Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schagen

Nadere regels gemeentelijke gedenkparken Schagen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchagen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels gemeentelijke gedenkparken Schagen 2022
CiteertitelNadere regels gemeentelijke gedenkparken Schagen 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Uitvoeringsbesluit voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen 2018, vastgesteld op 2 oktober 2018 en het Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen, vastgesteld op 2 oktober 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

14-09-2021

gmb-2021-465759

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels gemeentelijke gedenkparken Schagen 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen,

 

overwegende nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke gedenkparken van de gemeente Schagen;

 

gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, vierde lid, 7, tweede lid, 11, 14, eerste, tweede en derde lid, 15, tweede lid, 16, 17, eerste, tweede en vierde lid, 18, tweede, derde en vierde lid, 19, eerste en tweede lid, 22, derde lid, 24, vierde lid, 25, eerste lid, 26, tweede lid, 30, zesde lid en 31, vijfde lid van de Beheerverordening gemeentelijke gedenkparken Schagen 2022;

 

besluit vast te stellen de volgende:

 

Nadere regels gemeentelijke gedenkparken Schagen 2022

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als de begrippen in de Beheerverordening gemeentelijke gedenkparken Schagen 2022.

Artikel 2. Openstelling gedenkparken

  • 1.

    De gedenkparken zijn dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    Voor werkzaamheden aan graven is toestemming van de beheerder nodig.

Artikel 3. Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is verboden om met motorrijtuigen op het gedenkpark te rijden, behalve na toestemming van de beheerder. Motorvoertuigen waarvoor toestemming is verleend mogen niet harder dan 10 km per uur.

  • 2.

    Het is niet toegestaan om op het gedenkpark te fietsen, tenzij anders bepaald.

  • 3.

    De beheerder is bevoegd om bezoekers met een beperking toestemming te verlenen voor het bezoeken van het gedenkpark met een aangepast voertuig.

  • 4.

    Bezoekers met honden kunnen uitsluitend met een aangelijnde hond het gedenkpark bezoeken en dienen uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen.

  • 5.

    Asverstrooiing op het gedenkpark is alleen mogelijk in overleg met, na toestemming van en in het bijzijn van de beheerder. De beheerder bepaalt waar as verstrooien mogelijk is.

  • 6.

    Bovengrondse asverstrooiing op grafbedekkingen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen is niet toegestaan.

  • 7.

    Het verontreinigen van het gedenkpark, waaronder het achterlaten van afval buiten de daarvoor bestemde bakken, is niet toegestaan.

  • 8.

    Het is niet toegestaan om vazen, potten, gieters, gereedschap en bankjes buiten de grafafmetingen te plaatsen.

  • 9.

    Lopen op graven is niet toegestaan, tenzij de bereikbaarheid voor uitvoering van werkzaamheden belemmerd wordt.

  • 10.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers, vrijwilligers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden aan grafbedekkingen op het gedenkpark te verrichten.

Artikel 4. Samenvoegen van overledenen in een graf

  • 1.

    Het samenvoegen van de stoffelijke resten op de onderste laag van een graf, om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledene, is mogelijk indien de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd, de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt, begraven op meer dan één laag mogelijk is en het samenvoegen technisch uitvoerbaar is.

  • 2.

    Per graf kan slechts één keer een samenvoeging plaatsvinden.

Artikel 5. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as op maandag t/m vrijdag is van 9.00 tot 15.00 uur.

  • 2.

    De tijd van het begraven en het bezorgen van as buiten de genoemde uren van lid 1 is tegen betaling van een toeslag mogelijk op maandag t/m vrijdag vanaf 15.00 uur tot een uur voor zonsondergang, met als uiterste tijd 19.00 uur en op zaterdag van 10.00 tot 14.00 uur.

  • 3.

    De burgemeester kan in bijzondere gevallen van de genoemde tijden in het eerste en tweede lid van dit artikel afwijken. In die gevallen wordt een extra toeslag in rekening gebracht.

