Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerenveen

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Heerenveen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerenveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Heerenveen 2021
CiteertitelVerordening op ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Heerenveen 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 33 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-2021Nieuwe regeling

02-12-2021

gmb-2021-459325

Z.21.354135/D.21.1495346

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Heerenveen 2021

De raad van de gemeente Heerenveen

 

gelezen het voorstel van het presidium van 27 september 2021

 

gelet op artikel 33 Gemeentewet,

besluit:

 

vast te stellen de Verordening Ambtelijke bijstand en Fractieondersteuning Heerenveen 2021

 

Hoofdstuk 1 Begrippen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Heerenveen.

  • b.

    Secretaris: de secretaris van het college van burgemeester en wethouders, tevens directeur van de ambtelijke organisatie.

  • c.

    Ambtelijke bijstand: Bijstand verleent door onder het gezag van het college werkzame ambtenaren.

  • d.

    Fractie: fractie als bedoeld in het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.

Hoofdstuk 2 Ambtelijke bijstand

Artikel 2. Ambtelijke bijstand

  • 1.

    Elk raadslid heeft recht op ambtelijke bijstand.

Artikel 3. Verzoek om informatie

  • 1.

    Een raadslid wendt zich rechtstreeks of via de griffier tot een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2.

    Als de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie zoals bedoeld in het eerste lid, brengt hij de secretaris daarvan op de hoogte. Indien de secretaris besluit het verzoek niet te honoreren informeert hij de griffier.

  • 3.

    Een raadslid kan de griffier verzoeken om informatie, anders dan bedoeld in het eerste lid, en bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen, moties of andere bijstand.

  • 4.

    De bijstand, zoals bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Als de gevraagde bijstand niet door de griffie kan worden verleend, kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

  • 5.

    De ambtenaar die de bijstand, zoals bedoeld in het derde lid, heeft verleend, stelt de griffier, de secretaris en de portefeuillehouder, direct op de hoogte van de verstrekte informatie of het uitgebrachte advies.

Artikel 4. Voorwaarden verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1.

    Een ambtenaar verleent ambtelijke bijstand aan een raadslid tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      de gevraagde bijstand een dusdanig groot beslag legt op de ambtelijke capaciteit dat de uitvoering van de aan de dienst of een onderdeel daarvan opgedragen werkzaamheden in het gedrang komt.

  • 2.

    De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3.

    Als de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, dan deelt de secretaris dit met redenen mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 5. Weigering verzoek ambtelijke bijstand

Als het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd, dan kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.

Artikel 6. Geschil over ambtelijke bijstand

  • 1.

    Als een raadslid niet tevreden is over een door een ambtenaar verleende ambtelijke bijstand, dan doet hij via de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2.

    Als het overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen de griffier en secretaris de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 7. Openbaarheid

  • 1.

    Het doen van een verzoek om ambtelijke bijstand is niet geheim. Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim moet worden gehouden.

  • 2.

    De secretaris verstrekt de betreffende portefeuillehouder in het college indien gewenst een afschrift van het verzoek.

  • 3.

    Als (leden van) het college informatie wensen over een dergelijk verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies, dan richten zij zich rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Hoofdstuk 3 Fractievergoeding

Artikel 8. Recht op financiële vergoeding

  • 1.

    Fracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel voor elke fractie en een deel per raadszetel. De helft van de beschikbare middelen is bestemd voor het vaste deel per fractie, de andere helft voor het deel per raadszetel. Deze bedragen worden jaarlijks verhoogd volgens de gemeentelijke begrotingsrichtlijnen.

Artikel 9. Besteding financiële vergoeding

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen, aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen, tenzij het gaat om een vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften, leningen, beleggingen en voorschotten;

    • d.

      uitgaven die betaald moeten worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor individuele raads- en commissieleden;

    • f.

      bestedingen aan raadsleden of bedrijven van raadsleden voor werkzaamheden die zij als (beleids-)medewerker of anderszins in opdracht van een fractie verrichten;

    • g.

      reizen buiten het grondgebied van de gemeente;

    • h.

      (her)verkiezing van raadsleden.

Artikel 10. (Voorschot) bijdrage fractieondersteuning

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt vóór 31 januari van het betreffende kalenderjaar in de vorm van een voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2.

    In het jaar dat er verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot vóór 31 januari verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt, wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met te veel ontvangen voorschotten van de jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld.

Artikel 11. Gevolgen splitsing fractie

Nieuw gevormde fracties als gevolg van afsplitsing of samenvoeging ontvangen bij de aanvang van het nieuwe kalenderjaar volgend op het jaar waarin de afsplitsing of samenvoeging heeft plaatsgevonden, de bijdrage voor fractieondersteuning als bedoeld in artikel 8.

Artikel 12. Reserve

  • 1.

    De raad reserveert het in een jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam op grond van artikel 8 lid 2.

  • 3.

