Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oosterhout

Besluit van de raad van de gemeente Oosterhout van 23 november 2021 tot vaststelling van de "Verordening afvalwater 2021"

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOosterhout
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de raad van de gemeente Oosterhout van 23 november 2021 tot vaststelling van de "Verordening afvalwater 2021"
CiteertitelAfvalwaterverordening 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-12-2021Nieuwe regeling

23-11-2021

gmb-2021-437303

307472

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Oosterhout van 23 november 2021 tot vaststelling van de "Verordening afvalwater 2021"

De raad van de gemeente Oosterhout,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2021 met nummer 307472;

 

gelet op artikel(en) 149 Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening Afvalwater 2021 van de raad van de gemeente Oosterhout houdende bepalingen over het aansluiten en lozen op het openbare afvalwaterriool.

 

Afdeling 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    afvalwater: al het water afkomstig van een perceel, met uitzondering van hemelwater en grondwater;

  • b.

    bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    drainagewater: grondwater dat wordt afgevoerd via een stelsel van geperforeerde buizen die in de grond zijn aangebracht;

  • e.

    drukriolering: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk;

  • f.

    gescheiden stelsel: het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van afvalwater;

  • g.

    hemelwater: water dat uit de hemel valt zoals: regen, sneeuw, hagel en dauw;

  • h.

    IBA: een voorziening voor een Individuele Behandeling van Afvalwater waarmee afvalwater lokaal wordt gezuiverd;

  • i.

    nieuwbouw: nieuwbouw, renovatie, herstructurering, herbouw of uitbreiding van bestaande woningen en bedrijven. Zowel in inbreiding- als uitbreidingslocaties;

  • j.

    openbaar riool: voorziening voor de afvoer en inzameling van afvalwater en/of hemelwater in beheer bij de gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen, kolk- en perceelaansluitingen en werken en installaties van overeenkomstige aard;

  • k.

    particulier riool: de binnen de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel gelegen binnen-, buiten- of terrein rioolleidingen tot aan het overnamepunt;

  • l.

    perceel: een door het Kadaster begrensd stuk grond dat toebehoort aan een eigenaar;

  • m.

    perceelaansluiting: het riool en voorzieningen die deel uitmaken van dit riool, tussen de inlaat op het openbaar riool en het overnamepunt op de perceelgrens;

  • n.

    overnamepunt: de locatie waar het particulier riool overgaat in de perceelaansluiting;

  • o.

    verstopping: een belemmering in het riool waardoor de afvoerende functie van een riool sterk afneemt of stopt;

  • p.

    storing: onvolkomenheden in of aan een riool zoals onder andere breuk, lekkage, wortelingroei of slecht afschot waardoor het functioneren van het riool afneemt of stopt;

  • q.

    toestemming: schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat er toestemming is verleend voor het gevraagde;

  • r.

    rechthebbende: de eigenaar of zakelijk gerechtigde van een perceel, dan wel diens rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel.

Afdeling 2. Begrenzing openbaar riool

Artikel 2 – Begrenzing openbaar riool

  • 1.

    Het college is belast met de aanleg, het beheer en het onderhoud van het openbaar riool.

  • 2.

    Het college kan buizen en bijbehorende werken voor de afvoer en inzameling van afvalwater, hemelwater op niet-openbare grond aanwijzen als openbaar riool en in die situaties streven naar het aangaan van een overeenkomst met de betrokken grondeigenaar over afspraken betreffende beheer en onderhoud van die leiding.

  • 3.

    Ieder niet openbaar riool is een particulier riool.

Afdeling 3. Beheer, onderhoud en gebruik

Artikel 3 – Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer en onderhoud, met uitzondering van het genoemde in artikel 4, van de perceelaansluiting en het openbare riool wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en is voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    Bij wijziging door de gemeente van de hoogteligging van het overnamepunt of bij aanpassen van de perceelaansluiting ten gevolge van een wijziging in het openbaar riool wordt de rechthebbende hierover door de gemeente in kennis gesteld en dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat het particulier riool hierop kan worden aangesloten op een zodanige wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd plaats kan vinden.

  • 3.

    De kosten voor eventuele aanpassingen van het particuliere riool ten gevolge van hetgeen in lid 2 is gesteld komen voor rekening van de gemeente en worden vooraf door gemeente en rechthebbende overeengekomen.

Artikel 4 – Verstoppingen en verstoringen

  • 1.

    Bij een verstopping of een andere storing in de riolering onderzoekt de rechthebbende of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de perceelaansluiting.

