Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Commissie: de Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening.
- b.
Belanghebbende: de indiener van een zienswijze als bedoeld in
artikel 2, derde lid.
- c.
Raad: de gemeenteraad van de gemeente West Maas en Waal
- d.
College: het college van de gemeente West Maas en Waal.
Artikel 2 Instelling en taak Commissie
- 1.
De raad stelt bij deze verordening in de Hoorcommissie Ruimtelijke
Ordening.
- 2.
De Commissie is een adviescommissie voor de raad.
- 3.
De taak van de Commissie betreft het horen van indieners van
zienswijzen in het kader van ruimtelijke plannen voor zover de raad
bevoegd is tot het vaststellen van deze ruimtelijke plannen.
Artikel 3 Lidmaatschap en voorzitterschap Commissie
- 1.
De Commissie bestaat uit vier leden.
- 2.
De leden van de Commissie worden door de raad uit zijn midden
benoemd.
- 3.
De Commissie kiest uit haar midden een voorzitter.
- 4.
Bij ontstentenis van de voorzitter wijzen de aanwezige leden van de
Commissie uit hun midden een voor-zitter aan.
- 5.
De voorzitter en de leden hebben zitting tot de datum waarop
zittingsperiode van de raad afloopt.
- 6.
Het lidmaatschap eindigt tussentijds zodra men ophoudt lid te zijn
van de raad of door een desbetreffend besluit van de raad.
- 7.
De leden van de Commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij
dienen dit ontslag schriftelijk in bij de raad, onder gelijktijdige
schriftelijke kennisgeving aan de voorzitter van de Commissie.
- 8.
De raad kan tevens drie plaatsvervangende leden uit zijn midden
benoemen. De leden 5, 6 en 7 van dit artikel zijn tevens van
toepassing op de plaatsvervangende leden.
- 9.
Als er een vacature in de Commissie ontstaat, benoemd de raad uit
zijn midden zo spoedig mogelijk een nieuw lid.
Artikel 4. Secretariaat
Het secretariaat van de Commissie wordt vervuld door het cluster ROV van de
afdeling Ruimtelijke Ontwik-keling van de Gemeente West Maas en Waal.
Artikel 5 Hoorzittingen
- 1.
De Commissie gaat over tot horen indien bij de raad zienswijzen naar
voren zijn gebracht in het kader van ruimtelijke plannen voor zover
de raad bevoegd is tot het vaststellen van deze ruimtelijke plannen.
- 2.
Bij het beleggen van de hoorzitting neemt de voorzitter de in de WRO
gestelde termijnen in acht.
- 3.
Een hoorzitting is openbaar, tenzij de Commissie beslist dat deze
achter gesloten deuren dient plaats te vinden.
- 4.
Indien de hoorzitting achter gesloten deuren plaatsvindt, kan de
commissie geheimhouding opleggen overeenkomstig het in artikel 86
van de Gemeentewet bepaalde.
- 5.
De voorzitter draagt er zorg voor, dat dag en uur van de hoorzitting
ter openbare kennis worden gebracht.
- 6.
De voorzitter van de Commissie draagt er zorg voor dat elk lid van
de Commissie tijdig voor de aanvang van de vergadering wordt
opgeroepen. De te behandelen zaken worden zo spoedig mogelijk bij de
oproep vermeld.
- 7.
De voorzitter stelt degene die zich met een zienswijze als bedoeld
in artikel 2, derde lid tot de raad heeft gewend, schriftelijk in de
gelegenheid zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen
tijdens de hoor-zitting waarin de zienswijze wordt behandeld. De
voorzitter nodigt degene die zijn zienswijze naar voren heeft
gebracht en/of diens gemachtigde daartoe tenminste tien dagen voor
de hoorzitting uit.
- 8.
De voorzitter is bevoegd, eigener beweging of daartoe uitgenodigd
door de Commissie om ambtenaren, andere deskundigen of anderen voor
het verstrekken van inlichtingen uit te nodigen. De hiervoor
gemaak-te kosten zijn voor rekening van de gemeente.
Artikel 6 In behandeling nemen stukken
- 1.
Op een ingediende zienswijze als bedoeld in artikel 2, derde lid
wordt de datum van ontvangst aangete-kend. Aan de indiener van de
zienswijze wordt een bericht van ontvangst verstrekt.
- 2.
Indien de zienswijzen worden ingediend bij een onbevoegd
gemeentelijk orgaan, worden deze, nadat de datum van ontvangst is
aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden naar het wel bevoegde
orgaan onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender.
- 3.
Een zienswijze als bedoeld in artikel 2, derde lid wordt door de
voorzitter van de raad onmiddellijk in handen van de Commissie
gesteld.
- 4.
