Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Baarle-Nassau

Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Baarle-Nassau 2022-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBaarle-Nassau
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Baarle-Nassau 2022-2025
CiteertitelBeleidsplan Schuldhulpverlening Baarle-Nassau 2021-2025
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-2021nieuwe regeling

15-12-2021

gmb-2021-465910

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Baarle-Nassau 2022-2025

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Bestaanszekerheid eerst

Om een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving en om te werken aan ontwikkeling is bestaanszekerheid voor mensen essentieel. Met andere woorden: bestaanszekerheid is een noodzakelijke voorwaarde voor perspectief. De belangrijkste pijlers voor bestaanszekerheid zijn gezondheid, een prettige en passende woning/woonomgeving en rust in je financiële situatie.

 

Door (problematische) schulden, verliezen mensen de basis onder hun bestaan. Dit tast hun bestaanszekerheid aan. Tot die basis terug is, is het vaak niet zinvol om deze mensen hulp te bieden voor andere problemen die zij doorgaans hebben. En andersom: zijn de zorgen over de basis weg, dan is er na enige tijd op andere terreinen vaak minder hulp en ondersteuning nodig.

 

Conclusie: het bieden van goede en snelle hulp bij schulden is van groot belang om de bestaanszekerheid van mensen te verbeteren. Alleen dan is er voldoende ruimte om stappen vooruit te zetten.

1.2 Waarom een beleidsplan schuldhulpverlening?

Sinds de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in 2012 ligt een groot deel van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening bij de gemeente. De gemeente is verplicht om inwoners te ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg1.

 

De Wgs geeft een ruim kader waarbinnen gemeenten de schuldhulpverlening zelf kunnen vormgeven. Er moet wel sprake zijn van integraliteit: er moet aandacht zijn voor het oplossen van de financiële problemen van een cliënt, maar ook voor schulden, psychosociale problemen of problemen rond de woonsituatie, gezondheid, verslaving of de gezinssituatie. De schulden en de andere problematiek staan immers nooit los van elkaar.

 

Het vaststellen van een beleidsplan schuldhulpverlening is een verplichting die voortvloeit uit de Wgs. In artikel 2 van de Wgs is de verplichting opgenomen om, eens in de vier jaar, een beleidsplan vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van een gemeente. In het beleidsplan moet in ieder geval worden aangegeven:

 

  • 1.

    Welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen;

  • 2.

    Welke maatregelen de gemeente neemt om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening wordt uitgevoerd;

  • 3.

    Hoe de samenwerking met schuldeisers, waaronder verhuurders van tot bewoning bestemde onroerende zaken, zorgverzekeraars, water- en energiebedrijven, wordt vormgegeven.

  • 4.

    Het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft om de hulpvraag vast te stellen, nadat een inwoner zich tot de gemeente heeft gewend voor hulp;

  • 5.

    Hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige kinderen wordt vormgegeven2.

1.3 Waarom nu een nieuw beleidsplan?

Het vorige beleidsplan schuldhulpverlening gold van 2017 tot en met 2020, maar heeft ook het grootste deel van 2021 nog gevigeerd. Er is voor gekozen om het nieuwe beleidsplan pas op te stellen in 2021, zodat ook het projectplan en de eerste resultaten van de aanpak Vroegsignalering waarmee we in 2021 zijn gestart hierin kunnen worden meegenomen.

1.4 Leeswijzer beleidsplan

Het Beleidsplan Schuldhulpverlening Baarle-Nassau 2021-2025 is als volgt opgebouwd:

  • -

    Hoofdstuk 1 is de inleiding.

  • -

    In hoofdstuk 2 schetsen we de schuldensituatie in Nederland en Baarle-Nassau. Ook besteden we in dit hoofdstuk aandacht aan de gevolgen van de coronacrisis.

  • -

    In hoofdstuk 3 komen relevante lokale en landelijke ontwikkelingen aan bod.

  • -

    Hoofdstuk 4 gaat over de visie van de gemeente op de aanpak van schulden.

  • -

    Hoofdstuk 5 bevat een uiteenzetting van de schuldenaanpak op basis van de pijlers: schulden voorkomen (met o.a. aandacht voor vroegsignalering), schulden verlichten en schulden verkorten/snel oplossen. Tevens is een paragraaf toegevoegd over schuldhulpverlening aan ondernemers.

  • -

    In hoofdstuk 6 staan de maatregelen die we nemen om de kwaliteit van de uitvoering van de schuldhulpverlening te (waar)borgen. In dit hoofdstuk komt ook de organisatie van de schuldhulpverlening aan de orde.

Hoofdstuk 2 Schulden in Nederland en in Baarle-Nassau

2.1 Wat is de omvang van de schuldenproblematiek in Nederland?

De schuldenproblematiek in Nederland is voor een groot deel onzichtbaar. Zichtbare schulden zijn slechts het topje van de ijsberg, blijkt uit cijfers uit 2019:

  • -

    1,35 miljoen huishoudens hebben moeite met rondkomen en/of betalingsproblemen.

  • -

    Hiervan hebben 800.000 huishoudens lichte problemen, en 550.000 ernstige problemen (problematische schulden).

  • -

    87.000 huishoudens melden zich jaarlijks bij de schuldhulpverlening3.

  • -

    De gemiddelde schuld bedraagt rond de € 38.000 bij gemiddeld 14 schuldeisers4.

 

Dat betekent dat van de 550.000 huishoudens met problematische schulden slechts een klein deel uit de schulden komt. Schulden worden problematisch op het moment dat van iemand redelijkerwijs niet meer kan worden verwacht dat hij kan doorgaan met het afbetalen van zijn schulden, of in een situatie is geraakt waarin hij heeft opgehouden te betalen5. Wij spreken over het algemeen van problematische schulden als deze niet binnen drie jaar met het beschikbare inkomen kunnen worden afgelost.

 

Ook het CBS heeft op verzoek van de Tweede Kamer onderzoek gedaan naar geregistreerde problematische schulden. Uit dit onderzoek blijkt dat 7,6% van de Nederlandse huishoudens in 2020 geregistreerde problematische schulden had.

2.2 Wat zijn de effecten van de coronacrisis?

Om de Nederlandse economie tijdens de pandemie overeind te houden heeft het kabinet een uitgebreid pakket met steunmaatregelen opgetuigd, waaronder de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en de regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK).