  • 2.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing zelf te verhelpen op eigen kosten.

  • 3.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat sprake is van een verstopping in de perceelaansluiting dient de rechthebbende zelf deze verstopping vanaf zijn perceel te verhelpen op eigen kosten.

  • 4.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat sprake is van een storing in de perceelaansluiting neemt de rechthebbende contact op met de gemeente voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Een rapportage van het onderzoek, ondersteund met beeldmateriaal, moet daarbij worden overlegd.

  • 5.

    Indien bij het door de gemeente verrichten van de in lid 4 bedoelde werkzaamheden alsnog wordt geconstateerd dat het probleem is veroorzaakt door onjuist gebruik van de rechthebbende, dan zullen de kosten alsnog aan de rechthebbende in rekening worden gebracht.

  • 6.

    In geval van de in lid 4 bedoelde situatie zijn de door rechthebbende gemaakte kosten naar redelijkheid en billijkheid voor rekening van de gemeente. De rechthebbende kan de gemeente aansprakelijk stellen voor de gemaakt kosten met overleg van bewijs van de storing in de perceelaansluiting en bewijs van de gemaakte kosten.

Artikel 5 – Verboden gebruik

Het is verboden om:

  • 1.

    drainagewater te lozen op het openbaar afvalwaterriool.

  • 2.

    afvalwater te lozen op een IBA.

  • 3.

    hemel- en drainagewater te lozen op drukriolering.

  • 4.

    het riool op een onjuiste manier te gebruiken. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      het lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de riolering veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de riolering aantasten;

    • c.

      het lozen van stoffen die, door de hoeveelheid, de doelmatige werking van de riolering beïnvloeden.

Afdeling 4. Aansluitverplichting en afvoereisen

Artikel 6 – Aansluitverplichting

  • 1.

    Alle percelen waarop afvalwater vrij komt worden aangesloten op het openbaar riool.

  • 2.

    Per woning of bedrijfspand wordt er één perceelaansluiting voor afvalwater aangelegd.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid worden meerdere perceelaansluitingen toegestaan bij:

    • a.

      Appartementengebouwen;

    • b.

      Technische beperkingen voor of doelmatigheidsoverwegingen bij het aansluiten van grotere diameters dan 160 mm.

Artikel 7 – Afvoereisen

  • 1.

    Bedrijfsmatig afvalwater mag worden afgevoerd naar het openbaar riool mits de samenstelling van het te lozen water overeenkomt met huishoudelijk afvalwater.

  • 2.

    In het geval van nieuwbouw of bij toename van de afvoercapaciteit, waaronder leegloop zwembaden, moet de rechthebbende op zijn kosten een buffervoorziening aanleggen indien uit een capaciteitsberekening blijkt dat:

    • a.

      bij lozing op vrijvervalriool het debiet groter is dan 5 m3 per uur, met een afvoerpiek van 10 liter per seconde of meer, of;

    • b.

      bij lozing op het drukriool het debiet groter is dan 0,5 m3 per uur, met een afvoerpiek van 2 liter per seconde.

    De buffervoorziening moet voldoende capaciteit hebben waardoor het maximale afvoerdebiet niet wordt overschreden.

  • 3.

    Achtertuinen van woningen moeten ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater zijn voorzien van een afvoer naar het openbaar afvalwaterriool voor het lozen van huishoudmiddelen.

Afdeling 5. Aanvraag

Artikel 8 – Toestemming

  • 1.

    Het is verboden zonder toestemming van het college een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2.

    Het is verboden zonder toestemming van het college bronneringswater direct of indirect te lozen op het openbaar riool.

  • 3.

    Bij de toestemming van het college kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluiting;

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • d.

      de periode waarvoor de toestemming wordt verleend indien de aansluiting is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater of indien het een tijdelijke aansluiting betreft;

    • e.

      het aanleggen van een buffervoorziening;

    • f.

      de locatie waar bronneringswater, zoals bedoeld in artikel 8 tweede lid, wordt geloosd;

    • g.

      bij lozing van bronneringswater, het aanbrengen van debietmeters, zuiveringsinstallaties, afsluiters en veiligheidsmaatregelen.

  • 4.

    Het college neemt binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag een besluit.

  • 5.

    Indien de rechthebbende binnen 6 maanden na afgifte van de toestemming geen verzoek heeft gedaan de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die toestemming betrekking heeft, uit te voeren, kan het college de toestemming intrekken.

