Organisatie | Sittard-Geleen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handboek kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022 |
Citeertitel | Handboek kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 02-11-2021 |
Het “Handboek kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022” kortweg Handboek genoemd, wordt door het college van toepassing verklaard in alle gevallen waarin het college, al dan niet op grond van een geldende verordening, toestemming verleent voor werkzaamheden aan-, of ten behoeve van kabels en/of leidingen (werken).
Het bereiken en handhaven van deze doelstellingen wordt ondersteund door gedetailleerd uitgewerkte, uniforme voorbereiding- en uitvoeringsregels ten behoeve van alle werken met betrekking tot kabels en/of leidingen in de openbare ruimte van de gemeente.
Hiertoe worden nadere eisen gesteld aan de gegevens die moeten worden verstrekt bij het aanvragen van een vergunning, een instemmingsbesluit of een bevestiging en worden nadere voorschriften gesteld bij het voorbereiden en uitvoeren van werken in het beheergebied van de gemeente.
De vergunning, het instemmingsbesluit of de bevestiging is het gemeentelijke instrument om zorg te dragen voor de veiligheid, de beperking van overlast, het voorkomen van schade en het borgen van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Rangbepaling van wetten, overeenkomsten, verordeningen en het Handboek:
In de praktijk kan er een rolverdeling bestaan tussen degene die toestemming vraagt voor leggen van kabels en/of leidingen, normaliter de netbeheerder, en de grondroerder. Ook kan het zijn dat deze rollen door één en dezelfde partij worden vervuld. Voor het college is in beginsel alleen de netbeheerder zowel financieel, operationeel als juridisch te allen tijde aansprakelijk en verantwoordelijk voor het (doen) opvolgen van de bepalingen in het Handboek. Het college behoudt zich het echter het recht voor om in dringende gevallen handhavingsmaatregelen rechtstreeks met de grondroerder af te handelen en netbeheerder pas later daarvan in kennis te stellen.
beheerkosten: de administratieve en coördinatiekosten van het college die samenhangen met de werkzaamheden van de netwerkbeheerders. Het gaat hierbij om voorinspectie definitief tracé, coördinatie, begeleiding en toezicht van/op de werkzaamheden, inspectie na oplevering, administratieve nazorg, etc. Hier is niet van belang of een eventueel herstel van de bestrating is gedaan door de netbeheerder of de gemeente.
breekverbod: tijdelijke opschorting van graaf- en/of opbreekwerkzaamheden, op last van het college, in verband met extreme weersomstandigheden. Onder extreme weersomstandigheden worden in ieder geval inbegrepen wateroverlast, sneeuwval of ijzel en vorst. Grondslag voor de opschorting is de overlast voor de bewoners en/of schade voor de gemeente Sittard-Geleen door bijvoorbeeld breuk van vastgevroren bestratingsmateriaal of niet goed te verdichten ondergrond dan wel het niet (meer) aaneengesloten kunnen afwerken van sleuven of verhardingen.
instemmingsbesluit: besluit van het college op een aanvraag betreffende voorgenomen werkzaamheden aan kabels ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid van de Telecommunicatiewet (niet zijnde werkzaamheden van niet-ingrijpende aard dan wel spoedeisende werkzaamheden c.q. calamiteiten.
kabels en/of leidingen: kabels en/of (buis)leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en overige voorzieningen (afsluiters, brandkranen, lassen, handholes etc.) alsmede andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; voorbeelden van deze kabels en/of leidingen zijn kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen, stadsverwarmingsleidin-gen. kabels en/of leidingen ten behoeve van industriële netwerken en signaalkabels.
net of netwerk: één of meerdere ondergrondse kabel(s) of leiding(en), daaronder mede begrepen lege buizen ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een, al dan niet openbaar, elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1. onder e en h van de Telecommunicatiewet).
verharding: gedeelte van de wegconstructie boven de funderingslaag. Verhardingen zijn onder te verdelen in:
vergunning: besluit van het college op een aanvraag van voorgenomen aaneengesloten werkzaamheden inzake kabels en/of leidingen (niet zijnde werkzaamheden van niet-ingrijpende aard dan wel spoedeisende werkzaamheden c.q. calamiteiten) in of op openbare gronden die door de gemeente beheerd worden, uitgezonderd voor kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk.
In dit Handboek wordt op diverse onderdelen verwezen naar wetten, normen, richtlijnen e.d. Hieronder is een beknopte omschrijving weergegeven welke deze betreffen.
HOOFDSTUK 3 TOESTEMMINGEN VOOR (GRAAF)WERKZAAMHEDEN
Artikel 3.1 Voorbereidingstraject
De gemeente hanteert als uitgangspunt dat in nieuw aangelegd straatwerk (tot 5 jaar na aanleg), geen toestemming wordt verleend voor werkzaamheden in dat straatwerk. Het college zal alleen dan een vergunning, een instemmingsbesluit of bevestiging afgeven als in voldoende mate de noodzakelijkheid is aangetoond en de werkzaamheden zijn afgestemd tussen netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder en de gemeente.
Netbeheerder dient zelf te inventariseren of naast de vergunning, het instemmingsbesluit of de bevestiging, bijvoorbeeld voor het oprichten/plaatsen van bouwketen of portakabins, materiaalcontainers etc. een separate (omgevings)vergunning/ontheffing en/of precario noodzakelijk is en deze bij het betreffende bestuursorgaan separaat en tijdig aan te vragen.
Netbeheerder dient zelf te inventariseren welke toestemmingen, vergunningen en/of ontheffingen er van overige beheerders van de openbare ruimte, zoals onder andere, Rijkswaterstaat, Provincie Limburg en Waterschap Limburg nodig zijn voor het betreffende werk en deze separaat en tijdig aan te vragen.
Indien de werkzaamheden ten behoeve van kabels en/of leidingen, anders dan voor de eigen (huis)aansluiting, gronden van derden kruisen is netbeheerder verplicht om, schriftelijk overeenstemming met betreffende grondeigenaar te bereiken en een afschrift van deze overeenstemming bij de aanvraag om een vergunning, instemmingsbesluit of bevestiging te voegen.
