Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerenveen

Convenant zorg- en veiligheidsteam Heerenveen 2021 e.v.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerenveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingConvenant zorg- en veiligheidsteam Heerenveen 2021 e.v.
CiteertitelConvenant zorg- en veiligheidsteam Heerenveen 2021 e.v.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. Jeugdwet
  3. Participatiewet
  4. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-2021Nieuwe regeling

13-12-2021

gmb-2021-458001

Z.21.351160

Tekst van de regeling

Intitulé

Convenant zorg- en veiligheidsteam Heerenveen 2021 e.v.

De gemeente Heerenveen is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid alsmede de maatschappelijke ondersteuning van haar inwoners met beperkingen, psychische en psychosociale problemen, schuldenproblematiek, jeugdzorg en begeleiding van inwoners met arbeidsmogelijkheden naar werk. Om haar verantwoordelijkheid te kunnen nemen heeft de gemeente Heerenveen onderstaande convenantpartners gevraagd om haar daarbij te helpen en samen te werken in het zorg- en veiligheidsteam. Met dit convenant worden de afspraken vastgelegd rondom de samenwerking tussen de partijen die hieronder zijn benoemd. Uit dit convenant blijkt duidelijk wie, met welk doel en met welke inzet deelneemt aan het zorg- en veiligheidsteam, alsook wie waarover, op welk niveau, regie voert en hoe besluitvorming plaatsvindt.

Samenwerking en/of informatie-uitwisseling alleen indien noodzakelijk

Het is niet de bedoeling dat partijen informatie gaan uitwisselen over iedereen die in behandeling is, is geweest of gebruik maakt van voorzieningen zoals schuldhulp, jeugdhulp of verslavingszorg. Samenwerking is altijd maatwerk.

 

De volgende partijen:

  • 1.

    Gemeente Heerenveen;

  • 2.

    Accolade;

  • 3.

    WoonFriesland;

  • 4.

    Elkien;

  • 5.

    Politie;

  • 6.

    GGZ Friesland;

  • 7.

    Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN);

  • 8.

    Veiligheidsregio Fryslân.

Hierna gezamenlijk te noemen: convenantpartners.

 

Overwegen hierbij dat:

  • i.

    Wij de noodzaak zien van samenwerking om de doelgroep, die tussen wal en schip (dreigen te) vallen, de juiste hulp en ondersteuning te bieden;

  • ii.

    Wij de noodzaak zien van samenwerking om zoveel mogelijk te voorkomen dat deze mensen verder in de problemen komen;

  • iii.

    Wij de noodzaak zien van samenwerking om de leefbaarheid in buurten/wijken op peil te houden en overlast zoveel mogelijk te voorkomen of beperken;

  • iv.

    Wij de noodzaak zien om, met als doel efficiënt en adequaat samen te werken en de privacy van mensen te waarborgen, sluitende afspraken te maken over overlegvormen en gegevensdeling;

  • v.

    Wij in het kader van deze samenwerking het samenwerkingsverband: zorg- en veiligheidsteam hebben opgezet;

  • vi.

    Wij daarbij van mening zijn dat bundeling en afstemming en gezamenlijke inzet leidt tot een aanpak van complexe probleemsituaties die als geheel meer omvat dan de som der delen;

  • vii.

    We binnen het zorg- en veiligheidsteam vertrouwen hebben in elkaars professionaliteit. Dat betekent dat we er op vertrouwen dat individuele partijen steeds een zorgvuldige afweging maken of het noodzakelijk is om anderen te betrekken of te informeren, dit bespreken met de persoon, en indien noodzakelijk proberen diens medewerking en toestemming te krijgen;

  • viii.

    We opereren met respect voor elkaars verantwoordelijkheden en de juridische kaders. In het bijzonder respecteren we het medisch beroepsgeheim en het beroepsgeheim van de jeugdhulpverlener, en de eigen verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaren om afwegingen te maken om dat beroepsgeheim te doorbreken. En we begrijpen dat dat in principe alleen met toestemming kan, tenzij er sprake is van een conflict is van plichten;

  • ix.

    In situaties waarin persoonsgegevens niet kunnen worden uitgewisseld, bijvoorbeeld vanwege professionele geheimhoudingsverplichtingen, zoeken we naar manieren waarop wél een bijdrage geleverd kan worden aan de oplossing voor de probleemsituatie van de persoon of het huishouden;

  • x.

    We gebruiken informatie van een andere partij niet voor andere doeleinden dan afgesproken is;

  • xi.

    Als er iets niet goed gaat, gaan we met elkaar in gesprek om ervan te leren en samen beter te worden;

  • xii.

    Wij zetten ons in voor het zorg- en veiligheidsteam door personele bijdragen te leveren;

  • xiii.

    Wij in dit convenant afspraken hebben gemaakt voor de domein overstijgende aanpak, die met de ondertekening van dit convenant bestuurlijk geborgd zijn.

