Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Digitaliseringsregeling Fryslân 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingDigitaliseringsregeling Fryslân 2022
CiteertitelSubsidieregeling Digitalisering Fryslân 2022
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 1 juni 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR332960/5

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2021nieuwe regeling

30-11-2021

prb-2021-12329

Tekst van de regeling

Intitulé

Digitaliseringsregeling Fryslân 2022

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

Gelet op artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

Gelet op Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L 352/1);

 

Gelet op Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (2013/ L252);

 

Gelet op Verordening (EU) Nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (2014 / L190);

 

Overwegende dat als gevolg van de Coronacrisis digitalisering voor ondernemers, verenigingen en stichtingen een centralere functie gaat vervullen om centrale rol in de maatschappij te kunnen blijven vervullen. Hierdoor is het wenselijk een financiële impuls te bieden aan deze doelgroepen in het kader van de beleidsnota’s en het Corona herstelpakket No & Moarn II voor de opgaven Economie-Gastvrijheid-Leefbaarheid.

 

Besluiten vast te stellen de:

 

Digitaliseringsregeling Fryslân 2022.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    cybersecurity: het beschermen van computers, servers, mobiele apparaten, elektronische systemen, netwerken en gegevens tegen schadelijke aanvallen;

  • d.

    digitale weerbaarheid: de verzamelnaam voor allerlei middelen om cybercrime tegen te gaan en de cybersecurity te verhogen;

  • e.

    digitale transformatie: het overschakelen op en het doelmatig gebruiken van digitale middelen binnen een organisatie ter verbetering en optimalisatie van haar bedrijfsprocessen;

  • f.

    digitalisering: het proces waarbij analoge processen en fysieke objecten digitaal worden gemaakt;

  • g.

    economische activiteit: iedere activiteit waarbij goederen of diensten op een markt worden aangeboden;

  • h.

    externe digitale leverancier: een ten opzichte van de aanvrager onafhankelijke onderneming die aantoonbaar diensten of producten aanbiedt op het gebied van digitalisering, automatisering en optimalisering van analoge en handmatige processen en/of aantoonbaar expert is op het gebied van het versterken van de digitale weerbaarheid. De externe digitale leverancier staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • i.

    fysieke vestiging: een van een privéadres afgezonderd gebouw, niet zijnde een garage behorende bij een woonhuis, dat in gebruik of beheer is door de rechtsvorm van de aanvrager, beschikt over een eigen postadres en waar vanuit de (economische) activiteiten worden uitgevoerd;

  • j.

    i.o. status: in oprichting status. Status die sommige recent opgerichte rechtsvormen hebben bij de Kamer van Koophandel. De vermelding van i.o. wordt in dat geval ook achter de handelsnaam vermeld, die door de desbetreffende rechtsvorm wordt gevoerd;

  • k.

    landbouw de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van

  • l.

    18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (2013/ L252);

  • m.

    offerte: een aan de rechtsvorm van de aanvrager geadresseerd aanbod van een externe digitale leverancier voor de uitvoering van een activiteit als bepaald in artikel 1.4, inclusief prijsopgave en specificatie van uit te voeren werkzaamheden en te leveren producten of diensten;

  • n.

    omzet: het totaalbedrag van verkopen van een onderneming in een bepaalde periode, opgebouwd uit de prijs en de verkochte hoeveelheid;

  • o.

    onderneming: elke eenheid die een economische activiteit uitvoert, ongeacht haar rechtsvorm en wijze van financiering;

  • p.

    rechtsvorm: de juridische vorm waarin een onderneming, non-profitorganisatie of kennisinstelling is gegoten;

  • q.

    verband van ondernemingen: een groep van met elkaar „Verbonden ondernemingen” of „Partnerondernemingen” als bepaald in artikel 3 van de Verordening (EG) Nr. 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014;

  • r.

    visserij de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (2014 / L190);

  • s.

    winst: het positieve verschil tussen opbrengst en kosten over een bepaalde periode;

  • t.

    reguliere de-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie op de-minimissteun (2013 / L351);

  • u.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

Artikel 1.2 Doel

De subsidie heeft tot doel om ondernemingen, non-profit organisaties en kennisinstellingen in de herstelfase na de coronacrisis te stimuleren om hun digitale transformatie-ambities te verwezenlijken.