Ten behoeve van het verkrijgen van een vergunning, een instemmingsbesluit of een bevestiging kan het noodzakelijk zijn om vooraf verkeersplannen, conform de vigerende CROW-richtlijnen, in te dienen waarvoor door netbeheerder zelf overleg en afstemming met onder andere politie, hulpdiensten, particuliere- en openbare vervoerders alsmede de gemeente moet worden gevoerd.
Iedere aanvraag om een vergunning, instemmingsbesluit of bevestiging zal worden beoordeeld op volledigheid:
aanvraag is niet volledig: het college zal via het digitale meldsysteem aangeven op welke punten de te treffen maatregelen niet voldoende zijn. De aanvraag wordt in behandeling genomen, voor zover mogelijk op basis van de aangeleverde gegevens, en wordt daarna op “on hold” gezet tot de nadere gegevens door netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder zijn verstrekt.
Voor alle graafwerkzaamheden die uitgevoerd worden in openbare gronden binnen de gemeente, dient netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder, minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de start via het digitale meldsysteem kennisgeving van de definitieve aanvangsdatum te doen. Het college zal binnen 1 werkdag deze startdatum via het digitale meldsysteem goed- of afkeuren.
Artikel 3.3 Procedure grote werken of werkzaamheden van niet-ingrijpende aard
Voordat grote werken of werkzaamheden van niet-ingrijpende aard kunnen plaatsvinden, dient bij het college op basis van de geldende verordening, een vergunning, in-stemmingsbesluit of bevestiging te zijn verkregen. De procedure voor het aanvragen van een vergunning, instemmingsbesluit of bevestiging staat gedetailleerd omschreven in de Avoi. De aanvraag om een vergunning, instemmingsbesluit of bevestiging dient via het digitale meldsysteem te worden ingediend.
Daarnaast kan het ook noodzakelijk zijn een omgevingsvergunning aan te vragen. Dit is een separate procedure.
het college en de netbeheerder bepalen voor grote werken in onderling overleg, op initiatief van de netbeheerder:
Bij de aanvraag om een vergunning, instemmingsbesluit of bevestiging dient, alleen op aangeven van het college, een algemeen tijdschema en een gedetailleerd werkplan, als bedoeld in paragraaf 26 van de U.A.V. 2012 te worden overlegd. Daarin dient rekening te worden gehouden met de werkzaamheden van derden. De gemachtigde grondroerder dient betreffende deze werkzaamheden van derden een coördinerende rol te vervullen.
Artikel 3.4 Procedure spoedeisende werkzaamheden en calamiteit
Spoedeisende werkzaamheden, ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net, waarvan uitstel niet mogelijk is, mogen direct en zonder voorafgaande toestemming worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden dienen onverwijld via het digitale meldsysteem te worden gemeld.
In de melding dient de oorzaak en de urgentie te worden gerapporteerd. Als het college redelijke twijfel heeft over de urgentie, zal via het digitale meldsysteem verzocht worden om bewijsstukken aan te leveren. Als er misbruik is gemaakt van deze procedure zal het college alle, door hem gemaakte, kosten in rekening brengen bij de melder.
De werkzaamheden, zoals genoemd onder lid 5, worden uitgevoerd door het college, mits de werkzaamheden dit toelaten. In het geval de werkzaamheden dit niet toelaten zal hiervoor in opdracht van het college een aannemer worden benaderd. De kosten die moeten worden gemaakt zullen door het college worden gedeclareerd bij de netbeheerder.
Artikel 3.5 Tijdelijk opschorten toestemming bij extreme weersomstandigheden (breekverbod)
In geval van extreme weersomstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast, sneeuwval of ijzel en vorst), waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast voor de bewoners en/of schade voor de gemeente door bijvoorbeeld breuk van vastgevroren bestratingsmateriaal en/of niet goed te verdichten ondergrond leidt, zal het college overgaan tot het tijdelijk opschorten van de verleende vergunning, het verleende instemmingsbesluit, de verleende bevestiging (breekverbod). Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder is gehouden zich aan onderstaande richtlijnen te houden, ook al heeft het college (nog) geen expliciete mededeling van een breekverbod gemaakt.
Het college kan bepalen dat graafrust voor een locatie geldt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van het instemmingsbesluit voor maximaal een periode van 12 maanden. Bij zwaarwichtige redenen van publiek belang kan er graafrust worden gehanteerd die langer dan een jaar is.
Dit artikel bepaalt dat het niet meer mogelijk is om na inwerkingtreding van het instemmingsbesluit binnen een periode van 12 maanden, op eenzelfde locatie een tweede netwerk aan te leggen. Met de termijn van een jaar wordt aangesloten bij de adviezen van de ACM. In uitzonderlijke gevallen kan een langere graafrust worden gehanteerd, De voorgestelde bepaling heeft alleen betrekking op aanvragen tot het aanleggen van kabels en voorzieningen ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Indien binnen 6 maanden na het onherroepelijk worden van het instemmings-besluit geen aanlegwerkzaamheden plaatsvinden, kan het college over gaan tot intrekking van het instemmingbesluit. Hiermee is de graafrust met het intrekkingsbesluit geëindigd.
HOOFDSTUK 4 BEPALINGEN TEN BEHOEVE VAN DE TRACE-ENGINEERING
Artikel 4.1 Kabel- of leidingstrook
De opdrachtgever van het project (gemeente of projectontwikkelaar) verstrekt van het bouwplan c.q. de reconstructie een gedetailleerd matenplan. Dit matenplan is inclusief hoogtematen ten opzichte van NAP en heeft een relatie naar de meetpunten waaruit onder meer de begrenzing van het tracé en de percelen ten opzichte van de meetpunten en dergelijke blijken.
Bij kruisingen met al aanwezige kabels en/of leidingen of bij aanraking van kunstwerken, gebouwen en dergelijke dient netbeheerder met de eigenaar of beheerder van de aanwezige kabels, leidingen, kunstwerken, gebouwen en dergelijke overeen te komen welke voorzieningen worden getroffen. De door partijen overeengekomen te treffen voorzieningen komen ten laste van netbeheerder.
