Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijkerk

Beleidsregel uitwegen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel uitwegen 2021
CiteertitelBeleidsregel uitwegen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel uitwegen 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR663357
  3. artikel 2.2, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-12-2021nieuwe regeling

16-12-2021

gmb-2021-435446

1124956

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel uitwegen 2021

Het college van de gemeente van Nijkerk;

 

gelet op Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder e, Wabo en artikel 2.12 APV Nijkerk 2021;

 

b e s l u i t :

vast te stellen

 

De Beleidsregel uitwegen 2021

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1: Inleiding

De gemeente Nijkerk is volop in ontwikkeling. Een aantal van die ontwikkelingen maakt het noodzakelijk de Beleidsregel uitwegen te actualiseren omdat in een aantal regelmatig voorkomende situaties in de voorgaande beleidsregel niet is voorzien. Aan een uitweg ten behoeve van parkeren op eigen terrein bij woningen, alsmede uitwegen bij bedrijven, worden in de voorliggende Beleidsregel Uitwegen concretere voorwaarden gesteld.

Artikel 2: Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: de aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1.5.3 van de verordening, in samenhang met artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de wet;

  • b.

    bevoegd gezag: op grond van artikel 2.4 van de wet, het college;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk;

  • d.

    gemeente: de publiekrechtelijke rechtspersoon Gemeente Nijkerk;

  • e.

    indieningsvereisten: de bepalingen in de Regeling omgevingsrecht, die betrekking hebben op de aanvraag voor een vergunning;

  • f.

    uitweg: kleine weg die een perceel met de openbare weg verbindt en welke weg voorziet in het geheel op eigen terrein parkeren van een motorvoertuig;

  • g.

    vergunning: de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de wet, in samenhang met artikel 2.1.5.3 van de verordening;

  • h.

    verordening: de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2021;

  • i.

    wet: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Hoofdstuk 2 Beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning

Artikel 3. Beoordeling aanvraag

Een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning voor een uitweg wordt getoetst aan de indieningsvereisten, aan de wet, aan de verordening en aan de bepalingen van dit hoofdstuk.

Artikel 4. Weigeringsgronden

Het bevoegd gezag kan de vergunning weigeren:

  • a.

    ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg;

  • b.

    als de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats;

  • c.

    als door de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; of

  • d.

    als er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen.

Artikel 5. Toegestane uitwegen per perceel

  • 1.

    Per woonperceel wordt steeds vergunning verleend voor één uitweg, mits deze in overeenstemming met de bepalingen van dit hoofdstuk kan worden aangelegd.

  • 2.

    Een tweede uitweg bij een woonperceel wordt binnen de bebouwde kom niet toegestaan.

  • 3.

    Meerdere uitwegen bij een bedrijfsperceel of een andere niet-woonbestemming wordt toegestaan, mits is aangetoond dat dit bedrijfsmatig noodzakelijk is.

Artikel 6. Toetsing aan ‘voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg’

  • 1.

    De vergunning wordt niet verleend als de uitweg een nadelig effect heeft op de verkeersveiligheid, waarvan in elk geval sprake is bij een uitweg die:

    • a.

      breder is dan de standaardbreedte en de noodzaak van een bredere uitweg niet is aangetoond;

    • b.

      geprojecteerd is direct aan of nabij een rotonde, kruising of splitsing van wegen, opstelstrook of voorsorteervak, waarbij op de betreffende weg of het betreffende wegvak een maximumsnelheid van 50 km per uur of hoger is ingesteld;

    • c.

      alleen toegankelijk is door gebruikmaking van een fiets- of voetpad, met dien verstande dat dwarsdoorsnijdingen van fiets- en voetpaden zijn toegestaan.

  • 2.

    De vergunning wordt voorts niet verleend als de uitweg:

    • a.

      leidt tot onaanvaardbare belemmering van het zicht op de weg;

    • b.

      het in- en uitrijden met een personenauto van één of meer bestaande garages belemmerd;

    • c.

      slechts mogelijk is na verplaatsing van openbare verlichting of bebording, terwijl een dergelijke verplaatsing uit oogpunt van verkeersveiligheid onwenselijk is.

  • 3.

    De standaardbreedte, bedoeld in het eerste lid, is:

    • a.

      voor een enkele uitweg bij een woonperceel, maximaal vier meter;

    • b.

      voor een dubbele uitweg bij een woonperceel, maximaal zes meter;

    • c.

      voor een gecombineerde uitweg bij aangrenzende woonpercelen, maximaal zes meter;

    • d.

      voor bedrijfspercelen, maximaal acht meter.

    • e.

      voor agrarische percelen, maximaal acht meter.