 

Hoewel de exacte gevolgen van de pandemie niet met zekerheid te voorspellen zijn, verwachten verschillende instanties dat de schuldenproblematiek in Nederland ondanks deze steunmaatregelen, zal toenemen. De steunmaatregelen zijn inmiddels ook (grotendeels) afgebouwd. De Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), de branchevereniging voor schuldhulpverlening, verwacht een stijging van het aantal hulpvragen met minimaal 30%. Deloitte voorspelt dat in 2021 het aantal huishoudens met schulden als gevolg van de coronacrisis zal stijgen naar tussen de 1,5 en 2,6 miljoen, waarvan 41% problematisch. Vanwege hun beperkte financiële buffer behoren hiertoe veel werkenden met een tijdelijk of flexcontract.

 

Vooralsnog zien wij als gevolg van de coronacrisis geen toename in het aantal verzoeken om schuldhulpverlening in onze gemeente. Ook landelijk is hiervan (nog) geen sprake.

2.3 Hoe groot is de schuldenproblematiek in Baarle-Nassau?

Uit gegevens van het CBS blijkt dat 6,1% van de Baarle-Nassause huishoudens (190) geregistreerde schulden had in oktober 2020. Zie het schema op de volgende pagina.

 

De schulden zijn overigens niet evenredig verdeeld over de gemeente. In Baarle-Nassau hebben inwoners vaker geregistreerde schulden (6,4%) en in Ulicoten het minst vaak (5%)6.

 

 

Hoofdstuk 3 Landelijke en lokale ontwikkelingen

3.1. Landelijke ontwikkelingen: de Brede Schuldenaanpak

Op landelijk niveau spelen diverse ontwikkelingen die van invloed zijn op de aanpak van schulden in onze gemeente.

 

In 2018 is door het kabinet Rutte 3 de Brede Schuldenaanpak ingezet. Deze aanpak is er op gericht om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen en een effectievere hulpverlening aan schuldenaren te bieden. Het kabinet werkt hiervoor samen met gemeenten en verschillende organisaties, zoals Bureau Kredietregistratie (BKR) en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB).

 

De Brede Schuldenaanpak bestaat uit de volgende actielijnen en thema’s:

 

Problematische schulden voorkomen

Ontzorgen en ondersteunen

Zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso

  • -

    Inzetten op preventie en Vroegsignalering;

  • -

    Inzetten op een meer dienstverlenende benadering;

  • -

    Meer rekening houden met het 'doenvermogen' van mensen7

  • -

    Schulden komen nooit alleen: inzet voor mensen met problemen op meer leefgebieden;

  • -

    Komen tot vernieuwende schuldenaanpak en verbeterd schuldhulpverleningstraject;

  • -

    Werken aan verdere professionalisering

  • -

    Rekening houden met de complexiteit van inkomensvoorzieningen8

  • -

    Bestaansminimum beter beschermen;

  • -

    Verbeteren van de samenwerking tussen schuldeisers;

  • -

    Aandacht voor het functioneren van de incassobranche9

 

Van belang is met name de wijziging van de Wgs per 1 januari 2021. Daardoor werd vroegsignalering een publiek wettelijke taak en moeten gemeenten opvolging geven aan meldingen van betalingsachterstanden op het gebied van de vaste lasten. Zie hiervoor verder hoofdstuk 5.

3.2 Lokale ontwikkelingen

Ook lokaal is er een aantal relevante ontwikkelingen te noemen die invloed hebben op onze schuldhulpverlening.

 

Start van Dorpsteam

De gemeente zet stevig in op een transformatie in de basisondersteuning. Daaronder verstaan wij alle ondersteuning die gericht is op het versterken van de sociale basis in de gemeenten en de (lichte) ondersteuning die als basis voor alle inwoners vrij toegankelijk is. We streven hierbij naar een verschuiving van individuele hulp naar meer collectieve hulp en van curatieve hulp naar meer preventieve hulp. Met lokale samenwerkingspartners werken we aan:

  • -

    meer samenwerking en integraliteit in de dienstverlening;

  • -

    betere aansluiting van de dienstverlening op de lokale vragen en kracht;

  • -

    het bestendigen, ondersteunen, versterken en waar mogelijk uitbouwen van de energie, kracht en kunde van inwoners op de lokale maat (samenlevingsopbouw).

 

Er is hiervoor eind 2019 een multidisciplinair team ingericht: het Dorpsteam. Het Dorpsteam werkt gebiedsgericht, samen met andere professionals en vrijwilligers, en aansluitend op de vraag van inwoners. Dit kan ook een vraag over financiële problemen en/of schulden zijn. Financiën zijn ook een onderdeel van de quick scan.

 

Start van PLANgroep

Tot 1 januari 2020 was de Kredietbank West-Brabant (onderdeel van de gemeente Breda) actief op het gebied van schuldhulpverlening in Baarle-Nassau. Het ging daarbij om de zogenaamde tweede fase: de schuldregelingsfase. Het voortraject van de schuldhulpverlening (en eventuele psychosociale begeleiding) werd uitgevoerd door het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn (IMW) Breda.

 

Toen de Kredietbank in 2018 aangaf te gaan stoppen met haar dienstverlening voor omliggende gemeenten, hebben wij dat moment aangegrepen om verbeteringen in de keten schuldhulpverlening door te voeren. Zo werd besloten om alle taken op gebied van schuldhulpverlening en sociale kredietverstrekking bij één partij te beleggen. In 2019 is, na een aanbestedingsprocedure, PLANgroep gecontracteerd. Vanaf 1 januari 2020 is PLANgroep voor Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen werkzaam. PLANgroep geeft geen psychosociale begeleiding, maar verwijst mensen daarvoor door naar het Dorpsteam.

 

Start Vroeg Eropaf team

Naar aanleiding van de hiervoor genoemde wijziging van de Wgs, is per 1 januari 2021 een Vroeg Eropaf team gestart in onze gemeente. Het team neemt, naar aanleiding van binnengekomen signalen, contact op met inwoners met betalingsachterstanden en biedt passende ondersteuning aan. Het hangt af van de samenstelling en hoogte van signalen op welke wijze contact opgenomen wordt (maatwerk). Het team bestaat uit medewerkers uit het Dorpsteam met financiële kennis en met een maatschappelijk werk achtergrond.

