Organisatie | Het Hogeland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening (wijziging 2021) |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2021 | Gewijzigde regeling | 13-10-2021 |
De raad van de gemeente Het Hogeland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 september 2021
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit tot vaststelling van de navolgende verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Het Hogeland (wijziging 2021)
Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste lid, onder sub d, wordt ‘Drank- en Horecawet’ gewijzigd in ‘Alcoholwet’.
Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:
In het vijfde lid, aanhef, wordt ‘Drank- en Horecawet’ gewijzigd in ‘Alcoholwet’ en achter
Artikel 2:48 wordt als volgt gewijzigd:
In het tweede lid, onder sub a en onder sub b, wordt ‘Drank- en Horecawet’ gewijzigd in
Artikel 2:64 wordt als volgt gewijzigd:
In het tweede en derde lid wordt “Het in het eerste lid bedoelde verbod” vervangen door
“Het verbod, bedoeld in het eerste lid, “
In het vierde lid wordt “Het verbod in het eerste lid, “ vervangen door “Het verbod, bedoeld
Artikel 2:73a wordt als volgt gewijzigd:
De letters i t/m iv worden gewijzigd in aandachtstreepjes ( - );
De volgende voorwaarden worden toegevoegd:
- degene die carbid schiet of daarbij behulpzaam is, mag niet onder invloed van
- er mogen in totaal maximaal zes bussen voor het carbidschieten worden gebruikt of
gebruiksklaar voor carbidschieten aanwezig zijn;
- er mogen geen busdeksels of soortgelijke gevaarlijke harde projectielen worden
gebruikt om met behulp van carbid te worden weggeschoten;
- het gebruik van (voet)ballen of andere afsluitingen van de bus waarmee geschoten
wordt, moet op een dusdanige manier geschieden dat hierdoor geen schade aan
mens, dier of goed wordt veroorzaakt;
- er mag niet in de richting van de bebouwing geschoten worden;
- degene die het carbidschieten verricht, moet een schriftelijke toestemming
overleggen van de eigenaar van het terrein van waaraf geschoten wordt;
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek
toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop
gelijkende waar (zoals lachgas) te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen
daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te
Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:
- In de aanhef wordt ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 wordt een vergunning
geweigerd als’ vervangen door ‘Een vergunning wordt geweigerd als’.
- In sub h, onder i, wordt ‘Drank- en Horecawet’ gewijzigd in ‘Alcoholwet’.
- In sub i wordt ‘is al is bereikt’ gewijzigd in ‘al is bereikt’.
In het tweede lid wordt de volgende wijziging aangebracht:
- In de aanhef wordt ‘in het eerste lid, onder g’ vervangen door ‘in het eerste lid,
- In sub b wordt het woord ‘vrijwillig’ geschrapt en ‘artikel 76, derde lid, onder a’
Artikel 3:8 wordt als volgt gewijzigd:
In lid 1, sub h, wordt de puntkomma (;) gewijzigd in een punt (.).
Artikel 3:17 wordt als volgt gewijzigd:
Na iv. onder sub b van het tweede lid worden sub a t/m e gewijzigd in sub c t/m g.
Artikel 4:9a wordt als volgt gewijzigd:
Aan het einde van het tweede lid wordt de puntkomma (;) vervangen door een punt (.).
In de artikel 5:6 wordt als volgt gewijzigd:
Lid 1, sub a, wordt gewijzigd in:
a. langer dan drie achtereenvolgende dagen binnen de bebouwde kom op de weg te
plaatsen of hebben of zodanig te plaatsen of te hebben waar dit naar het oordeel
van het college de verkeersveiligheid in gevaar komt door belemmering van het
Artikel 5:18, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd als:
a. de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet
aan redelijke eisen van welstand; of
b. een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere
omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk