Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug

Beleidsregel ondersteuning ELIP doelgroep RDWI 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRegionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregel ondersteuning ELIP doelgroep RDWI 2021
CiteertitelBeleidsregel ondersteuning ELIP doelgroep RDWI 2021
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum ondertekening van deze regeling is bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2021nieuwe regeling

16-11-2021

bgr-2021-1023

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel ondersteuning ELIP doelgroep RDWI 2021

Het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI), in zijn vergadering van 10 november 2021,

 

gelet op:

de artikelen 1:3, vierde lid en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

besluit:

vast te stellen, de volgende beleidsregel:

 

BELEIDSREGEL ONDERSTEUNING ELIP DOELGROEP RDWI 2021

Deze beleidsregel gaat over de regels die gelden bij het vergoeden van extra ondersteuning aan inburgeraars die onder de ELIP-doelgroep vallen. Het gaat hier om inburgeraars die bijna of helemaal door hun DUO lening heen zijn en/of waarvan de inburgeringstermijn binnenkort afloopt. Bij deze groep bestaat het risico dat er niet aan de inburgeringsplicht kan worden voldaan. Het doel van de extra ondersteuning is om ervoor te zorgen dat ze hier wel aan kunnen voldoen of van ontheven kunnen worden.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet verder worden uitgelegd, betekenen hetzelfde als in de Wet Inburgering en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregel betekenen onderstaande begrippen het volgende:

    • a.

      Inburgeraar: inburgeringsplichtige die valt onder de Wet Inburgering;

    • b.

      ELIP: einde lening nog inburgeringsplichtig;

    • c.

      ELIP-doelgroep: inburgeringsplichtigen, behorend tot de groep inburgeringsplichtige asielstatushouders, met en zonder Participatiewet uitkering, die reeds inburgeringsplichtig zijn onder de Wet inburgering 2013 en de nieuwe instroom tot aan de inwerkingtreding van het nieuwe inburgeringsstelsel, en die bijna of helemaal door hun DUO lening heen zijn en/of waarvan de inburgeringstermijn binnenkort afloopt;

    • d.

      (extra) ondersteuning: vergoeding van de kosten die nodig zijn om het inburgeringsexamen te halen en/of aan de inburgeringsplicht te voldoen dan wel hiervoor ontheffing te krijgen;

    • e.

      Taalaanbieder: cursusinstelling als bedoeld in de Wet inburgering, die sinds minimaal één jaar beschikt over het keurmerk van de Keurmerkverlener;

    • f.

      Keurmerkverlener (momenteel Blik op werk): verleent als onafhankelijke kwaliteitsorganisatie een keurmerk aan organisaties die met hun dienstverlening bewijzen kwaliteit te leveren en inburgering te bevorderen;

    • g.

      DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    Een inburgeraar kan een aanvraag doen voor extra ondersteuning op basis van deze beleidsregel, als die:

    • a.

      behoort tot de groep inburgeringsplichtigen op grond van de Wet inburgering 2013;

    • b.

      een inburgeringsplicht heeft op basis van de Wet inburgering 2013 of inburgeringsplichtig wordt tot aan de inwerkingtreding van de nieuwe Wet inburgering;

    • c.

      meer dan € 7.500 van de DUO lening bestemd voor inburgering heeft gebruikt en van wie de inburgeringstermijn binnen 12 maanden afloopt OF die meer dan € 9.500 van de DUO lening bestemd voor inburgering heeft gebruikt ongeacht de afloop van de inburgeringstermijn.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan in het voordeel van de inburgeraar afwijken van de eis in het eerste lid, onderdeel c, als de verwachting is dat deze binnenkort aan de eis voldoet of als er andere zwaarwegende redenen zijn, en het duidelijk is dat het inburgeringsproces niet zonder extra ondersteuning succesvol afgerond kan worden.

Artikel 3. Aanvraag en intake

  • 1.

    Een aanvraag om extra ondersteuning wordt aangevraagd met een aanvraagformulier. Een gesprek met de inburgeraar kan aanvullend plaatsvinden.

  • 2.

    Als er meer informatie en/of documenten nodig is/zijn voor het behandelen van de aanvraag wordt dit door de inburgeraar aangeleverd en/of wordt dit bij (de) taalaanbieder(s) opgevraagd door het dagelijks bestuur.

Artikel 4. Toetsing toekenning extra ondersteuning

  • 1.

    Het verzoek om in aanmerking te komen voor de extra ondersteuning op basis van deze beleidsregel wordt getoetst aan de hand van een toetsingskader. Hierbij wordt onder meer gelet op:

    • a.

      De noodzaak: als onvoldoende duidelijk is dat de inburgeraar niet zonder extra ondersteuning aan diens inburgeringsplicht kan voldoen, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra ondersteuning te verstrekken.

    • b.

      De verwijtbaarheid: als er door eigen toedoen van de inburgeraar onvoldoende vorderingen zijn gemaakt in het voldoen aan de inburgeringsplicht, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra ondersteuning te verstrekken.

