Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Gedragscode integriteit raadsleden Súdwest-Fryslân 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode integriteit raadsleden Súdwest-Fryslân 2021
CiteertitelGedragscode integriteit raadsleden Súdwest-Fryslân 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpgedragscode raadsleden
Externe bijlageGedragscode met toelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-2021nieuwe regeling

18-11-2021

gmb-2021-442720

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode integriteit raadsleden Súdwest-Fryslân 2021

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2021;

 

gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen

 

de Gedragscode integriteit raadsleden Súdwest-Fryslân 2021.

 

 

 

Paragraaf 1: voorkomen van belangenverstrengeling

 

Artikel 1.1  

Leden van de raad nemen niet deel aan stemming wanneer er sprake is van een directe of indirecte persoonlijke betrokkenheid bij het dossier. Van een direct of indirect belang is in ieder geval sprake wanneer een voorstel of onderwerp een raadslid persoonlijk aangaat of wanneer het raadslid hier als vertegenwoordiger bij is betrokken. Ook neemt het raadslid in dat geval niet deel aan de beraadslaging in de raad of binnen de fractie.

Artikel 1.2  

Leden van de raad voorkomen de schijn van belangenverstrengeling door vooraf open en transparant te zijn richting elkaar over hun eventuele belangen bij een dossier. Als raadsleden niet deelnemen aan beraadslaging en stemming stellen zij via de griffier de voorzitter van de raad hiervan op de hoogte.

Artikel 1.3  

Raadsleden treden niet op als woordvoerder of vertegenwoordiger van inwoners en organisaties richting de gemeente. Dit laat onverlet dat raadsleden vanuit hun volksvertegenwoordigende rol signalen van inwoners en organisaties over het functioneren en handelen van de gemeente wel kunnen gebruiken in de beraadslagingen of bij het stellen van schriftelijke vragen.

 

Paragraaf 2: nevenfuncties

 

Artikel 2.1  

Leden van de raad maken bij aanvang van het raadslidmaatschap hun (neven)functies bekend bij de griffier, zodat dit openbaar gemaakt kan worden. Daarbij delen raadsleden wat de (neven)functies inhouden en in hoeverre er een relatie met de gemeente bestaat. Ook geven zij aan of het om een betaalde of onbetaalde functie gaat. Wijzigingen in (neven)functies worden per direct gemeld bij de griffier.

Artikel 2.2  

De griffier legt een register aan met de (neven)functies van raadsleden en beheert dit. Het register is openbaar en op de website van de gemeente staat aangegeven welke nevenfuncties raadsleden vervullen. De griffier attendeert de raadsleden een keer per jaar op het controleren van de actualiteit van hun nevenfuncties.

Artikel 2.3  

(Neven)functies mogen enkel vervuld worden als zij verenigbaar zijn met het raadslidmaatschap.

Artikel 2.4  

Als (neven)functies raakvlakken hebben met de functie als lid van de raad, wordt onderzocht in hoeverre beide functies verenigbaar zijn. Hiervoor treedt het raadslid in overleg met de griffier en de voorzitter van de raad. Indien nodig maakt het raadslid aanvullende afspraken met de voorzitter van de raad over de uitvoering van beide functies. De afspraken worden schriftelijk vastgelegd door de griffier en gedeeld met het presidium.

 

Paragraaf 3: giften, geschenken en uitnodigingen

 

Artikel 3.1  

Raadsleden nemen geen giften, geschenken of uitnodigingen aan wanneer dit hun onafhankelijke positie kan beïnvloeden of het die indruk kan wekken.

Artikel 3.2  

Leden van de raad nemen geen giften en geschenken aan wanneer deze niet in verhouding staan tot de reden waarvoor ze worden aangeboden. Raadsleden nemen nooit geld aan en ontvangen geen giften en geschenken op hun huisadres.

Artikel 3.3  

Raadsleden gaan alleen in op uitnodigingen wanneer deze bijdragen aan een goede uitvoering van het raadslidmaatschap. Uitnodigingen die aan de raad als geheel worden gedaan, worden door de griffie bij de digitale stukken gepubliceerd. Indien een raadslid persoonlijk een uitnodiging ontvangt voor een evenement, congres of bijzondere gelegenheid en het raadslid besluit gebruik te maken van de uitnodiging, dan meldt het raadslid dit voorafgaand aan het evenement, congres of bijzondere bijeenkomst aan de griffier. Deelname aan een evenement of excursie op rekening van anderen dan de gemeente – in Nederland dan wel het buitenland – wordt openbaar gemaakt, inclusief voor wiens rekening die kosten zijn gekomen.

 

 

Paragraaf 4: omgang met informatie

 

Artikel 4.1  

Raadsleden gaan zorgvuldig om met informatie die zij bij de uitoefening van hun ambt ontvangen. Het is de verantwoordelijkheid van raadsleden om vertrouwelijke en geheime informatie veilig te bewaren.

Artikel 4.2  

Raadsleden maken niet ten eigen bate of ten bate van anderen gebruik van informatie die op het moment van gebruik niet openbaar of kenbaar is voor anderen en die zij hebben verkregen bij de uitoefening van hun ambt.

 

 

Paragraaf 5: omgangsvormen

 

Artikel 5.1  

Leden van de raad behandelen elkaar met respect, binnen en buiten de raadszaal, en zijn hierop aanspreekbaar. Ook bestuurders, ambtenaren, inwoners, ondernemers en vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen en organisaties bejegenen zij met respect. Raadsleden zijn aanspreekbaar op hun gedrag.

Artikel 5.2  

Discussies worden gevoerd op de inhoud en niet op de persoon.

 

Paragraaf 6: evaluatie en verantwoordelijkheden

 

Artikel 6.1  

Bij het aantreden van nieuwe raads- en commissieleden wordt deze gedragscode doorgenomen met de griffier, waarbij eveneens de opgave van (neven)functies wordt ingevuld en besproken.

Artikel 6.2  

Indien een raadslid twijfel heeft over de juistheid van handelen van zichzelf of de ander, maakt het raadslid dit bespreekbaar. De griffier of de burgemeester kan het raadslid hierin adviseren.

Artikel 6.3  

Wanneer er vermoedens zijn van een integriteitsschending door een politiek ambtsdrager welke niet besproken kunnen worden met de politiek ambtsdrager in kwestie, worden deze gemeld bij de burgemeester. De burgemeester zal de melding in behandeling nemen en volgt daarbij de procedure zoals die is afgesproken voor de omgang met vermoedens van een integriteitsschending.

Artikel 6.4  

Binnen de raad wordt minstens eenmaal per jaar aandacht besteed aan het onderwerp integriteit.

Artikel 6.5  

Eenmaal per vier jaar bepaalt de gemeenteraad, voorbereid door een werkgroep integriteit, of de gedragscode aanpassing behoeft.

 

Inwerkingtreding

De Gedragscode integriteit raadsleden Súdwest-Fryslân 2021 treedt in werking de dag volgend op de publicatie.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 november 2021,

mr. drs. J.A. de Vries, voorzitter

G.W. Stegenga, griffier