Artikel 1.3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd en ontvangen door een:

  • a.

    onderneming;

  • b.

    non-profitorganisatie;

  • c.

    kennisinstelling.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan op aanvraag worden verstrekt voor een of meer van de volgende activiteiten:

  • a.

    het afnemen of aanschaffen van nieuwe producten, processen of diensten bij een externe digitale leverancier;

  • b.

    het door een externe digitale leverancier laten verbeteren van bestaande producten, diensten of processen door toepassing van digitalisering;

  • c.

    het laten uitvoeren van een scan voor cybersecurity om de digitale weerbaarheid te versterken.

Artikel 1.5 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 1.6 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast ter uitvoering van deze regeling.

Artikel 1.7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag wordt ingediend bij het SNN via een daarvoor ontwikkeld web portal dat bereikbaar is via www.snn.nl.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden alle bescheiden gevoegd die via het web-portal worden opgevraagd. Dit zijn in elk geval de volgende:

    • a.

      de, door beide partijen, ondertekende offerte of opdrachtbevestiging van een externe digitale leverancier;

    • b.

      een omschrijving waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd binnen de rechtsvorm van de aanvrager bijdragen aan één of meer van de volgende punten

      • 1°.

        het behouden van omzet of winst of het vergroten daarvan;

      • 2°.

        het verbeteren van het digitale bereik;

      • 3°.

        het verbeteren van de digitale weerbaarheid.

    • c.

      in het geval dat de rechtsvorm van de aanvrager economische activiteiten uitvoert: een ingevulde de-minimisverklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag geheel of gedeeltelijk kan worden verstrekt zonder dat sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun.

Artikel 1.8 Aanvraagperiode

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie voor één of meer activiteiten als omschreven in artikel 1.4, kan met ingang van 11 januari 2022 9:00 uur tot en met 20 mei 2022 23:59 uur worden ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen door het SNN binnen de in het vorige lid genoemde indieningstermijn.

Artikel 1.9 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats op basis van registratie van binnenkomst in het webportal van het SNN. De registratie vindt plaats op dag, uur en minuut.

Artikel 1.10 Staatssteun

  • 1.

    Subsidie in het kader van deze regeling wordt verstrekt met toepassing van de de-minimisverordening, voor zover de aanvrager een economische activiteit uitvoert.

  • 2.

    Indien de aanvrager actief is in de primaire productie van landbouwproducten, wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, subsidie verstrekt met toepassing van de op die sector van toepassing zijnde de-minimisverordening.

  • 3.

    Indien de aanvrager actief is in de visserij- en aquacultuursector, wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, prestatiesubsidie verstrekt met toepassing van de op die sector van toepassing zijnde de-minimisverordening.

Hoofdstuk 2 Subsidievoorwaarden

Artikel 2.1 Toetsingscriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen voor een activiteit als bepaald in artikel 1.4, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de rechtsvorm van de aanvrager staat op het moment van ontvangst van de aanvraag bij de Kamer van Koophandel ingeschreven, zonder een i.o. status;

  • b.

    de rechtsvorm van de aanvrager heeft op het moment van ontvangst van de aanvraag tenminste één bestaande fysieke vestiging in Fryslân van waaruit activiteiten worden uitgevoerd;

  • c.

    de minimale subsidiabele kosten voor de activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, bedragen € 2.000,-, exclusief BTW;

  • d.

    de aanvrager maakt in zijn aanvraag aannemelijk dat het uitvoeren van de activiteit bij zal dragen aan één of meer van de volgende punten binnen haar rechtsvorm:

    • 1°.

      het behouden van omzet of winst of het vergroten daarvan;

    • 2°.

      het verbeteren van het digitale bereik;

    • 3°.

      het verbeteren van de digitale weerbaarheid.