Artikel 9 – De aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een toestemming tot aansluiten wordt schriftelijk met een daartoe bestemd formulier bij het college ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel of gebouw.

  • 2.

    Bij de aanvraag dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de aanduiding dat het een verzoek om een nieuwe aansluiting of wijziging van een bestaande aansluiting betreft;

    • d.

      de periode van de lozing indien het een tijdelijke aansluiting betreft;

    • e.

      de ligging van het aan te sluiten perceel of gebouw:

      • I.

        Aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastrale nummer van het betreffende perceel, en

      • II.

        Aangegeven op een situatieschets 1:500 of grotere schaal.

    • f.

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er daarnaast hemelwater zal worden afgevoerd;

    • g.

      van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool tenminste de volgende gegevens:

      • I.

        Het leidingverloop en de dimensionering;

      • II.

        De hoogteligging ten opzichte van NAP en het materiaal ter plaatse van het overnamepunt;

      • III.

        De wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het overnamepunt zullen worden gemarkeerd.

    • h.

      een kopie of registratienummer van de verleende of aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk;

    • i.

      bij een bedrijfsmatige afvoer een capaciteitsberekening met de aard en de hoeveelheid van het af te voeren water, waarbij dient te worden aangegeven of niet-verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;

    • j.

      indien een buffervoorziening is vereist moet aangetoond worden of deze voldoende capaciteit heeft en dat het maximale afvoerdebiet niet wordt overschreden.

  • 3.

    Bij de aanvraag zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De leidingen moeten voldoen aan de eisen, gesteld in de normbladen en/of KOMO-keur.

    • b.

      De sleuf of sleuven waarin de riolering op eigen terrein is gelegd, worden pas gedicht nadat de leiding(en) door de behandelend ambtenaar van de gemeente zijn gecontroleerd of na zijn/haar toestemming.

    • c.

      Voor woningen moet binnen een meter uit de erfgrens op eigen grond een ontstoppingsstuk met rubberring of manchetafdichting worden toegepast. Wanneer dat niet mogelijk is, plaatst de gemeente in de openbare grond op kosten van de aanvrager een ontstoppingsstuk.

    • d.

      Voor bedrijven moet voor iedere aansluiting binnen één meter uit de erfgrens op eigen terrein een controleput met een diameter van minimaal 315 mm geplaatst worden, die direct vanaf maaiveld toegankelijk is.

  • 4.

    De aanvraag voor een aansluiting op het openbaar afvalwaterriool wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

Artikel 10 – Weigering van de toestemming

  • 1.

    Een toestemming tot aansluiting kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van de aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2.

    Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      het openbaar riool ter plaatse niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • b.

      het een lozing van afvalwater betreft dat door aard, concentratie en/of samenstelling de goede werking van het openbaar riool kan belemmeren of de constructie aan kan tasten;

    • c.

      een bouwvergunning voor het aan te sluiten bouwwerk op het perceel is geweigerd;

    • d.

      het te lozen bronneringswater

      • i.

        niet dusdanig is vervuild dat lozing op riolering noodzakelijk is;

      • ii.

        een debiet heeft van minder dan 10 m3 per uur, en; maximale twee kalenderweken duurt, en;

        binnen 100 meter op een oppervlaktewater geloosd kan worden;

      • iii.

        een debiet heeft van meer dan 10 m3 per uur of langer duurt dan twee kalenderweken, en;

        binnen 300 meter op een oppervlaktewater geloosd kan worden.

Afdeling 6. Aansluiting

Artikel 11 – Uitvoering

  • 1.

    De rechthebbende aan wie toestemming voor een aansluiting op het openbaar afvalwaterriool is verleend kan de gemeente verzoeken de perceelaansluiting of wijziging daarvan uit te voeren. Hiertoe kan de rechthebbende contact opnemen met de toezichthouder van de Gemeente Oosterhout, die met de uitvoering belast is.

  • 2.

    Bij het verzoek tot aansluiting dienen in ieder geval de volgende gegevens door de rechthebbende te worden doorgegeven:

    • a.

      de naam en het woonadres van de rechthebbende;

    • b.

      de door de rechthebbende gewenste datum van uitvoering.

  • 3.

    De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluiting, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluiting, vindt plaats door of vanwege de gemeente met in achtneming van 2 weken voorbereidingstijd.

  • 4.

    De aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluiting vindt slechts plaats als;

    • a.

      het ontstoppingsstuk of controleput in het particulier riool, conform de in artikel 9, lid 3 benoemde locatiebepaling, aanwezig is.

