Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Regeling nevenwerkzaamheden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Midden- en West-Brabant
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingRegeling nevenwerkzaamheden
CiteertitelRegeling Nevenwerkzaamheden
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-03-201601-02-2016nieuwe regeling

14-01-2016

Blad gemeenschappelijke regeling 2016, 168

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling nevenwerkzaamheden

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Artikel 2 Melden van nevenwerkzaamheden

  • Artikel 3 Toestemming nevenwerkzaamheden

  • Artikel 4 Voorwaarden

  • Artikel 5 Openbaarmaking

  • Artikel 6 Wijze van registreren

  • Artikel 7 Voortzetten van verboden nevenwerkzaamheden

  • Artikel 8 Onvoorziene gevallen

  • Artikel 9 Inwerkingtreding

  • Bijlage

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    werkgever:

    Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant;

  • b.

    medewerker:

    De ambtenaar in dienst van werkgever in de zin van de CAR/UWO, dan wel degene met wie werkgever een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft gesloten;

  • c.

    leidinggevende:

    De directe leidinggevende van de medewerker.

  • d.

    nevenwerkzaamheden:

    Nevenwerkzaamheden zijn alle werkzaamheden of activiteiten van een min of meer structurele aard, die de medewerker naast de functie bij de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, verricht voor en/of bij derden. Of voor deze werkzaamheid een beloning wordt ontvangen, maakt in dit kader geen verschil.

  • e.

    registratie:

    De registratie van nevenwerkzaamheden zoals bedoeld in artikel 15:1e lid 2 CAR-UWO.

Artikel 2 Melden van nevenwerkzaamheden

Lid 1

Nevenwerkzaamheden die de medewerker voornemens is te verrichten dienen vooraf bij de leidinggevende te worden gemeld, indien:

  • er een relatie is, financieel of anderszins, tussen de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant of de functie van de medewerker en de organisatie waarvoor de nevenwerkzaamheden worden verricht

    en/of

  • er een risico is dat de nevenwerkzaamheden een goede functievervulling in de weg staan.

Indien zich wijzigingen voordoen met betrekking tot de aard en/of de omvang van de nevenwerkzaamheden, dient de betrokkene dit zo spoedig mogelijk te melden bij de leidinggevende.

Lid 2

De voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit aangevangen nevenwerkzaamheden als bedoeld in het eerste lid, dienen alsnog door de medewerker bij de leidinggevende te worden gemeld.

Lid 3

De voornoemde nevenwerkzaamheden dienen te worden gemeld met gebruik van het daartoe vastgestelde en als bijlage aan deze regeling bijgevoegde formulier.

Artikel 3 Toestemming nevenwerkzaamheden

Lid 1

Toestemming tot het verrichten van nevenwerkzaamheden wordt schriftelijk verleend door de Directeur Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant of Regionaal commandant.

Lid 2

Meer specifiek worden de nevenwerkzaamheden of wijzigingen op reeds toegelaten nevenwerkzaamheden getoetst op de volgende afwegingscriteria:

  • Belangenverstrengeling

  • Ongewenste binding aan derden

  • Fraude en corruptie

  • Schade aan het aanzien van het ambt

  • Schade aan de belangen van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

  • Onduidelijkheid over de hoedanigheid van de medewerker in zijn/haar optreden naar derden.

  • Onvoldoende beschikbaarheid voor de ambtelijke functie

Lid 3

De medewerker vangt niet eerder aan met de nevenwerkzaamheden dan het moment waarop de toestemming expliciet en schriftelijk is verkregen.

Lid 4

Directeur Veiligheidsregio/ Regionaal Commandant kan besluiten aan het uitoefenen van de nevenwerkzaamheden of de wijzigingen op reeds toegestane nevenwerkzaamheden bepaalde voorwaarden en/of afspraken te verbinden.

Lid 5

Directeur Veiligheidsregio/ Regionaal Commandant beoordeelt naar aanleiding van de melding binnen een termijn van 4 weken of er sprake is van een situatie als bedoeld in het eerste lid. Indien dit het geval is, wordt aan de betrokkene schriftelijk en gemotiveerd meegedeeld dat het hem verboden is deze nevenwerkzaamheden te verrichten.

Lid 6

Een verbod, zoals in de voorgaande leden bedoeld, wordt in ieder geval opgelegd indien er sprake is van één van de criteria zoals vermeld in lid 2.

Lid 7

Indien de verboden verklaarde nevenwerkzaamheden reeds voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn aangevangen, wordt door leidinggevende in overleg met de medewerker een termijn vastgesteld waarbinnen de nevenwerkzaamheden moeten worden beëindigd.