Doel

Onder regie van de gemeente Heerenveen samenwerken aan de domein overstijgende aanpak. Het doel is gezamenlijk bijdragen aan een optimaal woon- en leefklimaat voor inwoners en diens omwonenden in de buurt, wijk of gemeente(n). De samenwerking is specifiek gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid, het signaleren van (complexe) problematiek, het stabiliseren van de situatie en het op gang brengen van een hulpverleningstraject, het bieden van de juiste ondersteuning en het voorkomen en verminderen van (ernstige) overlast bij (ernstig) verward en/of overlastgevend gedrag en het adequaat ingrijpen bij gevaarlijke situaties voor bewoners en professionals. Daarnaast is de samenwerking gericht op nazorg voor ex-gedetineerden die weer zelfstandig gaan wonen, het vroegtijdig signaleren van individuele problematiek dat kan leiden tot een huisuitzetting en/of negatieve gevolgen voor de inwoner c.q. de (woon)omgeving, voor zover mogelijk, huisuitzettingen te voorkomen en in voorkomende gevallen een voorwaardelijke tweede kans te bieden na een onvermijdbare huisuitzetting.

 

Dit betekent dat er vragen/problemen zijn op meerdere leefgebieden waardoor meerdere voorzieningen nodig zijn.

 

Er is sprake van één of meerdere onderstaande situaties:

  • -

    Maatschappelijke onrust;

  • -

    Politieke gevoeligheid;

  • -

    Openbare orde & veiligheid;

  • -

    Dreigende uithuiszetting;

  • -

    Dak- en thuisloosheid;

  • -

    Ontslag uit detentie;

  • -

    Overlast;

  • -

    Verwaarlozing van zichzelf en/of kinderen;

  • -

    Veiligheid van de betreffende inwoner of omgeving is (mogelijk) in gevaar of dreigt in gevaar te komen;

  • -

    Inwoner accepteert geen reguliere zorg- of hulpverlening of gemeentelijke ondersteuning terwijl dit wel nodig is.

Het gaat hierbij dan om een inwoner die:

  • -

    Niet in staat is om zelf regie te voeren over zijn eigen leven en heeft een lage zelfredzaamheid;

  • -

    Zorg mijdend is en problemen ontkent en geen derde of een instantie inschakelt;

  • -

    Niet in staat is om de situatie zelf op te lossen;

  • -

    Ondersteuning van de gemeente nodig heeft.

De problemen zijn zodanig dat procesregie nodig is. Dit betekent dat de gemeente regie voert op de inzet van partijen/partners om doelen te bereiken. Inzet van bemoeizorg kan nodig zijn.

Verwerking persoonsgegevens

Door de inzet van de gemeente en een combinatie van (bestuurlijke) interventies, (bemoei)zorg en ondersteuning in de richting van betrokkene worden de leefbaarheid en sociale veiligheid bevorderd, hetgeen gezien moet worden als een zwaarwegend algemeen – en daarmee gerechtvaardigd – belang. Daartoe worden persoonsgegevens verwerkt die bijdragen aan:

  • a.

    het voorkomen dan wel oplossen van (complexe) problematiek door de juiste zorg en ondersteuning te geven;

  • b.

    het voorkomen van (verder) overlastgevend gedrag of verder verslechteren van die inwoner(s);

  • c.

    het bevorderen van zelfredzaamheid en van een optimaal woon- en leefklimaat voor betrokkene en diens omwonenden;

  • d.

    het kunnen inschatten van en adequaat kunnen optreden ter voorkoming dan wel beëindiging van gevaarlijke situaties;

  • e.

    het mogelijk maken van samenwerking met het oog op de hierboven geformuleerde doeleinden.

Grondslag

De grondslag voor het verstrekken van persoonsgegevens wordt ontleend aan de eigen taak van de partij of partner (zie bijlage 4). Partners dienen bij elke casus de afweging te maken of zij een grondslag hebben om persoonsgegevens te delen. Partners zijn zelfstandig verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens daar waar het de uitoefening van hun eigen (publiekrechtelijke) taken binnen de samenwerking betreft. Daarnaast houden partners zich aan de voor hun organisatie geldende privacywet- en regelgeving;

 

Gemeente: artikel 6 lid 1 sub e AVG (taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag)

 

Politie: artikel 20 Wet politiegegevens.

 

GGZ/Verslavingszorg/Veiligheidsregio Fryslân: artikel 6 lid 1 sub a (toestemming van betrokkene) of artikel 6 lid 1 sub b jo. artikel 9 lid 2 sub h AVG en de WGBO en Handreiking Gegevensdeling Bemoeizorg (noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is).

 

Woningcorporaties: artikel 6 sub b AVG (noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is) of sub f (noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde).

 

Bij het verwerken van persoonsgegevens worden de volgende uitgangspunten in acht genomen:

  • I.

    Partijen dragen er zorg voor dat de persoonsgegevens die zij verwerken: (i) toereikend, (ii) ter zake dienend, (iii) niet bovenmatig, en (iv) juist en nauwkeurig zijn;

  • II.

    Persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan noodzakelijk voor het doel of de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt;

  • III.

    De convenantpartners betrachten strikte geheimhouding ten aanzien van de informatie die convenantpartners in het overleg over een casus inbrengen en waarvan zij kennisnemen, behoudens voor zover een bij of krachtens de wet gegeven voorschrift tot verstrekking verplicht of zijn taak daartoe noodzaakt;

  • IV.

    Voorafgaand aan elk overleg wordt door de procesregisseur de vraag gesteld of de juiste partners zijn uitgenodigd en of het noodzakelijk voor hun is om kennis te nemen van de persoonsgegevens. Ook kunnen de partners op elk moment aangeven dat het voor hun niet meer noodzakelijk is kennis te nemen van de persoonsgegevens en/of deel te nemen aan het overleg.