    • b.

      het particulier riool voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit of de Bouwverordening van de gemeente Oosterhout te stellen eisen.

    • c.

      het aan te sluiten particulier riool aanwezig is conform de aanvraag en de daarop gebaseerde toestemming gegeven is.

Artikel 12 – Kosten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de kosten van de aanleg van een standaard perceelaansluiting vast in de retributieverordening van de Gemeente Oosterhout.

  • 2.

    Voor een aansluiting anders dan een standaard perceelaansluiting stelt de gemeente een begroting op, die voorafgaand aan de aanleg aan de aanvrager of rechthebbende wordt voorgelegd.

  • 3.

    Voor het lozen van bronneringswater wordt een bedrag in rekening gebracht conform de retributieverordening van de Gemeente Oosterhout, die voorafgaand aan de uitvoering aan de aanvrager wordt voorgelegd.

  • 4.

    De gemeente kan niet worden gehouden tot feitelijke aanleg van de perceelaansluiting over te gaan, voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de uitvoeringskosten.

  • 5.

    De kosten voor de aanleg van de perceelaanluiting kunnen niet meer in rekening worden gebracht indien deze reeds op andere wijze op de rechthebbende worden of zijn verhaald.

Afdeling 7. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13 – Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogd te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14 – Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college dan wel door het college aan te wijzen personen.

Artikel 15 – Overgangsrecht

  • 1.

    De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2.

    Op aansluitingen van een particulier riool op het openbaar riool, die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan toe geldende regelgeving en voorschriften reeds zijn aangelegd, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.

  • 3.

    Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 16 – Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalwaterverordening 2021

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oosterhout, gehouden op: 23 november 2021

De voorzitter,

de griffier,

Algemene toelichting

 

De gemeente Oosterhout heeft haar rioleringsbeleid vastgelegd in het Water- en Rioleringsplan. In dit Water en Rioleringsplan zijn verschillende doelstellingen omtrent de riolering vastgesteld. Deze doelstellingen kunnen enkel bereikt worden met de medewerking van derden. Door de vaststelling van deze verordening bindt de gemeente Oosterhout derden aan de doelstellingen die zijn vastgelegd in het Water- en Rioleringsplan. Deze verordening is van toepassing voor het hele grondgebied van de gemeente Oosterhout.

 

De regels in deze verordening zijn toegespitst op lozingen en aansluitingen op het openbaar riool. In beginsel is een aparte verordening niet noodzakelijk. Het aansluitvoorschrift in het Bouwbesluit 2012 en de lozingsregels in onder meer het Besluit lozing afvalwater huishoudens zijn voldoende om ongewenste lozingen te voorkomen en de ligging van particuliere riolen te sturen. Maar de gemeente heeft de mogelijkheid hier aanvullende bepalingen voor op te stellen. De onderhavige verordening is daarom aanvullend en is niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling – de “lozingsbesluiten” en het Bouwbesluit – voorgaan.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze verordening gehanteerde begrippen omschreven.

Artikel 2 – Begrenzing openbaar riool

Tweede lid

Het kan voorkomen dat de conditie van buizen en bijhorende werken voor de afvoer en inzameling van afval- en hemelwater op niet-openbare grond belangrijk is voor de juiste werking van het openbaar rioolsysteem. De gemeente Oosterhout maakt in dat geval afspraken met de rechthebbende over afspraken betreffende beheer en onderhoud van het betreffend riool.

Artikel 3 – Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

De gemeente Oosterhout is verantwoordelijk voor de uitvoering van de gemeentelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Voor de afvalwaterketen is dat het inzamelen en transporteren van afvalwater via het gemeentelijk riool. Voor de instandhouding van het openbare riool is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud, renovatie en vervanging.

 

Artikel 3 geeft nadere regels over het beheer, onderhoud, renovatie en vervanging. Deze worden door en voor rekening van de gemeente uitgevoerd tot het aansluitpunt, gerekend vanaf het openbaar riool, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden uitgevoerd moeten worden ten gevolge van onjuist gebruik van het particulier riool. Zie daarvoor ook artikel 4.

Artikel 4 – Verstoppingen en verstoringen

In beginsel is de rechthebbende zelf verantwoordelijk voor het constateren, lokaliseren en oplossen van verstoppingen en storingen. Indien is geconstateerd dat de storing in de perceelaansluiting of het openbaar riool zit, dan moet de rechthebbende contact opnemen met de gemeente. De gemeente stuurt dan een aannemer om het probleem te verhelpen. Alleen de aannemer van de gemeente heeft toestemming om te werken in openbaar terrein en is dus de enige die de perceelaansluiting op mag graven en hier werkzaamheden aan mag verrichten.