Boringen of persingen moeten loodrecht op de wegas, tot minimaal 1,00 m. buiten de kant van de verharding en met een minimale dekking van 0,80 m. tot de bovenkant van de verharding, worden gerealiseerd. Dit met een minimale verhouding van 1:1 van zijkant verharding tot uiteinde boring/persing. Indien de ruimte buiten de kant van de verharding niet voldoende is om het netwerk aan te leggen en daarom wordt voorgesteld de boring of persing tot 0,50 m. buiten kant van de verharding te realiseren, dan dient dit bij de aanvraag om een vergunning, instemmingsbesluit of bevestiging respectievelijk de melding gemotiveerd te worden aangegeven en zal het college dit verzoek honoreren, mits het een redelijk verzoek is.
Een raketboring met een diameter groter dan 63 mm. dient met een zogenaamde voorlopende buis te worden uitgevoerd. Bij raketboringen zonder voorlopende buis, wordt een raket toegepast, met een diameter direct volgend op de door te voeren leiding. Holle ruimten tussen de nieuwe leiding en het boorgat dienen zoveel mogelijk vermeden te worden.
Bij het kruisen van gemeentelijke rioleringen door middel van boringen of persingen, zal in opdracht van het college, na uitvoering van de boring/persing een camera-rioolinspectie van de desbetreffende rioolstreng worden uitgevoerd om aan te tonen dat het riool niet beschadigd is. Dit is niet van toepassing voor de huisriool-aansluitingen. De kosten van deze camera-rioolinspectie zijn voor rekening van de netbeheerder.
Bij het kruisen van sloten/open watergangen dient een minimale gronddekking van 1,00 m. ten opzichte van de aanwezige bodem van de watergang te worden aangehouden. Als het Waterschap Limburg de beheerder van de betreffende sloten/open watergangen is, dienen de voorwaarden respectievelijk vergunningvoorschriften van het Waterschap Limburg te worden gevolgd.
Artikel 4.3 Groenvoorzieningen
Bij het passeren van bomen moeten een aantal, in dit Handboek omschreven, voorzorgsmaatregelen worden getroffen die schade aan de betreffende boom en de later aan de te leggen kabel of leiding voorkomt. Hiermede moet bij het traceren terdege rekening gehouden te worden en waar mogelijk zullen bij voorkeur alternatieve routes worden gekozen.
Artikel 4.4 Ligging nabij andere objecten
Objecten die kunnen worden beïnvloed door de tracering en aanleg van kabels en/of leidingen dienen vooraf door netbeheerder te worden geïdentificeerd. Objecten kunnen onder meer zijn: bestaande wegen, spoorwegen, waterlopen, voetpaden, kademuren, viaducten, tunnels, naastliggende kabels en/of leidingen, bomen en gebouwen.
Het college zal pas overgaan tot afhandeling van de aanvraag om een vergunning, in-stemmingsbesluit of bevestiging als deze compleet is, waaronder ook te verstaan dat alle door betreffende derden schriftelijk verleende toestemmingen zijn verleend.
Als netbeheerder hiervan wil afwijken, in verband met de voortgang van een project, zal het college dit verzoek honoreren mits het verzoek gefundeerd wordt gemotiveerd in de aanvraag om een vergunning, instemmingsbesluit of bevestiging en het verzoek als redelijk wordt beoordeeld.
Artikel 4.6 Bepalingen ten aanzien van de engineering/werkvoorbereiding
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder is verplicht om in zijn werkvoorbereiding te inventariseren welke netbeheerders belangen hebben in het beoogde tracé om daar ook infrastructuur aan te leggen. Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient afspraken te maken om de werkzaamheden in één arbeidsgang (in combinatie) uit te voeren, indien dit operationeel en financieel haalbaar is. Dit om de overlast voor de omgeving en de degeneratie van het straatwerk te beperken.
Tijdelijk aan te brengen voorzieningen in de openbare ruimte dienen de goedkeuring te hebben van het college. Deze tijdelijke voorzieningen, zoals damwanden, heipalen, etc. dienen na voltooiing van de werkzaamheden te worden verwijderd. Mocht dit om welke reden dan ook niet mogelijk zijn, dan kan door het college, besloten worden deze voorzieningen tot een nader te bepalen maat onder het maaiveld te verwijderen. In de regel is deze maat minimaal 2,50 m.
Er kan sprake zijn van voorbereide (huis)aansluitingen, waarbij de voor de (huis)aansluiting bedoelde buis, kabel of leiding al op de volledig benodigde lengte vanaf de hoofdleiding tot aan de (huis)aansluiting in de openbare grond tijdelijk moet worden opgeborgen. In die gevallen moet deze voorbereiding zo strak mogelijk opgerold en gebundeld, verticaal op de juiste diepte te worden weggezet evenwijdig tegen de erfgrens van het perceel waar de voorziening voor bedoeld is. Het hiervoor eventueel benodigde tracé of straatoversteken dienen tegelijk met de aanleg van de hoofdsleuf te worden aangebracht.
Artikel 4.7 Situering handholes
Handholes mogen niet geplaatst worden nabij (hoofd)rioleringen, (hoofd)leidingen en/of (huis)aansluitingen van de netbeheerders. Minimale afstand is 1,00 m. Wanneer niet aan deze voorwaarde kan worden voldaan, dient netbeheerder contact op te nemen met de betreffende eigenaar van de (huis)aansluiting teneinde van hem een schriftelijke toestemming te verkrijgen voor een belemmering van zijn rechten. Deze toestemming is onderdeel van de aanvraag om een instemmingsbesluit dan wel bevestiging.
De handholes waarvan, in overleg tussen netbeheerder of zijn gemachtigde grondroer-der en het college, bepaald wordt dat deze bij normale bedrijfsvoering maximaal 4x per jaar geopend gaan worden, dienen zodanig aangebracht te worden dat het deksel van de handhole een minimale dekking heeft van 0,25 m. onder maaiveld. Verder dient de handhole ingebed en afgedekt te worden met straatzand.
De maximale toegestane uitwendige breedte van de handhole is 0,55 m., de lengte 1,25 m. en de diepte 0,40 m. Indien deze maten niet toepasbaar zijn door ruimtegebrek, is een andere locatie te bepalen of zijn meerdere handholes van een kleiner formaat toe te passen. Bij handholes van afwijkend formaat dienen deze vooraf ter goedkeuring aan het college te worden voorgelegd.
