Organisatie | Ommen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening toeristenbelasting 2022-2023 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting Ommen 2022 en 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening toeristenbelasting Ommen 2022 en 2023 |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Verordening toeristenbelasting Ommen 2022 en 2023 | 25-11-2021 | 258110 |
De raad van de gemeente Ommen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021, zaaknummer 258110
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Ommen 2022-2023
Onder de naam toeristenbelasting wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
- kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen;
- kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan, stacaravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor nachtverblijf;
- vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat gedurende een seizoen ter beschikking wordt gesteld aan dezelfde persoon voor de plaatsing van een kampeermiddel. Waarbij een seizoen in deze verordening een periode van maximaal een jaar betreft.
- vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;
- vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een maand;
2. Voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen of vaartuigen op vaste ligplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.
3. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt:
4. Het aantal nachten dat door de in het derde lid bedoelde personen wordt overnacht, wordt:
Artikel 12 Termijnen van betaling
In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog in diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de ambtenaar belast met de heffing, zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de gemeentewet.