Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldenzaal

Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldenzaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015
CiteertitelBeleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Oldenzaal 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 8a, eerste lid, van de Participatiewet
  2. artikel 37, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  3. artikel 37, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  4. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR407265/1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-12-202101-01-2015nieuwe regeling

19-05-2015

gmb-2021-442636

Nr. INTB-15-01994

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015

Het college van de gemeente Oldenzaal;

 

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet en artikel 37, eerste lid onderdeel f van de IOAW en de IOAZ en artikel 2, tweede lid van de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015;

 

in afstemming met de Sociale Adviesraad Oldenzaal;

 

 

b e s l u i t :

 

 

vast te stellen de Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de verordening: de Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW, IOAZ 2015);

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de verordening, de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Vaststellen van de tegenprestatie

  • 1.

    De tegenprestatie wordt samen met belanghebbende met een grote afstand tot de arbeidsmarkt vastgesteld in een gesprek.

  • 2.

    Belanghebbende wordt altijd gevraagd zelf ideeën voor een vorm van tegenprestatie aan te dragen. (zie ook artikel 3 ‘Stimuleren van eigen kracht’)

  • 3.

    De tegenprestatie die van belanghebbende wordt gevraagd kan maximaal 24 uur per week bedragen gedurende een half jaar, met de mogelijkheid tot een verlenging van één keer een half jaar.

  • 4.

    Bij het opdragen van de tegenprestatie houdt het college rekening met de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende, waaronder leeftijd, opleiding en werkervaring. Hierbij wordt rekening gehouden met het fysieke en psychische vermogen van een belanghebbende. Bij het opdragen van de tegenprestatie dient het college maatwerk te leveren.

  • 5.

    Voorts wordt bij opdragen van een tegenprestatie rekening gehouden met praktische omstandigheden zoals reistijd, beschikbaarheid van kinderopvang en/of belanghebbende al maatschappelijke activiteiten verricht.

Artikel 3. Stimuleren eigen kracht

  • 1.

    Belanghebbende wordt gestimuleerd om zelf met ideeën te komen voor de invulling van de tegenprestatie. De vrijwilligerscentrale kan hem/haar daarbij helpen.

  • 2.

    Belanghebbende krijgt hiervoor de mogelijkheid om binnen vier weken zelf actief op zoek te gaan naar een activiteit/activiteiten of plek bij een vereniging, instelling, club of andere organisatie.

  • 3.

    Wanneer het de belanghebbende niet lukt om zelf iets te vinden, dan wordt de tegenprestatie door de klantmanager Werk in afstemming met de cliënt bepaald.

Artikel 4. Vormen van tegenprestatie

  • 1.

    Tegenprestaties hebben een maatschappelijk nut en zijn altijd onbeloond. Indien belanghebbende een vergoeding voor het vrijwilligerswerk ontvangt, geldt de vrijlating op grond van artikel 31 lid 2 sub k van de Participatiewet.

  • 2.

    Een tegenprestatie is:

    • a.

      niet gericht op de toeleiding naar de arbeidsmarkt;

    • b.

      mag acceptatie van arbeid of re-integratie niet in de weg staan.

Artikel 5. Begeleiding

Voor begeleiding belanghebbende de cliënt zoveel mogelijk zijn/haar eigen netwerk en/of de maatschappelijke instellingen aan te spreken.

Artikel 6. Huidig vrijwilligerswerk of mantelzorg

  • 1.

    De klantmanager Werk maakt met de cliënt, die al een vorm van mantelzorg/vrijwilligerswerk verricht, afspraken over de eventuele extra tegenprestatie die geleverd wordt.

  • 2.

    Wanneer de vorm en intensiteit van het reeds bestaande vrijwilligerswerk/mantelzorg binnen de artikelen van de verordening valt, dan kan dit worden beschouwd als een voldoende tegenprestatie.

Artikel 7. Vastleggen van de tegenprestatie

De tegenprestatie wordt door de klantmanager Werk vastgelegd in een plan van aanpak, waarvan de cliënt altijd een exemplaar ontvangt. Dit plan van aanpak maakt onderdeel uit van de beschikking waarin de participatieverplichting is vastgelegd. De klantmanager Werk gebruikt hiervoor een vast format. Dit format bevat ten minste:

  • beoogd resultaat van het plan van aanpak;

  • om wat voor soort werkzaamheden het gaat;

  • contactgegevens van de contactpersoon die betrokken is bij het plan van aanpak;

  • hoe lang de cliënt dit moet doen (dagen, weken, etc.);

  • wat de omvang van de tegenprestatie is (hoeveel tijd is de cliënt er wekelijks mee kwijt?);

  • afspraken met klantmanager Werk.

Artikel 8. Niet meewerken

Wanneer de cliënt onvoldoende of geen medewerking verleent aan de opgelegde tegenprestatie, dan wordt deze gedraging conform de Maatregelenverordening Participatiewet gemeente Oldenzaal 2015 gesanctioneerd.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Wanneer het onredelijk cq. onbillijk is om de richtlijnen uit deze nota toe te passen, dan kan het college afwijken van de richtlijnen.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2015.

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Oldenzaal 2015.

Aldus vastgesteld bij besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2015.

de secretaris,

de burgemeester,