Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Benoemings- en aanwijzingsbesluit heffing en invordering gemeentelijke belastingen Amsterdam 2022 |
Citeertitel | Benoemings- en aanwijzingsbesluit heffing en invordering gemeentelijke belastingen Amsterdam 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Benoemings- en aanwijzingsbesluit heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 14-12-2021 |
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel gelet op artikel 160, eerste lid, onder d, en artikel 231, tweede lid, van de Gemeentewet,
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Benoemings- en aanwijzingsbesluit heffing en invordering gemeentelijke belastingen Amsterdam 2022
aan te wijzen als de gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet:
Voor de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing, de leges op grond van de thans geldende Legesverordening en bijbehorende Legestabel, het binnenhavengeld, de onroerendezaakbelastingen, de parkeerbelastingen, de precariobelasting, de reinigingsrechten, de rioolheffing, de roerende ruimtebelastingen, de toeristenbelastingen, de vermakelijkhedenretributies, de lijkbezorgingsrechten, de marktgelden, de reclamebelasting en de BIZ-bijdragen:
aan te wijzen de volgende gemeenteambtenaren die in de plaats treden van de gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet, voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 voor de leges in de Legestabel, behorende bij thans geldende Legesverordening , de rioolheffing, de precariobelasting, de roerende ruimtebelastingen, de afvalstoffenheffing, de onroerende zaakbelastingen, de toeristenbelastingen, de vermakelijkhedenretributies, de reinigingsrechten, de lijkbezorgingsrechten, marktgelden en de BIZ-bijdragen:
aan te wijzen de volgende gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet:
aan te wijzen de volgende gemeenteambtenaren, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken:
in te trekken met ingang van 1 januari 2022 het Benoemings- en aanwijzingsbesluit heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2021, vastgesteld bij collegebesluit van 01-12-2020 (gemeenteblad 2020 320826), met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor deze datum hebben voorgedaan.