Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2022 |
Citeertitel | Verordening Precariobelasting 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Nieuwe regeling | 16-12-2021 | 2016286 |
Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
In afwijking van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, halfjaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een terzake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Dit geldt niet voor terrassen, met uitzondering voor de extra terrassen voor de zomerperiode.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Dit geldt niet voor terrassen, met uitzondering voor de extra terrassen voor de zomerperiode. Hier dient schriftelijk om te worden verzocht.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemde gevallen
Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede op de laatste dag van de maand twee maanden volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van een automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven en het aanslagbedrag minimaal €30,00 (zegge: dertig euro) bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De ‘Verordening Precariobelasting 2021’ vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2020, nr. XII-2 sub h wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 16 december 2021,
de griffier,
de voorzitter,
TARIEVENTABEL PRECARIOBELASTING 2022
als bedoeld in de "Verordening Precariobelasting 2022” en behorende bij die verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2021.