(BBV21.0494)
Het Dagelijks bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht
Overwegende
- •
dat op 19 oktober 2021 het openstellingbesluit is geaccordeerd voor de subsidieregeling Regionaal partnerschap voor water en bodem Utrecht en Zuid-Holland;
- •
dat naast het beschikbaar stellen van budget tot 31 december 2022 ook de maatregelenlijst is vastgesteld;
- •
dat echter bij twee maatregelen in de praktijk blijkt dat de formulering in de maatregelenlijst niet voldoende is en dat men aan de huidige voorwaarden van de maatregel bovenwettelijke mestopslag nu niet kan voldoen;
- •
dat voor een goede uitvoering van de maatregel bodembesparende banden de aanvullende voorwaarden moeten zijn vastgelegd in de maatregelenlijst;
- •
dat is voorgesteld de maatregelenlijsten van de subsidieregelingen bodem en water Utrecht/Zuid-Holland en Noord-Holland op deze punten aan te passen;
- •
dat dit voorstel goed aansluit bij de ambities uit het bestuursakkoord 2019-2023 om intensiever samen te werken met de agrarische sector; deze samenwerking leidt tot een gebiedsgerichte aanpak voor verbetering van de waterkwaliteit en een duurzame agrarische bedrijfsvoering;
- •
dat wijzigingen in de maatregelenlijst moeten worden vastgesteld door het Dagelijks Bestuur.
Gelet op
- •
artikel 3 van de Subsidieregeling Samenwerken aan Bodem & Water 2018-2021 Noord-Holland en
- •
artikel 4a van de Subsidieregeling Regionaal partnerschap voor water en bodem Utrecht en Zuid-Holland
besluit de volgende aanpassingen in de maatregelenlijsten Utrecht - Zuid-Holland en Noord-Holland door te voeren
- 1.
De maatregel bovenwettelijke mestopslag opnemen als productieve maatregel (40% subsidie) in plaats van als niet-productieve maatregel (75% subsidie). Dit is conform de BOOT-lijst.
- 2.
De aanvullende mestopslag boven 7 maanden en minder dan 10 maanden te subsidiëren in plaats van meer dan 9 maanden. In de BOOT-lijst staat een minimale opslag van 9 maanden. De EC heeft de subsidieverlening boven 7 maanden geaccordeerd. Voor de praktijk is extra mestopslag wenselijk om de mogelijkheid te hebben mest in het voorjaar, wanneer de bodem te nat is, later uit te rijden of om in een droge zomer minder mest uit te rijden. Beide is gunstig voor een betere benutting en minder verliezen.
- 3.
De voorwaarde op te nemen dat minimaal 100m3 wordt gesubsidieerd om subsidie voor ongewenste kleine opslagtanks te voorkomen en om substantieel bij te dragen aan de opslagcapaciteit en de mogelijkheid om mest alleen uit te rijden op een gunstig moment.
- 4.
Voor de bodembesparende banden een aantal voorwaarden op te nemen. Dit zijn:
- a.
Subsidie is maximaal 2.500,- per machine en maximaal twee machines per bedrijf;
- b.
De maatregel alleen in afstemming met een watermakelaar kan worden aangevraagd;
- c.
Aangetoond moet worden dat de nieuwe banden leiden tot een verlaging van de druk van de banden op de bodem om insporing en bodemverdichting te voorkomen.
Amsterdam, 7 december 2021
dr. ir. G.M. van den Top
dijkgraaf
drs. G. Nottelman
secretaris-directeur