Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling openbaar vervoer Fryslân 2022 |
Citeertitel | Subsidieregeling openbaar vervoer Fryslân 2022 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 31 december 2035.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 07-12-2021 | GS002288 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze regeling heeft als doel voor wat betreft openbaar vervoer uitvoering te geven aan het PVVP, en na vaststelling daarvan door Gedeputeerde Staten, het RMP.
Hoofdstuk 2 Verrichten en beheer van openbaar vervoer
Paragraaf 2.1 Subsidieverstrekking voor het verrichten van openbaar vervoer
Artikel 2.1.1 Subsidiabele activiteiten en doelgroep
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken aan een vervoerder:
Artikel 2.1.3 Subsidievereisten
Om voor een subsidie als bedoeld in artikel 2.1.1 in aanmerking te komen dient de vervoerder te beschikken over een concessie voor openbaar vervoer die is afgegeven door Gedeputeerde Staten dan wel partij te zijn bij een overeenkomst met de provincie Fryslân op het gebied van het verrichten van openbaar vervoer met een vertrekpunt of een bestemming binnen de provincie Fryslân.
Paragraaf 2.2 Subsidieverstrekking voor het beheer van openbaar vervoer
Artikel 2.2.1 Doelgroep en subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken aan een gemeente, een samenwerkingsverband van gemeenten of een andere partij die, al dan niet met participatie van de provincie, op basis van een overeenkomst met Gedeputeerde Staten het beheer voert over het openbaar vervoer dat onderdeel is van een door Gedeputeerde Staten verleende concessie;
Artikel 2.2.3 Subsidievereisten
Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient de aanvrager partij te zijn bij een overeenkomst als bedoeld in artikel 2.2.1.
Paragraaf 2.3 Subsidieverstrekking voor openbaar vervoer door middel van de inzet van een buurtbus
Artikel 2.3.1 Subsidiabele activiteiten en doelgroep
Gedeputeerde staten kunnen subsidie verstrekken aan een buurtbusorganisatie of een gemeente voor het verzorgen van openbaar vervoer door middel van de inzet van een buurtbus.
Een buurtbusorganisatie of gemeente dient voor 31 december bij Gedeputeerde Staten een aanvraag in om subsidie voor het daaropvolgende jaar.
Artikel 2.3.4 Weigeringsgronden
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2.3.1 kan worden geweigerd indien naar het oordeel van Gedeputeerde Staten:
Artikel 2.3.6 Verplichtingen subsidieontvanger
Onverminderd de in artikel 2.3 van de Asv 2013 genoemde voorwaarden en verplichtingen worden aan de subsidieverlening in elk geval de volgende verplichtingen verbonden:
Indien uit de kennisgeving zoals bedoeld in het eerste lid, blijkt dat het aantal personen dat gebruik maakt van de buurtbus minder is dan gemiddeld 400 per maand, stellen Gedeputeerde Staten, alvorens het derde lid van artikel 2.3.6 toe te passen, de subsidieontvanger in de gelegenheid maatregelen te treffen om het aantal reizigers te vergroten.
Indien de in het vijfde lid genoemde maatregelen niet worden genomen of geen effect sorteren binnen een jaar nadat ze getroffen zijn, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten de subsidieverlening met toepassing van artikel 4:48 van de Awb in te trekken dan wel de subsidie vaststellen op een lager bedrag.
Hoofdstuk 3 Projecten ten dienste van of gerelateerd aan openbaar vervoer
Paragraaf 3.1 Subsidieverstrekking voor projecten
Artikel 3.1.1 Subsidiabele activiteiten en doelgroep
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken aan de initiatiefnemer van een project:
Artikel 3.1.4 Weigeringsgronden
Artikel 3.1.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie als bedoeld in artikel 3.1.1 onderdelen a en b bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, uitgaande van een sluitende begroting met volledige dekking van de kosten. Indien het project volledig op verzoek van de provincie wordt uitgevoerd, dan kan de bijdrage maximaal 100% van de subsidiabele kosten bedragen, uitgaande van een sluitende begroting met volledige dekking van de kosten.
Artikel 3.1.6 Verplichtingen subsidieontvanger
Onverminderd de in artikel 2.3 van de Asv 2013 genoemde voorwaarden en verplichtingen wordt aan de subsidieverlening is in elk geval de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger over het project en de uitvoering daarvan adequate afstemming voert met de vervoerder aan wie Gedeputeerde Staten een concessie hebben verleend.