Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Beleidsregel loting ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel loting ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen
CiteertitelBeleidsregel loting ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR645163

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2021nieuwe regeling

16-11-2021

gmb-2021-454300

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel loting ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen

Wettelijke grondslag

Artikel 3.4.3.1 Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities/Begripsomschrijvingen

Onder de in deze beleidsregel gebruikte begrippen moet worden verstaan hetgeen is omschreven in bijlage 1 bij de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 (hierna: de Verordening).

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel is van toepassing op de toewijzing van beschikbare ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen die zijn vrijgekomen vanaf 13 juli 2018.

Artikel 1.3 Loting

Alle vergunningen voor een ligplaats voor een bedrijfsvaartuig worden verdeeld door middel van loting.

Artikel 1.4 Looptijd

Het college kan nadere beleidsregels vaststellen omtrent de looptijd van de te verlenen vergunningen.

Hoofdstuk 2. Toewijzen beschikbare ligplaatsen en procedure loting

Artikel 2.1 Bekendmaking vrijgekomen ligplaats en inschrijving

  • 2.1.1

    Indien een ligplaats voor een bedrijfsvaartuig beschikbaar komt, maakt het college hiervan melding op de website van de gemeente en in de Stadskrant.

  • 2.1.2

    Hierbij geeft het college aan welke locatie, zoals bedoeld in het Ligplaatsenplan als bedoeld in bijlage 2 van de Verordening, het betreft en de eventuele beperkingen die voor de ligplaats gelden.

  • 2.1.3

    Bij de melding, als bedoeld in artikel 2.1.1, stelt het college het moment van loting vast en stelt daarbij een termijn, waarbinnen gegadigden zich kunnen inschrijven voor de loting.

  • 2.1.4

    Gegadigden kunnen zich inschrijven voor de loting via een daarvoor op de website van de gemeente beschikbaar gesteld aanvraagformulier. De inschrijving is tevens een aanvraag voor de ligplaatsvergunning of ligplaatsvergunningen voor een bedrijfsvaartuig waarvoor de gegadigde zich inschrijft voor de loting.

  • 2.1.5

    Alle ligplaatsen worden geacht te zijn bezet zodra de loting heeft plaatsgevonden en de voor de loting beschikbare ligplaatsen zijn toegewezen.

Artikel 2.2 Loting

  • 2.2.1

    De loting vindt plaats op het door het college op grond van artikel 2.1.3 vastgestelde moment.

  • 2.2.2

    Alleen de gegadigden, die zich binnen de door het college vastgestelde termijn met het in artikel 2.1.4 vermelde formulier hebben ingeschreven, komen in aanmerking voor de loting.

  • 2.2.3

    Iedere gegadigde, die zich tijdig voor de loting heeft aangemeld, komt in aanmerking voor één lotnummer.

  • 2.2.4

    Indien de aanvraag betrekking heeft op het gebruik van de ligplaats door (een) niet door fossiele brandstof aangedreven bedrijfsvaartuig(en), ontvangt de aanvrager een extra lotnummer.

  • 2.2.5

    De gegadigde, die op de wachtlijst of reservelijst als bedoeld in de reeds vervallen Beleidsregel wachtlijst bedrijfsvaartuigen staat en die niet in aanmerking is gekomen voor één van de ligplaatsen als bedoeld in die beleidsregel, komt éénmaal in aanmerking voor een extra lotnummer.

  • 2.2.6

    Bij de aanmelding voor de loting worden alle lotnummers van aanvrager geacht te zijn ingezet.

  • 2.2.7

    De loting vindt plaats door de Teammanager Vergunningen Openbare Ruimte dan wel diens plaatsvervanger in aanwezigheid van ten minste twee medewerkers. Van de loting zal een verslag worden opgesteld dat door degene die de loting verricht en de aanwezige medewerkers wordt ondertekend.

  • 2.2.8

    Indien het college daartoe aanleiding ziet, kan de loting in afwijking van het in artikel 2.2.7 gestelde door een notaris plaatsvinden, eveneens in aanwezigheid van ten minste twee medewerkers.

  • 2.2.9

    Indien er meer dan één ligplaats kan worden toegewezen, dan zal per lotnummer maximaal één ligplaats kunnen worden toegewezen.

  • 2.2.10

    De aanvragers krijgen zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen vier weken na de datum waarop de loting heeft plaatsgevonden, schriftelijk bericht of zij zijn ingeloot.

