Organisatie | Westervoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels minimabeleid Westervoort 2022 |
Citeertitel | Beleidsregels minimabeleid Westervoort 2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling duurzame gebruiksgoederen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | nieuwe regeling | 02-11-2021 | Z/21/086420 |
De gemeenteraad van Westervoort heeft op 14 december 2020 de notitie Herijking Minimabeleid Westervoort vastgesteld. Daarmee zijn de in deze notitie opgenomen beslispunten vastgesteld. De beslispunten staan hierna in bijlage 1 apart weergegeven.
Deze beleidsregels zijn een uitwerking hiervan. Omdat er na deze vaststelling in de raad enige tijd is verstreken zijn er enkele zaken gewijzigd zoals de schoolbijdrage aan scholen. Gewijzigde landelijke regelgeving maakt dat er geen noodzaak meer is voor de betaling van deze -vrijwillige- bijdrage. Daarom wordt hiervoor geen minimabijdrage meer verstrekt. De eerder vastgestelde bijdrage schoolspullen voor kinderen op het voortgezet onderwijs wordt ter compensatie hiervoor iets verhoogd (€ 75 in plaats van € 50).
Westervoort kende geen aparte beleidsregels minimabeleid. Het minimabeleid was verspreid over meerdere documenten en deels ondergebracht bij beleidsregels bijzondere bijstand en deels onder de Verordening Individuele inkomenstoeslag (als Persoonsgebonden Minima Budget). Deze verordening is inmiddels per 1 juli 2021 aangepast en geactualiseerd.
Deze beleidsregels minimabeleid zijn bedoeld om alle regels van het minimabeleid en inkomensondersteuning in een overzicht te hebben. Wel blijft er nog een aparte verordening voor de Individuele Inkomenstoeslag en een aparte verordening voor de Individuele Studietoeslag. Dat is geregeld in de Participatiewet.
Enkele beleidsregels zijn genummerd met een code in de titel. Deze code correspondeert met de vindplaats in de kennisbank Grip op Participatie van KluwerSchulinck. De volgorde van beleidsregels is niet oplopend maar gesorteerd naar de indeling die het Centraal Bureau voor Statistiek hanteert bij de BUS (bijstandsuitkeringenstatistiek).
De beleidsregels minimabeleid gaan in per 1 januari 2022. Hiermee komen oudere regelingen te vervallen, zoals de Regeling duurzame gebruiksgoederen (die nog geregeld werd in de beleidsregels bijzondere bijstand 2015 en daarna in de beleidsregels Bijzondere bijstand Westervoort 2019).
Omdat per 1 januari 2022 (een nieuw kalenderjaar) gestart wordt met de nieuwe beleidsregels is een overgangsmaatregel niet nodig.
Als eerste is een begrippenlijst opgesteld met de meest voorkomende begrippen. Daarna volgt een algemeen deel met de voorwaarden en vindt een verwijzing plaats naar de regelingen die in de kennisbank Grip op Participatie genoemd staan. Vervolgens is er een uitwerking in de aangewezen groepen voor minima/inkomensondersteunende regelingen.
twee regelingen voor de groep mensen met een chronische ziekte en/of beperking en pensioengerechtigden en voor de groep kinderen. Tot slot een op zichzelf staande regeling voor vervanging witgoed/noodzakelijke huishoudelijke apparaten. Deze regeling is extra voor de vervanging witgoed, waarbij uitsluitend apparaten met het A+ of A++- label voor vergoeding in aanmerking komen. Hierbij spelen milieubewustzijn een rol en ook het terugdringen van energiekosten voor de inwoners. Dit is extra actueel geworden door de verwachte toename energiekosten.
Het verschil tussen bijzondere bijstand en minima- /inkomensondersteunende regelingen; voor bijzondere bijstand moet sprake zijn van noodzakelijke kosten en bijzondere omstandigheden, waar onderzoek naar gedaan wordt. Bij bijzondere bijstand is sprake van een draagkrachtberekening (geen harde inkomensgrens).