Artikel 2.2 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 2.7 van de ASV wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    ten aanzien van de kosten waarvoor subsidie is aangevraagd verplichtingen zijn aangegaan 3 weken vóór ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    de aanvrager niet binnen de doelgroep van de regeling valt;

  • c.

    de activiteit niet voldoet aan één of meer van de toetsingscriteria zoals vermeld in artikel 2.1;

  • d.

    de aanvraag wordt ontvangen buiten het indieningstijdvak als bepaald in artikel 1.8, eerste lid;

  • e.

    de aanvraag of de activiteit waarvoor een subsidie is aangevraagd niet in overeenstemming is met het bepaalde in deze regeling;

  • f.

    de aanvrager in het kader van haar bedrijfsactiviteiten alleen een online winkel exploiteert zonder over een fysieke vestiging te beschikken;

  • g.

    de aanvrager, of een onderneming die deel uitmaakt van het verband van ondernemingen van de aanvrager, al eerder subsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling;

  • h.

    de aanvrager, of een onderneming die deel uitmaakt van het verband van ondernemingen van de aanvrager, voor het realiseren van de activiteit al eerder subsidie heeft ontvangen van een andere organisatie dan de provincie Fryslân;

  • i.

    het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 1.000,- bedraagt.

Artikel 2.3 Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen de volgende kosten die worden gemaakt voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking voor subsidie:

  • a.

    kosten van de aanschaf van nieuwe producten, processen of diensten voor digitalisering, bij de externe digitale leverancier;

  • b.

    advieskosten van een digitale externe leverancier met betrekking tot het laten verbeteren van bestaande producten, diensten of processen door toepassing van digitalisering;

  • c.

    kosten voor het laten uitvoeren van een scan voor de cybersecurity voor het versterken van de digitale weerbaarheid.

Artikel 2.4 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.10, eerste lid, van de ASV, wordt geen subsidie verstrekt voor:

  • a.

    kosten van de aanschaf van hardware en smartphones;

  • b.

    reis- of voorrijkosten;

  • c.

    kosten die niet inzichtelijk zijn;

  • d.

    kosten van eigen uren van de eigenaar, werknemers of medewerkers van de aanvrager;

  • e.

    kosten van vrijwilligersuren;

  • f.

    kosten van trainingen hoe om te gaan met nieuwe software pakketten.

Artikel 2.5 Subsidiehoogte

De hoogte van een te verstrekken subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten exclusief BTW, met een minimum te verstrekken bedrag van € 1.000,- en een maximum te verstrekken bedrag van € 3.000,-.

Artikel 2.6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de ASV, is de subsidieontvanger verplicht om uiterlijk binnen 12 maanden na de ontvangstdatum van de aanvraag:

  • a.

    de gesubsidieerde activiteit conform de aanvraag en de subsidievaststellingsbeschikking te hebben gerealiseerd;

  • b.

    de kosten voor het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteit te hebben gemaakt en betaald;

  • c.

    onverwijld schriftelijk melding te doen, zodra aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteit niet, niet tijdig of niet geheel zal worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan;

  • d.

    desgevraagd, na het verstrijken van de einddatum van de gesubsidieerde activiteit of na het realiseren van de gesubsidieerde activiteit, aan te tonen dat de activiteit conform de aanvraag heeft plaatsgevonden en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 2.7 Prestatieverantwoording

  • 1.

    Een subsidie die verstrekt wordt op grond van deze regeling wordt direct vastgesteld.

  • 2.

    In geval van een verzoek als bepaald in artikel 2.6, aanhef en onder d, verstrekt de subsidieontvanger alle door Gedeputeerde Staten opgevraagde informatie, waaronder in elk geval:

    • a.

      een kopie van de ontvangen factuur van de externe digitale leverancier;

    • b.

      een kopie van het betalingsbewijs van de ontvangen factuur van de externe digitale leverancier.

  • 3.

    Het niet voldoen aan het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, leidt tot intrekking van de subsidievaststelling en tot terugvordering van het vastgestelde subsidiebedrag bij de subsidieontvanger

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van1 juni 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor die datum zijn ontvangen.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Digitalisering Fryslân 2022.