Artikel 6. Aantal overledenen in graven en asvoorzieningen

  • 1.

    Per particulier graf mogen maximaal twee overledenen worden begraven en maximaal vier asbussen worden bijgezet, tenzij anders bepaald. De rechthebbende bepaalt wie wordt begraven en bijgezet.

  • 2.

    Per particulier natuurgraf voor één persoon mag één overledene worden begraven. Per particulier natuurgraf voor twee personen mogen twee overledenen worden begraven. Het bijzetten van asbussen is niet toegestaan.

  • 3.

    Per algemeen graf mogen maximaal twee overledenen worden begraven. Bijzetting van asbussen is niet toegestaan. De beheerder van het gedenkpark bepaalt wie in het graf worden begraven.

  • 4.

    Per particulier (kelder)urnengraf, urnennis en urnenplaats mogen maximaal vier asbussen worden bijgezet, voor zover de ruimte het toelaat. De rechthebbende bepaalt wiens asbus wordt bijgezet.

  • 5.

    Per particulier natuururnengraf voor één persoon mag maximaal één asbus worden bijgezet. Per particulier natuururnengraf voor twee personen mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet. De rechthebbende bepaalt wiens asbus wordt bijgezet.

  • 6.

    Per particuliere gedenkplaats mogen meerdere overledenen herdacht worden.

  • 7.

    Per dubbelgraf worden twee graven naast elkaar uitgegeven, elk voor maximaal twee overledenen en vier asbussen. De rechthebbende bepaalt wie wordt begraven en bijgezet.

Artikel 7. Afmetingen van de graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen

De maximale afmetingen voor een graf en urnenplaats zijn:

  • a.

    de standaard afmeting van een particulier graf op nieuwe begraafvakken en natuurgraven bedraagt 250 x 120 cm (l x b);

  • b.

    de afmeting van een particulier graf op oude gedeelten van een gedenkpark is afhankelijk van de beschikbare ruimte, maximaal 200 x 80 cm (l x b);

  • c.

    de afmeting van een particulier kindergraf voor kinderen van 8 tot 12 jaar is afhankelijk van de beschikbare ruimte, maximaal 250 x 120 cm (l x b);

  • d.

    de afmeting van een particulier kindergraf voor kinderen van 1 tot 8 jaar bedraagt maximaal 150 x 80 cm (l x b);

  • e.

    de afmeting van een particulier kindergraf voor kinderen jonger dan 1 jaar bedraagt 70 x 70 cm (l x b);

  • f.

    de afmeting van een particulier (kelder-)urnengraf bedraagt 70 x 70 (l x b);

  • g.

    de afmeting van een particuliere urnenplaats en particuliere gedenkplaats bedraagt 70 x 70 cm (l x b);

  • h.

    de afmeting van een algemeen graf bedraagt maximaal 250 x 120 cm (l x b);

  • i.

    de afmeting van een urnennis in een urnenmuur of columbarium varieert en is afhankelijk van het type voorziening.

Artikel 8. Reserveren van graven

  • 1.

    Het reserveren van een particulier graf, een urnengraf uitgezonderd, kan voor een periode van tien, twintig, dertig, veertig, vijftig en vijfenzeventig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 2.

    Het reserveren van een natuurgraf en natuururnengraf kan voor de periode van onbepaalde tijd, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 3.

    Het reserveren van een particulier urnengraf, urnenplaats en particuliere gedenkplaats kan voor een periode van tien, vijftien, twintig, dertig, veertig en vijftig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 4.

    Het reserveren van een particulier graf, urnengraf, urnenplaats of gedenkplaats kan voor een aangepast reserveringstarief voor een periode van 10 jaar. Het grafrecht gaat pas in op het moment van begraven of bijzetten.

  • 5.

    Het reserveren van graven in vakken waar op rij begraven wordt is niet mogelijk.

  • 6.

    De beheerder beoordeelt en bepaalt welke graven voor reservering in aanmerking komen.

Artikel 9. Categorieën

  • 1.

