Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Addendum bij het Water- en Rioleringsplan 2019-2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAddendum bij het Water- en Rioleringsplan 2019-2023
CiteertitelAddendum horend bij het Water- en Rioleringsplan 2019-2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpAddendum horend bij het Water- en Rioleringsplan 2019-2023

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4.22 van de Wet milieubeheer
  2. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-219.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022Addendum

07-10-2021

gmb-2021-456503

Tekst van de regeling

Intitulé

Addendum bij het Water- en Rioleringsplan 2019-2023

De raad van de gemeente Terneuzen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2021;

 

gelet op artikel 4.22 van de Wet milieubeheer;

 

besluit

 

vast te stellen het volgende addendum:

 

Addendum horend bij het Water- en Rioleringsplan 2019-2023

 

1. Inleiding

 

Voor de gemeente Terneuzen zijn een adequaat beleid voor en uitvoering van het stedelijk waterbeheer belangrijk. Dit blijkt ook nadrukkelijk uit het Water- en Rioleringsplan 2019-2023 (WRP) zoals vastgesteld in de Gemeenteraad op 13 december 2018. In het WRP staan drie hoofddoelen centraal:

  • 1.

    Duurzame bescherming van de volksgezondheid;

  • 2.

    Voorkomen van wateroverlast in stedelijk gebied (droge voeten);

  • 3.

    Duurzame bescherming van natuur en milieu.

Op basis van deze hoofddoelen zijn voor de gemeentelijke watertaken verschillende afgeleide doelen gedefinieerd, waaronder een doelmatige inzameling en transport van het stedelijk afvalwater, een doelmatige inzameling en verwerking van overtollig hemel- en grondwater, alsook de zorg voor een zo waterrobuust en klimaatbestendig mogelijke inrichting van het stedelijk gebied.

 

Het realiseren van deze doelen, voor zowel bestaande bouw als nieuwbouw, is niet enkel een zaak van beleid, techniek en financiën. Geconstateerd is dat voor een adequate uitvoering van deze doelen een verbetering nodig is van de juridische basis voor het water- en rioleringsbeheer, niet in de laatste plaats ook vanwege de komst van de Omgevingswet. Zo is een aantal verordeningen nodig voor een goede juridische borging van een aantal specifieke activiteiten:

  • 1.

    Aansluiten van particuliere riolering en het hiermee samenhangende kostenverhaal. Hiertoe wordt voorgesteld een Verordening rioolaansluiting en eenmalig aansluitrecht te ontwikkelen.

  • 2.

    Afkoppelen van hemelwater en grondwater van het gemengde riool in specifieke gebieden (zoals het buitengebied, of gebieden waar de gemeente een gemengd riool heeft vervangen door een gescheiden rioolstelsel). Hiertoe wordt voorgesteld een Verordening afvoer hemel- en grondwater te ontwikkelen.

  • 3.

    Hemelwaterberging bij nieuwbouw- en herstructureringsprojecten (en het hierbij van belang zijnde Waterbergingsfonds). Voorgesteld wordt om dit te regelen in de Verordening afvoer hemel- en grondwater (van punt 2). Daarbij wordt voorgesteld een Verordening waterbergingsfonds te ontwikkelen.

 

De beleidsmatige onderbouwing hiervoor wordt gegeven en toegelicht in het voorliggende addendum bij het bestaande WRP. De nadere concretisering vindt plaats in de te ontwikkelen verordeningen zelf c.q. de toelichtingen hierbij.

 

2. Aansluiten van en kostenverhaal voor particuliere rioleringen (Verordening rioolaansluiting en eenmalig aansluitrecht)

 

Op dit moment kent de gemeente geen juridisch geborgde regeling voor het verhalen van aansluitkosten op particulieren die hun afvoerleiding(en) willen aansluiten op het gemeentelijke rioolstelsel. Hiervoor hebben veel andere gemeenten een Verordening eenmalig rioolaansluitrecht vastgesteld. Deze verordening regelt wie belastingplichtig is (de aanvrager van de dienst), het belastbare feit (realisatie van een aansluiting op het gemeentelijke riool), de heffingsmaatstaf (waarover moet de belasting worden betaald?), het tarief van de belasting en de wijze waarop de gemeente de aansluitkosten in rekening brengt.

 

In deze verordening wil de gemeente meteen ook het aansluiten van particuliere leidingen (inclusief bedrijfsleidingen) regelen. Het Bouwbesluit 2012 (huidig recht) en ook het Besluit bouwwerken leefomgeving (een AMvB onder de Omgevingswet) stellen geen eisen aan de aansluiting van de particuliere riolering op de openbare riolering. De gemeente kan hiervoor dus zelf regels stellen. Door deze aansluitingen direct mee te regelen, wordt voorgesteld een Verordening rioolaansluiting en eenmalig aansluitrecht te ontwikkelen.

 

Voor zowel de gemeente als haar bewoners is het ook van belang dat duidelijkheid wordt geboden over het beheer en eigendom van zowel de openbare als de particuliere riolering. Een dergelijke regeling maakt bijvoorbeeld helder wie er voor het verhelpen van een verstopping in een afvoerleiding verantwoordelijk is. De verordening zal ook hierin voorzien.