Gegevensdeling

Gegevensdeling vindt plaats via mailwisseling. Als persoonsgegevens gedeeld worden via de mail dan controleert de partij die de gegevens deelt of er gemaild wordt aan de juiste persoon en dat de gegevens beveiligd worden verstuurd. Partijen spreken hiervoor af dat iedere partij zorg draagt dat zij mailberichten met persoonsgegevens op de voor hun beschikbare wijze beveiligd versturen. Bij iedere gegevensverstrekking dient nagegaan te worden of persoonsgegevens daadwerkelijk met alle partijen gedeeld moeten/mogen worden.

Beveiliging

Iedere partner draagt zorg voor de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van de persoonsgegevens. Hiertoe treft de partner afdoende technische en organisatorische maatregelen ten behoeve van de beveiliging van de persoonsgegevens en de verwerkingen daarvan. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau gelet op de risico's die de verwerking en de aard van te beschermen gegevens met zich meebrengen. De maatregelen zijn er mede op gericht onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.

 

Hierbij worden concreet de volgende afspraken gemaakt:

  • -

    Er is een sluitende formele registratie- en afmeldprocedure voor het beheren van gebruikersidentificaties;

  • -

    Documenten die vertrouwelijke informatie (persoonsgegevens) bevatten, zijn opgeslagen op een plek die niet toegankelijk is voor onbevoegden;

  • -

    Documenten met persoonsgegevens behoren op een veilige en beveiligde manier te worden verwijderd als ze niet langer nodig zijn, bijvoorbeeld door versnippering van fysieke documenten of het onherstelbaar verwijderen van digitale documenten;

  • -

    Er is uitsluitend toegang verleend tot informatiesystemen na autorisatie door een bevoegde functionaris;

  • -

    Alle uitgegeven toegangsrechten worden minimaal eenmaal per jaar beoordeeld;

  • -

    De toegangsrechten van alle medewerkers en externe gebruikers voor informatie en informatie verwerkende faciliteiten behoren bij beëindiging van hun dienstverband, contract of overeenkomst te worden verwijderd, en bij wijzigingen behoren ze te worden aangepast;

  • -

    Privacy en bescherming van persoonsgegevens behoren, voor zover van toepassing, te worden gewaarborgd in overeenstemming met relevante wet- en regelgeving.

Bovenstaande afspraken/uitgangspunten zijn van toepassing voor de individuele partijen ten aanzien van hun eigen beleid en systemen.

Datalekken

Als er sprake is van een inbreuk op persoonsgegevens stelt de convenantpartner waar de inbreuk heeft plaatsgevonden de convenantpartner die (mede-)verantwoordelijk is voor de betreffende persoonsgegevens binnen 24 uur op de hoogte. De contactgegevens staan in bijlage 3. Deze kennisgeving omvat in ieder geval: de aard en omvang van de inbreuk en de maatregelen die de convenantpartner zelf reeds heeft genomen of zal nemen om de bescherming van persoonsgegevens te herstellen.

 

De convenantpartner die verwerkersverantwoordelijke is, informeert indien nodig de betrokkene(n) over de inbreuk. Als meerdere convenantpartners verantwoordelijk zijn voor de verwerking van persoonsgegevens, stemmen zij de inhoud van die melding met elkaar af, zodat de betrokkene(n) slechts middels één bericht wordt geïnformeerd.

Klachten

Klachten van inwoners over de behandeling of communicatie door een lid van het zorg- en veiligheidsteam of over de werkwijze/procedure van het zorg- en veiligheidsteam, komen binnen bij de organisatie waar de medewerker werkzaam is. Deze voert een gesprek met klager om te achterhalen wat de klacht inhoudt, tenzij aan de hand van de op schrift gestelde klacht de inhoud en strekking van de klacht al duidelijk is. Klachten worden afgehandeld door de organisatie waar de medewerker werkzaam is.

 

Indien een klacht wordt gedaan bij de verkeerde organisatie, is de betrokken organisatie klager behulpzaam bij het doorverwijzen naar de klachtenregeling van de betrokken organisatie.

 

Bij klachten over de werkwijze/procedure van het zorg- en veiligheidsteam, handelt de gemeente Heerenveen de klacht af.

Financieel

Ten behoeve van deze samenwerking draagt iedere convenantpartner zelf de hiervoor benodigde kosten, tenzij hiervoor aparte afspraken zijn gemaakt.

Werkwijze

Aanmelding

Een inwoner (hierna betrokkene) kan door iedere convenantpartner worden aangemeld bij de procesregisseur van de gemeente. De procesregisseur beoordeelt of het zorg- en veiligheidsteam wordt ingeschakeld aan de hand van het doel zoals omschreven in dit convenant, welke convenantpartners betrokken worden en koppelt terug naar de aanmelder. Een betrokkene wordt in ieder geval aangemeld als er sprake is van een dreigende huisuitzetting. De casussen die in het zorg- en veiligheidsteam worden ingebracht worden geregistreerd door de procesregisseur in de gemeentelijke applicatie. Aan de partij die de melding doet wordt teruggekoppeld of de melding wordt opgepakt. De procesregisseur beoordeelt of er een crisisoverleg nodig is.

