Organisatie | Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling buitengewoon verlof |
Citeertitel | Regeling Buitengewoon verlof Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-01-2021 | nieuwe regeling | 18-11-2020 |
Artikel 1 Buitengewoon verlof bij bekleding politieke ambten
Het ingevolge non-activiteit te verlenen verlof bedraagt:
Bij vervulling van andere politieke functies zal van geval tot geval worden nagegaan in welke mate verlof zal worden verleend.
De inhouding bedoeld in artikel 6:4:4 RAVMWB tweede lid is gelijk aan het bedrag van de bezoldi¬ging over de tijd, dat verlof wordt genoten, maar gaat de in de politieke functie genoten vergoeding over de daarmee overeenkomende tijd niet te boven.
Artikel 2 Buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk
Ingevolge artikel 6:4:5 RAVMWB kan aan ambtenaren, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, buitengewoon verlof van korte duur met behoud van bezoldiging worden verleend voor:
Voor de onder sub c bedoelde gevallen kan alleen buitengewoon verlof worden verleend indien de aanwezigheid voor het welslagen van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit dringend gewenst is en geen andere persoon beschikbaar is.
Een cursus als bedoeld onder sub a moet uitgaan van een landelijke of een provinciale organisatie voor jeugd- en jongerenwerk of van een landelijke of provinciale jeugdafdeling van een sportorganisatie, dan wel door een van deze organisaties worden aanbevolen als belangrijk voor de vorming van de vrijwilliger. De cursus moet tenminste drie achtereenvolgende dagen duren.
Een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit bedoeld onder sub b of c moet uitgaan van een landelijk werkende jeugd- of sportorganisatie dan wel van een plaatselijk, regionaal of provinciaal werkende jeugd- of sportorganisatie, of worden georganiseerd door een instelling die geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de jeugd werkzaam is. Een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit met minder dan tien deelnemers valt niet onder deze regeling.
Onder een jeugdkamp wordt verstaan het kamperen (hetzij in tenten, hetzij in een ander daarvoor geschikt verblijf) van jongeren in groepsverband. De leiding van een jeugdkamp moet geheel of voornamelijk bestaan uit vrijwillig medewerkenden. Gezinskampen vallen niet onder deze regeling. Onder een jeugdkamp wordt mede verstaan een jeugdsportkamp voor zover de leiding geheel of voornamelijk berust bij vrijwillig medewerkenden. Uitgesloten zijn wedstrijdkampen, sporttoernooien en sportwervings- of selectiekampen. Kampen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland worden gehouden. Een kamp moet tenminste vier achtereenvolgende dagen duren.
Onder een kindervakantie-activiteit wordt verstaan een door een plaatselijk of regionaal werkende jeugdorganisatie of gemeentelijke instantie georganiseerde vakantie-activiteit voor jeugd en jongeren. Een kindervakantie-activiteit moet tenminste drie achtereenvolgende dagen duren.
Onder vrijwillig medewerkende wordt in dit artikel verstaan iemand die gedurende het hele jaar zonder vaste vergoeding (onkostenvergoeding uitgezonderd) in zijn of haar vrije tijd in enig organisatorisch verband (mede) leiding geeft aan een groep of aan groepen jongeren.
Het buitengewoon verlof bedraagt voor de onder sub a tot en met c bedoelde gevallen telkens ten hoogste vijf dagen, met dien verstande dat per kalenderjaar in totaal niet meer dan tien dagen kunnen worden toegekend.
Deze regeling is niet van toepassing op onderwijsgevenden.
Een aanvraag om buitengewoon verlof moet, tenminste twee maanden voordat het kamp/de activiteit een aanvang neemt, worden ingediend.
Artikel 3 Buitengewoon verlof voor begeleiden zieken/gehandicapten
Ingevolge artikel 6:4:5 RAVMWB kan aan ambtenaren - mits het belang van de dienst zich daartegen niet verzet en het gewone vakantieverlof van andere medewerkers niet in het gedrang komt - buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging worden toegekend voor activiteiten zoals het begeleiden van zieken bij bedevaarten, ziekentridia, Rode Kruis-excursies en andere dergelijke activiteiten, waarbij van betrokkene een grote inzet wordt vereist.
Extra verlof wordt verleend voor de duur van de activiteiten tot ten hoogste 5 dagen per kalenderjaar.