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft de verordening als aparte verordening bestaan naast het omgevingsplan. Belastingverordeningen mogen dan immers niet worden geïntegreerd in het omgevingsplan.

 

3. Afkoppelen en anderszins omgaan met hemel- en grondwater (Verordening afvoer hemel- en grondwater)

 

Meestal mogen particuliere huishoudens en bedrijven afvloeiend hemelwater van daken zonder verdere beperkingen in het oppervlaktewater, de bodem of een rioolstelsel lozen. Maar de gemeente kan en wil bijsturen als dat nodig is voor het goed functioneren van de riolering en de bescherming van de bodem- of oppervlaktewaterkwaliteit. Voor bestaande situaties kan de gemeente ‘afkoppelen’ (het scheiden van hemel- en vuilwater of het beëindigen van hemelwaterlozingen in de openbare vuilwaterriolering) regelen op grond van de huidige lozingsregelgeving. Voor individuele situaties kan veelal een maatwerkvoorschrift worden opgelegd; voor bedrijven kan dit op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Bij een collectieve aanpak (een straat, wijk of bedrijventerrein) kan de gemeente op grond van de Wet milieubeheer bij verordening regels stellen aan de kwantiteit en kwaliteit van hemelwater dat burgers en bedrijven in de riolering (of de bodem) lozen. Een en ander in lijn met de zogenoemde ‘voorkeursvolgorde’ voor de omgang met afvalwater zoals opgenomen in de Wet milieubeheer (art. 10.29a Wm), en zeker ook in lijn met de hoofddoelen van het WRP. Door af te koppelen c.q. duurzamer om te gaan met hemelwater wordt ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de klimaatdoelstellingen. De gemeente maakt van deze doelstellingen zelf werk, maar ook van burgers en bedrijven wordt hier een eigen bijdrage gevraagd. Het omgaan met de gevolgen van klimaatveranderingen is immers een verantwoordelijkheid van iedereen.

 

De gemeente wil dan ook, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet (voorzien op 1 januari 2022), een verordening afvoer hemel- en grondwater vaststellen om de genoemde doelen te bereiken. De verordening verplicht perceeleigenaren om hun hemelwater (en mogelijk ook grondwater) in specifieke gebieden vanaf een bepaalde, in de verordening vast te stellen datum, niet meer in het gemengde riool te lozen. Het gaat bijvoorbeeld om het buitengebied, waar drukriolering ligt. Drukriolering is alleen bedoeld voor de inzameling van huishoudelijk afvalwater en eventueel bedrijfsafvalwater dat qua samenstelling lijkt op huishoudelijk afvalwater. Afstromend hemelwater en overtollig grondwater kan in het buitengebied eenvoudig op eigen terrein verwerkt worden. Lozing op de drukriolering levert daarentegen een overmatige belasting van dat riool op en moet daarom worden beëindigd. Andere gebieden waar de afkoppelplicht kan gaan gelden zijn bijvoorbeeld gebieden waar de gemeente het gemengde riool heeft vervangen door een gescheiden stelsel. Om de effectiviteit van die rioolvervanging te vergroten, is het wenselijk dat perceeleigenaren (in ieder geval aan de voorzijde) het regenwater voortaan op het hemelwaterstelsel lozen.

 

Daarnaast kan met deze verordening worden geregeld dat perceeleigenaren hemelwater bij nieuwbouw zoveel mogelijk op hun eigen terrein verwerken (‘hemelwaterbergingseis’). Voordeel hiervan is dat het dan niet (langer) nodig is steeds een hemelwaterbergingseis op te nemen in het bestemmingsplan c.q. het onder de Omgevingswet geldende omgevingsplan. De Verordening afvoer hemel- en grondwater zal van toepassing zijn op alle nieuwbouwprojecten (inclusief herstructureringsprojecten) en op alle nieuwe overkappingen.

 

4. Regelen afkoopsom (Verordening Waterbergingsfonds)

 

Bij bestemmingsplanwijzigingen zijn initiatiefnemers al verplicht om waterberging op eigen terrein te realiseren. Met het watertoetsproces en de mogelijkheid van een afkoopregeling wordt hiervoor al gezorgd. Het waterschap wordt bij deze praktijk nauw betrokken. Op deze manier wordt bereikt wat gemeente en waterschap willen bereiken: anders omgaan met hemelwater en waar mogelijk meer ruimte voor oppervlaktewater. Daarmee is de gemeente straks ook beter bestand tegen de gevolgen van klimaatverandering.

 

In de praktijk blijkt dat niet bij alle bestemmingsplanwijzigingen waterbergingseisen worden opgenomen. Dat wordt straks met de hiervoor voorgestelde Verordening afvoer hemel- en grondwater voorkomen. Eerder is geconstateerd en geadviseerd de afkoopregeling juridisch beter te borgen. Voorgesteld wordt dit te doen met een Verordening waterbergingsfonds.

 

 

Besloten in de openbare vergadering van de gemeente Terneuzen op 7 oktober 2021.

griffier, voorzitter,

mr. J.H.P. (Joost) de Jong, H.J.A. (Erik) van Merrienboer