ook intrekken of schorsen van de vergunning behoort tot de mogelijkheden die de burgemeester ter beschikking staan. Aan de sanctiestrategie is tevens wederverstrekking toegevoegd.

Hardheidsclausule

Afwijken van de sanctiestrategie is mogelijk. Dat kan ten eerste in spoedeisende gevallen, waarbij direct handhavend optreden vereist is en de waarschuwing derhalve achterwege wordt gelaten. Ten tweede kan ook op basis van bijzondere feiten en omstandigheden worden afgeweken van de sanctiestrategie. De sanctie dient immers in alle gevallen proportioneel te zijn. Het toezicht en de handhaving hebben tot doel te komen tot preventie en een betere naleving en waarborging van de geldende wet- en regelgeving. In uitzonderlijke gevallen kan dit doel beter bereikt worden door af te wijken van de sanctiestrategie, waarbij deze afwijking wordt gemotiveerd.

Effectmeting en evaluatie

Het effect van het toezicht en de handhaving op de naleving van de leeftijdsgrens wordt gemeten met nalevingsonderzoek. Dit onderzoek wordt een keer per twee jaar uitgevoerd.

 

8. Educatieve- en communicatieve activiteiten

In de omgeving van jongeren en jongvolwassenen staan drie doelgroepen centraal die invloed hebben op het alcoholgebruik:

  • 1.

    Verstrekkers van alcohol;

  • 2.

    Scholen: BO (in mindere mate), VO, MBO en HBO;

  • 3.

    Ouders/opvoeders/andere volwassenen die (veel) met jongeren te maken hebben.

Daarnaast moeten de jongeren en jongvolwassenen zelf niet worden vergeten. Hoewel we weten dat zij minder open staan voor voorlichting is het wel van belang dat zij weten wat de consequenties van alcoholgebruik kunnen zijn en wat regels zijn zodat zij deze ook na kunnen leven.

 

Meer en meer komt de nadruk te liggen handhaving. Educatie en communicatie zijn ondersteunend hieraan en zijn belangrijk om draagvlak te creëren voor de NIX18 norm. Ter illustratie worden hieronder enkele mogelijkheden per doelgroep toegelicht.

Verstrekkers van alcohol

Met de term verstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in (onder andere) de Alcoholwet. Dat kunnen horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. zijn. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap, wederverstrekking en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement. Het gaat in deze paragraaf concreet om: de detailhandel, de horeca/evenementen en de sportkantines.

Training

Belangrijk is vooral dat een verstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om verstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA. De gemeente Hulst biedt deze trainingen voor barvrijwilligers periodiek kosteloos aan.

 

Voor Alcoholwet-vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten wordt geadviseerd overleg te laten plaatsvinden met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. 1NUL1 biedt deze trainingen aan.

Nalevingscommunicatie

Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering bij de doelgroep te creëren en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom is een nalevingscommunicatieplan ontwikkeld. Dit kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen die in de gemeente spelen.

 

De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie van onze gemeente:

Educatieve communicatie

Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat.

Dreigende communicatie

Communicatie over controles, inzet mystery shoppers, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, etc. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden.

Normatieve communicatie

Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van de gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen.

Evenementenbeleid

Onze gemeente past waar mogelijk het evenementenbeleid aan en geven tips aan organisator op het gebied van alcoholverstrekking. Hier is een folder en informatiepakket vanuit LZNVZ voor beschikbaar.

Onderwijs

De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. De gemeente gaat daarom in samenwerking met 1NUL1 en de GGD (Gezonde School) met de scholen bespreken hoe zij hoe zij volgens de wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen verslavingspreventie (Onrust e.a., 2016) aan alcoholpreventie kunnen werken. Door de schoolomgeving en alle schoolgerelateerde activiteiten alcoholvrij te houden, ondersteunt het onderwijs NIX18 en de norm dat alcoholgebruik niet vanzelfsprekend is. Daar waar mogelijk wordt Emergis Preventie ingezet voor ‘blaasacties’ voorafgaand aan de schoolfeesten.

Helder Op School

Helder Op School, een doorlopende leerlijn vanaf de brugklas (Frisse Start) tot minimaal het vierde leerjaar (In Charge) waar alle thema’s aan de leerlingen worden aangeboden op het gebied van preventie alcohol en drugs coördinatie ( 1NUL1).

Spreekuren op het VO (door 1NUL1)

Leerlingen kunnen doorverwezen worden naar de preventiewerker als er zorgen zijn met betrekking tot middelengebruik.

Ouderavond via school (door 1NUL1 of Stichting Voorkom)

Jongeren zijn gemakkelijk via scholen te bereiken. Ouders van deze jongeren zijn echter steeds minder makkelijk via scholen te benaderen. Om toch een zo groot mogelijke groep ouders te bereiken wordt aangeraden thema’s te combineren. Als ouders bijvoorbeeld toch naar school komen voor een mentoravond, wordt die avond ook ingezet op voorlichting over jeugd en alcohol te geven. Ook theater of social media zijn thema’s waar ouders graag meer informatie over krijgen.

Online Talkshows ‘Help! Mijn kind is een puber!’

Ter aanvulling op de fysieke ouderavonden is er nu ook de online talkshow ‘Help! Mijn kind is een puber!’. Een initiatief van GGD Zeeland, 1NUL1, Zeeland Zonder Zelfmoord en LZNVZ. Er is een reeks van vier afleveringen opgenomen. Ouders kunnen live vragen stellen via de chat aan de professionals. De afleveringen gaan over:

  • 1.

    Genotmiddelen;

  • 2.

    Relaties & Seksualiteit;

  • 3.

    Sociale media & Gamen;

  • 4.

    Stress, Somberheid & Suïcide.

Training Vroegsignalering (door 1NUL1)

Door vroegtijdig te signaleren kun je in een eerder stadium ingrijpen zodat problemen bij kwetsbare jongeren voorkomen kunnen worden of minder ernstig zullen uitpakken. Mentoren uit het VO zullen getraind worden om dreigende problematiek rondom gebruik van genotmiddelen bij jongeren vroegtijdig te herkennen. De training signaleren & begeleiden wordt aangeboden aan professionals. Leerkrachten is een doelgroep professionals die deze training met regelmaat krijgt.

Ouders en de thuissituatie

Alcoholopvoeding

Ouders denken veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door ‘peers’ (als bijvoorbeeld vrienden), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het gebruik van genotmiddelen door hun kinderen (van der Vorst, 2006). Uit diverse onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat veel jongeren thuis drinken en zelfs drank van hun ouders krijgen. De beschikbaarheid van alcohol en rookwaar in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl.