    Natuurgraven en natuururnengraven worden alleen uitgegeven op het gedenkpark van Sint Maartensbrug. De beheerder bepaalt welke delen in aanmerking komen. Op deze graven zijn geen eigen grafbedekkingen mogelijk, met uitzondering van een boomschijf met inscriptie van de naam en sterfdatum van de overledene. De boomschijf wordt beschikbaar gesteld door de gemeente en verdiept geplaatst. Het natuurgedeelte wordt extensief beheerd.

  • 2.

    In Waarland is begraven in historische grafvelden niet meer mogelijk.

  • 3.

    Historische grafvelden waar geen nieuwe graven en asbestemmingen worden uitgegeven ter behoud van het historisch karakter zijn:

    • Callantsoog, grafveld met de grafnummers 47 – 166

    • Dirkshorn, grafvelden met de grafnummers 97 – 144, 145 – 192 en 265 – 280

    • Petten, grafveld met grafnummers 1 – 95

    • Schagen, grafvelden A, B, C en D

    • Sint Maarten, grafveld met de grafnummers 1 – 90

    • Sint Maartensbrug, grafvelden Oude Kerkhof 1 – 77 (zuidzijde), Kerkhof 1 – 288 (noordzijde), Kerkhof nieuw gedeelte 1 – 68 en Nieuwe Kerkhof 301-516.

    • Waarland, grafveld met de grafnummers 2A - 34A, A1 – A 52, B1 – B53, C1 – C53 en P1

  • 4.

    Strooivelden voor as zijn aanwezig op de gedenkparken van Petten, Sint Maarten, Sint Maartensbrug, Schagen, Tuitjenhorn, Waarland en Warmenhuizen. De beheerder bepaalt welke gedeelten van de gedenkparken in aanmerking komen.

  • 5.

    Kindergraven zijn op speciale gedeelten beschikbaar in 3 leeftijdscategorieën. De beheerder bepaalt welke gedeelten daarvoor in aanmerking komen.

Artikel 10: Termijnen particuliere graven, urnenvoorzieningen en gedenkplaatsen

  • 1.

    Particuliere graven worden uitgegeven voor een termijn van tien, twintig, dertig, vijftig en vijfenzeventig jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van het gedenkpark dat toelaat, met uitzondering van urnengraven en natuurgraven.

  • 2.

    Particuliere urnengraven, urnennissen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen worden uitgegeven voor een termijn van tien, twintig, dertig, vijftig en vijfenzeventig jaar voor zover de daartoe bestemde ruimte van het gedenkpark dat toelaat, met uitzondering van natuurgraven en natuururnengraven.

  • 3.

    Particuliere natuurgraven en natuururnengraven worden uitgegeven voor een termijn van onbepaalde tijd, voor zover de daartoe bestemde ruimte van het gedenkpark dat toelaat.

  • 4.

    Het in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van vijf, tien, vijftien, twintig, dertig, veertig of vijftig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 5.

    Tussentijdse verlenging van grafrechten per jaar is mogelijk indien bij een bijzetting de resterende termijn korter is dan de vereiste grafrusttermijn van 10 jaar. Het tarief bedraagt een tiende deel per te verlengen jaar, uitgaande van het vastgestelde tarief van een verlenging met 10 jaar.

  • 6.

    Tussentijdse verlenging van grafrechten met meer dan 10 jaar is mogelijk met een veelvoud van 10 jaar, waarbij het te heffen tarief hetzelfde veelvoud is van het verlengingstarief voor 10 jaar.

  • 7.

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van tien jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van het gedenkpark dat toelaat.

Artikel 11. Keldergraven

  • 1.

    Keldergraven worden alleen in uitzonderlijke situaties toegestaan en kunnen alleen geplaatst worden op verzoek van en op kosten van de aanvrager.

  • 2.