Artikelsgewijze toelichting

Subsidieregeling digitalisering Fryslân 2022.

 

Artikel 1.1, aanhef en onder i

De externe digitale leverancier bij wie nieuwe producten of diensten voor digitalisering worden afgenomen, en/of die wordt ingeschakeld om bestaande producten, diensten of processen door toepassing van digitalisering te verbeteren, dient onafhankelijk te zijn. Dit houdt in dat de externe digitale leverancier onafhankelijk een offerte uitbrengt en/of de gegeven opdracht uitvoert, waarbij er geen sprake is van enige vorm van belangenverstrengeling. Ook de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. In dit kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:

  • de rechtsvorm van de aanvrager en de rechtsvorm van de digitale leverancier maken deel uit van eenzelfde verband van ondernemingen;

  • de digitale leverancier heeft een (financieel) belang in de rechtsvorm van de aanvrager;

  • de aanvrager heeft een (financieel) belang in de onderneming van de digitale leverancier;

  • een bestuurder of directeur van de rechtsvorm van de aanvrager is ook bestuurder of directeur van de onderneming van de digitale leverancier;

  • de aanvrager heeft/runt met de digitale leverancier samen een andere onderneming, zijn vennoten in die onderneming, zijn collega’s in een andere onderneming, zijn getrouwd/levenspartners en/of zijn tegelijkertijd in een andere setting gelijkwaardige zakenpartners;

  • in het geval er sprake is van familierelaties in de eerste en tweede graad (ouder/kind broer/zuster) tussen de aanvrager en de digitale leverancier.

Deze opsomming is niet limitatief.

 

De externe digitale leverancier moet tevens zijn ingeschreven zijn bij het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, of vergelijkbare handelsregisters in andere staten. Particulieren kunnen daarmee niet worden aangemerkt als een externe digitale leverancier.

 

Artikel 1.1, aanhef en onder j

Onder een privéadres wordt een woonhuis of woning verstaan. De fysieke vestiging mag niet op hetzelfde adres gevestigd zijn als een privéadres. Indien het van het privéadres afgezonderd gebouw een garage betreft, dan valt die niet onder een fysieke vestiging. Als er geen economische activiteiten worden uitgevoerd is er geen sprake van een fysieke vestiging.

 

Artikel 1.3

Onder een ‘onderneming’ vallen zowel MKB-ondernemingen (organisaties die voldoen aan de in bijlage I van de verordening (EG) Nr. 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014 vastgestelde definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen) als grote ondernemingen (organisaties met meer dan 250 fte in dienst of een netto omzet van meer dan € 50 miljoen en een balanstotaal van meer dan € 43 miljoen), ongeacht de rechtsvorm die de onderneming voert.

 

Onder een ‘non-profitorganisatie’ vallen rechtsentiteiten, zoals stichtingen of verenigingen, zonder winstoogmerk die geen economische activiteiten uitvoeren en daardoor ook niet (ten dele) als een onderneming kunnen worden aangemerkt.

 

Onder een ‘kennisinstelling’ worden bijvoorbeeld verstaan: universiteiten, hogescholen, onderzoeksinstellingen en academische ziekenhuizen.

 

Indien een aanvrager niet binnen de doelgroep valt, wordt de aanvraag geweigerd.

 

Artikel 1.7, tweede lid

In een aanvraag kan voor meerdere activiteiten als omschreven in artikel 1.4, gelijktijdig subsidie worden gevraagd. Hierbij kan het voorkomen dat er gebruik wordt gemaakt van meer dan één externe digitale leverancier die een offerte aan de aanvrager uitbrengen. In een situatie als hiervoor bedoeld, dient de aanvrager de door beide partijen getekende offertes of opdrachtbevestigingen van alle desbetreffende externe digitale leveranciers te overleggen.