    Indien dit het geval is, dan zal de ligplaatsvergunning binnen vier weken na het bericht, als in dit artikel bedoeld, aan de betreffende aanvrager(s) worden verzonden, tenzij sprake is van een weigeringsgrond op grond van de Verordening of op grond van de Wet Bibob. Deze termijn kan éénmaal worden verlengd met vier weken.

  • 2.2.11

    In geval van weigering van de vergunning van de aanvrager die is ingeloot, zal het eerstvolgende lotnummer bij de loting in aanmerking komen voor een ligplaatsvergunning.

Artikel 2.3 Buiten behandeling stellen

  • 2.3.1

    Aanvragen die niet volledig zijn, die niet met gebruikmaking van het door het college vastgestelde formulier zijn ingediend, aanvragen die buiten de door het college vastgestelde termijn zijn ingediend of aanvragen voor een ligplaats waarvan de afmeting kleiner is dan de afmeting van het (de) bedrijfsvaartuig(en), waarvoor aanvrager een aanvraagformulier heeft ingediend, worden niet in behandeling genomen, welk besluit schriftelijk aan de aanvrager bekend zal worden gemaakt.

  • 2.3.2

    In het geval van onvolledige aanvragen of aanvragen die niet door middel van het door het college vastgestelde formulier zijn ingediend, wordt de aanvrager, alvorens wordt besloten over buiten behandeling stellen van die aanvraag, in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen een door het college vast te stellen termijn aan te vullen c.q. met het vastgestelde formulier in te dienen.

  • 2.3.3

    Indien meerdere aanvragen voor hetzelfde bedrijfsvaartuig door verschillende (rechts)personen zijn ingediend, worden deze eveneens buiten behandeling gesteld, voor zover de aanvrager na een verzoek daartoe niet kan aantonen dat hij de beschikking heeft over het bedrijfsvaartuig waarvoor hij de ligplaatsvergunning heeft aangevraagd.

  • 2.3.4

    Indien de afmeting van de beschikbare ligplaats kleiner is dan de afmeting van het (de) bedrijfsvaartuig(en), waarvoor aanvrager een aanvraagformulier heeft ingediend, dan wordt aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag te wijzigen alvorens besloten kan worden de aanvraag buiten behandeling te stellen.

Artikel 3 Afwijken van beleidsregel/hardheidsclausule

  • 3.1

    Het college kan in voorkomende gevallen gemotiveerd afwijken van de in deze beleidsregel gestelde procedure. Van dit afwijken geeft het college kennis door middel van een bericht op de website van de gemeente.

  • 3.2

    Het college kan in gevallen, waarin de toepassing van deze beleidsregel naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, afwijken van deze beleidsregel.

Artikel 4 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als:

'Beleidsregel loting ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen'.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de datum van publicatie in het Gemeenteblad.

 

Toelichting

Algemeen

 

Op 1 januari 2021 is de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 (hierna: de Verordening) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Verordening is de Bedrijfs- en Pleziervaartuigenverordening 2017 ingetrokken.

In artikel 3.4.3.1 van de Verordening is bepaald dat het college nadere regels opstelt met betrekking tot het proces van vergunningverlening van ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen, waaronder begrepen de vorm en de inhoud van de aanvraag, de verdelings- en verleningssystematiek en de wachtlijst en de wijze waarop deze wordt gebruikt.

Krachtens de ingetrokken Bedrijfs- en Pleziervaartuigenverordening 2017 werd in de ‘Beleidsregel wachtlijst bedrijfsvaartuigen’ voorzien in verdeling van ligplaatsen in de periode van 8 juli 2014 tot 13 juli 2018.

In de toelichting bij deze beleidsregel is vermeld dat de gemeenteraad bij motie M.180017.2 van 21 juni 2018 de wens heeft geuit om belangstellenden die bij de verdeling op basis van deze beleidsregels niet in aanmerking komen voor een beschikbare ligplaats, mee te nemen bij de uitgifte van ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen. Voorts is in die toelichting vermeld dat voor de verdeling van ligplaatsen die zijn vrijgekomen na de inwerkingtreding van de Bedrijfs- en Pleziervaartuigenverordening 2017 andere beleidsregels worden opgesteld waarin een verdelingssystematiek op basis van gewogen loting zal worden opgenomen. Krachtens de onderhavige Verordening wordt door middel van loting voorzien in de verdeling van ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen die vanaf 13 juli 2018 beschikbaar zijn gekomen of zullen komen. Daarbij is ervoor gekozen om diegenen, die op de wachtlijst op grond van de oude verordening stonden en die op grond van de oude verordening niet in aanmerking zijn gekomen voor een ligplaats, eenmalig in aanmerking te laten komen voor een extra lotnummer.

