Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Subsidieverordening Breed Welzijn Putten 2022 - 2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening Breed Welzijn Putten 2022 - 2025
CiteertitelSubsidieverordening Breed Welzijn 2022-2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWelzijn, Maatschappelijke zorg, Sociale Verzekeringen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022Nieuwe regeling

25-11-2021

gmb-2021-450033

1341271

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Breed Welzijn Putten 2022 - 2025

De raad van de gemeente Putten;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2021, nr. 1341284;

 

  • gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;

  • en de algemene wet bestuursrecht 4: 23;

  • de kadernotitie "Breed Welzijn Putten";

 

besluit:

 

de volgende verordening vast te stellen: Subsidieverordening Breed Welzijn Putten 2022 – 2025

 

 

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • a.

    samenwerkingsverband:

    een groep van rechtspersonen, waaronder ten minste maar niet uitsluitend een MaDi die op het moment van de subsidieaanvraag gesubsidieerd wordt voor maatschappelijke dienstverlening in de gemeente Putten, die gezamenlijk de verantwoording nemen om middels een integraal plan en een gecoördineerde aanpak activiteiten en algemene (collectieve en individuele) voorzieningen te realiseren voor de Puttense samenleving voor inwoners van alle leeftijden;

  • b.

    stuurgroep:

    het centrale en leidinggevende orgaan in het samenwerkingsverband en bestuurlijk de gesprekspartner van de gemeente;

  • c.

    MaDi:

    een rechtspersoon op het gebied van Maatschappelijke Dienstverlening die thans (ook) algemeen welzijnswerk aanbiedt;

  • d.

    penvoerder:

    een MaDi of – indien de partijen van het samenwerkingsverband daartoe gezamenlijk besluiten – een aangewezen andere deelnemer van het samenwerkingsverband, die mede namens de andere deelnemers van het samenwerkingsverband de verantwoordelijkheid heeft over het gehele subsidieproces van aanvraag tot vaststelling. En waarbij aan de penvoerder betaalde voorschotten en subsidiebetalingen, gelden als betalingen aan de van het samenwerkingsverband deel uitmakende subsidieontvangers, zijnde de deelnemers; De deelnemers aan de samenwerking dragen ieder hun eigen verantwoording voor het functioneren van hun eigen organisatie;

  • e.

    sociale basis:

    breed en laagdrempelig aanbod van op elkaar aansluitende en elkaar versterkende activiteiten en voorzieningen, die overwegend in de eigen buurt zelfredzaamheid ondersteunen en bevorderen, talenten te stimuleren en inspireren om mee te doen in de gemeenschap;

  • f.

    kadernotitie:

    een door de gemeenteraad vastgestelde notitie waarin de maatschappelijke opgaven en leidende principes zijn beschreven die bijdragen aan het vergroten van zelfredzaamheid, participatie en samenredzaamheid van de Puttense inwoner.

 

Artikel 2: Reikwijdte

  • 1.

    Deze verordening richt zich op de ontwikkeling en versterking van de sociale basis binnen de gemeente Putten.

  • 2.

    Het doel van deze verordening is het (verder) versterken van de sociale basis zoals beschreven in het kadernotitie "Breed Welzijn Putten".

  • 3.

    De hoogte van de subsidie is gekoppeld aan de kwaliteit en de kwantiteit van de te leveren diensten of producten, de daarbij behorende kosten en de uit te voeren activiteiten op grond van de hierover gemaakte afspraken.

  • 4.

    Het college kan in nadere regels afdeling 4.2.8 Awb van toepassing verklaren.

 

Artikel 3: Subsidieregelingen

Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

 

Artikel 4: Doel

Deze subsidieverordening heeft een tweeledig doel:

  • 1.

    De transitie naar een samenwerkingsverband en netwerkorganisatie te faciliteren en financieren.

  • 2.