Plan van aanpak

Als de procesregisseur het zorg- en veiligheidsteam inschakelt wordt de betrokkene geïnformeerd en uitgenodigd om het plan van aanpak te bespreken. De betrokkene wordt in ieder geval geïnformeerd:

  • -

    dat er gegevens worden verwerkt en met welk doel;

  • -

    bij wie (welke organisatie of persoon) welke gegevens opgevraagd gaan worden en aan wie welke gegevens verstrekt worden om de benodigde ondersteuning te kunnen leveren;

  • -

    welke rechten de betrokkene heeft als het gaat om de verwerking van zijn gegevens en hoe deze rechten zijn uit te oefenen.

In samenspraak met de betrokkene (indien aanwezig) en de betrokken convenantpartners stelt de procesregisseur een maatwerkformulier op. Als de betrokkene niet aanwezig is om dit op te stellen dan informeert de procesregisseur betrokkene over het plan van aanpak.

 

In gevallen zoals benoemd in artikel 41 lid 1 Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG) kan de procesregisseur besluiten om zonder de betrokkene te informeren persoonsgegevens te verwerken (waaronder ook het verstrekken van gegevens wordt verstaan). Concreet kan dit onder andere ter waarborging van:

  • -

    de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid;

  • -

    de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

Als er zonder betrokkene te informeren persoonsgegevens worden verwerkt dan legt de procesregisseur deze beslissing beargumenteerd vast in het dossier. Daarnaast houdt de procesregisseur rekening met in ieder geval, voor zover van toepassing, het bepaalde in artikel 41 lid 2 UAVG.

Zorgoverleg

De voortgang van het plan van aanpak wordt besproken in een zorgoverleg. De procesregisseur nodigt de betrokkene en de partijen die van belang zijn uit voor dit overleg. In het zorgoverleg wordt onder regie van de procesregisseur de voortgang en het effect (in relatie met de doelen) van de uitvoering van het plan van aanpak gemonitord. Op basis hiervan wordt met de deelnemers besloten of de uitvoering van het plan van het aanpak wordt afgeschaald, afgerond of gestopt. Bij het afschalen of stoppen van de aanpak worden nog uit te voeren activiteiten en eventueel de voortzetting van de begeleiding van de betrokken persoon overgedragen aan de staande organisatie(s) in het reguliere veld.

Uitwisseling van informatie

Partijen voorzien elkaar van alle noodzakelijke informatie voor het behalen van de doelstelling zoals beschreven in dit convenant en het uitvoeren van hun respectievelijke taken zoals beschreven in dit convenant, voor zover wettelijk mogelijk. Partijen zijn ieder zelf verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie in het zorg- en veiligheidsteam.

Politiegegevens

In het kader van dit convenant kunnen aan de politie onder andere de volgende politiegegevens gevraagd worden:

  • -

    gegevens betrokkene;

  • -

    voor- en achternaam;

  • -

    adresgegevens/verblijfplaats;

  • -

    telefoonnummer(s);

  • -

    context waarom politie deze persoon aandraagt bij team zorg- en veiligheid;

  • -

    relevante informatie die zijn vastgelegd op grond van artikel 8 en 13 van de Wet politiegegevens, voor zover relevant in het kader van de doelstelling van dit convenant;

  • -

    relevante informatie die zijn vastgelegd op grond van artikel 9 van de Wet politiegegevens, voor zover relevant in het kader van de doelstelling van dit convenant en na toestemming/overleg met de aangewezen functionaris binnen de politie en het openbaar ministerie.

Rechten van betrokkenen

Om een eerlijke verwerking van persoonsgegevens te waarborgen geeft de AVG diverse rechten aan de betrokkene. De betrokkene kan deze rechten uitoefenen tegen de verwerkingsverantwoordelijke. De betrokkene heeft onder andere:

  • -

    het recht op informatie over de verwerkingen;

  • -

    het recht op inzage in zijn gegevens;

  • -

    het recht op correctie van de gegevens als deze niet kloppen;

  • -

    het recht op verwijdering van de gegevens en ‘het recht om vergeten te worden’;

  • -

    het recht op beperking van de gegevensverwerking;

  • -

    het recht op verzet tegen de gegevensverwerking.

De betrokkene richt zijn of haar verzoek ten aanzien van zijn of haar rechten aan de gemeente Heerenveen. Deze zal het verzoek beantwoorden in overeenstemming met de op hem rustende wettelijke bepalingen en stelt de wederpartij daarvan op de hoogte. Indien de gemeente niet verwerkingsverantwoordelijke is of niet over de gevraagde informatie beschikt verwijst de gemeente betrokkene door naar de desbetreffende verwerkingsverantwoordelijke.

Evaluatie

De managers van de convenantpartners bespreken, onder leiding van de verantwoordelijke beleidsmedewerker en teamleider van de gemeente Heerenveen, één keer per jaar de werking van dit convenant. Tijdens dit overleg komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan bod: managementrapportages, inzet medewerkers convenantpartners, verwerken persoonsgegevens, beveiligd mailen, trends, knelpunten/verbeterpunten in de samenwerking en faciliteiten. Voor de evaluatie van AVG-gerelateerde onderwerpen worden ook de FG’s van de convenantpartners geraadpleegd. Als het nodig is kan de gemeente Heerenveen een extra overleg regelen. De evaluatie kan aanleiding zijn voor het aanpassen van het convenant of de werkwijze.