Uitgaansopvoeding

Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over afspraken omtrent uitgaan, zoals hoe vaak ze uit mogen gaan en hoe laat zij thuis moeten zijn.

Normverandering en opvoedondersteuning

Adviezen met betrekking tot opvoeding over alcoholgebruik zullen wijd onder de ouders verspreid worden. Via diverse invalswegen zullen ouders geconfronteerd worden met de nix18 norm zodat die nieuwe norm voor hen normaal gaat worden. Ook zullen zij handvaten aangereikt krijgen om die norm toe te kunnen passen bij hun eigen kinderen. Dit gaat (onder andere) door:

  • -

    In samenwerking met LZNVZ VO-scholen de nix18 norm en de daarbij behorende opvoedadviezen aan te bieden (bijv. door informatieve stukjes in nieuwsbrieven en website van de school).

  • -

    Het organiseren van stapavonden (door 1NUL1) voor ouders van kinderen tussen de 14 en 18 jaar, waarbij ouders zelf kennis kunnen maken met de uitgaansgelegenheden waar hun kinderen komen en daar workshops van o.a. politie en GGD krijgen, over alcohol maar mogelijk ook drugs en/of social media. Vaak ook gecombineerd met een theatervoorstelling.

  • -

    Homeparty, voorlichting thuis aan ouders en eventueel de kinderen (door 1NUL1). Ouders organiseren zelf deze avond en nodigen belangstellenden uit, die in diverse thema’s op een laagdrempelige manier voorlichting krijgen.

  • -

    Halt stuurt jongeren door die via een proces verbaal bij Halt terecht zijn gekomen na een incident onder invloed van alcohol of drugs. Voorlichting door 1NUL1 is een onderdeel van de leeropdracht die de jongere moet uitvoeren.

  • -

    De inzet van 1NUL1 aangaande de nazorg voor jongeren die terecht zijn gekomen op de alcoholpoli.

  • -

    De inzet van de politie bij het aantreffen van laveloze jongeren; ouders en kind zullen worden uitgenodigd op gesprek tussen politie, ouders en kind.

  • -

    Het houden van zogenaamde ‘huiskamergesprekken’ waarbij bij ouders thuis een gesprek wordt gevoerd met andere ouders over jongeren en alcohol (door 1NUL1)

  • -

    De online talkshow ‘Help! Mijn kind is een puber!’ breed onder de aandacht te brengen.

  • -

    De theatershow ‘Onder Invloed’ van Play Back te organiseren of Helder Theater uit te nodigen.

Sportverenigingen

Uit eerdere naleefonderzoeken bleek dat de sportverenigingen erg slecht scoorden. Dit zou niet zo mogen zijn. Sportverenigingen geven zelf aan in een spagaat te zitten; enerzijds hebben zij de inkomsten vanuit de verkoop van alcoholische dranken hard nodig. Anderzijds willen zij niet het verkeerde voorbeeld geven aan de jeugd. Hiernaast heerst binnen veel sportverenigingen nog de norm dat een biertje erbij hoort (denk aan de zogenaamde ‘3e helft’). Het kost tijd om deze norm te kunnen veranderen. De beste methode om dit te doen is een goede relatie met de sportverengingen op te bouwen en samen met hen te kijken naar wat ze kunnen verbeteren. Onze gemeente gaat hier onder andere de volgende inzet op plegen:

Publiekscommunicatie

Inzet van publieke bewustwordingscampagnes om het draagvlak voor het beleid te versterken en de norm met betrekking tot gebruik van alcohol positief te beïnvloeden zijn heel belangrijk. De NIX18 norm zal de geldende norm moeten worden en dat behoeft voorlopig blijvende aandacht. Kennisverhoging en opvoedgedrag verbeteren door regel- en normstelling zal alleen werken als het algemene publiek via allerlei invalswegen elke keer maar weer dezelfde boodschap krijgt voorgeschoteld. Dit doet onze gemeente door actief aan te haken bij de Zeeuwse publiekscampagne waarin deelcampagnes als de Ikpas, de Sportflight en de NIX18 campagne een belangrijke plek innemen die de communicatie afdeling van onze gemeente ook uitzet. Ook worden er regelmatig via social media en via de nieuwsbrief berichten verspreid en verwerven we zoveel mogelijk free-publicity als er in onze eigen gemeente een activiteit word uitgevoerd. Landelijke, Zeeuwse en lokale campagnes en activiteiten kunnen elkaar immers versterken. Onze burgers begeven zich immers over onze gemeentegrenzen heen.

Jongeren

Jongeren zelf zijn nauwelijks vatbaar voor sec voorlichtingsactiviteiten (Roodbeen, 2014). Het is daarom van belang nooit in te zetten op alleen maar voorlichtingsactiviteiten voor jongeren. Toch is het relevant dat jongeren weet hebben van de risico’s die alcoholgebruik met zich meebrengen en kennis hebben over de wet- en regelgeving. We richten ons in samenwerking met LZNVZ met name om de schil rond jongeren heen. Als zij goed op de hoogte zijn zullen zij deze informatie aan de jongeren doorgeven en het goede voorbeeld geven. Hiernaast krijgen ook de jongeren zelf via onze media campagne de boodschap NIX18 mee en willen wij ze laten ervaren dat je ook veel lol kunt hebben zonder alcohol. Een activiteit die hiervoor ontstaan is zijn de zogenaamde ‘frisfeesten’. 1NUL1 coördineert deze tegenwoordig. Belangrijk hierbij is jongeren ook zelf te betrekken zodat je weet dat je een goede line-up, coole drankjes en een goede locatie hebt. 1NUL1 werkt volgens een protocol op basis van eerder georganiseerde frisfeesten zodat incidenten zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden.

 

9. Samenwerking, uitvoering en evaluatie

Samenwerking met externe partners

Op een integraal dossier als het beleid rondom de aanpak van problematisch gebruik van alcohol is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld:

 

Politie/BOA

Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID, inzet bodycams en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453).

Ondernemers/verenigingen

Naleving Alcoholwet, interventies uit de Toolkit Sport Gezond! uitvoeren, nalevingscommunicatie, training personeel/vrijwilligers.

Scholen

Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders.

Gezondheidsorganisaties

Partners als de GGD, ziekenhuizen en 1NUL1 zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.