De handholes mogen, bij voorkeur, niet aangebracht worden in kabel- of leidingtracés, rijbanen, parkeerplaatsen, uitwegen, op kruisingen, ter plaatse van de locatie van de(huis)aansluiting en binnen een afstand van 3 m. vanaf de kroonprojectie van de volwassen boom. Netbeheerder zal in situaties, waarbij dit lid niet opgevolgd kan worden, samen met het college een alternatief moeten zoeken.
Artikel 4.8 Bovengrondse voorzieningen
Bovengrondse voorzieningen die eigendom zijn van netbeheerders en zich bevinden in de openbare ruimte dienen door de netbeheerder onderhouden en graffitivrij gehouden te worden. In geval van aanstootgevende graffiti (met een racistische, politieke, maatschappelijke, godsdienstige of seksuele betekenis) zal, op eerste schriftelijk ingediende verzoek van het college, de netbeheerder zo snel als mogelijk de bovengrondse voorziening (laten) reinigen.
Verharding die is aangebracht ten behoeve van de bereikbaarheid van bovengrondse voorzieningen dient door de netbeheerder onderhouden te worden. Indien de verharding in de loop der tijd niet meer voldoet aan de bij aanleg gestelde eisen moet deze op eerste aanzegging van het college worden hersteld.
HOOFDSTUK 5 PROCESMATIGE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE UITVOERING
Op initiatief van netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder wordt samen met het college of de door gemeente gecontracteerde aannemer het tracé of een gedeelte daarvan voorafgaande aan het uitvoeren van de werkzaamheden geschouwd. Dit dient 2 weken voorafgaande aan de uitvoering van de werkzaamheden plaats te vinden. Herstel van achteraf geconstateerde gebreken, zonder dat deze gebreken vooraf zijn vastgelegd, is voor rekening van netbeheerder. Het proces-verbaal dient voordat de graafwerkzaamheden starten door partijen te zijn getekend en in bezit te zijn van partijen.
Binnen 5 werkdagen nadat de werkzaamheden klaar zijn, meldt de netbeheerder dit. Ook biedt de netbeheerder de werkzaamheden aan ter schouwing. Dit doet de netbeheerder door een gereedmeldingsformulier in te vullen en aan te leveren via het digitaal systeem van de gemeente. Netbeheerder meldt dit in verband met de onderhoudsperiode.
Na de schouw op basis van het gereedmeldingsformulier zal één jaar na datum oplevering wederom een schouw plaatsvinden. Alle dan geconstateerde gebreken zullen door de netbeheerder op zijn kosten worden hersteld, tenzij deze gebreken te herleiden zijn naar de door de gemeentelijke aannemer verrichte werkzaamheden.
De uitvoering van de werkzaamheden dient zodanig te worden georganiseerd, dat nooit meer lengte sleuf open ligt dan strikt noodzakelijk is en maximaal binnen twee aangesloten werkdagen dicht te straten is. Indien plaatselijke of actuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, dan bepaalt het college een beperking van de openliggende sleuf. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden zullen, waar nodig, over de openliggende sleuven, overbruggingen van voldoende breedte en draagkracht voor bijvoorbeeld hulpdiensten en bestemmingsverkeer worden aangebracht. Dit gebeurt mede ter beoordeling van het college.
Verstoringen ten gevolge van de kabel- of leidingaanleg aan punten aangegeven door KAD-stenen, markeringsstenen of buizen, moeten worden gemeld aan het college. De meetkosten voor herstel van deze vaste punten en de eventuele herstelkosten zijn voor rekening van de veroorzaker van deze verstoringen.
Naast uitvoeringskosten dient netbeheerder aan de gemeente beheer-, onderhouds- en degeneratiekosten te vergoeden. De te hanteren tarieven zijn aangegeven in de Schaderegeling kabel- en leidingwerkzaamheden Sittard-Geleen. Na afloop van de werkzaamheden worden deze marktconforme kosten ook in rekening gebracht bij netbeheerder.
Niet alle schades die de gemeente als gevolg van kabel- en/of leidingwerkzaamheden lijdt, kunnen door de vastgestelde schadehersteltarieven worden gedekt. Dit is het geval bij:
In deze gevallen kunnen al voor aanvraag van de vergunning, het instemmingsbesluit of de bevestiging specifieke afspraken worden gemaakt tussen het college en de netbeheerder. Afhankelijk van de omvang van het werk kan in de voorschriften "het 1e jaar garantie op groen" en/of "inboet beplanting na het 1e groeiseizoen (week 13 tot en met 45)" tegen een marktconform tarief worden voorgeschreven. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in de vergunning, het instemmingsbesluit of de bevestiging.
Van schade die ontstaat buiten de werkomgeving is sprake als ten gevolge van werkzaamheden schade ontstaat aan materialen, lichtmasten, verkeersregelinstallaties (VRI’s), geparkeerde auto's, en dergelijke. Voor zover het gemeentelijke eigendommen betreft, kan het college deze schade verhalen op de netbeheerder. Afhankelijk van de specifieke situatie kan het wenselijk zijn dat voorafgaand aan de werkzaamheden een gezamenlijke schouw van de werkomgeving plaatsvindt. De bevindingen dienen vastgelegd te worden.
Verborgen gebreken zijn buitenproportionele oneffenheden van opgeleverd en goedgekeurd hersteld straatwerk. In dergelijke gevallen heeft de netbeheerder een werkweek na eerste aanzegging van de tijd om de verharding opnieuw te herstellen. Indien de netbeheerder niet tijdig voor herstel zorgt zal de het college dit zelf (laten) doen op kosten van de netbeheerder.
De gemeente heeft het primaat van de camera-rioolinspectie ter plaatse van kruisingen van infrastructuur, door middel van boringen/persingen, met gemeentelijke rioleringen. Dit betekent dat het college of de door gemeente gecontracteerde aannemer deze camera-inspectiewerkzaamheden, na overleg met de netbeheerder, uitvoert. Na afloop van de werkzaamheden worden de kosten in rekening gebracht bij netbeheerder.
Artikel 5.2 Inventariseren bestaande kabels en/of leidingen
Dit dient te geschieden door het tijdig opvragen van de kabel- en/of leidinggegevens en overige voorwaarden bij het Kadaster-sectie KLIC c.q. bij de betreffende netbeheerder alsmede het graven van proefsleuven. Op het werk dient, naast een afschrift van de vergunning, het instemmingsbesluit, de bevestiging of melding en de gewaarmerkte in-stemmingstekening(en) tenminste één exemplaar van de in eerste volzin bedoelde gegevens aanwezig te zijn.