    • c.

      De motivatie van de inburgeraar: als er vermoeden is dat er onvoldoende motivatie is bij de inburgeraar om aan de inburgeringsplicht te voldoen, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra ondersteuning te verstrekken.

    • d.

      De aanwezigheid: als de inburgeraar onvoldoende aanwezig is geweest tijdens de gevolgde taallessen, waarbij als richtlijn een 80% aanwezigheidseis geldt, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra ondersteuning te verstrekken.

    • e.

      De financiële draagkracht: als de inburgeraar en diens gezin voldoende financiële draagkracht heeft, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra ondersteuning te verstrekken. Hierbij wordt een vermogensgrens en inkomensgrens gebruikt. Voor de vermogensgrens wordt aangesloten op artikel 34 van de Participatiewet. Bij de inkomensgrens wordt uitgegaan van 110% van de bijstandsnorm. Bij inburgeraars met een hoger vermogen of inkomen kan er van uit worden gegaan dat er financiële draagkracht is.

    • f.

      Voorliggende voorzieningen, zoals mogelijkheden voor uitstel via DUO.

    • g.

      De gemaakte vorderingen van de inburgeraar en de nog resterende verplichtingen om aan de inburgeringsplicht te voldoen.

    • h.

      De wijze waarop de DUO lening is besteed, en welk deel van de lening nog besteed kan worden.

    • i.

      De kwaliteit van de taalaanbieder: het moet aannemelijk zijn dat het aanbod zoals de taallessen van de opgegeven taalaanbieder van voldoende kwaliteit is. Hierbij geldt als richtlijn dat vergoeding van kosten enkel plaatsvindt aan taalaanbieders als bedoeld in de Wet inburgering, die sinds minimaal één jaar beschikken over het keurmerk van de Keurmerkverlener.

  • 2.

    Het toetsingskader wordt ook gebruikt voor het vergoedingsbedrag, voor de voorwaarden die aan de extra ondersteuning gekoppeld worden en om een eventuele eigen bijdrage van de inburgeraar vast te stellen.

Artikel 5. Toekenning ondersteuning

  • 1.

    In een besluit wordt aan de inburgeraar kenbaar gemaakt of en onder welke voorwaarden de extra ondersteuning wordt toegekend.

  • 2.

    De voorwaarden zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel hebben onder meer betrekking op:

    • a.

      De duur van de extra ondersteuning,

    • b.

      Wanneer de extra ondersteuning wordt verstrekt en/of wordt ingetrokken,

    • c.

      De hoogte van de vergoeding(en),

    • d.

      De (prestatie)verplichtingen waar de inburgeraar zich aan moet houden.

Artikel 6. Uitgangspunten en hoogte bij vergoeding

  • 1.

    Er wordt uitgegaan van een adequate oplossing bij het bepalen van de extra ondersteuning die nodig is voor de inburgeraar.

  • 2.

    De inburgeraar kan gevraagd worden om een deel van de extra ondersteuning zelf te financieren als deze financiële mogelijkheid er is.

  • 3.

    Voor de hoogte van de (deel)vergoeding geldt als richtlijn dat er maximaal een ondersteuningsbedrag van € 2.000 wordt verstrekt. In bijzondere gevallen kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken om maatwerk te kunnen bieden.

  • 4.

    Een vergoeding kan in delen plaatsvinden en met voorwaarden per deelbetaling.

Artikel 7. Betaling en kosten

  • 1.

    Het uitgangspunt is dat betaling van het ondersteuningsbedrag plaatsvindt aan de derde partij zoals de taalaanbieder. Dit kan in delen plaatsvinden. Als er kosten door de inburgeraar zelf gemaakt worden, dan moeten de kosten achteraf gedeclareerd worden door de inburgeraar om deze betaald te krijgen.

  • 2.

    Er kan enkel vergoeding worden verstrekt voor kosten die inburgeringsplichtigen oorspronkelijk uit hun DUO-lening konden betalen, zoals taallessen, examentraining en examens. Daarnaast kan vergoeding plaatsvinden van de kosten van de medische keuring die uitwijst of de inburgeraar aan diens inburgeringsplicht kan voldoen. In bijzondere gevallen kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken.

Artikel 8. Tussentijdse beëindiging ondersteuning

De extra ondersteuning aan de inburgeraar en de daarbij horende vergoeding die nog resteert kan tussentijds beëindigd worden als de inburgeraar zich niet aan één of meerdere van de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 5 van deze beleidsregel houdt en/of in andere bijzondere gevallen waarbij het niet wenselijk is om de ondersteuning voort te zetten.

Artikel 9. Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen van deze beleidsregel afwijken, als strikte toepassing van de bepalingen in deze regeling onevenredig nadeel voor de belanghebbende(n) tot gevolg zou hebben.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 11. Citeerartikel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel ondersteuning ELIP doelgroep RDWI 2021’.

Aldus besloten door het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI)

De directeur,

De voorzitter,