Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wetterskip Fryslân

Kwijtscheldingsverordening Wetterskip Fryslân

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWetterskip Fryslân
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingKwijtscheldingsverordening Wetterskip Fryslân
CiteertitelKwijtscheldingsverordening Wetterskip Fryslân
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpKwijtscheldingsverordening Wetterskip Fryslân

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 144 van de Waterschapswet
  2. artikel 26 van de Invorderingswet 1990
  3. https://wetten.overheid.nl/BWBR0004772/2019-06-20
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

23-11-2021

wsb-2021-15309

Tekst van de regeling

Intitulé

Kwijtscheldingsverordening Wetterskip Fryslân

Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân;

 

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân van 12 oktober 2021;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 144, derde en vierde lid van de Waterschapswet, artikel 26 Invorderingswet 1990, Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, Verordening op de watersysteemheffing, Verordening zuiveringsheffing, Verordening verontreinigingsheffing en de Legesverordening;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de Kwijtscheldingsverordening Wetterskip Fryslân.

 

 

Artikel 1. Kwijtschelding

Aan natuurlijke personen kan kwijtschelding worden verleend voor:

  • a.

    De verontreinigingsheffing voor woonruimten als bedoeld in artikel 7.2, tweede lid van de Waterwet;

  • b.

    De zuiveringsheffing voor woonruimten als bedoeld in artikel 122 d van de Waterschapswet;

  • c.

    De watersysteemheffing ingezetenen bedoeld in artikel 117, eerste lid van de Waterschapswet.

Van de heffingen bedoeld in artikel 1 sub a, b en c wordt aan kwijtscheldinggerechtigden voor 90% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend.

 

Artikel 2. Geen kwijtschelding

Geen kwijtschelding wordt verleend voor:

  • a.

    De watersysteemheffing voor ongebouwde onroerende zaken, de watersysteemheffing natuurterreinen en de watersysteemheffing voor gebouwde onroerende zaken, bedoeld in de Verordening watersysteemheffing Wetterskip Fryslân;

  • b.

    De verontreinigingsheffing met uitzondering van aanslagen voor woonruimten;

  • c.

    De zuiveringsheffing met uitzondering van aanslagen voor woonruimten;

  • d.

    Leges.

 

Artikel 3. Kosten van bestaan

  • 1.

    Bij de kwijtschelding van de in artikel 1 genoemde belastingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent van de bijstandsnorm zoals genoemd in de Participatiewet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW bedragen.

 

Artikel 4. Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

 

Artikel 5. Kwijtschelding voor ondernemers

Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van de in artikel 1 genoemde belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

 

Artikel 6. Verdeling betalingscapaciteit

Indien de betalingscapaciteit, als bedoeld in artikel 13 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, onvoldoende is om volledig aan de belastingschuld te voldoen, wordt de aanwezige betalingscapaciteit verhoudingsgewijs verdeeld over de aanslagen zuiveringsheffing, verontreinigingsheffing en watersysteemheffing ingezetenen, voor zover deze betrekking hebben op hetzelfde belastingjaar.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Kwijtscheldingsverordening Wetterskip Fryslân’.

  • 3.

    Het Noordelijk Belastingkantoor te Groningen is belast met de uitvoering van deze kwijtscheldingsverordening.

  • 4.

    De beleidsregels van Wetterskip Fryslân betreffende kwijtschelding komen met de inwerkingtreding van deze verordening te vervallen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân van 23 november 2021

 

L.M.B.C. Kroon,

O. Bijlsma,

Dijkgraaf

Secretaris-directeur

 

 

Toelichting Kwijtscheldingsverordening Wetterskip Fryslân

Algemeen

 

Artikel 144 van de Waterschapswet bepaalt dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding de regels van toepassing zijn die de Minister van Financiën heeft vastgesteld op basis van de Invorderingswet 1990. Daarbij krijgt het algemeen bestuur van het waterschap de bevoegdheid om in afwijking van die regels: - te bepalen dat in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend, en - regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan en de wijze waarop het vermogen in aanmerking worden genomen, die ertoe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend. Hierna verruimt artikel 3 de mate van kwijtschelding.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

In dit artikel is bepaald dat aan natuurlijke personen kwijtschelding kan worden verleend voor de in dit artikel genoemde waterschapsbelastingen. Kwijtschelding wordt voor maximaal 90% van het verschuldigde bedrag verleend.

 

Artikel 2

In dit artikel is ten overvloede bepaald welke belastingplichtigen en welke belastingaanslagen niet voor kwijtschelding in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 3

In afwijking van de ministeriële regeling die ervan uit gaat dat 90% van de bijstandsuitkering moet worden beschouwd als minimale kosten van bestaan (de zogenaamde 90%-norm) hanteert het waterschap de 100% norm.

De verruiming van de kwijtscheldingsnorm voor AOW-gerechtigden sluit aan bij de door de meerderheid van de gemeenten in het beheergebied gevolgde gedragslijn die ter zake van AOW-gerechtigden bij kwijtschelding de AOW-norm hanteren en niet de norm uit de Participatiewet.

 

Artikel 4

De doelgroep die het betreft heeft een of meerdere kinderen en heeft een inkomen op bijstandsniveau. In het belang van de ontwikkeling van de kinderen die tot deze doelgroep behoren en gelijkstelling met andere kinderen die het beter hebben getroffen is er uit sociale overwegingen voor gekozen om de kinderopvangtoeslag en de tegemoetkoming ingevolge de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen niet te betrekken bij de beoordeling van het recht op kwijtschelding.

 

Artikel 5

Natuurlijke personen die geen inkomen hebben uit loondienst en/of een uitkering, maar als zelfstandig ondernemer werken hebben ook recht op kwijtschelding als de betalingscapaciteit onvoldoende is. De berekening van de betalingscapaciteit is op basis van genoemde artikelen in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Het vermogen wat noodzakelijk is voor het voortbestaan van de onderneming wordt buiten beschouwing gelaten.

 

Artikel 6

In het geval de betalingscapaciteit niet voldoende is om alle belastingschulden aan het waterschap te voldoen, wordt op grond van deze bepaling van alle aanslagen gedeeltelijk kwijtschelding verleend. Deze bepaling heeft voor de belastingplichtige geen extra gevolgen, maar is van belang voor de interne financiële boekhouding van NBK en het waterschap.