Werking

Het convenant treedt in werking na vaststelling voor de duur van drie jaar. Het convenant wordt stilzwijgend, tot wederopzegging, telkens met één jaar verlengd. Partijen treden hiervoor jaarlijks met elkaar in overleg. Iedere convenantpartner kan het convenant met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden opzeggen, tenzij alle convenantpartners instemmen met directe opzegging. Het convenant kan slechts worden aangepast als alle convenantpartners hier schriftelijk mee instemmen. De gemeente Heerenveen kan nieuwe partners uitnodigen voor het zorg- en veiligheidsteam. Een nieuwe partner neemt deel aan het zorg- en veiligheidsteam na ondertekening van het convenant. Een nieuwe partner kan ook alleen deelnemen voor een specifieke casus. Deze partner tekent dan een verklaring dat hij voor die specifieke casus hetgeen in het convenant staat onderschrijft en zal nakomen. De nieuwe partner zal geen politiegegevens van de politie verstrekt kunnen krijgen, tenzij de politie daar binnen de wettelijke mogelijkheden alsnog toe besluit. Voor de nadere uitwerking van deze regeling en de wettelijke voorwaarden die voor de convenantpartners van toepassing zijn wordt verwezen naar het hierop betrekking hebbende werkproces.

Bijlage 1  

 

Bijlage 2 Afwegingskader Zorg- en veiligheidsteam Heerenveen (niveau 3)

 

Bijlage 3  

Taken en partners

Drang en bemoeizorg heeft geen betrekking op het feitelijk verlenen van hulp – er is immers nog geen hulp - maar heeft betrekking op het toeleiden naar hulp. Zij vormt als zodanig onderdeel van de taken van het College in het kader van de Wmo artikel 1.2.1 a, en in het geval van jeugdigen de Jeugdwet artikel 2.3. Drang kan ook alleen toegepast worden door partijen die daartoe door het College van B&W zijn aangewezen. De grondslag voor de gegevensverwerking is dat geval artikel 6 lid e van de AVG: noodzakelijk voor de uitoefening van openbaar gezag.

Taak burgemeester

In artikel 172 Gemeentewet worden de bevoegdheden van de burgemeester beschreven. De taak ziet op het gebied van handhaving van de openbare orde en veiligheid. Op grond van artikel 172a Gemeentewet is de burgemeester bevoegd een burger een locatieverbod, locatiegebod of een meldplicht op te leggen (de ‘Voetbalwet‘). Op grond van artikel 8a juncto 39f Wjsg kunnen met het oog op een zwaarwegend algemeen belang strafvorderlijke gegevens worden verstrekt aan de burgemeester voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Verder is de Minister van Justitie en Veiligheid ten behoeve van de handhaving van de openbare orde op grond van artikel 11a lid 1 Bjsg bevoegd om de burgemeester of de door hem aangewezen ambtenaar Justitie en Veiligheid te informeren over de terugkeer in de maatschappij of het verlof van een bepaalde groep (ex-)justitiabelen die onherroepelijk is veroordeeld. Het moet gaan om een onvoorwaardelijke veroordeling tot een gevangenisstraf voor een ernstig geweld- of zedenmisdrijf, een verlengbare PIJ-maatregel of de maatregel tbs met dwangverpleging. Alleen de justitiële gegevens als bedoeld in artikel 6, eerste lid en artikel 7, eerste lid, onder a, b, c, d, f, j, k en l Bjsg kunnen worden verstrekt (Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen, BIJ-regeling). Aan een speciaal daartoe aangewezen ambtenaar van de gemeente kunnen bepaalde justitiële gegevens worden verstrekt over personen ten aanzien van wie in het kader van een strafrechtelijke beslissing is bepaald dat zij in aanmerking komen voor een vorm van jeugdhulp of jeugdreclassering, als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet. Dit kan op grond van artikel 11a Bjsg. Het gaat dan om justitiële gegevens als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel f, en artikel 7, eerste lid, onder j, onderdelen 5 en 6 van de Bjsg. Andere taken die de burgemeester heeft zijn:

  • -

    De Wet Tijdelijk huisverbod maakt het mogelijk voor de burgemeester om een persoon van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat tijdelijk (in beginsel tien dagen) de toegang tot zijn woning te ontzeggen. De burgemeester kan zich, voor een rechtmatige gegevensverwerking om tot het oordeel te komen om wel of geen huisverbod op te leggen, baseren op artikel 6 sub e AVG. De politie kan een zorgmelding doen bij Veilig Thuis en gegevens verstrekken aan het college van B&W t.b.v. taken op grond van de Jeugdwet (art. 4:2 lid 1 onder i Bpg). In de praktijk is de toepassing van de Wet Tijdelijk huisverbod geheel of grotendeels gemandateerd aan de politie. Openbare orde wordt niet gedefinieerd in Gemeentewet. Uit kamerstukken blijkt dat: “De openbare orde wordt beheerst door een complex van rechtsregels dat ziet op het gewenste niveau van orde en rust in het openbare leven. Handhaving van de openbare ordebetreft de zorg voor de naleving van die regels. De regels kunnen in wetten in formele zin en in lagere regelingen zijn neergelegd. Het begrip ‘handhaving van de openbare orde’ bevat twee elementen: de daadwerkelijke voorkoming en beëindiging van zich concreet voordoende of dreigende verstoringen van de openbare orde enerzijds én de algemene, bestuurlijke voorkoming van strafbare feiten anderzijds”.