Provinciale samenwerking

In Zeeland wordt op provinciaal en regionaal niveau samengewerkt door middel van een Zeeuwse Jeugd en Alcoholaanpak, ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’. In deze aanpak staat de integrale benadering en samenwerking centraal. Wij ondersteunen deze aanpak en hebben hier al jarenlang een nauwe samenwerking mee.

Hiernaast spelen vanzelfsprekend ook de ouders een hele belangrijke rol. Uit verschillende nationale en internationale onderzoeken is gebleken dat het belangrijk is dat ouders met hun kind over alcoholgebruik praten. Vooral de manier waarop ouders het gesprek aan gaan is hierin belangrijk. Evenals het maken van duidelijke afspraken. Er is herhaaldelijk aangetoond dat kinderen minder snel alcohol gebruiken als hun ouders strenge regels hanteren. Wij zien ook hen als een belangrijke partij, zij het meer als invloedrijke doelgroep om de jongeren heen.

Effectmeting en evaluatie

Kritisch evalueren is een belangrijk onderdeel van dit Preventie- en handhavingsplan. Om de kwaliteit van onze aanpak hoog te houden en waar nodig tijdig bij te stellen, gebruikt de gemeente de volgende evaluatiecyclus:

  • Elk jaar wordt in overleg met de samenwerkingspartners het uitvoeringsplan geëvalueerd. Waar nodig wordt de risicoanalyse herijkt.

  • Elke twee jaar komen daarbij de nalevingscijfers uit nalevingsonderzoek van het ZB| Planbureau.

  • Elke vier jaar vindt een uitgebreide evaluatie plaats op basis van beschikbaar onderzoek (Gezondheidsmonitor Jeugd, jongvolwassenen monitor ZB) en input van samenwerkingspartners. Hierbij worden de realisatie van activiteiten, effecten van beleid en achterliggende verklaringen op een rij gezet. Op basis hiervan kan vastgesteld worden in hoeverre het beleid de gewenste uitkomsten heeft opgeleverd en op welke punten het beleid bijgesteld dient te worden.

10. Financiën

Voor de komende jaren is er in beginsel structureel 90 uur beschikbaar voor het houden van inrichtingencontroles. Dat houdt in de voorbereiding, het toezicht (de controles) zelf en de rapportage.

 

Het uitvoeren van een twee-jaarlijks mysterieshoponderzoek kost € 3.000,-.

 

Voor educatie en voorlichting is er jaarlijks een bedrag van € 5.500,- beschikbaar.

Hieruit wordt ook de coördinatie vanuit LZNVZ betaald.

Bijlage 1

Interventie overzicht 2022 LZNVZ

Onderliggend plan van aanpak behelst een periode van 6 jaar. Hierin worden de uitgangspunten en kaders voor het te voeren beleid voor deze periode vastgelegd. Vanwege aan verandering onderhevige trends en ontwikkelingen zal er een 2-jaarlijks uitvoeringsprogramma worden gemaakt. Na twee jaar zal de aanpak worden geëvalueerd. Speerpunten zijn:

 

Inrichten van de omgeving

Interventie

 

• Alcoholreclame bushokjes en andere openbare ruimten waar de gemeente invloed op heeft, zoals langs sportvelden en bij evenementen, zoveel als mogelijk verbieden.

• Happy hours verbieden

• Gezonde, frisse uitstraling van sportkantines adviseren

Regelgeving en handhaving

 

 

• Werkgroep regelgeving en handhaving

• Maken van een format voor een Preventie en Handhavingsplan Alcohol

• Uitvoering geven aan het Preventie en Handhavingsplan Alcohol

• Inspiratiesessies organiseren

Voorlichting en educatie

 

Communicatie intern en extern

• Up to date houden van de website van LZNVZ

• Social media uitbreiden naar facts via ‘tegeltjes’, thema’s en persoonlijke verhalen

• Nieuwsbrief LZNVZ om de maand uitbrengen

• Uitvoering geven aan de publiekscampagne via free publicity

• Uitvoering geven aan Ikpas campagne

• Uitvoering geven aan nix18 campagne

• Uitvoering geven aan Carnavalsactie

• Uitvoering geven aan Sportflight campagne

Informatie avonden

• Online ouderavond Help mijn kind is een puber!

• Advies ouderavond Help mijn kind wordt een puber!

• Preventieve blaasacties i.s.m. politie en Indigo: 3 in elke regio per jaar

• Aanpak sportverenigingen: toolkit Sport Gezond! uitrollen

Signalering

 

 

• Inzet training vroegsignalering 1NUL1: in elke regio minimaal 1 training bij het VO of sportverenigingen of MW of gemengd.

• Pilot inzet bodycams in uitgaansgebieden en nagesprek met ouders en kind zelf door politie

• Nazorg jongeren die door de politie worden aangetroffen door 1NUL1

Advies en ondersteuning

 

 

• Integrale aanpak alcoholpreventie op het VO i.s.m. Gezonde School en 1NUL1

• Nazorg alcoholpoli (is sinds 2017 belegd bij de samenwerkingspartner Indigo)

• Relatiebeheer ZB|Planbureau

• Relatiebeheer samenwerkingspartners als gemeenten, politie, GGD, Indigo Preventie

• Relatiebeheer landelijke instellingen en andere regionale programma’s

• Kennisbank landelijke ontwikkelingen in stand houden

• Advies MBO en HBO integrale aanpak alcoholpreventie

Extra Onderzoek

 

 

• Herhaling gezamenlijk Zeeuwsbreed naleefonderzoek

• Onderzoek HZ: mogelijkheden onderzoeken

• Advisering ZB en GGD Zeeland tav Zeeuwse monitors

Bijlage 2

Beleid artikel 35 Drank- en Horecawet gemeente Hulst

 

De burgemeester van Hulst;

 

overwegende, dat het gemeentebestuur heeft ingezet op een beleid dat vooral om redenen van volksgezondheid, gericht is op alcoholmatiging en –preventie;

 

dat in de gemeente Hulst jaarlijks een groot aantal festiviteiten en evenementen wordt gehouden waarbij steevast alcohol wordt genuttigd;

 

dat het uit een oogpunt van volksgezondheid wenselijk is om beleid te formuleren om de verstrekking van alcohol bij incidentele festiviteiten en evenementen te reguleren;

 

gelezen het voorstel van 24 april 2013;

 

gelet op artikel 35 van de Drank- en Horecawet en Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit:

 

vast te stellen:

Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet

1. Inleiding

a. Aanleiding en probleem

In de gemeente Hulst worden jaarlijks veel evenementen georganiseerd, variërend van kleine bijeenkomsten (zoals buurt- en verenigingsfeesten) tot grote evenementen (bijvoorbeeld Vestrock, Graauwrock, Vestingdagen, etc.). Bij al deze evenementen is er blijkbaar behoefte aan het gebruik van alcoholhoudende dranken en vraagt de organisatie een tijdelijke tapontheffing aan voor de verstrekking van zwak-alcoholische drank. De mogelijkheid hiertoe wordt geboden in artikel 35 van de Drank- en Horecawet (DHW). Deze bepaling regelt dat de burgemeester bij bijzondere gelegenheden van (zeer) tijdelijke aard ontheffing kan verlenen van het verbod om het horecabedrijf uit te oefenen. Jaarlijks gaat het in de gemeente Hulst om circa 50 aanvragen.

