Reglement op de Omgevingscommissie

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

• 1.

  Commissie: Gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet, genaamd Omgevingscommissie;

• 2.

  Goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 1.3 van de Omgevingswet

• 3.

  College: het college van burgemeester en wethouders.

• 4.

  Secretaris: de door het college als zodanig benoemde ambtenaar.

Artikel 2. Taken van de commissie

• 1.

  De commissie heeft tot taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de Omgevingswet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn;

• 2.
  • a.

    Ter uitvoering adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingvergunning voor:

    • 1.

      een rijksmonumentactiviteit met betrekking tot een monument;

    • 2.

      een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument;

    • 3.

      een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

    • 4.

      een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

  • b.

    Adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid van de wet;

  • c.

    Adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders (of uit eigen beweging) over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;

Artikel 3. Verplichte advisering

Burgemeester en wethouders winnen advies van de commissie in over een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2 tweede lid, onder a, onderdelen 1 tot en met 3, en onder b van dit Reglement;

Artikel 4. Samenstelling van de commissie

• 1.

  De commissie bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste zeven leden, onder wie er één als voorzitter is benoemd.

• 2.

  In de commissie is gelet op artikel 17.9 eerste lid van de Omgevingswet deskundigheid aanwezig op het gebied van de monumentenzorg en verder ook op het gebied van ruimtelijke vormgeving, architectuur, stedenbouw, restauratie, landschapsarchitectuur, inrichting, kwaliteit en beheer van groen en natuur, geschiedenis van architectuur en stedenbouw en de cultuurhistorie van de gemeente Tilburg.

• 3.

  Van de leden wordt verwacht dat zij naast hun specifieke deskundigheid, vaardig zijn om een bijdrage te leveren aan een samenhangende afweging bij de beoordeling van plannen die van invloed (kunnen) zijn op de cultuurhistorische en visuele kwaliteit van de fysieke leefomgeving (zowel gebouwd als groen).

Artikel 5. Benoeming van de commissie

• 1.

  De leden worden na het doorlopen van een openbare sollicitatieprocedure op voordracht van het college van burgemeester en wethouders door de raad benoemd en ontslagen.

• 2.

  De leden worden benoemd voor een periode van drie jaar en kunnen één maal worden herbenoemd in dezelfde commissie.

• 3.

  Aftredende leden zijn onmiddellijk, doch voor maximaal één periode herbenoembaar.

• 4.

  Leden van de raad, het college van burgemeester en wethouders, en medewerkers in dienst van de gemeente Tilburg kunnen niet tot lid van de commissie worden benoemd.

Artikel 6. Secretariaat

De commissie wordt bijgestaan door een secretaris.

Artikel 7. Werkwijze

• 1.

  De commissie vergadert indien dit naar het oordeel van de voorzitter en de secretaris in verband met de te behandelen onderwerpen noodzakelijk is, maar in ieder geval in een frequentie van één maal per twee weken.

• 2.

  De commissie is bevoegd zaken van minder gewicht, van spoedeisende aard of beperkt tot een vakdeskundigheid of een gebied, te laten afdoen onder verantwoordelijkheid van een of meer van haar leden.

• 3.

  De commissie is bevoegd zaken waarvan het oordeel van de commissie als bekend mag worden verondersteld, te laten afdoen onder verantwoordelijkheid van de secretaris.

• 4.

  De commissie kan zich op ad hoc basis laten bijstaan door andere onafhankelijke deskundigen met specifieke kennis op het terrein van archeologie, bouwhistorie, dendrologie, historische geografie, beeldende kunst en ecologie. Deze deskundigen zijn niet stemgerechtigd.

• 5.

  Aan de beraadslaging over en aan het uitbrengen van een advies mogen de commissieleden niet deelnemen indien zij in enige hoedanigheid direct of indirect persoonlijk en/of zakelijk bij het ontwerp zijn betrokken.

• 6.

  Een commissielid mag geen opdracht aanvaarden tot het aanpassen, verbeteren of anderszins wijzigen van een plan of tot het maken van een nieuw plan behorende bij een in de commissie behandelde of in behandeling zijnde ontwerp.

Artikel 8. Openbaarheid

• 1.

  De commissie vergadert en adviseert in het openbaar.

• 2.

  De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

• 3.

  De data van de openbare vergadering van de commissie worden tijdig bekend gemaakt op de internetsite van de gemeente Tilburg.

• 4.

  De agenda wordt minimaal twee werkdagen voorafgaand aan de vergadering verzonden naar belangstellenden en belanghebbenden.

• 5.

  De commissie kan in beslotenheid, al dan niet met ontwerper en/of opdrachtgever, over plannen spreken in gevallen genoemd in artikel 10, eerste lid Wet openbaarheid van bestuur en in gevallen waarin het belang van openbaarheid niet opweegt tegen de in artikel 10, tweede lid, van die wet genoemde belangen.

• 6.

  Indien de aanvrager of de initiatiefnemer hierom bij het indienen van een ontwerp heeft verzocht, kan deze door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het ontwerp.

• 7.

  Toehoorders kunnen aanwezig zijn bij het openbare deel van de vergaderingen, maar kunnen niet deelnemen aan de beraadslagingen.

Artikel 9. Verslaglegging

• 1.

  Van het behandelde in de vergaderingen van de commissie houdt de secretaris aantekening. Het verslag van het behandelde wordt toegezonden aan de voorzitter en na vaststelling verzonden naar belanghebbenden en belangstellenden.

• 2.

  Het verslag van elke vergadering wordt toegezonden aan het college en raad. Dit verslag is, met uitzondering van hetgeen in een besloten vergadering is besproken, openbaar en wordt verstrekt aan een ieder die daarom verzoekt.

• 3.

  De commissie doet jaarlijks aan de raad verslag van de in het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden. In dit verslag wordt tenminste uiteengezet op welke wijze zij toepassing heeft gegeven aan de criteria bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onderdeel a van de Woningwet.

Artikel 10. Advisering

• 1.

  De commissie baseert haar advies op door de raad ter zake vastgesteld beleid.

• 2.

  De adviezen van de commissie worden zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis gebracht van het college.

• 3.

  Negatieve (welstands)adviezen worden deugdelijk gemotiveerd.

• 4.

  Indien op grond van wet- en regelgeving meerdere sectorale beoordelingen vereist zijn, worden deze separaat in het advies opgenomen. In deze gevallen wordt tevens een integrale afweging vermeld.

• 5.

  Op aanvragen om omgevingsvergunning adviseert de commissie binnen drie weken na het verzoek van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 11. Bijzondere bepalingen

• 1.

  Het college kan gemotiveerd afwijken van een advies van de commissie.

• 2.

  In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college nadat de commissie is gehoord.

Artikel 12. Overgangsregeling

Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de commissie wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel 9.1 eerste lid onder a van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt per 1 januari 2022 in werking.

Artikel 14. Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als 'Reglement op de Omgevingscommissie'.