  • -

    De burgemeester heeft de bevoegdheid om een inwoner voor korte tijd te laten opnemen op grond van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of een inbewaringstelling op grond van de Wet zorg en dwang.

  • -

    de Wet aanpak woonoverlast (gemeentelijke gedragsaanwijzing).

Taak Burgemeester en Wethouders

Het college van B&W heeft verschillende taken, waaronder in het bijzonder taken in het sociaal domein zoals bedoeld in:

  • -

    WMO (artikel 2.3.1. tot en met 2.3.5)

  • -

    Jeugdwet (artikel 2,3 en 2.4.)

  • -

    Participatiewet (artikel 7.1)

  • -

    Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (artikel 3)

Taken vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO 2015)

Het college van B&W heeft op grond van de WMO de opdracht en taak tot maatschappelijke ondersteuning. Het gaat hierbij om beleid gericht op de sociale samenhang, het bevorderen van de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten enruimten voor mensen met een beperking, het bevorderen van de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. De vereisten die voortvloeien uit de AVG, zijn in deze wet geborgd in het proces waarbij de cliënt zelf het merendeel van de gegevens levert die het college van B&W nodig heeft om de ondersteuningsbehoefte (integraal) te kunnen beoordelen. Het gaat hierbij primair om burgers die zichzelf bij de gemeente melden met een hulp- en ondersteuningsvraag. Zie met name artikel 5.1.1 e.v. WMO over de bevoegdheden tot gegevensverwerking van het college van B&W, aanbieders van maatwerkvoorziening, het CAK (Het Centraal Administratiekantoor) en de SVB (Sociale Verzekeringsbank).Het uitgangspunt van de WMO is dat de eigen verantwoordelijkheid van burgers vooropstaat. Daarbij hoort dat de burger zelf regie kan voeren over zijn eigen gegevens.

Taken vanuit de jeugdwet

De Jeugdwet heeft het college van B&W verantwoordelijk gemaakt voor jeugdhulp, inclusief kinderbeschermingsmaatregelen, en jeugdreclassering. Deze nieuwe gemeentelijke verantwoordelijkheid brengt de volgende taken mee:

  • -

    toeleiding naar de jeugdhulp op grond van artikel 2.3 (toegang);

  • -

    jeugdhulpplicht: zorgen voor een toereikend aanbod aan jeugdhulp waaronder voorzien in een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen (art 2.3 Jeugdwet, art. 2.4 tweede lid onder a en artikel 2.6 Jeugdwet);

  • -

    op grond van artikel 2.4, eerste lid Jeugdwet kan het college van B&W een verzoek tot onderzoek doen bij de Raad van de Kinderbescherming zodra het tot het oordeel komt dat een maatregel met betrekking tot het gezag over een minderjarige die zijn woonplaats heeft binnen zijn gemeente moet worden overwogen;

  • -

    op grond van artikel 2.4. tweede lid Jeugdwet is de gemeente verantwoordelijk voor het uitvoeren van de kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering. Een gecertificeerde instelling (GI) voert deze taken uit. De gemeente heeft hierin uitsluitend tot taak om de uitvoering van de taken door de GI te financieren;

  • -

    er voor zorgdragen dat wordt nagegaan of de meldingsbevoegden die een jeugdige aan de Verwijsindex Risicojongeren hebben gemeld en vervolgens daaruit een signaal hebben ontvangen, met elkaar contact hebben opgenomen (art.7.1.3.2 Jeugdwet). Zie het rapport van de AP uit april 2016, p. 13, eerste alinea: “de Jeugdwet voorziet dus wel in het gebruik van gegevens uit andere domeinen maar slechts voor de bepaling van de behoefte aan jeugdhulp. Deze bepaling biedt dus geen grondslag voor het gebruik van deze gegevens voor doelen die de Jeugdwet overstijgen. Daardoor is bijvoorbeeld een integrale intake niet mogelijk.”

Taken vanuit de Participatiewet en Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (Wet SUWI)

De gemeente is op grond van de Participatiewet belast met het verstrekken van uitkeringen en het toeleiden naar werk en scholing van burgers met een afstand tot de arbeidsmarkt. De gegevensverwerking is geregeld in de Participatiewet, maar ook in de Wet SUWI. In de Wet SUWI wordt de onderlinge gegevensverstrekking geregeld van de gemeenten en andere instanties met betrekking tot de sociale zekerheid, in dit geval het UWV en de SVB.

Taken vanuit de ISD-maatregel

Sinds 1 oktober 2004 is de Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (hierna: de ISD[1]maatregel) van kracht (artikelen 38m tot en met 38u Wetboek van Strafrecht). De penitentiaire maatregel art 44b t/m 4q geeft verdere invulling aan de ISD maatregel.

Taken vanuit de wet Gemeentelijke schuldhulpverlening

De gemeente is verantwoordelijk voor de schuldhulpverlening aan haar burgers. Onder schuldhulpverlening wordt verstaan het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden, indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg. Het gaat hierbij om een zogeheten minnelijk traject met schuldeisers. Indien ditctraject faalt, krijgt de schuldenaar te maken met de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP), een onderdeel van de Faillissementswet.