Lid 8

De medewerker kan bezwaar maken tegen het verbod op het uitoefenen van nevenwerkzaamheden alsmede tegen de voorwaarden die aan hem worden opgelegd. Uitzondering hierop zijn de voorwaarden zoals omschreven in artikel 4 van deze regeling.

Lid 9

Aan het personeelsdossier worden toegevoegd:

  • Het formulier waarop de nevenwerkzaamheden of wijzigingen op reeds toegestane nevenwerkzaamheden gemeld worden;

    en

  • Een afschrift van het gemotiveerde verbod op het uitoefenen van de nevenwerkzaamheden of wijzigingen op reeds toegestane nevenwerkzaamheden;

    of

  • Een afschrift van de verleende toestemming voor de nevenwerkzaamheden of wijzigingen op reeds toegestane nevenwerkzaamheden;

    en/of

  • De gestelde voorwaarden ten aanzien van de nevenwerkzaamheden of wijzigingen op reeds toegestane nevenwerkzaamheden;

Artikel 4 Voorwaarden

Voor de medewerker aan wie toestemming is verleend om nevenwerkzaamheden te verrichten, gelden in ieder geval de volgende algemene voorwaarden.

  • Als algemene voorwaarde geldt dat, behoudens toestemming van Directeur Veiligheidsregio/ Regionaal Commandant, geen nevenwerkzaamheden mogen worden verricht tijdens arbeidsongeschiktheid voor de ambtelijke functie.

  • Indien de nevenwerkzaamheden betrekking hebben op het voeren van een eigen bedrijf, moet de medewerker zijn risico’s zodanig verzekeren, dat wordt voorkomen dat de Veiligheidsregio Midden- en West Brabant op enigerlei wijze schade zal lijden ten gevolge van de uitoefening van de nevenwerkzaamheden.

  • Contacten met opdrachtgevers en/of klanten dienen te worden gemeld, indien er sprake zou kunnen zijn van enige belangenverstrengeling.

  • De medewerker is verplicht in geval van nevenwerkzaamheden waarbij sprake is van een arbeidsverhouding (een betaalde baan) de regels van de Arbeidstijdenwet en daaruit voortvloeiende besluiten en voorschriften in acht te nemen.

  • Het is de medewerker niet toegestaan om voor nevenwerkzaamheden gebruik te maken van faciliteiten als materialen en middelen van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant.

  • Het is de medewerker niet toegestaan om gebruik te maken van (voor)kennis of gegevens waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar functie of zijn/haar werknemer schap bij de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant beschikt of kan beschikken.

  • De nevenwerkzaamheden worden geacht buiten de voor de medewerker geldende werktijden te worden verricht.

Artikel 5 Openbaarmaking

Lid 1

De nevenwerkzaamheden van medewerkers met de volgende functies worden openbaar gemaakt:

  • Algemeen directeur Veiligheidsregio

  • Regionaal Commandant

  • Plaatsvervangend Regionaal Commandant

De directeur Veiligheidsregio Midden– en West Brabant kan bij separaat besluit bepalen dat de nevenwerkzaamheden van andere ambtenaren die integriteitgevoelige functies vervullen eveneens openbaar te maken.

Lid 2

Openbaarmaking vindt plaats door het publiceren van een lijst op de internetpagina van de Veiligheidsregio Midden-en West Brabant. Op deze lijst worden de volgende gegevens weergegeven:

  • de hoofdfunctie van de betreffende medewerker;

  • de nevenwerkzaamheden en de organisatie waarbinnen deze verricht worden;

  • de datum van ingang van de nevenwerkzaamheden;

  • de eventueel aan het uitoefenen van de nevenwerkzaamheden gestelde beperkingen of voorwaarden.

Lid 3

De volgende gegevens worden in ieder geval niet openbaar gemaakt:

  • De persoonsnaam van de medewerker.

Artikel 6 Wijze van registreren

De afdeling personeel en organisatie (P&O) houdt een actueel overzicht bij van de nevenwerkzaamheden. Dit overzicht wordt alleen intern beschikbaar gesteld. In deze registratie wordt naast de gegevens zoals genoemd in artikel 5, lid 2 de persoonsnaam van de medewerker wel vermeld.

Artikel 7 Voortzetten van verboden nevenwerkzaamheden

Het voortzetten van verboden nevenwerkzaamheden wordt gezien als plichtsverzuim.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In die gevallen waarin (de toepassing van) deze regeling voor de medewerker onbedoeld tot een onbillijke of onredelijke situatie leidt, kan de werkgever van deze regeling afwijken.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling Nevenwerkzaamheden" en treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 februari 2016.

Bijlage 1  

 

Formulier in kennisstelling nevenwerkzaamheden