Voor minima/inkomensondersteunende regelingen wordt geen onderzoek gedaan naar noodzaak van de kosten en de omstandigheden. Er wordt gebruik gemaakt van de inkomenstoets. Om voor minimaregelingen in aanmerking te komen mag het inkomen niet meer zijn dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Daarnaast wordt hier geen onderzoek gedaan naar noodzaak en omstandigheden.
Er geldt een inkomensgrens van 120% van de toepasselijke bijstandsnorm om voor het minimabeleid in aanmerking te komen. Er is een uitzondering; voor de individuele inkomenstoeslag geldt een inkomensgrens van 110 % van de bijstandsnorm. Het vermogen blijft onder de vermogensgrens die in de Participatiewet genoemd staat.
Studenten zijn in beginsel uitgesloten van de minimaregelingen.
Voor alle minimaregelingen moeten inwoners een aanvraag indienen.
B082 – Indirecte schoolkosten schoolgaande kinderen
De inwoner kan in aanmerking komen voor bijstand als geen beroep kan worden gedaan op een andere (voorliggende) voorziening. Het gaat om een voorziening die toereikend (voldoende) en passend in de kosten voorziet en daarom voorgaat op de bijzondere bijstand.
Als het gaat om reiskosten voor kinderen in het voortgezet onderwijs wordt het verhoogde kind gebonden budget als een toereikende en passende voorziening gezien.
Sinds 1 augustus 2021 is de landelijke wetgeving rond de regeling schoolbijdrage aangescherpt. De gewijzigde wetgeving ouderbijdrage geeft duidelijk aan dat scholen de kinderen, waarvoor geen vrijwillige ouderbijdrage is betaald, niet mogen uitsluiten van deelname aan extra schoolactiviteiten. De kosten voor een schoolbijdrage zijn dus geen noodzakelijke kosten meer. Daarom wordt de regeling ouderbijdrage per 1 januari 2022 geschrapt.
B095 – Kosten voor sociaal culturele en educatieve activiteiten
Er is geen bijzondere bijstand mogelijk voor de kosten van sociaal culturele, educatieve of sportieve activiteiten. De reden hiervoor is dat inwoners dit van hun inkomen kunnen betalen. In de Participatiewet is geen ruimte voor eigen gemeentelijk categoriaal beleid voor bijzondere inkomensaanvulling. Dit aanvullend inkomensbeleid is voorbehouden aan het Rijk (TK 2002-2003, 28 70, nr. 3 p.64-65).
De gemeente mag wel beleid voeren voor voorzieningen voor maatschappelijke participatie. Hiervoor heeft de gemeente Westervoort aansluiting gezocht bij de in de regio Arnhem ingevoerde Gelrepas. Inwoners en gezinsleden vanaf 4 jaar met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm komen in aanmerking voor de Gelrepas. Studenten komen hier niet voor in aanmerking.
Met de Gelrepas ontvangt de inwoner een pastegoed om de kosten van een sportvereniging of culturele activiteiten en evenementen te betalen.
Aangewezen groepen voor minima-/inkomensondersteunende regelingen.
Minimaregelingen/ inkomensondersteunende regelingen
De inkomensondersteunende regelingen zijn bedoeld voor inwoners vanaf 18 jaar. Het gezamenlijk inkomen mag niet meer bedragen dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. Het vermogen mag niet hoger zijn dan het toepasselijke vrij te laten vermogen. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele draagkracht, maar met de inkomenstoets (tot 120% van de bijstandsnorm).
Studenten zijn in beginsel uitgesloten van de minimaregelingen.
Er is een uitzondering voor studenten met individuele studietoeslag.
Voor die studenten vanaf 18 jaar die te maken hebben met een beperking en/of aantoonbare meerkosten vanwege een chronische ziekte en/of handicap (structurele medische beperking) kunnen in aanmerking komen voor 2 regelingen: nl. deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering en deelname aan de Regeling voor inwoners met meerkosten vanwege een chronische ziekte en/of beperking.