Taak vanuit Wet Victoria

Het college van B&W heeft de bevoegdheid om een woning te sluiten naar aanleiding van overlast veroorzaakt door de bewoner op grond van onder ander artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria). Dit kan van belang zijn wanneer er bijvoorbeeld bij multi probleem casuïstiek sprake is van woonoverlast in combinatie met strafbare feiten.

Politie

De politieorganisatie is belast met de uitvoering van de politietaak als genoemd in artikel 3 Politiewet 2012: ‘in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.’ De daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde behelst het handhaven van de openbare orde onder het bevoegd gezag van de burgemeester alsmede de strafrechtelijke handhaving onder het bevoegd gezag van het Openbaar Ministerie. In relatie tot de samenwerkingsverbanden in het zorg- en veiligheidsdomein is voor de politie de volgende wet- en regelgeving van toepassing:

  • -

    de Wet Politiegegevens (Wpg);

In de Wpg wordt de verwerking van politiegegevens geregeld voor verschillende doelen.

Een aantal van die doelen heeft een relatie met de doelstellingen van samenwerkingsverbanden in het zorg- en veiligheidsdomein:

  • -

    artikel 8 regelt de verwerking van persoonsgegevens met het oog op de uitvoering van de dagelijkse politietaak (artikel 3 PW);

  • -

    artikel 9 regelt de verwerking ten behoeve van de handhaving van de rechtsorde in een bepaald geval, bijv. rechercheonderzoeken;

  • -

    artikel 13 regelt de verwerking ten behoeve van de ondersteuning van de politietaak.

De Wpg kent een gesloten verstrekkingenregime en er is sprake van een geheimhoudingsbepaling (artikel 7 Wpg):

iedereen aan wie politiegegevens worden verstrekt, is gehouden tot geheimhouding. Dit geldt niet alleen voor ontvangers die zijn belast met de verwerking van politiegegevens of die de gegevens direct van de politie hebben gekregen, maar ook voor eventuele tweede en volgende ontvangers, die de gegevens doorverstrekt hebben gekregen. Overtreding van deze geheimhoudingsplicht is strafbaar gesteld in artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

Woningcorporaties

Woningcorporaties zorgen voor kwalitatief goede, energiezuinige en betaalbare woningen voor mensen die zich om wat voor reden dan ook niet zelfstandig kunnen redden op de woningmarkt. Ze bouwen, verhuren en onderhouden huurwoningen. Ze helpen wijken leefbaar te houden en grijpen in bij ernstige overlast, huurschulden en woonfraude. Woningcorporaties werken daarbij samen met gemeenten, huurders, zorg- en welzijnsorganisaties, en andere partners. De overheid bepaalt in de Woningwet en daarop gebaseerde uitvoeringsregels wat woningcorporaties wel en niet mogen doen. Woningcorporaties (voor de wet ‘toegelaten instellingen’) zijn private instellingen zonder winstoogmerk en hebben, anders dan andere verhuurders, een publieke taak, die in de Woningwet is vastgelegd en welke ertoe bijdraagt, dat daarmee het in artikel 22 lid 2 van de Grondwet vastgelegde grondrecht op huisvesting (Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid) wordt verwezenlijkt. Woningcorporaties maken jaarlijks prestatieafspraken met gemeenten en huurdersorganisaties over hun activiteiten.

De belangrijkste taken van woningcorporaties, ofwel de diensten van algemeen economisch belang (DAEB) zijn:

  • -

    Het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen. Sociale huurwoningen zijn in eerste instantie bestemd voor huishoudens met een laag inkomen (de inkomensgrens wordt vastgesteld door de overheid). Corporaties verhuren, soms met voorrang, al dan niet via een zorginstelling en/of op verzoek van de gemeente, woningen aan kwetsbare doelgroepen zoals: statushouders, mensen in crisissituaties (bijvoorbeeld vanwege huiselijk geweld), ex-gedetineerden en mensen uit een GGZ-instelling, maatschappelijke opvang of beschermd wonen. Ze streven door middel van hun voorraadbeleid en toewijzingsbeleid naar gemengde wijken en gespreide en verantwoorde plaatsing van kwetsbare huishoudens.

  • -

    Investeren in de leefbaarheid van wijken en buurten Corporaties zijn een belangrijke partner in de aanpak van kwetsbare wijken (fysieke en sociale herstructurering). Woningcorporaties ondersteunen initiatieven van bewoners om wijken prettig en leefbaar te houden. Woningcorporaties mogen investeren in kleinschalige infrastructuur in de directe nabijheid van woongelegenheden, en bijdragen aan de uitvoering van plannen ter bevordering van een schone woonomgeving, ter voorkoming van overlast en ter bevordering van de veiligheid (toegestaan mits dit ten goede komt aan eigen huurders).

  • -

    Zij kunnen daarnaast bijdragen aan woonmaatschappelijk werk (met inbegrip van het leveren van een bijdrage aan uitvoering van achter-de-voordeur-programma’s .