Het is bekend dat overmatig alcoholgebruik een breed maatschappelijk gezondheidsprobleem is, dat voorkomt in alle lagen van de bevolking. Alcohol wordt soms de 'nationale drug' genoemd: 'drug' omdat het een duidelijke uitwerking op de psyche (geest) heeft, 'nationaal' omdat het een aanvaard onderdeel van onze cultuur is. Niemand kijkt ervan op als er een glaasje gedronken wordt. Het is in de Westerse maatschappij in bijna alle sociale geledingen geaccepteerd. Mede vanuit een oogpunt van volksgezondheid promoot de overheid al jaren een alcoholmatigingsbeleid. Ook met de per 1 januari 2013 in werking getreden nieuwe Drank- en Horecawet worden nieuwe mogelijkheden geschapen om alcoholgebruik terug te dringen.

In dat licht bezien is het met betrekking tot de ontheffingen ex. artikel 35 DHW eveneens wenselijk om eens kritisch te kijken naar het gemeentelijk beleid op dit gebied. Vastgesteld kan worden dat er tot op heden nog geen regels zijn vastgesteld waaraan aanvragen kunnen worden getoetst. Ontheffingsverzoeken worden dan ook vrijwel allemaal ingewilligd.

 

De gemeente Hulst neemt sinds 2010 deel aan het project “Laat Ze Niet (Ver)Zuipen.” Het betreft een provinciaal alcoholmatigingsproject dat als doel heeft: “het verminderen van alcoholgebruik door de jeugd in Zeeland”. Kernpunt van het project is het besef van de negatieve gevolgen van alcoholgebruik. Bij dat besef spelen de door medische technieken en inzichten aan het licht gekomen gegevens een belangrijke rol. Het betreft hier vooral gegevens over de schadelijke invloed van alcoholgebruik op de groei en ontwikkeling van de hersenen. Het project richt zich op de mate waarin (en het gemak waarmee) de jeugd in aanraking kan komen met alcohol. Omdat de jeugd vooral bij festiviteiten en evenementen aan alcoholverleiding blootstaat, is een beleidskader omtrent de ontheffing ex. artikel 35 DHW een geschikt instrument om alcoholmatiging en –preventie vorm te geven.

Vanuit dat vertrekpunt is er behoefte aan een duidelijke beleidslijn over de wijze waarop en onder welke voorwaarden "tapontheffingen" kunnen worden verleend. Van belang is dat niet te lichtvaardig gebruik wordt gemaakt van de ontheffingsmogelijkheid. De ruimte voor een plaatselijke invulling van het beleidskader wordt geschapen in het tweede lid van artikel 35 DHW, waarin is bepaald dat de burgemeester de ontheffing onder beperkingen kan verlenen en hieraan voorschriften kan verbinden.

b. Doel

Deze beleidsregel is bedoeld om tot een betere onderbouwing te komen bij de verlening of weigering van een ontheffing ex artikel 35 van de Drank- en Horecawet.

Dit document moet er toe leiden, dat niet meer “automatisch” een ontheffing wordt verleend als daartoe een aanvraag wordt ingediend. Als het besluit wordt genomen om een ontheffing te verlenen, zal daarbij tevens worden bezien of aan de organisatie eisen worden gesteld in het kader van alcoholpreventie en – matiging. In het kader van het Zeeuwse project “Laat Ze Niet (Ver-)Zuipen” hebben de Zeeuwse gemeenten afgesproken om het ontheffingenbeleid op een zo uniform mogelijke wijze uit te voeren.

2. Wettelijke kader en voorschriften uit de DHW

Artikel 35, lid 1 van de wet geeft aan dat de burgemeester ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank, op aanvraag ontheffing kan verlenen van het in artikel 3 Drank- en Horecawet voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod. Ontheffing kan worden verleend voor een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen. Verstrekking van alcoholhoudende drank mag alleen geschieden onder de onmiddellijke leiding van een persoon die voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 35, lid 1 van de wet. Deze eisen zijn:

  • De leidinggevende mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn.

  • De leidinggevende moet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt.

Opvallend is dat in de nieuwe DHW de eis is verdwenen dat degene die verantwoordelijk is voor de drankverstrekking, in het bezit moet zijn van een zgn. Verklaring Sociale Hygiëne (VSH). De wetgever heeft hiermee, zo blijkt uit de toelichting op de wetswijziging, beoogd het gemakkelijker te maken voor burger en ondernemers om een ontheffing aan te vragen. In diezelfde toelichting wordt er overigens ook op gewezen dat de burgemeester niettemin toch kan eisen dat degene die verantwoordelijk is voor de drankverstrekking, in het bezit moet zijn van een VSH.

De burgemeester van Hulst is van mening dat hij van deze bevoegdheid gebruik moet maken. Van degene die verantwoordelijk is voor de verkoop van alcohol mag namelijk worden verwacht dat hij beschikt over een bepaalde basiskennis over alcohol, de effecten daarvan en de regels van de wet. Bij eenmalige festiviteiten, die veelal afhankelijk zijn van vrijwilligers, is de kans op risicovollere alcoholverstrekking in het algemeen aanwezig. Het bezit van een Verklaring Sociale Hygiëne verkleint de kans op vervelende en onveilige situaties als gevolg van alcoholgebruik bij festiviteiten.

De ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de wet heeft uitsluitend betrekking op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwakalcoholhoudende drank, buiten een horeca-inrichting. Het verstrekken binnen een inrichting is gebonden aan een vergunning ex artikel 3 Drank- en Horecawet. Indien een mobiele tap wordt geplaatst op het terras van een inrichting, en het terras is op de vergunning voor die inrichting vermeld, is een artikel 35 DHW-ontheffing overigens niet benodigd.