 

Ligplaatsvergunningen voor bedrijfsvaartuigen zijn schaarse vergunningen. In 2016 is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het bestaan erkend van een nationale rechtsnorm die gevolgen heeft voor de besluitvorming over schaarse vergunningen (ABRS 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927).

Het gelijkheidsbeginsel betekent volgens deze uitspraak dat het gemeentebestuur aan (potentiële) gegadigden gelijke kansen moet bieden om in aanmerking te komen voor deze vergunningen. Dit brengt met zich mee:

  • -

    dat ruimte moet worden geboden om naar een beschikbare vergunning mee te dingen;

  • -

    dat vooraf kenbaar moet worden gemaakt door een passende mate van openbaar beleid dat een\ of meer schaarse vergunningen beschikbaar zijn, in welk tijdvak aanvragen ingediend kunnen worden, hoe deze worden verdeeld over de gegadigden en welke criteria daarbij gehanteerd worden, zodat de gegadigde zijn aanvraag daarop kan afstemmen;

  • -

    dat de duur van de vergunning niet voor onbepaalde tijd en niet buitensporig lang kan zijn, zodat de vergunninghouder niet onevenredig wordt bevoordeeld ten opzichte van andere gegadigden.

In de onderhavige Verordening is aan deze vereisten voldaan, waarbij gekozen is voor verdeling van beschikbare ligplaatsen door middel van loting. De vergunningsduur zal voorafgaand aan de start van de aanvraagprocedure kenbaar gemaakt worden. Bij het bepalen van de vergunningsduur wordt rekening gehouden met een economisch proportionele en redelijke termijn om investeringen terug te verdienen en nieuwkomers regelmatig een kans te geven de markt te betreden.

 

Hoofdstukgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1

Op basis van de Beleidsregel wachtlijst bedrijfsvaartuigen zijn beschikbare ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen verdeeld, die zijn vrijgekomen tussen 8 juli 2014, de datum waarop een vergunningstop voor het verlenen van ligplaatsvergunningen voor bedrijfsvaartuigen is ingevoerd, en 13 juli 2018, de datum van inwerkingtreding van de Bedrijfs- en Pleziervaartuigenverordening 2017. Het ging daarbij om vijf beschikbare ligplaatsen. Deze ligplaatsen zijn inmiddels alle vergund. Na 13 juli 2018 is een aantal ligplaatsen vrijgekomen, die nog niet zijn uitgegeven.De onderhavige beleidsregel voorziet in de wijze waarop ligplaatsvergunningen voor na 13 juli 2018 vrijgekomen ligplaatsen kunnen worden verleend.

 

Hoofdstuk 2

In dit hoofdstuk wordt vastgelegd op welke wijze vrijgekomen ligplaatsen bekend worden gemaakt, hoe belangstellenden zich kunnen aanmelden, op welke wijze de loting plaatsvindt en wanneer aanvragen om ligplaatsvergunning worden geweigerd of buiten behandeling gesteld.

Degenen, die op de wachtlijst krachtens de oude beleidsregel stonden, krijgen éénmalig een extra lotnummer, zodat zij éénmalig meer kans hebben om voor een vrijgekomen ligplaats in aanmerking te komen. Er wordt hierin geen extra waarde toegekend aan de positie op de wachtlijst. Deze éénmalige extra lot wordt geacht te zijn ingezet op het moment dat degene zich aanmeldt voor de loting van een vrijgekomen ligplaats. Daarmee wordt voldaan aan de eerder genoemde motie van de gemeenteraad van 21 juni 2018. Bedrijfsvaartuigen die niet door fossiele brandstof worden aangedreven, komen bij aanmelding voor een loting tevens in aanmerking voor een extra lot.

Om te voorkomen dat het proces van loting wordt verstoord doordat meerdere (rechts)personen zich voor de loting zullen inschrijven voor hetzelfde (dezelfde) bedrijfsvaartuig(en), is ervoor gekozen om meerdere aanvragen voor hetzelfde (dezelfde) bedrijfsvaartuigen(en) buiten behandeling te stellen indien de aanvrager niet kan aantonen dat het (de) bedrijfsvaartuig(en) zijn eigendom zijn, althans tot zijn beschikking staan.

Het (volledig) invullen en indienen van het bij de beleidsregel behorende aanvraagformulier impliceert het meedoen met de loting en het aanvragen van een ligplaatsvergunning indien de aanvrager wordt ingeloot.