 

Artikel 1.9

De verdeelsystematiek vindt plaats op basis van het principe ‘’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’’. De datum waarop de aanvraag als volledig wordt aangemerkt, is de feitelijke datum waarop de aanvraag mee gaat tellen voor het beslag op het subsidieplafond. De rangschikking vindt plaats op basis van registratie van binnenkomst van de volledige aanvraag op dag, uur en minuut in het webportal van het SNN. Na ontvangst van een volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling, de ASV en de Awb, en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor een subsidie in aanmerking komt.

Voor zover het subsidieplafond dat voor deze regeling van 11 januari 2022 9:00 uur tot en met 20 mei 2022 23:59 uur beschikbaar is gesteld door een aanvraag wordt overschreden, wordt deze aanvraag geweigerd. Ook al voldoet de aanvraag aan de vereisten om voor een subsidie in aanmerking te komen.

 

Artikel 1.10

Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen, worden geacht het handelsverkeertussen de lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden en de mededinging niet te vervalsen of dreigen te vervalsen. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (art. 107 lid 1 VWEU) en leveren derhalve geen staatssteun op.

 

Om overschrijding van het de-minimisplafond te voorkomen, moet de aanvrager een de-minimisverklaring overleggen bij de aanvraag. Hierin moet de aanvrager alle steun en de-minimis opgeven die over de twee voorgaande belastingjaren en in het lopende belastingjaar is verstrekt. Onder de reguliere de-minimisverordening kan aan aanvragers tot € 200.000,- aan steun verstrekt worden zonder dat er sprake is van staatssteun. Dit bedrag (steunplafond) geldt voor alle ondernemingen samen in het verband van ondernemingen over een periode van driebelastingjaren.

 

Ten aanzien van aanvragers die voor rekening van derden goederenvervoer over de weg verrichten, geldt hierbij een steunplafond van € 100.000,-.

 

Het steunplafond voor maatregelen onder de landbouw de-minimisverordening, dat geldt ten aanzien van aanvragers die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten, bedraagt over drie belastingjaren € 20.000,-.

 

Het steunplafond voor maatregelen onder de visserij de-minimisverordening, dat geldt ten aanzien van aanvragers die actief zijn in de productie, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten, bedraagt over drie belastingjaren € 30.000,-.

 

Artikel 2.1

Om in aanmerking te komen voor een subsidie voor een of meer activiteiten als bepaald in artikel 1.4, gelden een aantal toetsingscriteria. Indien niet voldaan wordt aan één of meer van deze criteria komt de aanvraag niet in aanmerking voor een subsidie en levert dit een (dwingende) weigeringsgrond op.

 

Artikel 2.2, aanhef en onder a

De aanvraag moet zijn ontvangen binnen drie weken nadat de verplichting is aangegaan ter zake van de kosten van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

 

Onder het aangaan van een verplichting wordt bijvoorbeeld verstaan het voor akkoord ondertekenen van een offerte van een externe digitale leverancier (ongeacht of dit schriftelijk, online of mondeling plaatsvindt). Hierbij maakt het geen verschil of de verplichting is aangegaan door de vertegenwoordigingsbevoegde persoon van de rechtsvorm van de aanvrager, door haar medewerker(s) en/of werknemer(s), of door een eigenaar van de rechtsvorm van de aanvrager.

 

Indien bij de aanvraag een factuur is gevoegd die eerder dan drie weken vóór ontvangst van de aanvraag gedateerd is, dan wordt ervan uitgegaan dat er te vroeg een verplichting is aangegaan.

 

Indien een verplichting is aangegaan eerder dan drie weken vóór ontvangst van de aanvraag wordt géén subsidie verstrekt.

 

In het geval dat er voor een deel van de begrote kosten van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd een verplichting is aangegaan eerder dan drie weken vóór ontvangst van de aanvraag, wordt de gehele aanvraag geweigerd. Ter illustratie: bij een aanvraag zitten twee offertes van verschillende externe digitale leveranciers, waarvan ten aanzien van één offerte bij de beoordeling van de aanvraag blijkt dat deze offerte al voor akkoord is ondertekend eerder dan drie weken vóór ontvangst van de aanvraag. De gehele aanvraag wordt in een dergelijk geval geweigerd.