    Het beroep in een jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de verrekening over dat jaar.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

Artikel 13. Verantwoording

  • 1.

    Elke fractie legt, binnen 2 maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning door middel van een verslag.

  • 2.

    De griffier stelt een lijst van verantwoordingen samen en legt de verslaglegging voor aan de raad via het presidium. Het presidium brengt advies uit aan de raad.

  • 3.

    De raad stelt na ontvangst van de verantwoordingen en het verslag de hoogte vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid wordt door fracties die na verkiezingen of tussentijds als zodanig ophouden te bestaan rekening en verantwoording afgelegd binnen 2 maanden na de verkiezingsdatum respectievelijk de datum van beëindiging van de activiteit.

Artikel 14. Toepassing Awb

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de financiële middelen die een fractie ontvangt.

Artikel 15. Intrekken oude verordening

De verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning, vastgesteld op 20 oktober 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 16. Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 17. Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Heerenveen 2021.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 december 2021.

De griffier,

mevrouw L.Roest-Jonkers

De voorzitter,

de heer T.J.van der Zwan

Bijlage bij artikel 9 besteding financiële vergoeding

 

WEL BESTEDEN AAN

NIET BESTEDEN AAN

Raadswerkzaamheden (m.n. politiek getinte)

 

 

Uitgaven in strijd met wettelijke bepalingen en overige regelingen: het is in strijd met de Gemeentewet (artikel 99) als een fractie-ondersteuner politiek-inhoudelijk ondersteunende werkzaamheden uitoefent voor zichzelf als raads- of commissielid.

 

Een raads- of commissielid kan niet betaald worden als fractie-ondersteuner, en kan ook niet worden bezoldigd uit fractievergoeding.

Personele ondersteuning (secretarieel, organisatorisch, inhoudelijk, onderzoek, coaching)

 

Kosten die specifiek worden gemaakt voor het ondersteunen en inrichten van de fractie (bijvoorbeeld voor het onderhoud van de website).

Uitgaven aan politieke partijen, daarmee verbonden instellingen of natuurlijke personen.

 

Uitgaven aan raads- en commissieleden of bedrijven van raads- en commissieleden voor werkzaamheden die zij als (beleids-)medewerker of anderszins in opdracht van een fractie verrichten.

Inhuren van extern advies en expertise ten behoeve van de fractie

 

Informatievoorziening aan de burger. Bijvoorbeeld via website, infobulletin, nieuwsbrief, politieke vergadering.

 

Financiële en facilitaire ondersteuning bij uitwerken van initiatieven volksvertegenwoordigende rol

 

Organiseren bijeenkomsten (zaalhuur, organisatie, publiciteit)

Ontvangst van andere raads- en/of Statenfracties

Fractie excursies, werkbezoeken e.d.

Lief en leed zoals presentjes, bloemen, kaarten e.d.

Opleidingen, cursussen, seminars gericht op (het versterken van) het functioneren van de fractie als geheel

Opleidingen, cursussen en andere scholingsactiviteiten, bezoek congressen etc. voor individuele raads- en commissieleden*

Administratiekosten t.b.v. gehele fractie

Giften, leningen, beleggingen en voorschotten

 

Individuele administratiekosten van raads- en commissieleden*

 

Individuele telefoon- en internetkosten, pc-apparatuur en -programmatuur van raads- en commissieleden*

Fractievergaderingen op locatie

Activiteiten die verband houden met de verkiezingen of de herverkiezing:

 

• verkiezingsavonden en andere verkiezingsactiviteiten, bezoek congressen etc.

• verkiezingscampagnes of partijbelangen.

Fractieweekenden e.d.

 

Kosten ondersteuning van de fractie door de fractieassistenten of anderen; vergoeding werkzaamheden en onkosten

Individuele gemaakte reiskosten als raads- en commissielid*

 

Buitenlandse reizen

* Deze uitgaven moeten betaald worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen.

 

Toelichting op de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet en legt vast dat de raad en individuele raadsleden een recht op ambtelijke bijstand hebben. Voor politieke groeperingen bestaat daarnaast een recht op fractieondersteuning. De uitwerking van deze rechten moet in een verordening worden geregeld.

Dat de raad beschikt over een griffier met griffie betekent niet dat er geen behoefte meer zou zijn aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie is, in vergelijking met de reguliere organisatie beperkt in omvang. Voor specialistische hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties en regelingen zal een beroep op deze organisatie dan ook nodig blijven. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. De wetgever heeft dat onderkend en het recht op deze vorm van ambtelijke ondersteuning expliciet vastgelegd. Deze verordening vormt de uitwerking van dit recht.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Dit recht heeft, naast elk raadslid, ook elk commissielid, dat door de raad is benoemd als lid van een raadscommissie.