Hoofdstuk 4 Visie, doelstellingen en beoogde resultaten

4.1 Visie

Baarle-Nassau wil bereiken dat alle inwoners mee kunnen doen aan de samenleving. Financiële problemen hebben een grote impact op ‘meedoen’ en hebben een ontwrichtend en verlammend effect op de (bestaans)zekerheid en zelfredzaamheid van inwoners, vanwege stress, te weinig geld en schaamte. Dit leidt tot sociale uitsluiting: mensen doen niet meer mee. Dit heeft negatieve gevolgen voor de individuele inwoner met schulden, maar ook voor de samenleving als geheel.

 

Visie: Baarle Bruist

De gemeente Baarle-Nassau wil al haar inwoners laten meedoen. Daarvoor is het onder andere van belang dat inwoners financieel kunnen rondkomen. We bieden maatwerk en maken gebruik van netwerken om dit mogelijk te maken. ‘Zekerheid’, ‘zeggenschap’ en ‘zingeving’ zijn succesfactoren om eigen verantwoordelijkheid te kunnen en willen dragen.

 

Onzekerheid leidt tot stress. Het maakt dat mensen ‘bij de dag’ gaan leven en niet goed in staat zijn keuzes te maken voor de langere termijn. Zekerheid is belangrijk om stappen te kunnen zetten. Dit beleidsplan sluit heel erg aan de succesfactor zekerheid. We willen dat iedereen mee kan doen en om mee te kunnen doen is (financiële) zekerheid essentieel.

 

De invloed van schulden op het denk- en doenvermogen van mensen is groot

Het “denk- en doenvermogen” van mensen kan als gevolg van schulden verminderd zijn en ook een oorzaak zijn van (meer) schulden. De huishoudens waar het om gaat leven in armoede en ervaren in hun dagelijks leven bovengemiddeld veel stress. Het continu gebukt gaan onder financiële schaarste beïnvloedt ook de mentale vermogens van mensen. In het boek ‘Schaarste’10 wordt beschreven dat een dergelijke situatie op den duur leidt tot onverstandige beslissingen, impulsiviteit en kortzichtig gedrag (tunnelvisie). Mensen met schulden hebben veelal ook sociale, psychische en/of medische problemen.

 

Begin met schuldenrust

Met onze schuldenaanpak willen we rust creëren: schuldenrust. Pas dan heeft het zin om mensen hulp te bieden voor andere problemen. We vinden het belangrijk dat hulp en ondersteuning snel en effectief geboden worden in een sluitende aanpak. Hulp en ondersteuning moet aansluiten bij de omstandigheden, de wensen en de eigen mogelijkheden van inwoners (maatwerk). De eigen verantwoordelijkheid en regie van inwoners blijft wel zo groot mogelijk. Voorop staat overigens dat het voorkomen van schulden beter is dan het genezen.

 

Schuldhulpverlening is toegankelijk voor alle inwoners met schulden

Het uitsluiten van (groepen) mensen van schuldhulpverlening, veroorzaakt meer schade voor de betreffende persoon maar ook voor de maatschappij als geheel. De gemeente sluit geen doelgroepen op voorhand uit. Slechts in enkele gevallen sluiten wij mensen uit van schuldhulpverlening, bijvoorbeeld als er sprake is van illegaal verblijf in Nederland. Dit is ook zo bepaald in artikel 3 van de Wgs.

 

Schuldhulpverlening is maatwerk

De aanpak van schulden blijft maatwerk. Afhankelijk van de situatie van de inwoner wordt gekozen voor een bepaald traject (bijvoorbeeld een saneringskrediet) en of en zo ja, welke ondersteuning de inwoner nodig heeft (bijvoorbeeld van een vrijwilliger of van het Dorpsteam).

 

Bij de keuze voor een bepaalde aanpak is het van groot belang om aan te sluiten bij het denk- en doenvermogen van de inwoner. Een stress-sensitieve benadering, werken vanuit de Waardendriehoek11 en maatwerk zijn hierbij van groot belang. De schuldhulpverlening moet de mogelijkheden die inwoners wél (weer) hebben bevorderen en/of inzetten. Daardoor richten we ons op duurzame financiële (zelf)redzaamheid. Het is belangrijk om zoveel mogelijk gebruik te maken van de kwaliteiten, capaciteiten en eigen kracht van inwoners. We bieden inwoners daardoor weer perspectief en grip op hun eigen leven en zelfvertrouwen.

 

 

In sommige gevallen maken we gebruik van het Maatpact. Maatpact is een project waarin we verbeteringen ontwikkelen voor de inrichting van het sociaal domein. Vanuit Maatpact bieden we de meest kwetsbare inwoners in een uitzichtloze situatie weer perspectief, dankzij een Doorbraak. Gezinnen met kinderen krijgen hierbij extra prioriteit. Een doorbraak is een maatwerk oplossing die écht verschil maakt. Het is een oplossing die het patroon van problemen die elkaar versterken en een oplossing onmogelijk lijken te maken, doorbreekt. De oplossing onderbouwen we uiteraard vanuit de waardendriehoek.

 

Schuldhulpverlening is integraal

Schulden komen zelden alleen en gaan vaak samen met andere problemen, zoals werkloosheid, laaggeletterdheid en een slechte gezondheid. In onze dienstverlening proberen we aan te sluiten bij de leefwereld van de inwoner waarin al deze problemen samenkomen en te werken aan een integrale en duurzame oplossing. De hulp en ondersteuning die geboden wordt moet aansluiten bij het geheel aan mogelijkheden en omstandigheden van een huishouden of gezinssituatie. Professionals zoals PLANgroep en Dorpsteam werken samen – met elkaar, met vrijwilligers, ervaringsdeskundigen en met de inwoner – om dat te realiseren.

 

Er is een sluitende keten van schuldhulpverlening: effectieve netwerksamenwerking tussen professionals

Een proces van schuldhulpverlening werkt het best en snelst met zo min mogelijk overdrachtsmomenten. Om die reden is ervoor gekozen geen “knip” meer te maken tussen de eerste en de tweede fase in de schuldhulpverlening, maar om het hele proces in één hand te houden. Uiteraard moet bij aanpalende problematiek de samenwerking met andere partijen worden gezocht.