Artikel 5.3 Informatie en communicatie
Namens netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient er altijd één aan te spreken verantwoordelijke persoon op het werk aanwezig te zijn. De naam en het mobiele nummer van deze persoon moet voor aanvang van de werkzaamheden bij alle betrokkenen bekend zijn. Deze persoon heeft tot taak te controleren en te verifiëren dat alle gespecificeerde materialen worden toegepast en dat de constructiewerkzaamheden worden uitgevoerd volgens het bestek, de specificaties, de tekeningen en de gemaakte afspraken, alsmede dat de uitvoering geschiedt in overeenstemming met het gestelde in de vergunning, het instemmingsbesluit of de bevestiging. Hij dient de door de toezichthouder of de door de gemeente gecontracteerde aannemer gevraagde informatie te verstrekken en de nodige medewerking te verlenen om hun werk mogelijk te maken.
In aanvulling op het gestelde in de Avoi zal bij werkzaamheden, waarbij de bereikbaarheid van belanghebbenden tijdelijk wordt verminderd, alsmede bij grotere wegafzettingen, de gemachtigde grondroerder namens netbeheerder minimaal 3 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden de belanghebbenden schriftelijk op de hoogte stellen. Het college zal de wijze waarop dit dient te geschieden vaststellen, waarbij het college de omvang en de gevolgen van het werk in zijn beoordeling zal betrekken.
In het geval dat sprake is van bovengenoemde situatie(s) hanteert het college de volgende procedures:
indien bij dezelfde grondroerder meerdere keren een van deze situaties wordt geconstateerd: Het uitreiken van een beschikking aan de grondroerder, waarbij grondroerder direct het opbreek-, graaf- en legwerk moet staken in en rond de werkomgeving, de werkomgeving direct veilig moet stellen, direct moet overgaan tot het aanvullen van de gegraven sleuf alsmede het herstellen van de fundering. En er eerst door het college wordt overlegd met netbeheerder over het tijdstip en de condities waaronder de werkzaamheden weer mogen worden hervat.
Artikel 5.5 Opnemen en herstel verharding
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder is verplicht de ondergrond, de fundering en de verharding na afloop van de werkzaamheden weer terug te brengen in de hoedanigheid en kwaliteit zoals deze bestond voor de aanvang van de werkzaamheden. Indien de bovenste 0,10m voor de werkzaamheden niet uit straatzand bestaat, moet de gemachtigde grondroerder voor het ontgraven het college hiervan in kennis stellen. In overleg met het college wordt bepaald hoe en door wie het zand wordt aangevuld. Meldt de gemachtigde grondroerder het niet dan gaat het college ervan uit dat er wel voldoende straatzand is aangetroffen en dit in de oude staat hersteld wordt.
Het opbreken van de open verhardingen dient zorgvuldig te worden uitgevoerd. Als de zorgvuldigheid niet in voldoende mate is betracht en de opgebroken c.q. beschadigde hoeveelheid groter is dan redelijkerwijs mag worden verwacht van het desbetreffende werk, zijn de kosten van herstel voor netbeheerder.
Asfalt- en overige gesloten verhardingen dienen door netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder tijdelijk te worden hersteld met door netbeheerder voor zijn rekening aan te leveren funderingsmaterialen en door gemeente ter beschikking te stellen betonklinkers. Netbeheerder draagt tot 24 maanden na dato einde werkzaamheden de zorg voor het tijdelijk herstelde gedeelte. Het definitieve herstel wordt, op kosten van netbeheerder, uitgevoerd door de gemeente.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient te zorgen voor het in stand houden van de afzetting tot een maximale termijn van 2 werkdagen tot na gereedmelding van het werk. De gemeente is na deze termijn verantwoordelijk voor de afzetting en kan netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder verzoeken het afzetmateriaal niet te verwijderen.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient het college zo goed mogelijk te informeren over het tijdstip waarop deze kan beginnen met het herbestraten. Uiterlijk 1 werkdag voordat netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder met haar werkzaamheden gereed is. Indien netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder hierin in gebreke blijft, zijn de eventuele extra kosten van de gemeente voor netbeheerder en zullen bij netbeheerder in rekening worden gebracht.
Artikel 5.7 Verkeersmaatregelen
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder draagt zorg voor een veilige en deugdelijke uitvoering van de voorgeschreven verkeersmaatregelen zoals die zijn vastgelegd in de laatst gepubliceerde richtlijnen van de CROW voor werkzaamheden in uitvoering. Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient te zorgen dat de uitvoering van het werk plaatsvindt conform alle van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en regelingen. Aanwijzingen van daartoe bevoegde instanties, zoals politie, brandweer en gemeente dienen onverkort en onmiddellijk te worden uitgevoerd.
Alleen als er sprake is van stremmingen in de verkeersstromen, bij gehele of gedeeltelijke wegafsluitingen met omleidingen, dient bij de aanvraag om een vergunning, instem-mingsbesluit of bevestiging aangegeven te worden welke de te treffen verkeersmaatregelen, ten tijde van de werkzaamheden, zullen zijn. In het plan dient aangegeven te wor-den op welke wijze de bereikbaarheid van woningen, bedrijven, winkels en overige gebouwen tijdens de werkzaamheden wordt gegarandeerd, welke omleidingsroutes er worden uitgezet en welke voorzieningen hier tijdelijk voor worden getroffen/aangebracht. Het college zal de wijze waarop de informatie aan belanghebbenden wordt verstrekt, vaststellen, waarbij het college de omvang en de gevolgen van het werk in zijn beoordeling zal betrekken.
Indien de tijdelijke verkeersmaatregelen in een verharding aangebracht moeten worden dient het te verwijderen verhardingsmateriaal door netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder voor rekening van netbeheerder te worden afgevoerd en na verwijderen van de verkeersmaatregel weer terug aangebracht te worden.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient bij parkeerstroken, die moeten worden afgesloten in verband met de werkzaamheden, 14 dagen voor aanvang van de werkzaamheden bebording te plaatsen met het aanvangstijdstip en de duur van de afsluiting. Deze bebording dient te worden geplaatst bij de desbetreffende parkeerstroken.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder draagt zorg voor een regelmatige en voldoende controle op de instandhouding van verkeersborden, wegbebakening, wegafzettingen en omleidingsroutes, ook buiten de normale werktijden en dient zorg te dragen voor het spoedig mogelijk herstel van deze verkeersmaatregel.