Kosten voor sport en sociaal culturele activiteiten
Hiervoor is de Gelrepas bedoeld voor inwoners vanaf 4 jaar. Op de Gelrepas komt een pastegoed te staan, wat Gelrepashouders kunnen besteden bij de aangesloten aanbieders van onder andere sportverenigingen, culturele en recreatieve instellingen. Inwoners met een Participatiewet-uitkering ontvangen aan het begin van het kalenderjaar automatisch de Gelrepas als zij in november van het vorige jaar nog een P-wet-uitkering hadden. Inwoners met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm (geen P-wet-uitkering) kunnen een aanvraag indienen.
Deelname aan de collectieve ziektekostenverzekering
Is de inwoner voor ziektekosten verzekerd bij Menzis voor de basisverzekering en aanvullend verzekerd voor pakket 1 (GarantVerzorgd 1) en de tandartsverzekering (GarantTandVerzorgd), kan hij/zij deelnemen aan de collectieve verzekering, het Garantverzorgdpakket. De gemeente heeft dit pakket met Menzis afgesloten, waardoor een hogere en meestal kostendekkende vergoeding voor de meest voorkomende ziektekosten uitgekeerd wordt.
NB. Deze regeling is ook mogelijk voor studenten die in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag of die aantoonbare meerkosten hebben wegens een chronische ziekte en of beperking.
Regeling voor inwoners met meerkosten wegens een chronische ziekte en/ of beperking of vanaf de pensioengerechtigde leeftijd
Voor degene die meerkosten heeft wegens een chronische ziekte en/of beperking of de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, kan een vergoeding ontvangen van € 301,00 (prijspeil 2021) per jaar. Hiervoor moet een aanvraag worden ingediend.
Tot de doelgroep behoort degene die een van de volgende documenten heeft:
NB. Deze regeling is ook voor studenten dien in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag en/of studenten met aantoonbare meerkosten wegens een chronische ziekte en of beperking.
Diplomazwemmen voor A en B wordt eenmalig vergoed voor kinderen tussen 4 en 18 jaar. Een van de ouders moet wel een aanvraag indienen. Voorwaarde is dat het kind aangemeld wordt bij Zwemcentrum de Pals in Westervoort, Aerofitt Duiven of Akwaak Duiven of eventueel andere aanbieder voor diplomazwemles in Duiven of Westervoort. De zwemlessen moeten daar daadwerkelijk gevolgd worden. Uitbetaling vindt rechtstreeks plaats aan het een van deze uitgekozen zwembaden. Met deze zwembaden zijn afspraken hierover gemaakt en in een contract met de gemeente Westervoort vastgelegd. Deze regeling geldt alleen voor de zwembaden met een contract hiervoor (zie bijlage).
Als in een gezin een of meer kinderen wonen die in groep 7 of 8 van de basisschool zitten of voortgezet of beroepsonderwijs volgen, tot de leeftijd van 18 jaar, kan men een keer in de 5 jaar een computer, laptop of tablet (incl. printer) vergoed krijgen op aanvraag. De vergoeding is maximaal € 500,00.
Hiervoor moet binnen 30 dagen na ontvangst de originele nota worden ingeleverd. Gebeurt dit niet, dan wordt het bedrag teruggevorderd.
Kinderen vanaf 6 jaar op de basisschool en het voortgezet onderwijs tot de leeftijd van 18 jaar kunnen een tegoed voor schoolspullen krijgen. Dit geldt voor de kinderen die in het bezit zijn van een Gelrepas. Dit tegoed wordt ieder jaar rond juli op de Gelrepas gezet. Kinderen op de basisschool krijgen een tegoed van € 25,00 per jaar en kinderen op het voortgezet onderwijs € 75,00 per jaar.
Sinds medio 2021 wordt een tegoed op de Gelrepas gezet voor aanschaf kleding. Vanaf 2022 wordt ook een tegoed voor schoolspullen op de Gelrepas gezet.
Een aanvraag is niet nodig. Kinderen van 6 t/m 17 jaar met een Gelrepas, krijgen het tegoed automatisch op hun Gelrepas. De uitgifte vindt steeds rond juli plaats,
Deze regeling is voor inwoners vanaf 21 jaar met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm een vermogen onder de vermogensgrens die in de Participatiewet genoemd staat.