3. De aanvraag

Een aanvraag voor ontheffing ex artikel 35 van de wet moet worden gedaan met een door de burgemeester vastgesteld aanvraagformulier.

 

Voor het aanvragen van een ontheffing voor het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank dienen de volgende gegevens te worden verstrekt:

  • Een volledig en ondertekend aanvraagformulier, welke uiterlijk 3 weken voorafgaande aan de bijzondere gelegenheid moet worden ingediend bij de burgemeester;

  • Een omschrijving van de bijzondere gelegenheid;

  • Een kopie van een geldig paspoort of identiteitsbewijs en een kopie van de Verklaring Sociale Hygiëne van de personen onder wiens onmiddellijke leiding de verstrekking zal plaatsvinden;

  • De tijdsperiode waarbinnen van de ontheffing gebruik zal worden gemaakt;

  • De plaats en het aantal toiletten.

4. Afbakening begrip ‘bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard’

De burgemeester heeft – als het gaat om het verlenen van deze ontheffingen – beleidsvrijheid en dat is ook absoluut noodzakelijk, omdat de wet geen definitie geeft van het begrip “bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard.”

In de toelichting op artikel 35 van de wet is een bijzondere gelegenheid omschreven als een kermis, braderie, muziek- en/of sportfeest, jaarmarkt en andere tijdelijke manifestaties, die eenmalig, dan wel in de regel niet meer dan tweemaal per jaar voorkomen. Het gaat dus om incidentele gevallen. Let wel, dit is een toelichting en geen definitie. De burgemeester maakt binnen de ontheffingverlening zijn afweging wat onder “bijzondere gelegenheid” dient te worden verstaan. Wat de wet wel heeft bepaald is, dat “tijdelijk” nooit langer mag duren dan twaalf dagen. Ook lokale omstandigheden kunnen er dus niet voor zorgen, dat er een ontheffing wordt verleend voor een periode, langer dan 12 achtereenvolgende dagen.

Afbakening begrip

Bij de invulling van de term 'bijzondere gelegenheid' is aansluiting gezocht bij de begripsomschrijving van evenement in artikel 2:19 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoopvoorstellingen;

    • b.

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:21 van deze verordening;

    • c.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • d.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • e.

      activiteiten als bedoeld in artikel 2:34 van deze verordening.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

  • a.

    een herdenkingsplechtigheid;

  • b.

    een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:4, op de weg;

  • a.

    een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg.

Het gaat te ver om een uitputtende opsomming te geven van 'bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard', maar om een indruk te geven wat hieronder wordt verstaan, dienen de volgende voorbeelden:

  • -

    Koningsdag, Vestingdagen, Molenstraatfeesten, Vestrock, schuurfeest Kuitaart, dorpsfeesten, Graauwrock, Midwinterfestival,

  • maar ook:

  • -

    de Aspergewijn-verkiezing, de Reijnaertfietstocht, Kunstroute.

Bij de afwegingen is het tevens van belang dat een zelfde evenement niet meer dan 2 maal per jaar per kern plaats vindt. De burgemeester is namelijk van oordeel dat bij een evenement dat meer dan 2 maal per jaar terugkeert, het bijzondere karakter verdwijnt en dat het een regulier karakter krijgt.

5. Lokale beperkingen en/of voorwaarden

Artikel 35, lid 2 van de wet geeft de burgemeester de mogelijkheid, beperkingen en/of voorwaarden te verbinden aan de te verlenen ontheffing.

 

Ter voorkoming van overmatig alcoholgebruik en alcoholmisbruik kunnen aan de ontheffing voorwaarden worden verbonden. Dit kan zowel geschieden uit de sociaal-hygiënische invalshoek als vanuit de optiek van de openbare orde en – veiligheid.

a. Sociaal-hygiënische aspecten.

De sociaalhygiënische aspecten komen tot uiting in de leeftijdsgrenzen, de zedelijkheidseisen en de eisen gesteld aan leidinggevenden. Aan een ontheffing zullen in dit verband de volgende voorschriften worden verbonden:

Artikel 1

De ontheffing of een afschrift daarvan is tijdens de verstrekking aanwezig.

Artikel 2

Aan personen van wie niet is vastgesteld, dat zij de wettelijke leeftijd voor alcoholconsumptie nog niet hebben bereikt, wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt. Ter plaatse van het punt waar alcoholische drank wordt verstrekt, dienen de volgende mededelingen duidelijk leesbaar en goed zichtbaar aan het publiek kenbaar te worden gemaakt:

  • Aan personen onder de 16 jaar wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt*;

  • Leeftijdscontrole vindt plaats door het verplicht tonen van een geldig legitimatiebewijs;

  • Iedereen is verplicht hieraan medewerking te verlenen.

Artikel 3

De (zwak-alcoholhoudende) drankverstrekking vindt plaats onder toezicht van minstens één algemeen leidinggevende die op de tapontheffing staat vermeld, welke er op toe dient te zien dat gedurende de periode waarvoor de ontheffing geldt, de drankverstrekking correct plaats vindt en dat de in de ontheffing vermelde voorschriften op correcte wijze worden nageleefd.

Artikel 4

Er wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt aan de persoon of personen die deze drank doorgeven aan een persoon beneden de leeftijd van 16 jaar.*

Artikel 5

Personen beneden de leeftijd van 16 jaar mogen niet werkzaam zijn ter zake van de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank.

Artikel 6

Personen die kennelijk onder invloed van alcoholhoudende drank verkeren of die door hun gedrag aanstoot geven, moeten worden geweerd of geweigerd, en aan hen mag geen alcoholhoudende drank worden verstrekt.

Artikel 7

Voor het publiek zijn steeds alcoholvrije dranken aanwezig.

Artikel 8

Indien een aanzienlijk aantal – niet hoofdzakelijk of uitsluitend- personen wordt verwacht die de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt, is tijdens deze gelegenheid een herkenbaarheidsysteem t.a.v. leeftijd verplicht (bijvoorbeeld polsbandjes of stempels).*

Artikel 9

De door of namens het bevoegde gezag aangewezen dienst die is belast met gezondheidsvoorlichting c.q. alcoholpreventie, moet vrije toegang tot het (festiviteiten-)terrein worden verleend.