De verkeersmaatregelen en voorzieningen mogen maximaal 72 uur voor aanvang van de werkzaamheden, afgedraaid of afgeplakt, worden aangebracht. Het omdraaien mag pas twee uur voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden geschieden. Na afloop van de werkzaamheden dienen de verkeersmaatregelen en voorzieningen, direct zodra de situatie dit toelaat, weer te worden afgedraaid of afgeplakt. Indien de werkzaamheden worden onderbroken en de situatie laat dit toe dan dienen de verkeersmaatregelen en voorzieningen te worden afgedraaid of afgeplakt gedurende het staken van de werkzaamheden. Twee uur voor de hernieuwde opstart van het werk dient het afdraaien/afplakken ongedaan gemaakt te worden.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder draagt zorg voor de bereikbaarheid van woningen, bedrijven, winkels en overige gebouwen voor (mindervalide) voetgangers en (brom)fietsers en voor de boven- of ondergrondse brandkranen. In overleg met de belanghebbenden kan door het college de mate van bereikbaarheid nader inhoud worden gegeven.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder houdt het gemotoriseerde bestemmingsverkeer naar woningen, winkels, bedrijven, bouwwerken, landerijen enz. in overleg met de belanghebbenden zoveel mogelijk in stand. Indien met de betrokkenen geen overeenstemming kan worden bereikt over de beperking van de bereikbaarheid, treedt netbeheerder tijdig, minimaal 3 weken vooraf, in overleg met het college.
Artikel 5.8 Maatregelen ten behoeve van de overlastbeperking
Het is niet toegestaan om op werkdagen voor 07.00 uur en na 18.30 uur opbreek-, graaf-, kabel-, aanvulling-, verdichting-, en/of bestratingswerkzaamheden uit hoofde van regulier werk in de openbare ruimte te verrichten, tenzij in de vergunning, het instemmingsbesluit of bevestiging anders is aangegeven.
Op de locaties in de binnenstad, zoals aangegeven in bijlagen 2 t/m 4 “Parelgebieden Centrum Born, Geleen en Sittard ”, is een breekverbod van toepassing voor werkzaamheden op zaterdagen en zondagen alsmede (nationale) feest- en gedenkdagen en wel vanaf 15 november tot 2 januari. Het breekverbod is niet van toepassing bij spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten.
Op de locaties in de binnenstad, zoals aangegeven in bijlagen 2 t/m 4 “Parelgebieden Centrum Born, Geleen en Sittard” dient iedere dag uiterlijk om 12.00 uur het graven van sleuven en het leggen van kabels en/of leidingen te worden gestaakt en dient onverwijld over te worden gegaan tot het aanvullen en verdichten van sleuven en het opruimen van de werkomgeving. Om uiterlijk 16.00 uur moeten alle werkzaamheden gereed zijn en de werkomgeving opgeruimd.
Op overige locaties binnen de gemeente dient op vrijdag of de dag voorafgaand aan een (nationale) feest- of gedenkdag uiterlijk om 12.00 uur het graven van sleuven en het leggen van kabels en/of leidingen te worden gestaakt en dient onverwijld over te worden gegaan tot het aanvullen en verdichten van sleuven en het opruimen van de werkomgeving. Om uiterlijk 16.00 uur moeten alle werkzaamheden gereed zijn en de werkomgeving opgeruimd.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient alles te doen wat op grond van de meest actuele inzichten redelijkerwijs mogelijk is en verwacht mag worden om hinder als gevolg van bv. lawaai, stank, modder e.d. veroorzaakt door voertuigen, machines, apparaten etc. tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Indien netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder bij hoge uitzondering door het college wordt toegestaan ‘s avonds c.q. ‘s nachts te werken is netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder verplicht in verband hiermee aanwijzingen van het college op te volgen en zelf zorg te dragen voor de benodigde aanvullende toestemmingen (vergunningen/ontheffingen).
Artikel 5.9 Voorbereide (huis)aansluitingen
Er kan sprake zijn van voorbereide (huis)aansluitingen, waarbij de voor de huisaansluiting bedoelde buis, kabel of leiding al op de volledig benodigde lengte gemeten vanaf de hoofdleiding tot aan de klantaansluiting, in de openbare grond tijdelijk moet worden opgeborgen. In die gevallen moet deze voorbereiding zo strak mogelijk opgerold en gebundeld, verticaal op de juiste diepte onder een beschermende voorziening te worden weggezet evenwijdig aan- en tegen de erfgrens van het perceel waar de voorziening voor bedoeld is. Het hiervoor eventueel benodigde tracé of straatoversteken dienen tegelijk met de aanleg van de hoofdsleuf te worden aangebracht.
HOOFDSTUK 6 TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN EN EISEN TEN AANZIEN VAN DE UITVOERING
Artikel 6.1 Operationele eisen civieltechnische werkzaamheden
Voor het aanvullen van de sleuf of een pers- c.q. lasput moet(en) de netbeheerder(s) van de vrij gegraven naastliggende en/of kruisende kabels en/of leidingen altijd in de gelegenheid worden gesteld om zijn/hun kabels en/of leiding(en) te inspecteren. Netbeheerder is verplicht om de informatie en coördinatie terzake uit te voeren.
Tenzij vooraf schriftelijk anders is overeengekomen mag nimmer meer dan 25 m. straat of erf moeilijk bereikbaar zijn voor gemotoriseerde hulpdiensten, zoals brandweer en/of ambulance. Indien een en ander niet mogelijk of niet praktisch is dienen in overleg en ter goedkeuring van betreffende hulpdiensten noodmaatregelen te worden getroffen zodat de hulpverlening gegarandeerd blijft.