 

Inwoners hebben baat bij een sterk netwerk omdat zij dan een beroep kunnen doen op elkaar. Netwerken van professionals zorgen ervoor dat er samen, en in afstemming met elkaar, de juiste dingen worden georganiseerd voor inwoners. In sterke netwerken wordt gebruik gemaakt van elkaars kennis, kunde en mogelijkheden. Sterke netwerken zijn belangrijk om meer maatschappelijke resultaten te bereiken. Als deze netwerken onderling ook verbonden zijn, kunnen inwoners, professionals en organisaties en ondernemers samen nog meer voor elkaar betekenen. Binnen en tussen netwerken kunnen allianties ontstaan om zo doelgericht krachten te bundelen. Als gemeente willen we meer samenwerken in sterke netwerken. We zoeken naar, en laten ons vinden door partners met wie we samen doelen kunnen bereiken

4.2 Doelstellingen

De gemeente wil schuldenproblematiek in Baarle-Nassau terugdringen en zet in op het creëren van schuldenrust. Dat doen ze via drie actielijnen: het voorkomen, verlichten en verkorten/(snel) oplossen van schulden. Deze lijnen hebbende volgende drie doelstellingen:

 

1. Voorkomen van (problematische) schulden

De bestaanszekerheid van inwoners komt onder druk te staan bij financiële problemen, met alle gevolgen van dien voor andere leefdomeinen. Het is daarom zaak om er op tijd bij te zijn en te voorkomen dat er (problematische) schulden ontstaan. Door preventie willen we ook voorkomen dat kinderen die opgroeien in gezinnen met schulden, later zelf ook weer schulden maken (als volwassene).

 

Ook nazorg is eigenlijk ook een vorm van preventie, het is immers bedoeld om te voorkomen dat inwoners opnieuw problematische schulden krijgen. De recidive van mensen met financiële problemen is aanzienlijk. Daarom is proactief handelen óók contact houden met de inwoner na afloop van het afronden van een schuldhulpverleningstraject.

 

Bij preventie zetten wij de volgende instrumenten in:

  • -

    Communicatie;

  • -

    Educatie;

  • -

    Laagdrempelige ondersteuning.

 

Preventie kan ook plaatsvinden door het financieel ontzorgen van statushouders.

 

Naast preventie is vroegsignalering een zeer belangrijk instrument om te voorkomen dat beginnende schulden/betalingsachterstanden leiden tot problematische schulden.

 

2. Verlichten van schulden

Schulden zijn helaas niet altijd te voorkomen. Mochten er ondanks onze inzet op preventie en vroegsignalering, problematische schulden ontstaan, dan willen we dat inwoners toch zoveel mogelijk mee kunnen doen. We streven ernaar om het inkomen van mensen te verruimen door inkomensaanvullende regelingen en het taboe rond armoede en schulden te doorbreken. Daarnaast proberen we door schulden klein te houden te voorkomen dat bestaande schulden nog verder kunnen toenemen.

 

3. Verkorten en (snel) oplossen van schulden

Inwoners die met (problematische) schulden aankloppen bij de hulpverlening, hebben vaak een lange periode achter de rug waarin hun problemen opliepen. Als zij de (moeilijke) stap naar de hulpverlening weten te zetten, verdienen ze het om snel geholpen te worden. We streven er dan ook naar om de periode tussen aanmelden bij de hulpverlening en het realiseren van een schuldenoplossing, de zogeheten doorlooptijd, te minimaliseren.

 

Zie hiervoor verder hoofdstuk 5.

4.3 Beoogde resultaten

Op grote lijnen monitoren we hoe het met het financieel rondkomen van onze inwoners staat in de jaarlijkse raadsrapportage (www.waarstaatjegemeente.nl). Met ons schuldhulpverleningsbeleid dragen we hieraan bij. Door de ingezette ondersteuning beogen we dat iedereen die dat nodig heeft de weg naar ondersteuning vindt en de ondersteuning krijgt. Daarnaast willen dat zo min mogelijk mensen in onze gemeente hun financiën als een belemmering ervaren om mee te doen/deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Uit de burgerpeiling blijkt dat ‘financiën’ gemiddeld door inwoners van Baarle-Nassau minder vaak dan bij referentiegemeenten12 een belemmering gevonden worden om aan het maatschappelijk leven deel te nemen.

 

Mogelijkheden om aan het maatschappelijk leven deel te nemen (% nauwelijks tot geen beperking)

Bron: Rapport burgerpeiling Baarle-Nassau, figuur 5.3 (WSJG)

 

De concrete resultaten die we beogen met ons beleid schuldhulpverlening zijn:

  • -

    We streven ernaar het percentage inwoners met geregistreerde problematische schulden altijd minimaal 17% onder het landelijk niveau te houden13 (ter vergelijking: nu is dat 6,1% ten opzichte van 7,6% landelijk);

  • -

    We streven ernaar het percentage mensen dat wegens financiële redenen geen beperking ervaart om deel te nemen aan het maatschappelijk 5% boven het niveau van de referentiegemeente te houden (ter vergelijking: nu ervaart 82% geen belemmering. Bij de referentiegemeente is dat 77%, zie het schema op de vorige pagina).

 

Hierbij dienen wij het voorbehoud te maken dat de omvang van schuldenproblematiek van veel meer afhankelijk is dan ons beleid en onze aanpak, bijvoorbeeld de economische situatie. Daarom is het belangrijk de cijfers altijd binnen de sociaaleconomische context te plaatsen.

 

Hoofdstuk 5 De lokale schuldenaanpak

5.1 Inleiding

Grofweg bestaat de aanpak van schulden in Baarle-Nassau uit drie pijlers die corresponderen met de doelstellingen uit hoofdstuk 4:

 

  • 1.

    Voorkomen van (problematische) schulden (5.2)

  • 2.

    Verlichten van schulden (5.3)

  • 3.

    Verkorten en (snel) oplossen van schulden (5.4)

 

Hierna wordt dieper op de afzonderlijke pijlers ingegaan en de maatregelen die we binnen elke pijler nemen. We besteden vervolgens aandacht aan schuldhulpverlening voor de specifieke doelgroep ondernemers.

5.2 Voorkomen van (problematische) schulden

De bestaanszekerheid van inwoners komt onder druk te staan bij financiële problemen, met alle gevolgen van dien voor andere leefdomeinen. Het is daarom zaak om er op tijd bij te zijn en te voorkomen dat er (problematische) schulden ontstaan. Ook nazorg is eigenlijk ook een vorm van preventie, het is immers bedoeld om te voorkomen dat inwoners opnieuw problematische schulden krijgen. Met alle maatregelen beogen we ook de generatiecirkel van armoede te doorbreken: we richten ons op het voorkomen van schulden op korte termijn maar ook op het voorkomen van schulden en armoede op langere termijn.