  • -

    Woningcorporaties zetten naast het voorkomen en aanpakken van overlast ook in op het voorkomen van huurachterstanden en de aanpak van woonfraude (zoals hennepteelt en illegale onderverhuur). Woningcorporaties hebben buurtbeheerders en huismeesters in dienst. Zij zijn de ogen en oren van de corporatie in een wijk en werken samen met gemeente, zorg en welzijn. Als verhuurder heeft een woningcorporatie de wettelijke verplichting om in te grijpen als een huurder ernstige overlast veroorzaakt.

  • -

    Woningcorporaties vervullen een publieke taak met een grondslag in de Woningwet. Naast deze taken die samenhangen met en voortvloeien uit de publieke taak van corporaties, zijn zij ook (sociale) verhuurder en hebben corporaties - zoals elke verhuurder van woonruimte - te maken met de privaatrechtelijke verplichtingen, die verhuurders jegens hun huurders hebben. De belangrijkste verplichting is dit verband is dat de verhuurder verplicht is om voor rustig woongenot voor de huurder te zorgen en op te treden tegen verstoring van dat woongenot. Treedt de verhuurder onvoldoende adequaat op, dan is er sprake van een gebrek, waarvan opheffing via huurcommissie en rechter door de huurder kan worden afgedwongen.

De volgende wetgeving is relevant:

  • -

    de Woningwet, het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV) en de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (RTIV) (als het gaat om taken op het gebied van leefbaarheid met name relevant artikel 45 van de Woningwet en artikel 51 van het BTIV);

  • -

    de Huisvestingswet;

  • -

    het Burgerlijk Wetboek (in dit kader met name relevant artikel 7:204 BW en 7:206 BW (gebrekenregeling), artikel 7:213 en 7:214 BW (goed huurderschap) en art 7:271 lid1 (tijdelijke verhuur));

  • -

    de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp);

  • -

    de Wet aanpak woonoverlast (gemeentelijke gedragsaanwijzing);

  • -

    de Wet Victoria (Gemeentewet artikel 17a), Wet Victor (Woningwet artikel 13b), Wet Damocles (Opiumwet artikel 13b), die de burgemeester bevoegdheid geeft een woning te sluiten.

Taak GGZ

De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) betreft geneeskundige zorg die is gericht op het herstel of het voorkomen van verergering van een psychische stoornis (of psychiatrische aandoening).

Jeugd-GGZ heeft als wettelijke taak om jeugdigen tot 23 jaar geestelijke gezondheidszorg te bieden. Ze richt zich op het voorkomen, behandelen en genezen van psychische aandoeningen. Vanaf het 18e jaar vallen behandelingen onder de Zorgverzekeringswet.

De Zorgverzekeringswet gaat over zorg aan volwassenen. Onder de Zvw valt:

  • -

    Generalistische basis GGZ (gbGGZ);

  • -

    Gespecialiseerde GGZ (gGGZ) zonder opname;

  • -

    Gespecialiseerde GGZ met medisch noodzakelijke opname;

  • -

    Langdurige GGZ (lGGZ) met medisch noodzakelijke opname gedurende een onafgebroken periode van ten hoogste 1.095 dagen.

Taak VNN

VNN is werkzaam in het kader van het algemeen belang en heeft als doel:

  • a)

    het verrichten van werkzaamheden welke bestaan uit het genezen, verplegen, verzorgen van personen, die door het gebruik van alcohol, drugs en/of andere bewustzijnsbeïnvloedende stoffen of door verslavingsgedrag in de problemen zijn geraakt;

  • b)

    het begeleiden van en het bieden van bescherming aan de onder sub a. bedoelde personen;

  • c)

    het optreden als reclasseringsinstelling;

  • d)

    en het verrichten van alle handelingen welke met het vorenstaande in de ruimste zin des woords verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

VNN probeert haar doel te bereiken door:

  • -

    het exploiteren van een categoraal psychiatrisch ziekenhuis;

  • -

    het bieden van ambulante verslavingszorg in de ruimste zin des woords;

  • -

    het verrichten van wetenschappelijk onderzoek;

  • -

    door het aangaan van verbintenissen met andere op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en welzijn werkzame rechtspersonen of instellingen;

  • -

    het initiëren van en het meewerken aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de verslavingszorg;

  • -

    het geven van voorlichting.

Taak Veiligheidsregio

De Veiligheidsregio Fryslân heeft tot doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op de terreinen van (artikel 4 Gemeenschappelijke regeling veiligheidsregio Fryslân):

  • -

    publieke gezondheidszorg:

  • -

    brandweerzorg;

  • -

    geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;

  • -

    rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • -

    het bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking en de coördinatie in de uitvoering van rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • -

    het in stand houden en beheren van een gemeenschappelijke meldkamer.

  • -

    een platform voor samenwerking te zijn voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners dan wel organisaties en andere openbare lichamen.

Het college van burgemeester en wethouders heeft de volgende taken en bevoegdheden overdragen aan de Veiligheidsregio Fryslân (artikel 10 Wet veiligheidsregio’s jo. artikel 5 lid 1 Gemeenschappelijke regeling veiligheidsregio Fryslân):

  • -

    het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;

  • -

    het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;

  • -

    het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

  • -

    het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;

  • -

    het instellen en in stand houden van een brandweer;

  • -

    het instellen en in stand houden van een GHOR;

  • -

    het voorzien in de meldkamerfunctie;

  • -

    het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;

  • -

    het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.