 

Artikel 2.2, aanhef en onder f

Een onderneming die bij de Kamer van Koophandel staat ingeschreven met alleen een SBI-code (Standaard Bedrijfsindeling) voor “detailhandel via internet” komt niet in aanmerking voor subsidie. Het betreft hier ondernemingen met SBI-codes die beginnen met 47.91. Wanneer uit SBI-codes blijkt dat de aanvrager alleen een online code heeft, wordt hieraan de conclusie verbonden dat weigering onder onderdeel f aan de orde is. De aanvraag wordt geweigerd als de aanvrager ingeschreven staat onder één of meerdere van de volgende SBI-codes:

 

Het betreft hier ondernemingen met SBI-codes die beginnen met 47.91.

  • 47.91 Detailhandel via internet

  • 47.91.1 Detailhandel via internet in voedingsmiddelen en drogisterijwaren

  • 47.91.2 Detailhandel via internet in consumentenelektronica

  • 47.91.3 Detailhandel via internet in boeken, tijdschriften, cd’s, dvd’s

  • 47.91.4 Detailhandel via internet in kleding en mode-artikelen

  • 47.91.5 Detailhandel via internet in huis- en tuinartikelen

  • 47.91.6 Detailhandel via internet in vrijetijdsartikelen

  • 47.91.8 Detailhandel via internet in overige non-food

  • 47.91.9 Detailhandel via internet in een algemeen assortiment non-food

Artikel 2.2, aanhef en onder h

Uit dit onderdeel volgt dat cumulatie/stapeling met andere subsidieregelingen ten behoeve van de financiering van de activiteit(en) waarvoor subsidie is aangevraagd, niet mogelijk is.

 

Artikel 2.3

Een aantal niet-limitatieve voorbeelden van subsidiabele kosten die onderdeel kunnen uitmaken van de activiteitenomschrijving in artikel 1.4 zijn:

  • kosten voor het laten opzetten of verbeteren van een website en/of webshop;

  • kosten voor de aanschaf van een online boekings- of reserveringssysteem;

  • kosten voor het laten koppelen van webshops aan voorraadadministratie en/of management;

  • kosten voor het online leveren van diensten;

  • kosten van het laten uitvoeren van een scan om de digitale veiligheid te verbeteren;

Artikel 2.4, aanhef en onder a

Onder hardware worden alle tastbare onderdelen van en voor de computer verstaan. Het betreft zowel interne componenten als randapparatuur. Een aantal niet-limitatieve voorbeelden zijn: processoren, pc-behuizingen, laptops, seriële poorten, externe harde schijven, muizen, printers, scanners, toetsenborden en beeldschermen.

 

Artikel 2.6, aanhef en onder b

De subsidieontvanger is verplicht de kosten voor het realiseren van de activiteit(en) waarvoor subsidie is verstrekt zelf te maken en te betalen. Dit betekent dat de facturen die verband houden met het realiseren van deze activiteit(en) in rekening zijn of worden gebracht bij de rechtsvorm van de aanvrager alsmede dat laatstgenoemde deze betaalt.

 

Artikel 2.7

Een subsidie die verstrekt wordt voor activiteiten als bepaald in artikel 1.4 wordt direct vastgesteld, zonder dat daar een subsidieverlening aan voorafgaat. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.

 

Evenwel kunnen Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling vastgestelde subsidies controleren, al dan niet steekproefsgewijs. Als een subsidieontvanger gecontroleerd wordt, is hij verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Hiertoe verschaft de subsidieontvanger alle informatie die Gedeputeerde Staten bij haar opvragen. Hieronder vallen in elk geval de bescheiden als aangegeven in het tweede lid van dit artikel. In aanvulling daarop kunnen ook andere bescheiden die verband houden met de controle op de vastgestelde subsidies worden opgevraagd. Als uit de (steekproef)controle onregelmatigheden blijken, dan kan dat gevolgen hebben voor de subsidievaststelling. Een subsidievaststelling kan ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken worden. Bovenstaande kan ertoe leiden dat uitbetaalde subsidiebedragen worden teruggevorderd.