    De voorwaarden waaraan nieuwe keldergraven moeten voldoen zijn, dat:

    • a.

      de gebruikte materialen duurzaam zijn;

    • b.

      de fundering en constructie stabiel en veilig zijn;

    • c.

      het keldergraf beheer-technisch en esthetisch aanvaardbaar is;

    • d.

      de binnen afmetingen van een keldergraf minimaal 240 x 120 cm (l x b) zijn;

    • e.

      de vergunningaanvraag voldoet aan het bestemmingsplan en overige wetten.

  • 3.

    De voorwaarden waaraan begraven in bestaande particuliere keldergraven moet voldoen zijn, dat:

    • a.

      het samenvoegen c.q. ruimen van het graf beheer-technisch mogelijk is;

    • b.

      de afmetingen binnen maats voldoende ruimte bieden voor de kistafmetingen;

    • c.

      het keldergraf waterdicht is en voorzien is van adequate ventilatie;

    • d.

      de werkzaamheden veilig uit te voeren zijn.

  • 4.

    Een vergunning voor een reeds bestaand keldergraf kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

    • a.

      de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;

    • b.

      de fundering en constructie onvoldoende stabiel en veilig zijn;

    • c.

      ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • d.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

    • e.

      van de vergunning geen gebruik gemaakt wordt binnen de daarin gestelde termijn;

    • f.

      de houder van de vergunning dit verzoekt;

    • g.

      het college om redenen van beheer technische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

  • 5.

    Aan de afhandeling van de aanvraag van een vergunning voor een keldergraf zijn kosten verbonden.

Artikel 12. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Wanneer nabestaanden ontbreken, kan de rechthebbende bij laatste wil of bij notariële akte bepalen dat de rechten worden overgeschreven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert, een stichting of instelling voor grafzorg of een kerkgenootschap.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in de voorgaande leden afwijken.

Artikel 13. Melding en vergunning grafbedekking en gedenkteken

  • 1.

    De melding tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken of vaste beplanting op een (urnen-)graf, urnenplaats en gedenkplaats moet schriftelijk worden gedaan bij het college, uiterlijk een maand voor plaatsing. Het verzoek dient te bevatten:

    • a.

      NAW-gegevens van de rechthebbende van het graf, de urnenplaats of de gedenkplaats;

    • b.

      de naam en het adres van de aanvrager en indien deze een ander is dan de rechthebbende tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

    • c.

      de naam van het gedenkpark, de ligging (grafveld) en nummer van het graf of de plaats;

    • d.

      naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op het gedenkpark uitvoert;

    • e.

      een werktekening (in tweevoud), schaal 1:10, waarin aangegeven:

      • een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

      • de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

      • de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

      • de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

      • de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

      • de soort vaste planten indien het een levende grafbedekking betreft.

  • 2.

    Voor gewenste grafbedekkingen die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 14, lid 1 t/m 12 van de nadere regels, ornamenten voor op het (urnen-)graf, een bovengrondse urnenplaats of een gedenkplaats inbegrepen, is een vergunning vereist.

  • 3.

    De beslissing op de vergunningaanvraag wordt door het college schriftelijk meegedeeld.

Artikel 14. Voorwaarden voor gedenktekens

  • 1.

    Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, verduurzaamde houtsoorten en gehard glas.

  • 2.

    De lengte en de breedte van de grafbedekking, het daarop geplaatste gedenkteken, ornamenten inbegrepen, mogen de afmetingen van het (urnen-)graf, bovengrondse urnenplaats en gedenkplaats niet overschrijden.

  • 3.

    Gedenktekens moeten geplaatst worden op een fundament of afdekplaat die verzakking van het gedenkteken uitsluit.

  • 4.

    Voor het plaatsen van een gedenkteken op een graf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld: maximaal 190 x 85 x 100 cm (l x b x h).

  • 5.

    Voor het plaatsen van een gedenkteken op een dubbel graf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld: maximaal 190 x 180 x 100 cm (l x b x h).

  • 6.