Dwarssleuven in trottoir, fietspad en/of rijbaan alsmede langsleuf ter hoogte van in/opritten naar parkeergelegenheden dienen dezelfde dag, met tijdelijk straatwerk, te worden bestraat en afgewerkt. Indien een en ander niet mogelijk of niet praktisch is dienen noodmaatregelen te worden getroffen zodat de bereikbaarheid van genoemde objecten dezelfde dag weer gegarandeerd is.
Artikel 6.2 Technische eisen grondwerkzaamheden
De gegraven sleuf in berm of onverharde grond moet over de volle breedte worden aangevuld en verdicht conform de in dit hoofdstuk aangegeven bepalingen. Het uitgegraven materiaal moet, met zorg in de juiste volgorde, worden ingebracht om de oorspronkelijke profielopbouw en homogeniteit te herstellen. Daar waar nodig aanvullen met schone teelaarde.
De gegraven sleuf in een verharding moet over de volle breedte worden aangevuld en verdicht conform de in dit hoofdstuk aangegeven bepalingen. Het uitgegraven materiaal moet, met zorg in de juiste volgorde, worden ingebracht om de oorspronkelijke profielopbouw te herstellen. Minimaal de laatste 0,10 m. van de aanvulling, tot direct onder de elementenverharding dient met straatzand te zijn aangevuld. Indien de bovenste 0,10m voor de werkzaamheden niet uit straatzand bestaat, moet de gemachtigde grondroerder voor het ontgraven het college hiervan in kennis stellen. In overleg met het college wordt bepaald hoe en door wie het zand wordt aangevuld. Meldt de gemachtigde grondroerder het niet dan gaat het college ervan uit dat er wel voldoende straatzand is aangetroffen en dit in de oude staat hersteld wordt.
De ontgraven fundering onder een asfaltverharding moet over de volle breedte worden aangevuld en verdicht met minimaal dezelfde kwaliteit funderingsmateriaal als het oorspronkelijke funderingsmateriaal. Eventueel te kort aan funderingsmateriaal dient door- en voor rekening van netbeheerder te worden geleverd met certificaat en verwerkt.
Direct aansluitend moet de sleuf zoals bedoeld in lid 10 worden dicht gestraat in tenminste 0,10 m. straatzand met betonstenen in halfsteensverband haaks op de rijrichting, op een wijze die geen gevaar oplevert. De bovenzijde van de stenen dienen gelijk te liggen met het ingezaagde asfalt. De stenen dienen vlak ten opzichte van elkaar te worden bestraat. De betonstenen zullen door het college op de gemeentewerf om niet ter beschikking worden gesteld.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient door middel van elektronisch vastgelegde verdichtingsmetingen aan het college aan te tonen dat de verdichtingsgraden zoals in de in dit hoofdstuk genoemde normen zijn bereikt. Per meting dient in ieder geval aan weerszijden van de grondroering twee referentiemetingen te zijn genomen tot de diepte van de ontgraving en een doelmeting in de verdichte ontgraving in de as tussen de twee referentiemetingen met uitzondering van metingen bij asfaltverhardingen.
Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient de verdichtingswaarden aan het begin en vervolgens iedere 50 m. strekkende sleuf alsmede op 2 locaties bij werkzaamheden van niet-ingrijpende aard op te meten, vast te leggen en deze gegevens dienen bij de oplevering te worden ingeleverd via het digitale meldsysteem.
Artikel 6.3 Peilen en hoofdafmetingen
In geval van het aanleggen van kabels en/of leidingen in een nieuwbouwplan, waarbij (nog) geen woningen etc. aanwezig zijn om als vaste punt voor maatvoering voor K&L tracering en revisie te dienen, zal het college, op aanvraag en kosten van netbeheerder, maatvoering uitvoeren en een aantal maten middels piketpaaltjes en/of krijtmarkeringen borgen. Dit geldt alleen voor gronden die eigendom zijn van de gemeente. Bij graafwerk in particulier eigendom zal netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder met betreffende grondeigenaar en/of projectontwikkelaar rechtstreeks afspraken moeten maken, de gemeente noch het college is hierin een partij.
De aanwijzing door het college zal zich in lid 1 genoemde situatie beperken tot het aangeven van hoofdassen en extra punten in bochten en dergelijke, zodat de d.m.v. eenvoudig meetwerk in horizontale en in verticale zin zelfstandig de tracés in detail kunnen uitzetten. het college treedt slechts toetsend c.q. controlerend op. Het tijdstip van aanwijzing dient door netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder tenminste 1 week vooraf aan het college, kenbaar gemaakt te worden.
HOOFDSTUK 7 BUITEN GEBRUIK GESTELDE KABELS EN/OF LEIDINGEN
Kabels en/of leidingen van de netbeheerder die blijvend buiten gebruik worden gesteld dan wel kabels en/of leidingen die de afgelopen 10 jaar geen dienst hebben gedaan/niet in gebruik zijn genomen, worden -zoveel mogelijk gelijktijdig met de uit te voeren werkzaamheden- op kosten van de netbeheerder opgeruimd, of na overleg, op een door het college aan te geven tijdstip dan wel in uitzonderlijke gevallen gedämmerd.
HOOFDSTUK 8 VOORSCHRIFTEN EN EISEN TEN AANZIEN VAN VERONTREINIGDE GROND
Artikel 8.1 Voorschriften voor werken in verontreinigde grond
Het college stelt, op verzoek en indien aanwezig, de aanwezige bodeminformatie en/of een zgn. bodemkwaliteitsrapportage als ook de vigerende beleidsnotities kosteloos (digitaal) ter beschikking aan de verzoeker voor het uitvoeren van graafwerkzaamheden. Is bodeminformatie digitaal niet beschikbaar dan kan inzage verkregen worden op verzoek.
Wanneer is vastgesteld dat het tracé, waar de werkzaamheden zijn voorzien, sterk is verontreinigd met een geschatte omvang van >25m3, dient een melding ex. artikel 28 juncto 39 Wet bodembescherming (Wbb) of melding ingevolge het Besluit uniforme saneringen (BUS-melding) aan het bevoegd gezag, de provincie Limburg, voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden plaats te vinden. In die gevallen, die de geschatte omvang hebben <25m3 dient bij het college voorafgaande aan het werk een Plan van Aanpak ter goedkeuring worden aangeleverd met een beschrijving van de saneringswerken. Na afloop van de werkzaamheden wordt de eindsituatie vastgelegd in een eveneens in te dienen evaluatieverslag.