 

De door de rechthebbende gemaakte kosten in het vooronderzoek zijn voor rekening van de gemeente als het probleem in het openbaar riool of de perceelaansluiting is gelegen. Mocht blijken dat de verstopping of verstoring alsnog de oorzaak is van rechthebbende dan heeft de gemeente een verhaalsrecht van de door de gemeente gemaakte kosten op de rechthebbende.

Artikel 5 – Verboden gebruik

Eerste lid

Grond- of regenwater kan voor overlast zorgen. Om dit overtollige water af te voeren, wordt vaak drainage aangelegd. Deze drainage mag niet aangesloten worden op een rioolstelsel waarmee ook vuilwater ingezameld wordt. Vulling van het riool kan als gevolg hebben dat vuilwater via de drainage infiltreert in de bodem en door schoon grond- of regenwater af te voeren naar de rioolwaterzuivering wordt deze onnodig belast.

Tweede lid

De gemeente Oosterhout heeft alle ongezuiverde afvalwaterlozingen in het buitengebied de afgelopen jaren via aanleg van drukriolering gesaneerd. IBA’s zijn daarbij niet gebruikt en deze worden in nieuwe situaties ook niet toegestaan.

Derde lid

Voor panden die op drukriolering worden aangesloten geldt dat er alleen afvalwater op de perceelsgrens aangeboden mag worden. Lozing van (schoon) regenwater op het drukriool is verboden in verband met een adequate en zoveel mogelijk storingsvrije werking van het drukrioolsysteem.

 

Drukriolering wordt voornamelijk toegepast in het buitengebied. Afvoer van hemelwater in het buitgebied gaat voornamelijk via watergangen of bodeminfiltratie.

Artikel 6 – Aansluitverplichting

Eerste lid

Voor zover bekend bij de gemeente Oosterhout zijn alle percelen (inclusief woonschepen) in de gemeente aangesloten op de riolering. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn dan is de rechthebbende verplicht alsnog aan te sluiten op het riool. In de praktijk zal deze regel voornamelijk van toepassing zijn op nieuwbouw.

Artikel 7 – Afvoereisen

Tweede lid

Bij een toename van het afvoerdebiet moet met een capaciteitsbeperking de hoeveelheid af te voeren water worden bepaald. Het openbaar riool van de gemeente Oosterhout heeft namelijk een maximale capaciteit. Als de capaciteit wordt overschreden kan dit leiden tot overlast.

 

Overlast kan bijvoorbeeld ontstaan als in het buitengebied een bedrijf gaat uitbreiden waardoor het afvoerdebiet toeneemt. Het buitengebied is namelijk voorzien van drukriolering met een relatief lage afvoercapaciteit.

Derde lid

Voor de bescherming van het grond- en oppervlaktewatersysteem moet bij nieuwbouw de achtertuin voorzien zijn van een afvoer naar het openbaar riool. Zonder deze eis hebben achtertuinen mogelijk geen afvoermogelijkheid of worden vuilwaterputjes aangesloten op het hemelwaterriool. Dan bestaat de kans dat rechthebbende via de bodem of het hemelwaterriool schadelijke middelen lozen op het grond- of oppervlaktewatersysteem.

 

De lozing van hemelwater op de afvoer in de achtertuin is niet uit te sluiten. Wel moet de tuin dusdanig zijn ingericht en de afvoer dusdanig geplaatst dat zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat hemelwater geloosd wordt op het openbaar riool voor de inzameling van afvalwater. Ontwerp en plaatsing van de afvoer moet daarop toezien.

Artikel 8 – Toestemming

Eerste lid

Aansluiting van een particulier riool op een openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting is verboden zonder toestemming. Bij de toestemming zijn voorschriften opgenomen over het particulier riool zoals dat aanwezig moet zijn op het moment dat de aansluiting tot stand wordt gebracht. Daarnaast worden bij de toestemming mogelijk regels vermeld met betrekking tot het onderhoud, renovatie, vervanging en sloop van de aansluiting.

Tweede lid

Tijdens graafwerkzaamheden kan het zijn dat de grondwaterspiegel tijdelijk verlaagd moet worden om de werkzaamheden uit te kunnen voeren. Hiervoor is, naast een goedkeuring van waterschap Brabantse Delta, ook een toestemming nodig van de gemeente Oosterhout om bronneringswater te mogen lozen op het gemeentelijke riool. Deze toestemming wordt alleen in overweging genomen mits aan de voorwaarden wordt voldaan. Zie daarvoor artikel 8 en 9.

