Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland houdende regels omtrent de inzet van bodycams door boa’s/toezichthouders van het team Openbare Ruimte

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland houdende regels omtrent de inzet van bodycams door boa’s/toezichthouders van het team Openbare Ruimte
CiteertitelBesluit bodycams gemeente Steenwijkerland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 6, eerste lid, van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-12-2021Nieuwe regeling

30-11-2021

gmb-2021-451882

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland houdende regels omtrent de inzet van bodycams door boa’s/toezichthouders van het team Openbare Ruimte

Het college van burgemeester en wethouders de gemeente Steenwijkerland;

 

Vindt dat:

  • Agressie en geweld een verhoogd risico vormen voor toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren bij de uitvoering van dagdagelijkse werkzaamheden;

  • Een bodycam voor deze medewerkers als persoonlijk beschermingsmiddel zou kunnen dienen;

  • Het uitrusten met een bodycam concrete vraagstukken met zich meebrengt op het gebied van privacy van zowel de toezichthouders met opsporingsbevoegdheid/buitengewoon opsporingsambtenaren als van de opgenomen betrokkene(n) of eventuele derde(n);

  • Het wenselijk is om kaders vast te stellen voor het gebruik van de bodycam, de opslag van het opgenomen beeld- en geluidmateriaal alsook het uitlezen van de opgenomen beelden.

En daarom volgens artikel 160, eerste lid onder c van de Gemeentewet gelezen in samenhang met artikel 6, lid 1, sub f, van de Algemene verordening gegevensbescherming;

BESLUIT:

om de toezichthouders van het team Openbare Ruimte uit te rusten met bodycams en het Besluit Bodycams gemeente Steenwijkerland vast te stellen.

Artikel 1 Doel

  • 1.

    De bodycams worden ingezet ter bevordering van de bescherming van de eigen veiligheid van de toezichthouders van het team Openbare Ruimte.

  • 2.

    Daarnaast kunnen de beelden van de bodycams door het Openbaar Ministerie worden opgevraagd ter bewijsvoering in het kader van een strafrechtelijk onderzoek, de zogeheten ‘bijvangst’.

Artikel 2 Gebruik bodycam

  • 1.

    De boa of toezichthouder draagt de bodycam duidelijk en zichtbaar.

  • 2.

    De bodycam maakt constant opnames die telkens na minimaal 30 seconden worden overschreden (pre-recording). Dit betekent dat als de opname gestart wordt, de voorgaande 30 seconden ook opgenomen zijn.

  • 3.

    De boa of toezichthouder drukt op de startknop wanneer:

    • a.

      dit nodig is voor de eigen veiligheid of veiligheid van collega’s;

    • b.

      de situatie dreigt te escaleren.

  • 4.

    Bij opname van betrokkenen wordt vooraf altijd gemeld (met luide stem) door de boa of toezichthouder dat er opnamen gemaakt gaan worden. Als de opname door de situatie niet direct kan worden gemeld, dan wordt achteraf aan betrokkenen gemeld dat er opnames zijn gemaakt.

  • 5.

    De boa of toezichthouder waarschuwt zijn collega’s als er opnames worden gemaakt, waarbij zij (mogelijk) herkenbaar in beeld komen.

  • 6.

    De bodycam wordt direct uitgezet, nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake (meer) is van escalatie.

Artikel 3 Locaties

  • 1.

    De bodycam kan worden ingezet op alle werkterreinen van de boa of toezichthouder, deze terreinen bestaan uit:

    • a.

      Openbare ruimte;

    • b.

      Voor publiek toegankelijke ruimten;

    • c.

      Privéterrein en -eigendom (zoals woningen).

  • 2.

    In geval opnames zijn gemaakt op de terreinen zoals bedoeld onder a en b van dit artikel worden andere personen (inclusief boa of toezichthouder) van het incident, voor zover ze niets met het incident te maken hebben, onherkenbaar gemaakt.

  • 3.

    In het geval dat de medewerker de bodycam meevoert op een terrein zoals bedoeld in lid 1 onder c van dit artikel legt de boa of toezichthouder aan de betrokkene vooraf uit waarvoor de bodycam dient, tenzij dit (vanwege de snelheid van de controle) niet mogelijk is.

  • 4.

    In het geval dat opnames zijn gemaakt op terreinen zoals bedoeld in lid 1 onder c van dit artikel dan worden de beelden enkel opgeslagen voor vastlegging van het voorgevallen incident tussen de boa of toezichthouder en de betrokkene. Andere personen (inclusief boa of toezichthouder), voor zover zij niets met het incident van doen hebben, worden onherkenbaar gemaakt.

Artikel 4 Verslaglegging

  • 1.

    Heeft de boa of toezichthouder beelden met de bodycam gemaakt, dan legt hij dit gebruik, voor het einde van de dienst, vast in een verslag. In dit verlag worden de feiten en omstandigheden van de situatie die hebben geleid tot het gebruik vastgelegd.

  • 2.

    In het verslag wordt ook vermeld hoe en wanneer de melding uit artikel 2, lid 4 is gedaan. Wanneer een melding vooraf niet mogelijk was, dan wordt de reden daarvoor in het verslag toegelicht.

  • 3.

    Het in lid 1 bedoelde verslag wordt direct aan de teamleider gezonden. Het verslag kan na afloop van de bewaartermijn voor de beelden worden vernietigd.