 

De pijler ‘schulden voorkomen’ bestaat uit verschillende onderdelen, die in dit hoofdstuk aan de orde komen. Het gaat om preventie en vroegsignalering.

 

5.2.1 Preventie

Schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden. In ons beleid onderscheiden we communicatie, educatie en laagdrempelige ondersteuning.

 

  • 1.

    Communicatie

Communicatie is een belangrijk instrument bij het voorkomen van schulden. Communicatie is gericht op het geven van Informatie en advies, maar ook op het doorbreken van het taboe rond schulden. De gemeente en onze samenwerkingspartners besteden regelmatig aandacht aan het onderwerp op onze websites, via social media en in het weekblad. Daarbij is aandacht voor laaggeletterdheid.

 

De gemeente heeft ook deelgenomen aan landelijke campagnes met ervaringsdeskundigen: “Kom uit je schuld” in 2019 en “Kom jij eruit?” in 2020.

 

Online hulp: Geldfit en Geldfit zakelijk

Veel mensen hebben vragen over hun financiële situatie. De gemeente Baarle-Nassau is daarom sinds 2021 aangesloten bij Geldfit. Inwoners kunnen online de anonieme test op Geldfit.nl invullen. Aan de hand van enkele korte vragen krijgen inwoners (ook ondernemers) inzicht in hun eigen financiële situatie. Men ontvangt tips en krijgt een overzicht waar men terecht kan voor hulp. De privacy van gebruikers is gewaarborgd.

 

De gemeente heeft deelgenomen aan de landelijke communicatiecampagne van Geldfit.

 

  • 2.

    Educatie en kinderen en jongeren

Juist bij schulden is voorkomen beter dan genezen en is het van belang dat de problematiek zich bij een volgende generatie niet herhaalt. Door kinderen en jongeren te onderwijzen over geld, kunnen problemen worden voorkomen. We willen voorkomen dat kinderen die opgroeien in gezinnen met schulden, later zelf ook weer schulden maken (als volwassenen): we richten ons op het doorbreken van de generatiecirkel en op het verbeteren van het opvoedklimaat. We zoeken naar een manier om kansengelijkheid te creëren.

 

Financiële problematiek onder jongeren is een vast onderdeel van het takenpakket van de jongerenwerker van R-Newt. Jongeren krijgen voorlichting over financiële zaken en hun vaardigheden op financieel gebied worden ontwikkeld.

 

  • 3.

    Laagdrempelige ondersteuning

Sociaal raadslieden, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen hebben een belangrijke rol in preventie, vroegsignalering en de ondersteuning. Zij nemen het traject niet over maar staan mensen bij met raad en daad. De intensiteit van de ondersteuning verschilt per klantsituatie.

 

Daarnaast is er in de (keukentafel)gesprekken van de Wmo- en inkomensconsulenten, het Dorpsteam en het Sociaal Team ook altijd aandacht voor de financiële situatie van mensen. Daardoor komen problemen al in een vroeg stadium aan het licht en kan erger worden voorkomen.

 

  • a.

    Sociaal raadslieden

Bij de sociaal raadslieden van het Dorpsteam kunnen inwoners op een laagdrempelige manier terecht met allerlei vragen over geldzaken. Bijvoorbeeld met het invullen van formulieren voor bijzondere bijstand van de gemeente of het aanvragen van toeslagen bij de Belastingdienst (onder ander huur- of zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag enz.). Ook bieden de sociaal raadslieden hulp bij het regelen van belastingschulden voor zowel toeslagen als de inkomstenbelasting, denk aan een persoonlijke betalingsregeling, buiten invorderinstelling en kwijtschelding. Daarnaast helpen zij burgers met het goed laten vaststellen van de beslagvrije voet. Verder is een voorzieningencheck erg belangrijk om onderbenutting daarvan tegen te gaan.

 

  • b.

    Ervaringsdeskundigen/meedenkers

Meedenkers zijn er vooral om onafhankelijke ondersteuning te bieden bij de aanvraag/het traject. Een ervaringsdeskundige of meedenker kan iemand over de drempel heen helpen om om hulp te vragen. Hij of zij kan ook aanwezig zijn bij bijvoorbeeld een gesprek met de gemeente of PLANgroep.

 

  • c.

    Financieel ontzorgen van statushouders.

In de nieuwe Wet inburgering wordt opgenomen dat statushouders in het eerste half jaar financieel worden ontzorgd. Financieel ontzorgen betekent dat de gemeente het beheer van inkomsten en uitgaven geheel of gedeeltelijk uit handen neemt. De verplichte ontzorging bestaat uit het betalen van de huur, de rekeningen voor gas, water en stroom en de verplichte zorgverzekering. Deze kosten worden rechtstreeks betaald vanuit de bijstandsuitkering. De periode van ontzorging gaat in op het moment dat het recht op bijstand ontstaat en duurt minimaal 6 maanden. Op dit moment werken wij uit, hoe we het ontzorgen precies gaan vormgeven.

 

Als inwoners langdurige financiële problemen hebben of juist financiële problemen willen voorkomen, kan een ‘financieel maatje’ helpen. Een financieel maatje is een vrijwilliger die - heel praktisch - helpt om de geldzaken en administratie onder controle te krijgen en te houden. Een maatje kan ook morele en praktische hulp bieden bijvoorbeeld tijdens het schuldhulpverleningstraject. In 2022 wil de gemeente, in samenwerking met het Dorpsteam, starten met financiële maatjes in Baarle-Nassau.

 

Naast de hiervoor genoemde preventieve “instrumenten”, kunnen problematische schulden ook worden voorkomen door Vroegsignalering.

5.2.2 Vroegsignalering

Door de wijziging van de Wgs per 1 januari 2021 werd vroegsignalering een publiek wettelijke taak en moeten gemeenten opvolging geven aan meldingen van betalingsachterstanden op het gebied van de vaste lasten. Schuldeisers op het gebied van de vaste lasten (woningcorporaties, verhuurders, energie- en drinkwaterbedrijven en zorgverzekeraars) zijn voortaan verplicht om betalingsachterstanden in een vroegtijdig stadium uit te wisselen met gemeenten . Om het doel te bereiken, zijn afspraken gemaakt met convenantpartners die de primaire vaste lasten in rekening brengen. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Landelijk Convenant Vroegsignalering. Voor vroegsignalering is een goede samenwerking met signaalpartners van groot belang.