Het maximumbedrag is € 500,00 per apparaat. Er kan maximaal € 1500,00 per 10 jaar per huishouden worden verstrekt. De periode van 10 jaar blijft in stand, ook wanneer men tijdelijk een hoger inkomen ontvangt. De periode wordt dan niet opgeschoven/verlengd. Wel geld na 10 jaar een nieuwe wachttijd van 3 jaar. De periode van 10 jaar gaat in op het moment van de 1e aanvraag voor een van de drie beoogde apparaten.
Overgangsmaatregel voor inwoners die vanaf januari 2019 de regeling duurzame gebruiksgoederen hebben gebruikt voor aanschaf van een van de drie hierboven genoemde huishoudelijke apparaten.
Aanschaf in 2019; geen wachttijd (omdat dat jaar nog alleen 2e-hands-apparaten zijn verstrekt)
Naast deze beleidsregels minimabeleid zijn er nog twee andere inkomensondersteunende regelingen. Het zijn twee op zichzelf staande regelingen die in de Participatiewet genoemd staan onder artikel 36 en 36 b. Ter informatie worden deze hier benoemd.
Zie ook verordening individuele inkomenstoeslag Westervoort 2021.
Inwoners vanaf 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd die gedurende een periode van meer dan 12 maanden een inkomen hebben van 110% van het bijstandsniveau en een vermogen onder de vermogensgrens die in de Participatiewet genoemd staat, kunnen voor de individuele inkomenstoeslag in aanmerking komen.
Het bedrag is vrij te besteden en kan gebruikt worden voor spullen die met een laag inkomen moeilijk te betalen zijn (bijvoorbeeld een bankstel of televisie).
De bedragen zijn (prijspeil 2021)
Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd volgens de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.
Zie ook verordening individuele studietoeslag Westervoort 2016.
De uitvoering hiervan ligt bij de RSD de Liemers.
De individuele studietoeslag is een inkomensaanvulling voor studenten, die door een structurele medische beperking niet in staat zijn om naast en tijdens hun studie bij te verdienen. De toeslag is bedoeld om een extra (financiële) steun in de rug te geven. Vermogen onder de vermogensgrens die in de Participatiewet genoemd staat.
Door het volgen van een studie hebben ze meer kans op de arbeidsmarkt.
De toeslag wordt -op aanvraag- eens per 6 maanden uitbetaald. De toeslag bedraagt
€ 100,00 per maand en € 600,00 per 6 maanden (prijspeil 2021). Verlenging is mogelijk zolang de studie duurt.
Bijlage 1 Beslispunten uit notitie Herijking Minimabeleid Westervoort 2020
Geen wachttijd inbouwen bij de huidige minimaregelingen (de wachttijd van 1 jaar blijft wel gehandhaafd voor de individuele inkomenstoeslag en 3 jaar voor de vernieuwde regeling vervanging Witgoed (heet nu nog Regeling duurzame gebruiksgoederen).
De inkomensgrenzen handhaven op 120% van de bijstandsnorm.
Kindpakket als volgt te wijzigen:
aanpassen schoolregeling; € 40,00 schoolbijdrage per kind per jaar rechtstreeks aan desbetreffende school te betalen. Een bedrag van € 25,00 als schoolspullenbonnen in te zetten voor kinderen op basisschoolleeftijd en € 50,00 voor kinderen op voortgezet onderwijs (en uitgifte ook via Gelrepas te laten lopen).
De regeling duurzame gebruiksgoederen als volgt te wijzigen:
Na de vaststelling van deze notitie zijn er enkele wijzigingen geweest, waardoor enkele vastgestelde beslispunten iets gewijzigd worden bij deze beleidsregels. Het gaat om deze wijzigingen
Door in augustus 2021 gewijzigde landelijke regelgeving voor de schoolbijdrage wordt de schoolbijdrage niet meer verstrekt vanuit het minimabeleid. Deze bedragen zouden niet ten goede komen aan de doelgroep. In plaats van dat bedrag wordt voorgesteld het bedrag voor schoolspullen voor kinderen vanaf 12 t/m 17 jaar te verhogen naar € 75,00 per jaar.