Het College doet de Commissie zo spoedig mogelijk de voor de
behandeling van de zienswijze verstrekte stukken toekomen en, na een
verzoek daartoe, aanvullende informatie, indien de Commissie van
mening is dat zij daarover voor een goede taakuitoefening dient te
beschikken.
Artikel 7 Quorum
- 1.
Voor het houden van een hoorzitting van de Commissie is vereist, dat
behalve de voorzitter, twee leden aanwezig zijn.
- 2.
Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de
voorzitter bepalen dat de vergadering niettemin doorgang vindt
indien de verschenen indieners van zienswijzen daarmee kunnen
instemmen.
- 3.
Indien de zitting in verband met het ontbreken van het vereiste
aantal leden geen doorgang vindt, belegt de voorzitter een nieuwe
vergadering.
Artikel 8 Herstel van verzuimen
- 1.
Indien een zienswijze niet is gemotiveerd of niet is ondertekend,
wijst de voorzitter van de Commissie degene die de zienswijze heeft
ingediend op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit voor
de hoorzitting te herstellen.
- 2.
Indien in de zienswijze gesteld wordt dat deze is ingediend namens
of mede namens een andere (natuur-lijke of rechts-)persoon en
daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere (natuurlijk of
rechts-)persoon is overgelegd, wijst de voorzitter van de Commissie
de belanghebbende op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid
dit uiterlijk tijdens de hoorzitting te herstellen.
Artikel 8 Behandeling tijdens de hoorzitting
- 1.
De leden van de Commissie en eventueel aanwezige genodigden, hebben
de mogelijkheid verduidelijken-de vragen te stellen.
- 2.
Een lid van de Commissie neemt niet deel aan de hoorzitting indien
het een aangelegenheid betreft die hem rechtstreeks of middellijk
persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is
betrokken of waarbij anderszins belangenverstrengeling mogelijk is.
Doet zich zodanig geval voor, dan wordt dit lid vervangen.
- 3.
De voorzitter kan de Commissie voorstellen in het belang van de naar
voren gebrachte zienswijzen derden te horen.
- 4.
Een gemachtigde moet ter zitting een schriftelijke en door de
belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als
advocaat is ingeschreven of de belanghebbende zelf met de
gemachtigde ver-schijnt.
- 5.
Degene die de zienswijze heeft ingediend kan ter zitting ter
toelichting van zijn standpunten getuigen en deskundigen meebrengen.
- 6.
Indien meer dan één belanghebbende wordt gehoord, geschiedt dat in
elkaars aanwezigheid, tenzij de Commissie het nodig oordeelt dat
belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord. De Commissie besluit,
al dan niet op verzoek van belanghebbenden, tot het afzonderlijk
horen, indien aannemelijk is dat het ge-zamenlijk horen van een
zorgvuldige behandeling van de zienswijzen kan belemmeren.
Artikel 9 Verslag hoorzitting en advies Commissie
- 1.
Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.
- 2.
Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij een
vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in
van al hetgeen is gezegd en van al hetgeen het overige ter zitting
is voorgevallen. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet
openbaar was, of indien belanghebbenden , res-pectievelijk hun
gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt
het verslag hiervan melding.
- 3.
De Commissie beraadt en beslist direct na afloop van de hoorzitting
achter gesloten deuren over het door haar aan de raad uit te brengen
advies.
- 4.
De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te
brengen advies. Van minderheids-standpunten in de Commissie wordt in
het advies melding gemaakt indien de minderheid zulks verlangt.
- 5.
Het verslag van de hoorzitting en het advies worden na vaststelling
door de voorzitter en secretaris onder-tekend.
- 6.
Het verslag en het advies zijn openbaar met inachtneming van het in
artikel 5, vierde lid, gestelde.
- 7.
Het advies wordt samen met het verslag en eventueel door de
Commissie ontvangen adviezen, tijdig aan de raad uitgebracht. Het
college ontvangt ter kennisgeving een afschrift van het advies en
het verslag.
Artikel 10 Beslissing op de zienswijzen
- 1.
De beslissing op de ingediende zienswijze dient te zijn gemotiveerd.
- 2.
Indien de raad afwijkt van het advies van de Commissie dient de raad
dat te motiveren.
Artikel 11 Citeertitel en datum inwerkingtreding besluit
- 1.
Dit besluit verordening treedt in werking op de achtste dag na die van
bekendmaking. Op dat tijdstip ver-valt de Verordening inzake de behandeling
van ingediende bedenkingen ingevolge de Wet op de Ruimte-lijke Ordening´
vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente West Maas en Waal op 9
december 1993, bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente
West Maas en Waal op 14 december 1993 en bij besluit van de burgemeester van
de gemeente West Maas en Waal op 14 december 1993
- 2.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Hoorcommissie
Ruimtelijke Ordening