Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Regeling buitengewoon verlof

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Midden- en West-Brabant
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingRegeling buitengewoon verlof
CiteertitelRegeling Buitengewoon verlof Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-01-2021nieuwe regeling

18-11-2020

Blad gemeenschappelijke regeling 2021, 26

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling buitengewoon verlof

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Buitengewoon verlof bij bekleding politieke ambten

  • Artikel 2 Buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk

  • Artikel 3 Buitengewoon verlof voor begeleiden zieken/gehandicapten

  • Artikel 4 Lokale verlofdagen

  • Artikel 5 Inwerkingtreding

Artikel 1 Buitengewoon verlof bij bekleding politieke ambten

Lid 1

Het ingevolge non-activiteit te verlenen verlof bedraagt:

  • a.

    voor raadsleden van gemeenten:

    • tot 30.000 inwoners ten hoogste 30 uur per maand;

    • van 30.000 tot 100.000 inwoners ten hoogste 50 uur per maand;

    • boven 100.000 inwoners ten hoogste 100 uur per maand;

  • b.

    voor wethouders van gemeenten:

    • tot 5.000 inwoners ten hoogste 1 dag per week;

    • van 5.000 tot 10.000 inwoners ten hoogste 2 dagen per week;

    • van 10.000 tot 15.000 inwoners ten hoogste 3 dagen per week;

    • van 15.000 tot 20.000 inwoners ten hoogste 4 dagen per week;

    • meer dan 20.000 inwoners ten hoogste 5 dagen per week.

Lid 2

Bij vervulling van andere politieke functies zal van geval tot geval worden nagegaan in welke mate verlof zal worden verleend.

Lid 3

De inhouding bedoeld in artikel 6:4:4 RAVMWB tweede lid is gelijk aan het bedrag van de bezoldi¬ging over de tijd, dat verlof wordt genoten, maar gaat de in de politieke functie genoten vergoeding over de daarmee overeenkomende tijd niet te boven.

Artikel 2 Buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk

Lid 1

Ingevolge artikel 6:4:5 RAVMWB kan aan ambtenaren, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, buitengewoon verlof van korte duur met behoud van bezoldiging worden verleend voor:

  • a.

    het leiden of volgen van een cursus, gericht op vrijwilligers die zich met jeugd- en jongerenwerk bezighouden;

  • b.

    het leiden van een jeugdkamp of kindervakantie-activiteiten als hoofdleider (leider-coördinator);

  • c.

    het assisteren van de hoofdleider van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit op basis van één vrijwillig medewerkende op elke 15 deelnemers, en één vrijwillig medewerkende op elke 3 deelnemers wanneer het een kamp/vakantie-activiteit betreft voor lichamelijk of geestelijk gehandicapte jeugd.

Voor de onder sub c bedoelde gevallen kan alleen buitengewoon verlof worden verleend indien de aanwezigheid voor het welslagen van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit dringend gewenst is en geen andere persoon beschikbaar is.

Lid 2

Een cursus als bedoeld onder sub a moet uitgaan van een landelijke of een provinciale organisatie voor jeugd- en jongerenwerk of van een landelijke of provinciale jeugdafdeling van een sportorganisatie, dan wel door een van deze organisaties worden aanbevolen als belangrijk voor de vorming van de vrijwilliger. De cursus moet tenminste drie achtereenvolgende dagen duren.

Lid 3

Een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit bedoeld onder sub b of c moet uitgaan van een landelijk werkende jeugd- of sportorganisatie dan wel van een plaatselijk, regionaal of provinciaal werkende jeugd- of sportorganisatie, of worden georganiseerd door een instelling die geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de jeugd werkzaam is. Een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit met minder dan tien deelnemers valt niet onder deze regeling.

Lid 4

Onder een jeugdkamp wordt verstaan het kamperen (hetzij in tenten, hetzij in een ander daarvoor geschikt verblijf) van jongeren in groepsverband. De leiding van een jeugdkamp moet geheel of voornamelijk bestaan uit vrijwillig medewerkenden. Gezinskampen vallen niet onder deze regeling. Onder een jeugdkamp wordt mede verstaan een jeugdsportkamp voor zover de leiding geheel of voornamelijk berust bij vrijwillig medewerkenden. Uitgesloten zijn wedstrijdkampen, sporttoernooien en sportwervings- of selectiekampen. Kampen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland worden gehouden. Een kamp moet tenminste vier achtereenvolgende dagen duren.

Lid 5

Onder een kindervakantie-activiteit wordt verstaan een door een plaatselijk of regionaal werkende jeugdorganisatie of gemeentelijke instantie georganiseerde vakantie-activiteit voor jeugd en jongeren. Een kindervakantie-activiteit moet tenminste drie achtereenvolgende dagen duren.

Lid 6

Onder vrijwillig medewerkende wordt in dit artikel verstaan iemand die gedurende het hele jaar zonder vaste vergoeding (onkostenvergoeding uitgezonderd) in zijn of haar vrije tijd in enig organisatorisch verband (mede) leiding geeft aan een groep of aan groepen jongeren.

Lid 7

Het buitengewoon verlof bedraagt voor de onder sub a tot en met c bedoelde gevallen telkens ten hoogste vijf dagen, met dien verstande dat per kalenderjaar in totaal niet meer dan tien dagen kunnen worden toegekend.

Lid 8

Deze regeling is niet van toepassing op onderwijsgevenden.

Lid 9

Een aanvraag om buitengewoon verlof moet, tenminste twee maanden voordat het kamp/de activiteit een aanvang neemt, worden ingediend.

Indiening dient namens de ambtenaar te geschieden:

  • a.

    door het bestuur van:

    • de landelijke organisatie voor jeugd- en jongerenwerk die de cursus organiseert;

    • de landelijke instelling die kampen organiseert voor jeugd en jongeren;

    • de landelijke sportorganisatie (of de jeugdafdeling daarvan) als het kamp/de kinderactiviteit uitgaat van een van deze landelijke organisatie, of van een plaatselijke afdeling daarvan;

  • b.

    door een provinciaal, regionaal of plaatselijk werkende instelling voor jeugd- en jongerenwerk, als het betreft niet landelijk georganiseerde jeugd- en jongerenwerk of kindervakantie-activiteiten.

Artikel 3 Buitengewoon verlof voor begeleiden zieken/gehandicapten

Lid 1

Ingevolge artikel 6:4:5 RAVMWB kan aan ambtenaren - mits het belang van de dienst zich daartegen niet verzet en het gewone vakantieverlof van andere medewerkers niet in het gedrang komt - buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging worden toegekend voor activiteiten zoals het begeleiden van zieken bij bedevaarten, ziekentridia, Rode Kruis-excursies en andere dergelijke activiteiten, waarbij van betrokkene een grote inzet wordt vereist.

Lid 2

Extra verlof wordt verleend voor de duur van de activiteiten tot ten hoogste 5 dagen per kalenderjaar.

Artikel 4 Lokale verlofdagen

Aan het personeel van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant wordt 19,5 uur bovenwettelijk verlof toegekend op jaarbasis. Voor medewerkers die in deeltijd werken, wordt dit verlof naar rato toegekend’. (per 1-1-2020)

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Buitengewoon verlof Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant” en treedt in werking op 1 januari 2010.