    Ondersteuning aan Puttense inwoners, zoals beschreven in de kadernotitie "Breed Welzijn Putten".zo doeltreffend en doelmatig organiseren van activiteiten en algemene (collectieve en individuele) voorzieningen voor de Puttense samenleving voor inwoners van alle leeftijden. Deze activiteiten en voorzieningen te verrichten door één samenwerkingsverband voor de gehele gemeente Putten. Deze activiteiten en voorzieningen hebben als doel om zelfredzaamheid, participatie en samenredzaamheid van de inwoner te vergroten'.

 

Artikel 5: Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan aan een samenwerkingsverband een periodieke subsidie verlenen voor het organiseren van activiteiten en algemene (collectieve en individuele) voorzieningen, zoals omschreven in de kadernotitie "Breed Welzijn Putten", binnen de volgende vier thema's:

    • Opgroeien en opvoeden

    • Leefstijl en gezondheid

    • Samen meedoen

    • Basis kracht

  • 2.

    In een subsidieregeling kunnen voor een activiteit in aanvulling op het bepaalde in deze verordening nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 3.

    De activiteiten waarvoor op grond van deze subsidieverordening subsidie verstrekt kan worden, dragen aantoonbaar bij aan een structurele versterking van de sociale basis doelstellingen als bedoeld in art. 2 lid 2, en kenmerken zich door preventieve en/of kortdurende ondersteunende activiteiten, die gericht zijn op één of meerdere van de volgende punten:

    • het verbinden van zelfredzame en minder zelfredzame inwoners of;

    • het werken vanuit de inclusieve gedachte of;

    • het collectief werken waar mogelijk en individueel waar nodig;

    • de ondersteuning die gericht is op het stimuleren van het inzetten of opbouwen van een netwerk van informele ondersteuning (b.v. vrijwilligers) rond de inwoner zodat de ondersteuning, indien mogelijk op den duur, vandaaruit kan plaatsvinden;

    • een herkenbaar en toegankelijk/laagdrempelig aanbod (b.v. op de huisvestingslocatie en outreachend).

  • 4.

    De primaire doelgroep in het kader van deze subsidieverordening zijn alle inwoners van de gemeente Putten die (potentieel) ondersteuning nodig hebben bij het participeren in de samenleving en/of bij het zelf en/of samenredzaam blijven of worden en voor wie een algemene voorziening (voldoende) passend is.

 

Artikel 6: Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een (digitaal) aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • 2.

    Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een jaarplan, waarin activiteiten, de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd zijn opgenomen, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      de stand van de egalisatiereserves van de organisaties op het moment van de aanvraag.

  • 3.

    Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

  • 4.

    Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

 

Artikel 7: Eisen aan de aanvrager

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een samenwerkingsverband.

  • 2.

    De partijen binnen het samenwerkingsverband leggen deze samenwerking schriftelijk vast.

  • 3.

    De aanvraag kan uitsluitend worden gedaan door de penvoerder van het samenwerkingsverband.

  • 4.

    Het samenwerkingsverband moet voldoen aan volgende kwaliteitseisen:

    • a.

      ingebed zijn in de lokale sociale infrastructuur;

    • b.

      aantoonbare kennis en ervaring in het betreffende vakgebied/de betreffende werksoort en de samenleving in Putten;

    • c.

      het personeel dat wordt ingezet moet voldoen aan de wettelijke en gebruikelijke registraties. De minimale in het vakgebied gebruikelijke registraties en kwalificaties. De aanvrager dient onder andere te waarborgen dat zorg- en ondersteuning wordt uitgevoerd door deskundige medewerkers met minimaal een afgeronde mbo opleiding, die continu bijgeschoold worden op basis van relevante ontwikkelingen met betrekking tot de dienstverlening;

    • d.

      beschikken over een vrijwilligersbeleid, waarin onder andere aandacht is voor scholing, begeleiding en veiligheid;

    • e.

      medewerkers en vrijwilligers inzetten die in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens. Voor vrijwilligers en ervaringsdeskundigen kan hier door de aanbieder na toestemming van het college, een uitzondering op worden gemaakt.

 

Artikel 8: Subsidieplafond tijdvak en verlenging van de subsidieverlening

  • 1.

    Het college stelt gedurende de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 voor de activiteiten als bedoeld in artikel 4, lid 1 van deze subsidieverordening voor elk kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 2.