Derde lid

De gemeente kan met de aansluitvergunning aangeven waar de perceelaansluiting komt te liggen. Rechthebbende is dan verplicht op die locatie het particulier riool te plaatsen.

Artikel 9 – De aanvraag

Eerste lid

De toestemming moet worden aangevraagd door de rechthebbende. Om dit te vereenvoudigen, moet de aanvraag worden gedaan met het daartoe bestemde formulier.

Vierde lid

Indien de gegevens incompleet zijn krijgt de aanvrager, na daarover geïnformeerd te zijn, vier weken de tijd om de gegevens aan te vullen. Als na het verstrijken van deze periode de gegevens nog steeds onvolledig zijn of opnieuw een onvolledige aanvraag wordt ingediend, kunnen burgemeester en wethouders op basis van de Algemene wet bestuursrecht besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 10 – Weigering van de aansluitvergunning

Eerste lid

Een weigering voor de toestemming tot aansluiten of lozen is op basis van technische, juridische of milieuhygiënische weigeringsgronden. Een technische weigeringsgrond is bijvoorbeeld de hoogte ligging. Een milieuhygiënische weigeringsgrond is bijvoorbeeld de lozing van betreffende stoffen op het openbaar riool. Een juridische weigeringsgrond is bijvoorbeeld dat de verlening van andere benodigde vergunningen, zoals de bouwvergunning, is geweigerd.

Artikel 11 – Uitvoering

Eerste lid

Het moment voor uitvoering van het werk wordt bepaald in overleg met de rechthebbende. Het volstaat om telefonisch contact op te nemen met Gemeente Oosterhout, daarbij dienen de gegevens doorgegeven te worden zoals vermeld in het tweede lid.

Derde lid

De perceelaansluiting mag uitsluitend door of vanwege de gemeente aangelegd of gewijzigd worden. Het is ieder ander verboden werken uit te voeren in of aan de openbare ruimte zonder schriftelijke toestemming van de gemeente.

Vierde lid

Een aansluiting vindt alleen plaats als het particulier riool voldoet aan de daaraan te stellen bouwtechnische eisen. Deze bepaling moet gezien worden als een vangnetbepaling. In de meeste gevallen zal op basis van de eisen die gesteld zijn in de bouwvergunning al een particulier riool aanwezig zijn dat voldoet aan de eisen. Daarnaast vormt ook het feit dat een particulier riool niet goed is aangelegd een grond om de toestemming tot aansluiten te weigeren. In het geval al een toestemming is verleend en nadien bijvoorbeeld het particulier riool nog is verlegd of beschadigd, kan toch worden afgezien van aansluiting.

Artikel 12 – Kosten

Tweede lid

Een niet standaardrioolaansluiting is over het algemeen complexer en lastiger te realiseren. Voorbeelden zijn bedrijfsaansluitingen, aansluiten op drukriolering, aansluitingen onder een rijbaan van asfalt of diepe aansluitingen waarbij bronnering noodzakelijk is.

Vijfde lid

Het is mogelijk dat de kosten voor de aansluiting reeds zijn verhaald bij de bouw van de woning of het bedrijf, bijvoorbeeld op grond van een overeenkomst. In dat geval kan de gemeente niet nogmaals kosten in rekening brengen aan de particulier.

Artikel 13 – Hardheidsclausule

Om te voorkomen dat toepassing van de bepalingen van deze verordening in een concreet geval zou leiden tot een beslissing in strijd met de redelijkheid en billijkheid is een mogelijkheid geboden om af te wijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 14 – Toezicht

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 15 – Overgangsrecht

Eerste lid

Aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor inwerkingtreding van de verordening in behandeling zijn genomen, worden behandeld volgens de regeling in de verordening.

Tweede lid

Op alle reeds bestaande aansluitingen zijn met deze verordening de bepalingen met betrekking tot het beheer en onderhoud en de zorgplicht bij verwijdering en sloop van toepassing verklaard. Hierbij mag uiteraard geen strijd ontstaan met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Derde lid

Omdat het denkbaar is dat in het verleden met perceeleigenaren overeenkomsten zijn gesloten waarin afspraken zijn gemaakt die strijd opleveren met de aansluitverordening, is in lid 3 vastgelegd dat in dergelijke situaties de bepalingen van de overeenkomst prevaleren.

Artikel 16 – Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.