Artikel 5 Opslag

  • 1.

    De opslag van data wordt alleen toegestaan op de bodycam en voor de opslag bestemde externe servers.

  • 2.

    De toegang tot de data is op een passende wijze beveiligd.

  • 3.

    De data wordt maximaal 30 dagen opgeslagen, berekend vanaf de opname datum.

  • 4.

    De bewaartermijn kan worden verlengd, indien de beelden als bewijsmateriaal dienen in een strafprocedure of worden gebracht in de klachtenprocedure.

  • 5.

    De data is na verwijdering niet meer beschikbaar in de externe server.

Artikel 6 Uitlezen beelden

  • 1.

    De volgende medewerkers mogen de beelden bekijken:

    • a.

      Teamleider Openbare Ruimte;

    • b.

      Coördinator Proceskamer APV & Bijzondere Wetten;

    • c.

      Boa;

    • d.

      Toezichthouder;

    • e.

      Klachtenbehandelaar.

  • 2.

    Het bekijken van de beelden geschiedt nooit individueel, maar altijd samen met een andere medewerker of een opsporingsambtenaar van de politie. Bij het bekijken van de beelden is altijd minimaal de teamleider aanwezig.

  • 3.

    Beelden mogen alleen worden bekeken:

    • a.

      als het Openbaar Ministerie (OM) de beelden vordert voor een strafrechtelijk onderzoek;

    • b.

      bij een klachtenprocedure of een verzoek van inzage van een burger die is gefilmd;

    • c.

      als een boa of toezichthouder hiertoe – bijvoorbeeld in het kader van reflectie en lering – een verzoek doet bij teamleider en de teamleider hiervoor toestemming geeft.

  • 4.

    Het bekijken van de beelden mag nooit gevolgen hebben voor de rechtspositie van de betrokken boa of toezichthouder.

  • 5.

    De volgende maatregelen worden genomen bij het bekijken van de beelden:

    • a.

      Bij het bekijken van de beelden wordt bewaakt dat geen andere derden dan de bekijkende personen beeldopnamen kunnen waarnemen.

    • b.

      Bij het bekijken van de beelden mogen op geen enkele wijze beelden, foto’s, geluidsopnames of kopieën worden gemaakt. Mocht dit gebeuren, dan wordt het bekijken direct beëindigd door de teamleider.

Artikel 7 Bekijken door anderen

  • 1.

    Politie en Openbaar Ministerie kunnen in het kader van strafrechtelijk onderzoek beelden vorderen:

    • a.

      Hiervoor moet een schriftelijke vordering worden verstrekt;

    • b.

      De beelden worden overgedragen volgens de strekking van de vordering uit lid 1 onder a;

    • c.

      De teamleider wordt voordat het beeldmateriaal wordt overgedragen mondeling of schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 2.

    De teamleider van de boa of toezichthouder kan de beelden vorderen in het kader van de klachtenafhandeling:

    • a.

      Hiervoor moet een schriftelijke vordering worden verstrekt;

    • b.

      De beelden worden overgedragen volgens de strekking van de vordering uit lid 2 onder a.

  • 3.

    Betrokken burgers of degene die namens hen opkomt mogen de beelden op verzoek bekijken:

    • a.

      Het verzoek tot het uitlezen van de bodycam wordt schriftelijk of per e-formulier ingediend bij de teamleider Openbare Ruimte en bevat minimaal:

      • -

        (organisatiegegevens) naam, adres, telefoonnummer en/of e-mailadres;

      • -

        Beschrijving van het aantoonbaar belang voor het uitlezen van de opnamen;

      • -

        Datum, tijdstip en plaats waar de opnamen zijn gemaakt.

    • b.

      Nadat de teamleider heeft vastgesteld dat betrokkene te zien is op de beelden die gemaakt zijn met de bodycam, mag de betrokkene of degene die namens hen opkomt de beelden inzien.

    • c.

      De beelden mogen opgevraagd worden in kader van het recht op inzage zoals beschreven in artikel 15 van de AVG of om een klacht of verzoek om schadevergoeding in te dienen.

    • d.

      De beelden worden bekeken in het bijzijn van de teamleider Openbare Ruimte.

    • e.

      Een betrokkene of degene die namens hen opkomt ontvangt tijdens de inzage nooit een kopie en het is niet toegestaan om foto’s, geluidsopnames of beeldmateriaal te maken. Bij het bekijken van de beelden van de bodycam mogen aantekeningen worden gemaakt.

    • f.

      Bij een overtreding van lid 3, onder e wordt het bekijken van de beelden direct gestopt door de teamleider Openbare Ruimte.

    • g.

      Op verzoek kan een kopie van de beelden worden verstrekt zoals bedoeld in artikel 15 lid 3 AVG, met in achtneming van artikel 15 lid 4 AVG. De teamleider beoordeelt een dergelijk verzoek.

    • h.

      De betrokken boa of toezichthouder wordt door de teamleider geïnformeerd als er een verzoek om inzage is ingediend. Waar nodig of op verzoek van de boa of toezichthouder worden zij door de teamleider betrokken bij de verstrekking van de kopie.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bodycams gemeente Steenwijkerland.

 

Steenwijk,30 november 2021

Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,

de secretaris,

J. deGroot

de burgemeester,

J.H.Bats