Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Culemborg

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van Culemborg 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCulemborg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het onderzoeksrecht van de raad van Culemborg 2021
CiteertitelVerordening op het onderzoeksrecht van de raad van Culemborg 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening voor de onderzoekscommissie zoals vastgesteld op 29 januari 2004.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 155a van de Gemeentewet
  3. artikel 155b van de Gemeentewet
  4. artikel 155c van de Gemeentewet
  5. artikel 155d van de Gemeentewet
  6. artikel 155e van de Gemeentewet
  7. artikel 155f van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-2021nieuwe regeling

09-12-2021

gmb-2021-460865

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van Culemborg 2021

De raad van de gemeente Culemborg;

gelet op de artikelen 149 en 155a tot en met 155f van de Gemeentewet;

 

 

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van Culemborg 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    getuigen en deskundigen: personen als bedoeld in artikel 155b, eerste lid, juncto artikel 155c, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • b.

    griffier: de griffier van de gemeente Culemborg;

  • c.

    onderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • d.

    onderzoekscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet;

  • e.

    raad: de raad van de gemeente Culemborg;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg.

Artikel 2 Instellen van onderzoek

  • 1.

    Op voorstel van een of meer van zijn leden kan de raad besluiten een onderzoek in te stellen naar het door de burgemeester of het college gevoerde bestuur.

  • 2.

    Het voorstel tot het uitvoeren van een onderzoek bevat tenminste een omschrijving van het onderwerp van het onderzoek met een toelichting.

Artikel 3 Onderzoekscommissie

  • 1.

    In de eerstvolgende raadsvergadering na de raadsvergadering waarin het in artikel 2, eerste lid, bedoelde besluit wordt genomen stelt de raad de onderzoekscommissie in, beslist omtrent het aantal leden en benoemt de leden van deze commissie uit zijn midden. Deze commissie bestaat uit minimaal 3 raadsleden. Nadere invulling inclusief de onderverdeling van werkzaamheden wordt op een later tijdstip bepaald.

  • 2.

    De raad wijst een toereikend aantal plaatsvervangende leden aan.

  • 3.

    Bij de instelling van de onderzoekscommissie stelt de raad het budget vast dat de onderzoekscommissie voor het onderzoek ter beschikking staat. Gedurende het onderzoek kan de raad het budget aanpassen.

  • 4.

    Bij de instelling van de onderzoekscommissie stelt de raad tevens nadere regels vast met betrekking tot de rapportage van de onderzoekscommissie aan de raad.

Artikel 4 Voorzitter/plaatsvervangend voorzitter

  • 1.

    De leden van de onderzoekscommissie kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de beraadslaging en zitting;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het bewaken van het door de raad voor het onderzoek vastgestelde budget;

    • d.

      het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

    • e.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 5 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van de onderzoekscommissie eindigt indien:

    • a.

      de raad besluit tot opheffing van de onderzoekscommissie;

    • b.

      een lid ophoudt lid te zijn van de raad;

    • c.

      de onderzoekscommissie besluit een lid te horen;

    • d.

      een lid ontslag neemt.

  • 2.

    Een lid van de onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3.

    In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4.

    De leden 1 tot en met 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

Artikel 6 Bevoegdheden van de onderzoekscommissie

  • 1.

    De onderzoekscommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.

  • 2.

    De onderzoekscommissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op vrijwillige basis.

  • 3.

    De onderzoekscommissie stelt vooraf gezamenlijk vast welke personen voor de commissie worden opgeroepen.

  • 4.

    De onderzoekscommissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht, mits dit binnen het door de raad vastgestelde onderzoeksbudget blijft.

  • 5.

    De onderzoekscommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking.

  • 6.

    De onderzoekscommissie kan de bovengenoemde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn.

  • 7.

    De onderzoekscommissie besluit met meerderheid van stemmen. In geval de stemmen staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 8.

    Het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad en raadscommissies van de gemeente Culemborg 2021 is niet van toepassing.

Artikel 7 Ambtelijke bijstand

  • 1.

    De griffier of een door de griffier aan te wijzen griffiemedewerker ondersteunt de onderzoekscommissie als commissiegriffier. De griffier van de onderzoekscommissie kan zich laten ondersteunen door één of meer door de griffier aan te wijzen andere medewerkers.

  • 2.

    Indien de gevraagde ondersteuning niet door de griffie(r) kan worden verleend kan de griffier de gemeentesecretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde ondersteuning zo spoedig mogelijk verlenen. De ambtenaren worden in voldoende mate vrijgesteld voor de gevraagde ondersteuning.

  • 3.

    De griffier van de onderzoekscommissie is bij iedere zitting van de onderzoekscommissie aanwezig.

  • 4.

    Bij verhindering of afwezigheid van de griffier van de onderzoekscommissie wordt diens plaats ingenomen door een door de griffier aan te wijzen vervanger.

  • 5.

    De Verordening op de raadsondersteuning Gemeente Culemborg 2018 is niet van toepassing.