 

Hierdoor kunnen gemeenten snel in contact komen met inwoners met betalingsachterstanden en passende ondersteuning aanbieden. Er wordt outreachend hulp geboden.

 

Vroegsignalering is in die zin preventie dat er weliswaar al sprake is van betalingsachterstanden, maar (problematische) schulden worden voorkomen.

 

De gemeente Baarle-Nassau heeft ervoor gekozen vroegsignalering te beleggen bij het Vroeg Eropaf team. Het team bestaat uit medewerkers uit het Dorpsteam met financiële kennis en met een maatschappelijk werk achtergrond. Dit om het project breed te dragen. Een klein team is kwetsbaar en het breed dragen van dit project zorgt voor een goede borging in de gemeente. 14 Daarnaast is de integrale benadering voor dit project heel belangrijk. Immers, in veel situaties zijn er meer problemen aanwezig dan alleen de financiële problemen.

 

Waarom vroegsignalering?

Investeren in vroegsignalering loont. Wanneer schuldproblemen eerder worden gesignaleerd en aangepakt, biedt dat voor alle betrokkenen een positief resultaat. In de eerste plaats voor de inwoner met schulden, die hierdoor perspectief heeft op een stabiele financiële situatie. Zoals eerder al aangegeven, geeft dit ruimte voor andere zaken als werk en/of opvoeding van de kinderen. De crediteur heeft het voordeel dat achterstanden minder hoog oplopen en eerder tot een oplossing komen. Voor de gemeente is belangrijk dat inwoners eerder aankomen bij de schuldhulpverlening, met een (problematische) schuld die minder complex is en effectiever aangepakt kan worden. Op de lange termijn betekent dit minder kosten voor intensieve hulp bij schulden en voor andere hulpverlening. Zo zullen ook zorgkosten naar verwachting dalen.

 

Eisen aan vroegsignalering

Vroegsignalering omvat idealiter de volgende elementen:

  • Een tijdig signaal van een betalingsachterstand van verschillende crediteuren15 (Jongeren hebben vaak nog geen ‘eigen voordeur’, maar hebben wel een zorgverzekering. Hierdoor is de zorgverzekeringsschuld vaak het enige signaal dat de gemeente ontvangt. Om die reden wordt bij jongeren al bij 1 signaal actie genomen);

  • Het Vroeg Eropaf Team beoordeelt de binnengekomen meldingen, kijkt of er een match is (meerdere meldingen op een adres) en besluit of contact met de inwoner gewenst is;

  • Zo ja, dan snel contact maken (via brief, sms, telefoon of huisbezoek) en, indien nodig, het goede gesprek voeren met inwoners met (beginnende) betaalachterstanden;

  • Het voorkomen van ernstige sancties, oplopende incassokosten, boetes en afsluitingen dan wel ontruimingen;

  • Het opstellen van een budgetplan en een voorzieningencheck, zijn inkomsten en uitgaven in balans, zijn alle toeslagen waar iemand recht op heeft aangevraagd, beter gezegd een korte interventie;

  • Een stevige basis leggen voor regelmatige betalingen van vaste lasten;

  • Inzet van de best passende dienstverlening. Bijvoorbeeld, indien er sprake is van een bijstandsuitkering dan kan de regelmatige betaling, indien daar ruimte voor is, rechtstreeks aan de crediteur worden gedaan (zogeheten derden betalingen);

  • Investeren in administratieve vaardigheden;

  • Het inventariseren van oorzaken. Versterken van competenties om herhaling te voorkomen;

  • Een integraal plan van aanpak en het betrekken van andere partijen als flankerende hulp bijvoorbeeld van vrijwilligers, PLANgroep of Dorpsteam nodig is.

 

Uiteindelijk beogen we een duurzame (financiële) zelfredzaamheid van de betreffende huishoudens te realiseren.

 

5.3 Verlichten van schulden

Schulden zijn helaas niet altijd te voorkomen. Mochten er ondanks onze inzet op preventie en vroegsignalering, problematische schulden ontstaan, dan willen we dat inwoners toch zoveel mogelijk mee kunnen doen. We streven ernaar om het inkomen van mensen te verruimen door inkomensaanvullende regelingen en het taboe rond armoede en schulden te doorbreken.

om het taboe rond armoede en schulden te doorbreken.

 

Daarnaast proberen we door schulden klein te houden te voorkomen dat bestaande schulden nog verder kunnen toenemen. Budgetbeheer vervult in dit kader een belangrijke rol. Mocht er sprake zijn van zwaardere en complexere problematiek, dan kan beschermingsbewindvoering voorkomen dat problemen verder uit de hand lopen.

 

5.4 Verkorten en (snel) oplossen van schulden

Inwoners die met (problematische) schulden aankloppen bij de hulpverlening, hebben vaak een lange periode achter de rug waarin hun problemen opliepen. Als zij de (moeilijke) stap naar de hulpverlening weten te zetten, verdienen ze het om snel geholpen te worden. We streven er dan ook naar om de periode tussen aanmelden bij de hulpverlening en het realiseren van een schuldenoplossing, de zogeheten doorlooptijd, te minimaliseren. Daarbij hanteren wij de uitgangspunten zoals omschreven in hoofdstuk 4.

 

Een schuldhulpverleningstraject bestaat uit 2 fases (zie ook bijlage 1):

 

Fase 1: Stabilisatiefase

In deze periode dienen alle zaken op orde te worden gebracht om de kans van slagen in het minnelijke traject te vergroten.

In deze fase vindt o.a. de aanmelding en intake plaats, worden de schulden geïnventariseerd, wordt gekeken naar het recht op voorzieningen en wordt soms budgetbeheer ingezet.