 

* per 1 januari 2014 wordt de leeftijd waarbij alcoholconsumptie is toegestaan waarschijnlijk gewijzigd in 18 jaar. Vanaf dat moment wordt de in artikel 2, 4 en 8 genoemde leeftijd gewijzigd in ’18 jaar’ .

b. Openbare orde en veiligheidsaspecten

Bij openbare orde aspecten gaat het om het feit dat het tappen van alcohol op een verantwoorde wijze plaatsvindt. In de wet is in artikel 21 het verbod opgenomen om bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken, indien redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat dit tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid zal leiden.

Ervaringen uit het verleden en aanwijzingen uit het heden kunnen hierbij tot het versterken van het begrip “redelijkerwijs” dienen. Afhankelijk van de dag waarop de festiviteit plaatsvindt, zal in dat kader in de ontheffing worden vermeld, dat tot uiterlijk 01.00 uur zwakalcoholhoudende drank mag worden verstrekt. Een weigering van een aangevraagde ontheffing van artikel 35 van de wet, op grond van artikel 21 van de wet zal zorgvuldig en overtuigend moeten worden gemotiveerd.

Ter voorkoming van openbare orde problemen worden aan de ontheffing de volgende voorwaarden verbonden:

Artikel 10

Van deze ontheffing mag slechts gebruik worden gemaakt vanaf het aanvangstijdstip van het evenement.

Artikel 11

De geldigheid van de ontheffing eindigt uiterlijk een half uur na afloop van het evenement en is in ieder geval:

  • a.

    nooit later dan 24.00 uur indien het evenement plaatsvindt op zondag tot en met donderdag, en

  • b.

    nooit later dan 01.00 uur, indien het evenement wordt gehouden op een vrijdag, zaterdag of als de volgende dag een officiële feestdag is.

Artikel 12

Tijdens het evenement mogen tappunten niet worden verplaatst. Verboden zijn tevens de bierfiets, de zogenaamde “rugzaktap” en de navulslang, waarbij met een lange slang vanaf het tappunt, de klanten op enige afstand vanaf het vaste tappunt kunnen worden bediend.

Artikel 13

De alcoholhoudende drank wordt, gelet op de aard van het evenement, verstrekt in gebruikersverpakkingen, anders dan van glas of blik.

Artikel 14

De ontheffinghouder dient er zorg voor te dragen dat alcoholhoudende dranken niet van het evenemententerrein c.q. de locatie waar de tapontheffing geldt, worden meegenomen naar elders.

Artikel 15

Het tappunt waarvoor de ontheffing wordt gebruikt is binnen het terrein gelegen waarop de bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard plaatsvindt.

Artikel 16

Er worden alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen genomen om te voorkomen, dat de gemeente Hulst dan wel derden door het gebruik van deze ontheffing schade lijden.

Artikel 17

Eventuele aanwijzingen c.q. bevelen die het gemeentebestuur, de regiopolitie, brandweer of toezichthouder van de gemeente geeft, moeten onmiddellijk en stipt worden opgevolgd.

Artikel 18

Na afloop van de drankverstrekking dient de nabije omgeving te worden ontdaan van al het afval. Kosten die voortvloeien uit het niet schoon opleveren van de nabije omgeving komen voor rekening van de ontheffinghouder.

6. Weigeringsgronden

Een ontheffing kan worden geweigerd indien:

  • het verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken niet past binnen het karakter van het evenement of de activiteit, zulks ter beoordeling van de burgemeester;

  • redelijkerwijs wordt vermoed dat het verstrekken van alcohol tot verstoring van de openbare orde, (verkeers-)veiligheid of de zedelijkheid zal leiden;

  • deze niet tijdig (uiterlijk 3 weken voor datum evenement) is ingediend;

  • de bezoekers van de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard hoofdzakelijk of uitsluitend bestaan uit personen die de leeftijd van 16 jaren nog niet hebben bereikt. Indien de voorgenomen wetswijziging per 1 januari 2014 van kracht wordt waarbij de leeftijd voor alcoholconsumptie wordt gewijzigd in 18 jaar, dan geldt per die datum de leeftijd van 18 jaren;

Een ontheffing wordt geweigerd indien:

  • de aanvraag geen betrekking heeft op een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard;

  • het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank kennelijk een op zichzelf staande activiteit is, waarbij de bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard wordt misbruikt om het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank mogelijk te maken;

  • niet wordt voldaan aan de eisen zoals vermeld onder ‘2. Wettelijk kader en voorschriften uit de DHW’ van deze beleidsregels.

7. Overgangsrecht

Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregels een aanvraag om een ontheffing is ingediend waarop nog niet is beslist, worden deze beleidsregels op die aanvraag toegepast.

8. Slotbepalingen

Citeertitel

De beleidsregels worden aangehaald als: "Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet".

Inwerkingtreding

De "Beleidsregel ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet" treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

 

Hulst,

 

Vastgesteld door de burgemeester van Hulst.

De burgemeester.

 

J.F. Mulder

Bijlage 3

Sanctiestrategie

Met het vaststellen en het openbaar bekend maken van de sanctiestrategie is het voor iedereen duidelijk en kenbaar hoe de burgemeester de Alcoholwet het horeca-exploitatiestelsel (APV) handhaaft.

1. Handhavingsbevoegdheid

De wettelijke bevoegdheid (lees: beginselplicht) tot het doen naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Van belang zijn met name de artikelen 5:21 en 5:32. In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in de desbetreffende bijzondere wet. Dat is het geval voor de Alcoholwet en de APV. Verder zijn in de artikelen 172 t/m 178 van de Gemeentewet diverse bevoegdheden toegekend aan de burgemeester in het kader van handhaving van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring vanuit woningen, ongeregeldheden etc.

2. Uitgangspunten handhavend optreden

Bij het constateren van overtredingen van wet- en regelgeving wordt als algemeen uitgangspunt gesteld dat er in beginsel altijd tegen overtredingen wordt opgetreden. De beginselplicht tot handhaving. Dit uiteraard voor zover de wettelijke bevoegdheden en de prioriteitenstelling dit toelaten. Daarnaast worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Bij aanpak van overtredingen wordt het stappenplan gevolgd.

  • Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste sanctie wordt cumulatief rekening gehouden met:

    • -

      de mogelijke gevolgen van die overtreding;

    • -

      de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan;

    • -

      de houding en het gedrag van de overtreder;

    • -

      de voorgeschiedenis en het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel. Dat wil zeggen dat die sanctie moet worden toegepast die het minst ingrijpend is en het beste past om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde interventie mogelijk is. De toezichthouder moet in elke specifieke situatie bepalen welke sanctie de beste is. Daarbij wordt corrigerend opgetreden en eventueel ook sanctionerend.