  • Alleen als de noodzaak daartoe is aangetoond, kan vergunning worden verleend voor een bredere uitweg, mits dit niet in strijd is met de belangen van de verkeersveiligheid en het doelmatig gebruik van de weg en de overige bepalingen in dit hoofdstuk.

Artikel 7. Toetsing ‘aantasting openbaar groen op onaanvaardbare wijze’

De vergunning wordt niet verleend als het openbaar groen door de uitweg op onaanvaardbare wijze wordt aangetast, zoals wanneer:

  • a.

    de hoofdstructuur groen wordt doorkruist;

  • b.

    op of zeer nabij de locatie van de uitweg een houtopstand staat, die voorkomt op de lijst van waardevolle en monumentale bomen als bedoeld in de gemeentelijke Bomenverordening.

Artikel 8. Toetsing aan het geldende bestemmingsplan

De vergunning wordt niet verleend als het geldende bestemmingsplan de aangevraagde uitweg niet toestaat.

Hoofdstuk 3 Aanleg uitwegen en betaling van de kosten

Artikel 9. Wegen niet in beheer bij de gemeente

Het college verleent geen medewerking aan, of bemiddeling bij de aanleg van uitwegen naar wegen die niet in beheer en onderhoud zijn bij de gemeente.

Artikel 10. Gemeentelijke wegen

Een uitweg naar een weg die in beheer en onderhoud is bij de gemeente wordt aangelegd:

  • a.

    in opdracht van de gemeente, na betaling van de geraamde kosten door of namens de gebruiker van het te ontsluiten perceel, of

  • b.

    onder toezicht en goedkeuring van de gemeente, in opdracht van en voor rekening van de rechthebbende op het te ontsluiten perceel.

Artikel 11. Aanleg in opdracht van de gemeente

  • 1.

    Voor de aanleg of aanpassing van een uitweg in een bestaande bebouwde omgeving binnen de bebouwde kom brengt de gemeente de volgende kosten in rekening bij de belanghebbende:

    • a.

      € 1.200 voor een nieuwe uitweg tot vier meter breed in een bestaand trottoir, eventueel vermeerderd met de kosten van extra maatregelen zoals extra breedte van de uitweg, extra sterkte ten behoeve van zwaar verkeer, verplaatsing van lichtmasten, rioolkolken en verkeersborden, verwijdering van bomen, aanpassing van openbaar groen, ontgraven van de inrit en aanpassing van openbare parkeergelegenheid;

    • b.

      € 850 voor het verplaatsen van een lichtmast;

    • c.

      € 300 voor het verplaatsen van een rioolkolk;

    • d.

      € 225 per strekkende meter voor het aanbrengen van inritblokken;

    • e.

      de geraamde werkelijke kosten voor wijziging (verbreding, verplaatsing of verzwaring) van een bestaande uitweg.

  • 2.

    Voor de aanleg of aanpassing van een uitweg in een bestaande situatie buiten de bebouwde kom brengt de gemeente de geraamde werkelijke kosten inclusief BTW in rekening bij de belanghebbende, zoals de kosten van het aanleggen, het verbreden of verplaatsen van de uitweg, het dempen van een sloot en het aanbrengen van een duiker, en waar nodig het verplaatsen van lichtmasten, rioolkolken of verkeersborden.

  • 3.

    Met de aanleg wordt niet begonnen voordat de kosten aan de gemeente zijn voldaan.

  • 4.

    De bedragen in dit artikel zijn inclusief BTW en per prijspeil 1 januari 2021. De bedragen worden jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met toepassing van de consumentenprijsindex.

Artikel 12. Aanleg onder toezicht en goedkeuring van de gemeente

In afwijking van artikel 12 kan de aanleg of aanpassing van een uitweg worden overgelaten aan de rechthebbende op een perceel, voor diens rekening en risico, nadat met het college overeenstemming is bereikt over:

  • a.

    het bestek en de wijze van uitvoering;

  • b.

    het toezicht door de gemeente tijdens de aanleg;

  • c.

    de oplevering en goedkeuring van de aangelegde werken en

  • d.

    de overdracht in beheer en onderhoud daarvan aan de gemeente.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13. Intrekken en overgangsbepaling

  • 1.

    De Beleidsregel uitwegen 2014, inwerking getreden op 4 november 2014, wordt ingetrokken;

  • 2.

    De Beleidsregel 2014 blijft van toepassing op aanvragen en besluiten voor of op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Beleidsregel uitwegen 2021.

Artikel 14. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregel uitwegen 2021;

  • 2.

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het elektronisch gemeenteblad en treedt de dag na bekendmaking in werking.

Aldus besloten in de collegevergadering van: 16 november 2021.

Burgemeester en wethouders van Nijkerk,

de secretaris,

de heer D.J. van Huizen

de burgemeester,

de heer mr. drs. G.D. Renkema