Artikel 3 en 4

De verordening is niet bedoeld om formele barrières op te werpen die het verlenen van bijstand aan raadsleden bemoeilijkt. Als het gaat om het verzoek om informatie van feitelijke aard, dan wel inzage in of afschrift van openbare documenten, kan een raadslid rechtstreeks contact opnemen met de ambtenaar of via de griffier die het verzoek kan neerleggen bij een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie. Het begrip document wordt hier overigens gebruikt in de betekenis die het in de Wet openbaarheid van bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur. In de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet wordt voor niet openbare documenten een regeling gegeven.

De bijstand wordt zo snel mogelijk verleend. Het is niet mogelijk om hiervoor vaste termijnen in de verordening op te nemen vanwege de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek. De griffier ziet erop toe dat er voortgang blijft in het proces.

Artikel 5

Beoordeling of één van de in artikel 4 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie. Artikel 5 regelt dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester. Het ligt in de rede dat hij hierover overleg voert met de secretaris en de griffier (en indien nodig ook het betrokken raadslid). Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover de burgemeester verzoeken verantwoording af te leggen (artikel 180 Gemeentewet).

Artikel 6

Ook als - naar de mening van het raadslid - op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven, dan kan de zaak aan een hogere instantie worden voorgelegd. De burgemeester is daar, gezien zijn eigenstandige positie in het gemeentelijke bestuur, de meest aangewezen instantie voor. Wel dient het betrokken raadslid of de griffier hierover eerst overleg te voeren met de secretaris.

Artikel 7

Een raadslid moet er bij een verzoek om ambtelijke bijstand van uit kunnen gaan, dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk handelt van het college. De verordening geeft de mogelijkheid voor een raadslid om het verzoek en de inhoud van de ambtelijke bijstand geheim te houden.

In het tweede lid wordt gewezen op het belang dat de betrokken portefeuillehouder heeft van het op de hoogte zijn van het feit dat bijstand is verleend door onder zijn verantwoordelijkheid functionerende ambtenaren. Gezien de afstand tussen raad en college is het logisch dat er een melding wordt gemaakt van het verlenen van ambtelijke bijstand. Het college en de secretaris kunnen afspreken in welke gevallen hiervan melding wordt gemaakt.

Het derde lid voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen raad en college terecht komt. Als een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk van het college handelt. Om ervoor te zorgen dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over een verzoek, is er bepaald dat wethouders of de burgemeester zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand behoort tot één van zijn taken. Als hij deze taak niet goed uitoefent, dan kan het college de ambtenaar hierop aanspreken.

Artikel 8

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.

Artikel 9

Voor wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning wordt de fracties grotendeels de vrijheid gelaten. Er geldt wel een minimumvoorwaarde. De bijdrage moet wel worden besteed aan raadswerkzaamheden en er moet een relatie zijn met het functioneren van de fractie. De fractie moet er beter van gaan functioneren. Daarnaast zijn er ook een aantal onderwerpen waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden, bijvoorbeeld voor de verkiezingen.Algemene opleidingen voor raads- en commissieleden worden meestal georganiseerd door de griffie(r). Dit wordt betaald uit de gemeentelijke bedrijfsvoering en niet met de fractieondersteuning. Deze cursussen worden vaak gegeven door politiek neutrale instituten. Als een cursus politiek georiënteerd is, dan kunnen deze wel worden betaald met de fractieondersteuning en eigen bijdragen van fractieleden.

Artikel 13

Met het verslag wordt nagegaan of de fracties de vergoeding volgens de regels hebben gebruikt. Het verslag is vrij globaal door deregulering. Uit het verslag kan naar voren komen dat er een verrekening moet plaatsvinden met het verstrekte voorschot.

Als er niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt, dan zal de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot kunnen terugvorderen. Voor fracties die als gevolg van verkiezingen of om andere redenen uit de raad verdwijnen, is het tijdstip van het afleggen van rekening en verantwoording uit een oogpunt van continuïteit naar voren gehaald.

De raad kan sanctiemogelijkheden hanteren wanneer een fractie niet handelt volgens de verordening. Bijvoorbeeld wanneer de fractievergoeding niet gebruikt wordt waarvoor die bedoeld is, er geen onderbouwing is, de verantwoording niet tijdig of volledig wordt ingediend of wanneer te veel ontvangen niet tijdig worden terugbetaald.

De vermelding in de verordening van de mogelijkheid van terugvordering is strikt genomen overbodig omdat die mogelijkheid ook al bestaat op grond van artikel 4:57 van de Awb. Bestedingen in strijd met deze verordening kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 14

Als fractieondersteuning de vorm heeft van financiële middelen is er sprake van een subsidie als bedoeld in titel 4.2 Awb.In de regel zal het met name gaan over de mogelijkheid om bezwaar en beroep in te stellen tegen de beschikking die een bepaald budget ter beschikking stelt of zoals hierboven omschreven, om de mogelijkheid bezwaar en beroep in te stellen tegen een terugvordering.