    Het college stelt de in het lid 1 van dit artikel genoemde plafonds vast onder voorbehoud van het als zodanig jaarlijkse vaststellen van de Meerjarenprogrammabegroting (MPB) door de gemeenteraad.

  • 3.

    Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor 1 januari van het jaar waarvoor het subsidieplafond geldt.

  • 4.

    Het college kan besluiten (een deel van) de subsidieverlening op grond van de verordening met één of meerdere kalenderjaren te verlengen.

  • 5.

    Verdeling van de subsidiegelden gebeurt op grond van volgorde van binnenkomst. Het college kan in een subsidieregeling een afwijking hierop vastleggen.

 

Artikel 9: Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt, wordt uiterlijk 13 weken voorafgaand aan dat boekjaar ingediend.

  • 3.

    De aanvrager kan de aanvraag indienen tussen 1 september en 1 oktober in het jaar voorafgaand.

  • 4.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

 

Artikel 10: Beslistermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, tweede en derde lid, binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

  • 4.

    Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.

 

Artikel 11: Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de wet weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:

    • a.

      als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt, of

    • b.

      als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun van Nederland onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

  • 2.

    Onverminderd het vorige lid weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

    • a.

      subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

    • b.

      de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.

  • 3.

    Onverminderd de vorige leden kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    • a.

      Als niet is voldaan aan één van de eisen van de verordening;

    • b.

      Als de activiteiten niet past binnen de opgaven van de kadernotitie.

    • c.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    • d.

      als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • e.

      als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • f.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • g.

      als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    • h.

      in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

 

Artikel 12: Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

 

Artikel 13: Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

  • 1.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de subsidieontvanger de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders, en het doel van de rechtspersoon.

 

Artikel 13A: Bijzondere verplichtingen van subsidieontvanger
  • 1.

    De partijen binnen het samenwerkingsverband leggen deze samenwerking schriftelijk vast. Hier is minimaal de volgende uitgangspunten opgenomen

    • De partijen leggen ieders verantwoordelijkheden vast.

    • De partijen leggen vast hoe ze omgaan met een mogelijk geschil.

    • De partijen leggen vast wat de regisseursrol inhoud.

    • De partijen leggen vast wie de penvoerder is.

  • 2.

    Het samenwerkingsverband richting een bestuurlijk overleg op, welke minimaal vier keer per jaar bij elkaar komt.

 

Artikel 14: Egalisatiereserve

  • 1.

    De ontvanger van een subsidie kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de wet van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 15: Wijze van verstrekking en eindverantwoording

  • 1.

    Het samenwerkingsverband dient een gezamenlijke aanvraag tot vaststelling in:

    • a.

      in geval van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar;

    • b.

      in andere gevallen uiterlijk 4 maanden nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 2.

    De aanvraag bevat:

    • a.

      een gezamenlijk inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, het activiteitenplan is uitgevoerd, de sociale basis is versterkt en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een integraal overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      per deelnemer van het samenwerkingsverband een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      per deelnemer van het samenwerkingsverband een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.

 

Artikel 16: Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven. Kan het college in een nadere regeling een voorgeschreven berekeningswijze van het te hanteren uurtarief bepalen.

  • 2.

    Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van de bij subsidieregeling voorgeschreven definities.

  • 3.

    Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

 

Artikel 17: Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Aan de subsidieontvanger wordt in kwartaal termijnen een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag uitbetaald, tenzij in het besluit tot subsidieverlening anders is bepaald.

  • 2.

    De voorschotten worden evenredig verdeeld over de periode waarop het recht op subsidie bestaat. Het eerste voorschot wordt binnen zes weken na de subsidieverlening in termijnen betaalbaar gesteld, tenzij in het besluit tot subsidieverlening hier op wordt afgeweken.

 

Artikel 18: Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan, in bijzondere gevallen, één of meerdere artikelen van de regels niet van toepassing verklaren of daarvan afwijken, voor zover van toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieverstrekker leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 19: Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Breed Welzijn Putten 2022 – 2025

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 november 2021,

 

de griffier,

A.C. Gerrits

de voorzitter,

H.A. Lambooij