    Voor het plaatsen van een gedenkteken op een kindergraf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld:

    • a.

      kindergraven voor kinderen van 8 tot 12 jaar maximaal 190 x 85 x 100 centimeter (l x b x h);

    • b.

      kindergraven voor kinderen van 1 tot 8 jaar maximaal 100 x 80 x 100 centimeter (l x b x h);

    • c.

      kindergraven voor kinderen jonger dan 1 jaar, maximaal 70 x 70 x 100 centimeter (l x b x h).

  • 7.

    Voor het plaatsen van een gedenkteken op een urnengraf, urnenplaats en particuliere gedenkplaats gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld: 70 x 70 x 100 cm (l x b x h).

  • 8.

    Voorzetplaten en sluitplaten van urnennissen zijn afhankelijk van het type nis. De beheerder bepaalt de afmetingen, de kleur en de beletteringsmogelijkheden per object. De plaatsing en kosten van een voorzetplaat zijn voor rekening van de gemeente, met uitzondering van de voorzetplaten in Callantsoog die voor rekening van de rechthebbende zijn.

  • 9.

    De in het vierde, vijfde, zesde en zevende lid genoemde gedenktekens moeten gefundeerd zijn, aan elkaar vast zitten of afzonderlijk bevestigd worden op een onderplaat en voorzien zijn van een gegraveerd grafnummer.

  • 10.

    Sierurnen moeten stevig verankerd worden op een bijpassende grondplaat of sokkel, zodanig dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen.

  • 12.

    Bodembedekking of strooibedekking, zoals grind en schelpen zijn alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 10 cm hoogte boven het maaiveld en indien voorzien van een bodemplaat.

  • 13.

    In specifieke situaties kan het college afwijken van de in het vierde, vijfde, zesde en zevende lid genoemde afmetingen. Een vergunningaanvraag daartoe wordt beoordeeld op inpasbaarheid binnen het betreffende gedenkpark en begraafvlak.

  • 14.

    Op oudere delen van het gedenkpark kunnen de in het vierde, vijfde, zesde en zevende lid genoemde afmetingen afwijken indien de beschikbare ruimte voor de grafbedekking dit niet toelaat. De beheerder bepaalt de maximale afmetingen.

  • 15.

    Op het gedenkteken dient aan de achterzijde het grafnummer zichtbaar aanwezig te zijn.

  • 16.

    De namen van leveranciers, ontwerpers of uitvoerders van gedenktekens mogen alleen aan de achterkant van het gedenkteken worden aangebracht, in de vorm van een klein koperen of bronzen naamplaatje van maximaal 2 x 4 centimeter.

  • 17.

    Op natuur(urnen-)graven kan een door de gemeente beschikbaar gestelde boomschijf met inscriptie van de naam en overlijdensdatum van de overledene worden geplaatst.

  • 18.

    Op algemene graven is een liggend gedenkteken toegestaan met maximale afmetingen van 90 x 85 cm (l x b).

  • 19.

    Op en in de nabijheid van verstrooivelden zijn permanente en tijdelijke voorwerpen en gedenktekens niet toegestaan.

Artikel 15. Grafonderhoud door de houder van de gedenkparken

  • 1.

    Tegen betaling van een vergoeding kan het onderhoud van een grafbedekking overgenomen worden door de beheerder van het gedenkpark indien de grafbedekking voldoet aan de bepalingen in artikel 17 en 18.

  • 2.

    Het jaarlijks grafonderhoud bestaat, voor zover van toepassing, uit:

    • a.

      onkruidbeheersing van de grafbedekking volgens CROW beeldkwaliteitsniveau A;

    • b.

      maaien van het gras op de grafbedekking volgens CROW beeldkwaliteitsniveau A;

    • c.

      snoeien van de grafbeplanting volgens CROW beeldkwaliteitsniveau A;

    • d.

      1 maal per jaar verwijderen van oppervlakkig vuil op het gedenkteken.

  • 3.

    De vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 4.

    De vergoeding voor het grafonderhoud moet in 1 keer betaald worden voor de gehele termijn.

Artikel 16. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    Onder onderhoud wordt verstaan het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen op de grafbedekking, het rechtzetten van verzakkingen van het gedenkteken en het uitvoeren van overige herstellingen van het gedenkteken.