De basis voor de bepaling van de sanctie is neergelegd in het hierna volgende stappenplan. Hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken.

3. Overzicht in te zetten sancties op grond van de Alcoholwet en horeca-exploitatie

Sanctietabel

Regelgeving

Artikel

Overtreding

Toelichting

Stap 1: actie eerste overtreding

Stap 2: actie tweede overtreding

Stap 3: actie derde overtreding

Stap 4: actie vierde overtreding

Categorie

Bestuurlijke boete in euro's bij < 50

Bestuurlijke boete in euro's bij > 50

AHW

APV

3

2:25

Exploitatie van een nieuw horecabedrijf zonder (rechtsgeldige) vergunning Alcoholwet of exploitatievergunning

 

Aanzegging dat pand per onmiddellijke ingang moet worden gesloten.

Indien nog geopend: toepassen bestuursdwang door sluiten pand.

 

 

 

 

 

AHW

APV

3

2:25

Exploitatie horecabedrijf door een gewijzigde ondernemersvorm zonder vergunning Alcoholwet of exploitatievergunning

 

Verlenen van een vergunning mogelijk? Dan binnen twee weken een ontvankelijke aanvraag voor een vergunning indienen.

 

Verlenen van een vergunning niet mogelijk? Dan direct sluiting van het pand aanzeggen.

Indien nog geopend: toepassen bestuursdwang door sluiten pand.

 

 

 

 

 

AHW

8

Leidinggevende voldoet niet langer aan een of meerdere aan hem/haar gestelde vereisten.

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking van de vergunning

Intrekken vergunning.

Indien nog geopend: toepassen bestuursdwang door sluiten pand.

 

 

 

 

 

AHW

10

Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere gestelde inrichtingseisen.

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking van de vergunning.

Intrekken vergunning.

Indien nog geopend:

toepassen bestuursdwang door sluiten pand.

 

 

 

 

 

AHW

12, lid 1 en 2

Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit.

 

Brief met mogelijkheid tot

herstel (begunstigingstermijn

een week).

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Toepassen bestuursdwang.

 

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

13, lid 1

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik elders dan ter plaatse.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Toepassen bestuursdwang.

2

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

13, lid 2

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik ter plaatse in slijtersbedrijf.

Indien niet wordt t voldaan aan het Alcoholbesluit

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Toepassen bestuursdwang.

2

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

14, lid 1

Verbod andere bedrijfsactiviteit in slijtersbedrijf.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Toepassen bestuursdwang.

 

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

14, lid 2 en 15, lid 1

Verbod kleinhandel in horeca lokaliteit of op terras.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Toepassen bestuursdwang.

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

16

Verbod automatenverkoop alcohol.

Met uitzondering van hotelkamers.

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Toepassen bestuursdwang.

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

17

Verbod voor het verstrekken van alcoholhoudende drank anders dan in gesloten verpakking.

Dit geldt voor supermarkten en slijterijen. Niet voor horeca inrichtingen.

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Toepassen bestuursdwang.

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

18, lid 1 en 2

Verbod voor de verkoop van zwak-alcoholische drank anders dan in slijtersbedrijf of levensmiddelenbedrijf voor gebruik elders dan ter plaatse.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Toepassen bestuursdwang.

 

1

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

18, lid 3

Onderscheid tussen zwak- alcoholhoudende drank en alcoholvrije dranken ontbreekt in ruimte van het levensmiddelenbedrijf.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Toepassen bestuursdwang.

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

19, lid 1

Verbod op bestelservice sterke drank voor ander bedrijf dan slijtersbedrijf en partijencatering.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

19, lid 2

Verbod op bestelservice zwak- alcoholhoudende drank. Behalve vanuit de uitzonderingen genoemd in artikel 19, lid 2.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete + Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

20, lid 1

Verkoop alcohol aan persoon < 18 jaar.

 

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

20, lid 2

Geen leeftijdscontrole ingeval van niet onmiskenbaar 18 jaar'

 

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

20, lid 3

Niet duidelijk aangegeven leeftijdsgrenzen.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

dwangsom.

 

2

€ 680,00

€ 1.360,00

AHW

20, lid 4

Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijf.

 

Voornemen last onder dwangsom.

Afschrift aan politie.

Opleggen last onder dwangsom.

Afschrift aan politie.

Verbeuren en innen dwangsom.

 

1

 

 

AHW

20, lid 5

Onder invloed (dronken of drugs) aan het werk zijn in horeca- en/of slijtersbedrijf.

 

Voornemen last onder dwangsom.

Afschrift aan politie.

Opleggen last onder dwangsom.

Afschrift aan politie.

Verbeuren en innen dwangsom.

 

1

 

 

AHW

20a, lid 3

verkoop op afstand

 

Bestuurlijke boete.

 

 

 

1

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

20a, lid 4

leeftijdsverificatie verkoop op afstand

 

Bestuurlijke boete

 

 

 

 

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

21

Alcohol verstrekken dat leidt tot verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

 

Direct toepassen bestuursdwang (sluiten verkoop van alcohol, geen begunstigingstermijn. Afschrift aan politie.

 

 

 

0

 

 

AHW

22, lid 1 en 2

Verbod voor het verstrekken van alcoholhoudende drank in tankstations e.d.

 

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Uitvoering bestuursdwang (sluiten alcoholverkoop).

 

1

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

24, lid 1 en 2

Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf.

 

Bestuurlijke boete

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

24, lid 3

Verkoop alcohol/dienst door personen < 16 jaar.

 

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

25, lid 1

Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

 

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Toepassen bestuursdwang.

2

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

25, lid 2

Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse in niet zijnde horecabedrijf behoudens uitzondering.

 

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.360,00

€ 2.720,00

AHW

29, lid 3

Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig in de inrichting.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Toepassen bestuursdwang.

 

2

€ 680,00

€ 1.360,00

AHW

30

Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijziging in inrichting.

Imperatieve intrekkingsgrond

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

 

 

0

 

 

AHW

30a, lid 1

Geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling gedaan.

Imperatieve intrekkingsgrond

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

 

 

0

 

 

AHW

31, lid 1

Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten.

Imperatieve intrekkingsgrond

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

 

 

0

 

 

AHW

31, lid 2

Handelen in strijd met vergunningvoorschriften of regels uit Alcoholwet

Facultatieve

intrekkingsgrond.

Schorsing vergunning.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

 

1

 

 

AHW

31, lid 3

Resultaat Wet Bibob en minimaal derde weigering bijschrijving persoon op aanhangsel bij de vergunning.