Als bij de aanvraag om een vergunning, instemmingsbesluit of bevestiging is aangegeven dat er géén grondwater hoeft te worden onttrokken en dit moet tijdens de werkzaamheden wel gebeuren, dient netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder voorafgaande aan het onttrekken van het grondwater contact op te nemen met het college en het Waterschap Limburg.
Indien een netbeheerder een kabel c.q. leidingtracé wil laten lopen door een gebied waarvan vooraf is vastgesteld dat de bodem verontreinigd is, dan vervalt elke aansprakelijkheid van de gemeente. De gemeente heeft in die situatie geen saneringsplicht. De netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient zich te houden aan de vigerende regelgeving en alle kosten komen voor rekening van netbeheerder. In een dergelijke situatie wordt het kabel en leiding tracé gesaneerd door het verwijderen van de verontreiniging uit het tracé en zal de volledige sleuf voor zover gelegen onder een verharding worden gevuld met schoon gecertificeerd vulzand en worden verdicht zoals elders in dit Handboek is voorgeschreven. Tussen het schone zanden het vervuilde materiaal dient een scheidingsdoek/folie te worden aangebracht tenzij het te gebruiken zand een zodanige afwijkende textuur heeft dat in de toekomst en duidelijk verschil aanwezig is tussen het schone en vervuilde materiaal.
Door de gemeente worden op eigen initiatief geen bodemonderzoeken verricht bij het aanleggen van kabels en/of leidingen door netbeheerder. Wel neemt de gemeente ten behoeve van zijn in- en uitbreidingsgebieden in haar overeenkomsten tot aan- en verkoop van de grond veelal de zogenaamde „Milieuclausule” op. Hierin staat dat er geen concentraties van stoffen in de bodem aangetroffen zijn, die het perceel ongeschikt maken voor de door de koper beoogde bestemming. Hieraan ten grondslag ligt dan wel een bodemonderzoek. Netbeheerder kan hieraan jegens de gemeente geen aanspraken ontlenen voor wat betreft de milieuhygiënische geschiktheid van de grond voor het leggen van kabels en/of leidingen.
Grond en/of bouwstoffen, die vrijkomen uit de sleuf en die niet op dezelfde laag of diepte kunnen worden teruggebracht, zijn te onderscheiden naar:
De overtollige grond en/of bouwstoffen dienen op kosten van netbeheerder te worden afgevoerd naar een erkende, gecertificeerde verwerker. Kosten in verband met aantoonbare stagnatie, alsmede de kosten voortvloeiende uit verhoogde noodzakelijk Arbovoorzieningen in het door netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder uit te voeren werk, komen niet voor rekening van de gemeente. De acceptatie-kosten voor het storten c.q. verwerken van deze grond en/of bouwstoffen alsmede de werkelijke onderzoekskosten komen eveneens voor rekening van netbeheerder.
Het werken in de verontreinigde grond valt o.a. onder de werkingssfeer van de Wet bodembescherming en als zodanig dient netbeheerder aan te tonen dat de vereiste procedures zijn doorlopen, alvorens tot afvoer wordt overgegaan. Hiertoe dient alle correspondentie met de betrokken instanties c.q. bedrijven, op verzoek aan het college, te worden overhandigd.
Bij het verhelpen van een calamiteit tijdens kantooruren kan de betreffende netbeheerder direct informatie inwinnen over de kwaliteit van de bodem ter plaatse bij het college of indien noodzakelijk bij de provincie Limburg. Als er bij het verhelpen van een calamiteit buiten kantooruren grond vrijkomt, dient de betreffende netbeheerder er zorg voor te dragen dat grond op milieuhygiënische verantwoorde wijze, op zijn kosten, tijdelijk wordt opgeslagen dan wel direct te worden afgevoerd naar een erkende, gecertificeerde verwerker. De tijdelijk opgeslagen grond moet daarna, inden deze verontreinigd blijkt, op kosten van de betreffende netbeheerder op een milieuhygiënische verantwoorde wijze worden afgevoerd naar een erkende, gecertificeerde verwerker. Indien bij het verhelpen van een calamiteit grondwater moet worden onttrokken, dient te allen tijde -indien mogelijk- voorafgaand aan het onttrekken van grondwater door de betreffende netbeheerder contact te worden opgenomen met het Waterschap Limburg. Indien niet mogelijk voorafgaand dan op de eerstvolgende werkdag.
Grond (technisch) niet geschikt voor sleufaanvulling c.q. verdichting; dient door netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder op kosten van netbeheerder te worden afgevoerd naar een erkende, gecertificeerde verwerker. De bijkomende kosten, zoals acceptatie- en beheerskosten komen ook voor rekening van netbeheerder.
Incidenteel kan een fundering met milieutechnische randvoorwaarden voorkomen. Indien zogenaamde IBC-bouwstoffen zijn toegepast, dient verstoring van de isolering te worden voorkomen. Uitkomende IBC-bouwstof moet op dezelfde plaats, onder dezelfde condities worden teruggebracht, dan wel worden afgevoerd naar een erkende verwerker.
Indien de situatie zich voordoet zoals bedoeld in artikel of 36, derde lid of 27, tweede lid van het Besluit bodemkwaliteit en er sprake is van verontreinigde grond en/of bouwstof, dan zal netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder hiervan melding maken aan het college. Netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder dient vervolgens de eventuele aanwijzingen/instructies van het college op te volgen.
9 HOOFDSTUK AANSPRAKELIJKHEID EN SCHADE
Artikel 9.1 Aansprakelijkheid en schade
Indien er toch schade ontstaat aan eigendommen van gemeente dan wel derden, dan dient netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder deze schade zo spoedig mogelijk respectievelijk onverwijld nadat hem daarvan is gebleken of had kunnen blijken, te melden aan de toezichthouder en bij schade aan eigendommen van derden, aan de rechthebbende van het beschadigde eigendom. Tevens meldt de netbeheerder of zijn gemachtigde grondroerder het schade-incident zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 24 uur nadat van de schade is gebleken, schriftelijk bij het college. Daarnaast is de netbeheerder of zijn gemachtigde grond-roerder na het ontstaan van schade verplicht tijdig de nodige schade beperkende maatregelen te nemen.