Artikel 8 Zittingen

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting en brengt die ter openbare kennis.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden van de onderzoekscommissie, getuigen en deskundigen ten minste twee weken voor de zitting op.

  • 3.

    Binnen drie werkdagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 4.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken getuige of deskundige medegedeeld en openbaar gemaakt.

Artikel 9 Onwillige getuigen en deskundigen

  • 1.

    Indien een opgeroepen getuige of deskundige niet verschijnt, wordt daarvan door de griffier een proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal staan in ieder geval een nauwkeurige omschrijving van de wijze van oproeping en van de reden waarom naar de mening van de onderzoekscommissie de getuige of deskundige verplicht is om aan de oproep van de onderzoekscommissie te voldoen.

  • 2.

    De onderzoekscommissie besluit indien een situatie als genoemd in het eerste lid zich voordoet of een niet verschenen getuige of deskundige met gebruikmaking van artikel 155d, tweede lid van de gemeentewet alsnog voor de commissie zal worden gebracht.

  • 3.

    Indien een getuige weigert de eed of belofte af te leggen of weigert te antwoorden op vragen van de onderzoekscommissie wordt hiervan door de griffier een proces-verbaal opgemaakt;

  • 4.

    Indien de onderzoekscommissie het sterke vermoeden heeft dat door een getuige meineed wordt gepleegd, doet de voorzitter hiervan aangifte bij het openbaar ministerie.

  • 5.

    Opgestelde processen-verbaal worden door de aanwezige leden van de onderzoekscommissie en de griffier ondertekend.

Artikel 10 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare zittingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren te doen vertrekken.

  • 4.

    Tijdens de zitting is het gebruik van elektronische hulpmiddelen zoals smartphone, tablet, iPad en laptop toegestaan. Indien dit gebruik de orde van de zitting verstoort, dient de gebruiker op eerste aanwijzing van de voorzitter het betreffende apparaat uit te schakelen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven is de voorzitter bevoegd de betrokken persoon en/of het betreffende apparaat uit de raadzaal te verwijderen of te doen verwijderen.

Artikel 11 Geluid- en beeldregistraties

  • 1.

    De griffier van de onderzoekscommissie draag zorg voor het maken geluidsopnames van de verhoren, tenzij de onderzoekscommissie oordeelt dat dit niet noodzakelijk is.

  • 2.

    Anderen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Artikel 12 Verslaglegging zitting

  • 1.

    De griffier van de onderzoekscommissie draagt zorg voor de verslaglegging van de zitting.

  • 2.

    Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang.

  • 3.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    De schriftelijke aantekening van de afgelegde verklaringen of gegeven reacties wordt aan de getuigen of deskundigen ter inzage verstrekt.

  • 6.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de griffier van de onderzoekscommissie.

Artikel 13 Beraadslagingen

  • 1.

    De onderzoekscommissie beraadslaagt indien een lid dat nodig acht.

  • 2.

    De onderzoekscommissie beraadslaagt achter gesloten deuren.

  • 3.

    De griffier van de onderzoekscommissie draagt zorg voor het maken van een beknopt verslag van een commissievergadering van intern beraad, dat de commissie in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 4.

    De onderzoekscommissie kan bepalen dat uit een vergadering van intern beraad van de onderzoekscommissie geen mededelingen mogen worden gedaan en dat de verslagen van de commissie als geheim worden aangemerkt, totdat de onderzoekscommissie een rapport aan de raad presenteert.

Artikel 14 Budget van de commissie

  • 1.

    In het instellingsbesluit als bedoeld in artikel 3 lid 3 geeft de raad de omvang van het budget aan, dat de onderzoekscommissie bij de uitvoering van haar onderzoek kan besteden.

  • 2.

    Ten laste van het in het in artikel 3 lid 3 bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      De kosten van externe deskundigen die eventueel door de onderzoekscommissie worden ingeschakeld.

    • b.

      De kosten van vervanging van de medewerkers, genoemd in artikel 7, tweede lid.

    • c.

      Overige uitgaven die de onderzoekscommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    De onderzoekscommissie is voor de besteding van het budget verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

Artikel 15 Afronding onderzoek

  • 1.

    De onderzoekscommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport aan de onderzoekscommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De onderzoekscommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 2.

    Na afronding van het onderzoek brengt de onderzoekscommissie schriftelijk rapport uit aan de raad en worden de bevindingen aan de raad voorgelegd.

Artikel 16 Opheffing van de commissie

  • 1.

    Indien de raad een besluit tot het instellen van een onderzoek genomen heeft en dientengevolge een onderzoekscommissie ingesteld heeft, dan blijft deze onderzoekscommissie bestaan totdat de raad heeft besloten haar op te heffen.

  • 2.

    Artikel 155a lid 7 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de opheffing van de onderzoekscommissie.

Artikel 17 Intrekken oude verordening, inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    De verordening voor de onderzoekscommissie zoals vastgesteld op 29 januari 2004 wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van deze nieuwe verordening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van Culemborg 2021.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Culemborg, gehouden op 9 december 2021.

De griffier

A.N. van Aarsen

De voorzitter

G. van Grootheest