 

Fase 2: Schuldregelingsfase (minnelijk traject)

In deze fase neemt de schuldhulpverlener contact op met de schuldeisers. Ook doet hij een betalingsvoorstel. Om in aanmerking te komen voor een schuldregeling, moet voldaan zijn aan een aantal voorwaarden:

  • -

    De klant moet schuldregelingsovereenkomst tekenen;

  • -

    De klant mag geen nieuwe schulden maken en moet vaste lasten op tijd betalen;

  • -

    De maximale afloscapaciteit moet worden ingezet voor de aflossing van de schulden (dit is het inkomen minus het zgn. Vrij Te Laten Bedrag16);

  • -

    Alle schuldeisers moeten akkoord gaan met het betalingsvoorstel17.

 

Het uitgangspunt is; dat een schuldenaar die zich - gedurende een periode van maximaal 3 jaar - volledig heeft ingezet om zijn schulden te betalen, recht heeft op een schone lei.

Als alle schuldeisers akkoord gaan met het voorstel komt de minnelijke schuldregeling tot stand. Deze kent twee vormen: een schuldbemiddeling18 of een schuldsanering/saneringskrediet19.

 

WSNP (wettelijk traject)

Als het niet lukt, al dan niet via een dwangakkoord, om tot een minnelijk akkoord te komen met de schuldeisers, dan wordt de rechter gevraagd om een oplossing: het wettelijke traject via de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Inwoners die behoefte hebben aan ondersteuning bij de weg naar de Wsnp worden door de schuldhulpverlener geholpen.

De rechtbank beslist en wijst een WSNP-bewindvoerder aan (dit is iets anders dan een beschermingsbewindvoerder). Tijdens de WSNP geldt een aantal verplichtingen:

  • -

    De klant moet de bewindvoerder alle relevante informatie geven:

  • -

    De klant mag geen nieuwe schulden aangaan;

  • -

    De klant moet voldoen aan een sollicitatie- en inspanningsplicht;

  • -

    De klant moet zoveel mogelijk inkomsten verwerven en het gedeelte dat uitkomt boven het Vrij Te Laten Bedrag afdragen aan de boedelrekening.

  • -

    De rechter kan schuldeisers verplichten om mee te werken.

Na een periode van 3 tot 5 jaar worden de overgebleven schulden kwijtgescholden.

 

Traject voor flankerende hulp

Naast en tegelijkertijd met het technische schuldhulpverleningstraject loopt vaak een traject voor hulp voor achterliggende problematiek. Soms kan dit gaan om ondersteuning bij het op orde houden van de thuisadministratie. Soms speelt er zwaardere, psychosociale problematiek.

 

Het is van belang dat in het schuldhulpverleningstraject de samenwerking wordt gezocht tussen PLANgroep, Dorpsteam en vrijwilligers. Alleen op die manier kan problematiek integraal worden opgepakt. De gemeente organiseert met regelmaat overleggen om deze samenwerking te vorm te faciliteren en indien nodig te verbeteren.

 

5.5 Schuldhulpverlening voor ondernemers/ZZP-ers

Ondernemen is niet altijd even makkelijk en brengt uitdagingen met zich mee. Zo kan het zijn dat mensen de financiële situatie van hun bedrijf (even) niet meer overzien en/of dat men bijvoorbeeld schulden of financiële problemen heeft. De gemeente werkt in geval van schuldhulpverlening aan ondernemers samen met vrijwilligersorganisatie Over Rood, PLANgroep en Ondernemersadvies Tilburg. Het schema op de volgende pagina geeft de samenwerking duidelijk weer.

 

Stap 1. Over Rood helpt de ondernemers om administratie op orde te krijgen zodat duidelijk wordt wat precies de situatie is (zijn er schulden?, is de bedrijfsadministratie bij?, zijn alle aangiftes gedaan?) en voert diverse acties uit (bijvoorbeeld achterstallige/openstaande aangiftes IB en OB voorbereiden, aangiftes door boekhouder laten doen).

 

Stap 2. Maken van keuze stoppen of doorgaan

  • a.

    Doorstart maken

Komt aan de orde als aan het einde van stap 1 is vastgesteld dat afloscapaciteit voldoende is haalbaarheid van een zakelijke schuldsanering te onderzoeken. Over Rood legt dan contact met een Ondernemersadvies Tilburg.

 

  • b.

    Stoppen als ondernemer

Komt aan de orde als tijdens stap 1 is komen vast te staan dat er onvoldoende sprake is van levensvatbaarheid. De klant komt dan in particuliere schuldhulpverlening van de gemeente (bij PLANgroep).

 

 

Hoofdstuk 6 Organisatie(s) en kwaliteitsborging

 

Gemeenten hebben de verplichting om in hun beleidsplan aan te geven welke maatregelen genomen worden om de kwaliteit van de uitvoering van integrale schuldhulpverlening te borgen. In dit hoofdstuk wordt daarop ingegaan.

6.1 Wettelijke eisen

In het proces van schuldhulpverlening dient de gemeente, en/of de organisatie die voor schuldhulpverlening gemandateerd is, te voldoen aan de voorschriften en termijnen van de Wgs en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Zo moet het college een gemotiveerd besluit nemen op de aanvraag om schuldhulpverlening. Dit kan een toelating of weigering zijn. De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wgs, wordt genomen binnen een termijn van 8 weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet, heeft plaatsgevonden. Dit is vastgelegd in de, wettelijk vereiste, Verordening beslistermijn schuldhulpverlening.

 

Een en ander betekent bijvoorbeeld dat er een snelle doorgeleiding moet zijn vanuit ons Vroeg Eropaf Team naar PLANgroep. Wij monitoren of de termijnen worden gehaald. Daarvan is tot dusver altijd sprake.

 

6.2 Kwaliteitseisen

De organisaties en vrijwilligers die voor ons (een deel van) de integrale schuldhulpverlening uitvoeren, moeten voldoen aan landelijke en/of lokale kwaliteitseisen:

 

  • a.

    PLANgroep is lid van de NVVK: de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. De NVVK heeft gedragscodes en modules ontwikkeld waarin richtlijnen voor goede schuldhulpverlening opgenomen zijn. PLANgroep moet voldoen aan deze gedragscodes en aan het NVVK Kwaliteitskader. De NVVK voert driejaarlijks een audit uit bij haar leden, waarbij de kwaliteit wordt getoetst. Om lid te kunnen blijven van de NVVK moet aan de audit worden voldaan.

  • b.