Facultatieve intrekkingsgrond

Schorsing vergunning.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

 

1

 

 

AHW

35, lid 1

Zonder ontheffing verstrekken van zwak alcoholhoudende drank.

 

Direct toepassen bestuursdwang (sluiten alcoholverkoop).

 

 

 

0

 

 

AHW

35, lid 2

Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften die gekoppeld zijn aan ontheffing.

 

Direct toepassen bestuursdwang (sluiten alcoholverkoop).

 

 

 

0

 

 

AHW

35, lid 4

Ontheffing niet aanwezig

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete.

Bestuurlijke boete.

 

 

 

 

PARACOMMERCIE

Verordening PC

4 PCV

Paracommercieel horecabedrijf houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholhoudende drank.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

Verordening PC

6 PCV

Paracommercieel horecabedrijf schenkt alcoholhoudende drank tijdens verboden genoemde bijeenkomsten of boven het maximum aantal genoemde bijeenkomsten.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete +waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van devergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

Verordening PC art. 5

5

Overtreding verbod sterke drank

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken

vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

9

Geen registratie van barvrijwilligers of reglement aanwezig bij paracommercieel horecabedrijf.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken

vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

2

€ 680,00

€ 1.360,00

ALCOHOLMATIGING

AHW

APV

25a AHW

aanverwant

artikel APV

Horecabedrijf of slijtersbedrijf houdt zich niet aan het verbod en de beperkingen ingesteld op geografische gebieden, de aard van de inrichting en in tijd.

 

Brief met mogelijkheid tot herstel.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

2

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

APV

25c AHW

aanverwant

artikel APV

Horecabedrijf laat personen onder de toegestane leeftijd toe in horecalokaliteit en terrassen.

 

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

APV

25d AHW

Horecabedrijf past happy hours toe, ondanks verbod.

 

Bestuurlijke boete.

Afschrift aan politie.

Bestuurlijke boete + waarschuwing intrekken vergunning.

Afschrift aan politie.

Intrekken vergunning.

Na het intrekken van de vergunning nog geopend?

Dan toepassen bestuursdwang (sluiten).

1

€ 1.020,00

€ 2.040,00

AHW

45

Alcohol bij zich hebben op publiek toegankelijke plaatsen door personen < 18 jaar met uitzondering in winkels.

 

Strafrechtelijke afdoening (PV).

 

 

 

 

 

 

TERRAS

APV

 

Bedrijf exploiteert terras zonder (rechtsgeldige) vergunning.

 

Voornemen last onder dwangsom. Afschrift aan politie.

Opleggen last onder dwangsom. Afschrift aan politie.

Verbeuren en innen dwangsom.

Toepassen bestuursdwang.

1

 

 

APV

 

 

Overtreding voorschriften voor terras.

Terras: via vergunning voor voorwerpen op of aan de weg plaatsen.

Voornemen last onder dwangsom. Afschrift aan politie.

Opleggen last onder dwangsom. Afschrift aan politie.

Verbeuren en innen dwangsom.

Toepassen bestuursdwang.

 

1

 

 

 

EXPLOITATIE

APV

 

Overtreding voorschriften exploitatievergunning.

 

Voornemen last onder dwangsom. Afschrift aan politie.

Opleggen last onder dwangsom. Afschrift aan politie.

Verbeuren en innen dwangsom.

Toepassen bestuursdwang.

1

 

 

APV

02:26

exploitant leidinggevende voldoen niet aan gestelde eisen

 

intrekken vergunning

 

 

 

 

 

 

SLUITINGSTIJDEN

APV

2:29

Horecabedrijf is geopend na sluitingstijd of houdt zich niet aan de regels ten aanzien van sluitingstijden.

Al dan niet met ontheffing van de sluitingstijden.

Voornemen last onder dwangsom. Afschrift aan politie.

Opleggen last onder dwangsom. Afschrift aan politie.

Verbeuren en innen dwangsom.

 

Procedure starten voor het intrekken van de vergunning.

1

 

 

APV

2:29

Horecabedrijf houdt zich niet aan afwijkende sluitingstijd/(tijdelijke) sluiting.

 

Direct toepassen bestuursdwang.

 

 

 

0

 

 

APV

02:31

verstrekking drank of spijzen buiten het terras

 

brief met herstelmogelijkheid

last onder dwangsom

 

verbeuren en innen dwangsom

 

 

 

 

WAPENS EN MUNITIE

Wet wapens en munitie

diverse

Aanwezigheid wapens.

 

Last onder bestuursdwang:

sluiting minimaal twee weken,

maximaal drie maanden.

Last onder bestuursdwang:

sluiting zes maanden.

 

Last onder bestuursdwang: definitieve sluiting.

 

 

0

 

 

Wet wapens en munitie

diverse

Handel in/met wapens.

 

Last onder bestuursdwang:

sluiting minimaal twee weken,

maximaal drie maanden.

Last onder bestuursdwang:

sluiting zes maanden.

Last onder bestuursdwang: definitieve sluiting.

 

0

 

 

Wet wapens en munitie

diverse

Incidenten met wapens.

 

Last onder bestuursdwang:

sluiting minimaal twee weken, maximaal drie maanden.

Last onder bestuursdwang:

sluiting zes maanden.

Last onder bestuursdwang: definitieve sluiting.

 

0

 

 

ORDEVERSTORING EN ERNSTIGE INCIDENTEN

Gemeentewet

172, 174 tot en met 176a

Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten.

 

Last onder bestuursdwang:

sluiting minimaal twee weken, maximaal drie maanden.

Last onder bestuursdwang:

sluiting zes maanden.

 

Last onder bestuursdwang:

definitieve sluiting.

 

0

 

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.

Dit besluit werd in de raadsvergadering van 16 december 2021 aangenomen.

De Griffier

De Raadsvoorzitter


1

Programma’s zoals het Sportakkoord, Kansrijke Start en Gezond in de Stad.

2

Voor een volledig overzicht van de regels waarop wordt gecontroleerd wordt verwezen naar de bij dit preventie- en handhavingsplan opgenomen sanctiestrategie.

3

Controles type 2 is in dit document de verzamelnaam voor de leeftijdscontroles, het binnenlaten van dronken personen, het doorschenken van alcohol aan dronken personen en het schenken buiten de schenktijden in paracommerciële instellingen.

4

Deze bedragen zijn afkomstig uit het feitenboekje dat landelijke gehanteerd wordt voor strafbare feiten.