  • 2.

    Voor het schoonmaken van het gedenktekens zijn alleen biologisch afbreekbare middelen toegestaan.

  • 3.

    Het afval dat vrij komt bij het onderhoud (groenafval en verpakkingsmaterialen) dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

Artikel 17. Grafbeplanting

  • 1.

    De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van 100 cm.

  • 2.

    Verboden zijn sterk woekerende planten, invasieve exoten en planten met stekels en doornen.

Artikel 18. Losse bloemen, planten en ornamenten

  • 1.

    Het plaatsen op graven van losse bloemen in steekvazen en planten in potten of bakken is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmetingen van de grafbedekking. Glazen vazen en voorwerpen waarin glas verwerkt is, zijn vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker van het graf draagt zelf zorg voor regelmatig onderhoud, het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren en het terugsnoeien van beplanting binnen de toegestane afmetingen.

  • 3.

    Ornamenten, linten en dergelijke die na een teraardebestelling op het graf worden achtergelaten moeten binnen vier weken na de dag van de teraardebestelling door de rechthebbende of de gebruiker worden verwijderd. Indien niet aan de genoemde termijn voldaan wordt heeft de beheerder het recht om deze ongevraagd te verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende zes weken na een begrafenis ter beschikking gehouden van de rechthebbende, indien deze daartoe tevoren een verzoek heeft ingediend bij de beheerder.

  • 5.

    De beheerder is gerechtigd om losse voorwerpen, buiten de toegestane afmetingen groeiende planten, verwelkte bloemen en dode planten te verwijderen indien de rechthebbende of gebruiker dat niet tijdig zelf doet, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 19. Plaatsen gedenkteken.

  • 1.

    Voor plaatsingswerkzaamheden van een gedenkteken en vaste beplanting is toestemming nodig van de beheerder.

  • 2.

    Het gedenkteken met toebehoren moet volgens aanwijzingen van de beheerder worden geplaatst.

  • 3.

    Alle sporen van werkzaamheden, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd en/of hersteld in originele staat.

Artikel 20. Crematie en herbegraven na ruiming

Transport van stoffelijke resten voor crematie of herbegraving buiten het gedenkpark is alleen toegestaan door medewerkers van het gedenkpark, een erkende uitvaartonderneming of een erkend gespecialiseerd bedrijf.

Artikel 21. Ruimen, schudden en samenvoegen van stoffelijke resten

  • 1.

    Graven op de historische grafvelden worden na afloop van de graftermijn niet geruimd, zolang vrijwilligers de graven onderhouden.

  • 2.

    Het is slecht één maal toegestaan om een graf te schudden of stoffelijke resten samen te voegen op de onderste laag.

Artikel 22. Lijst historische graven

  • 1.

    De lijst met historische graven wordt minimaal 1 keer per tien jaar geactualiseerd.

  • 2.

    De toetsingscriteria zijn vastgelegd in het rapport ‘Inventarisatie opvallende en historische grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen van Schagen’ (2019)

  • 3.

    Het college voorziet na afloop van de graftermijn in het onderhoud van deze graven.

Artikel 23. Slotbepalingen

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2022.

Artikel 24. Intrekking oude regelingen

Het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen houdende regels omtrent graven, asbezorging en gedenkplaatsen: Uitvoeringsbesluit voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen 2018, vastgesteld op 2 oktober 2018, wordt ingetrokken gelijktijdig met het in werking treden van deze nieuwe verordening.

 

Het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen houdende regels omtrent grafbedekkingen: Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen, vastgesteld op 2 oktober 2018, wordt ingetrokken gelijktijdig met het in werking treden van deze nieuwe verordening.

Artikel 25. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels gemeentelijke gedenkparken Schagen 2022”.

Aldus besloten door het college in zijn vergadering van 14 september 2021.

De secretaris,

De heer A. Meijer

De burgemeester,

Mevrouw M.J.P. van Kampen-Nouwen