    Kredietbank West-Brabant (tot januari 2020 actief in Baarle-Nassau) heeft ook nog cliënten uit Baarle-Nassau onder zijn hoede. De Kredietbank West-Brabant is ook lid van de NVVK en is aangesloten bij Sociale Banken Nederland (SBN) en voldoet aan de kwaliteitseisen van deze twee organisaties20;

  • c.

    Afdeling Ondernemersadvies van de gemeente Tilburg21.

 

Het Dorpsteam is een belangrijke partner in het proces van integrale schuldhulpverlening in Baarle-Nassau. Het Vroeg Eropaf Team maakt deel uit van het Dorpsteam. Gezien de verschillende moederorganisaties zijn collectieve kwaliteitskeurmerken voor het Dorpsteam niet haalbaar.

 

Wel is te stellen dat de medewerkers met financiële expertise binnen het Dorpsteam vooral van het IMW Breda komen. Voor IMW Breda dient het Bredaas Toetsingskader als leidraad bij het monitoren van de kwaliteit in de meest brede zin van het woord. Met hun eigen intern kwaliteitssysteem monitort IMW systematisch de kwaliteit van de organisatie en vooral de door onze medewerkers geleverde hulp- en dienstverlening. Sinds 2018 is IMW gecertificeerd conform het door de brancheorganisatie ontwikkelde kwaliteitslabel Sterk Sociaal Werk. Een goede bedrijfsvoering, een inspirerende leercultuur en vooral goed vakmanschap zijn verankerd binnen dit label.

Ook vrijwilligers spelen een belangrijke rol in het proces van integrale schuldhulpverlening. Zo wordt de schuldhulpverlening specifiek voor (ex-)ondernemers met problematische schulden deels uitgevoerd door vrijwilligersorganisatie Over Rood. De vrijwilligers van Over Rood worden gescreend en zijn goed opgeleid.

 

Bijlage I: de fasen van de schuldhulpverlening

Bijlage II: de Nederlandse schuldhulproute (situatie Baarle-Nassau)

 


1

Artikel 1 Wgs

2

Wij hebben geen apart schuldhulpverleningsbeleid voor gezinnen met inwonende minderjarige kinderen. Wel hebben gezinnen met kinderen bij de gemeente en onze samenwerkingspartners altijd de hoogste prioriteit bij de aanpak van schuldenproblematiek.

3

Uit schaamte, onwetendheid, of het idee dat men er zelf wel uitkomt, kloppen relatief weinig mensen met schulden of betalingsproblemen aan bij de hulpverlening. Ook taalproblemen en een te beperkt netwerk kunnen daar een rol bij spelen.

4

Divosa benchmark, De wegen naar een schuldenvrije toekomst, Stimulansz, Divosa, BMC, 2019

5

https://www.nvvk.nl/ons-werkveld/minnelijke-schuldhulpverlening

6

Schuldenproblematiek in beeld, CBS, 2020

7

Voorbeelden hiervan zijn: gegevensuitwisseling faciliteren t.b.v. vroegsignalering in de gemeentelijke schuldhulpverlening, Campagne Kom uit je schuld

8

Voorbeelden hiervan zijn: gemeenten krijgen adviesrecht bij schuldenbewind, SchuldenlabNL waarvan o.a. de Nederlandse Schuldhulproute en Geldfit deel uitmaken (zie Bijlage II)

9

Een voorbeeld hiervan is de implementatie van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet en het bevorderen van een sociale incassoZie ook https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schulden/schulden-aanpakken

10

S. Mullainanathan & E. Shafir: ‘Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen’, 2013

11

De waardendriehoek: de waarden rendement (met schaarse middelen moeten we verstandig omgaan), legitimiteit (maakt het initiatief verschil?) en betrokkenheid (bestaat er draagvlak voor het initiatief?) staan. Instituut van Publieke werken

12

Bij de raadsrapportage vergelijken we de cijfers van onze gemeente met cijfers van gemeenten van dezelfde grootte.

13

Cijfers van dashboard Schuldenproblematiek in beeld, CBS.

14

De uitwisseling van gegevens vindt plaats conform de regels omtrent privacy (Avg).

15

Deze signalen voeren de vaste lasten partners maandelijks in het systeem RIS Matching van Inforing. Gangbaar is dat melding plaats vindt van betalingsachterstanden van de vaste lasten tussen 30 – 100 dagen.

16

Bij een minnelijke schuldregeling berekent de schuldhulpverlener aan de hand van de persoonlijke situatie van de schuldenaar en volgens strikte en objectieve normen van de NVVK wat zijn VTLB is. Het VTLB is voldoende om de vaste lasten te betalen en te leven op bijstandsniveau. Alle inkomsten boven het VTLB worden over een periode van drie jaar aangeboden aan de schuldeisers. Aan hen wordt gevraagd dit bedrag (percentagevoorstel) tegen finale kwijting te accepteren en het meerdere van de schulden kwijt te schelden

17

Indien de schuldeisers niet akkoord gaan met het betalingsvoorstel van de schuldhulpverlenende organisatie, kan een dwangakkoord, of een voorlopige voorziening of een moratorium worden aangevraagd

18

Bij een schuldbemiddeling wordt maandelijks alle inkomsten boven het VTLB gereserveerd. Eén keer per jaar vindt een herberekening plaats. Alle schuldeisers krijgen elk jaar een bedrag uitgekeerd. Het (in het begin) aangeboden percentage aan schuldeisers is een prognose. De uiteindelijke uitkering kan hiervan afwijken (door bijvoorbeeld verlies of juist vinden van een baan, ziekte en dergelijke).

19

Bij een schuldsanering wordt een saneringskrediet door een gemeentelijke kredietbank verstrekt. De schuldeisers krijgen ineens het bedrag uitgekeerd waar ze mee akkoord zijn gegaan en de schuldenaar betaalt het krediet in 36 maanden terug aan de gemeentelijke kredietbank. Het percentage dat aan de schuldeisers is aangeboden ligt vast.Beiden worden geregistreerd bij BKR.

20

SMO Breda biedt budgetbeheer/duurzame financiële dienstverlening aan ongeveer 15 inwoners van Baarle-Nassau die wonen bij de Gaarshof. Het gaat dan vaak om mensen die langdurig ondersteuning nodig hebben. Budgetbeheer via SMO valt onder de paraplu van de Kredietbank West-Brabant en de gemeente Breda.

21

Hiervoor gelden uiteraard dezelfde wettelijke eisen vanuit bijvoorbeeld de Awb als voor onze gemeente