Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dronten

SUBSIDIEREGELING 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDronten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSUBSIDIEREGELING 2022
CiteertitelSubsidieregeling 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-11-2021Nieuwe regeling

23-11-2021

gmb-2021-427467

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEREGELING 2022

Het college van de gemeente Dronten,

Gelet op artikel 156, derde lid Gemeentewet;

Gelet op artikel 3, eerste lid Algemene subsidieverordening 2017;

Overwegende dat het de bevoegdheid heeft om nadere regels te stellen over de verlening, vaststelling, wijziging, intrekking, betaling, verrekening en terugvordering van subsidies;

 

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling 2022

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling verstaat onder:

    • a.

      activiteitensubsidie: subsidie voor een activiteit van een subsidieontvanger, die daarmee een prestatie, product of dienst levert;

    • b.

      algemene reserve: afgezonderde vermogensbestanddelen met een algemeen karakter, vrij aanwendbaar en met het doel eventuele bedrijfsrisico’s en onvoorziene kosten op te vangen;

    • c.

      amateurkunst: activiteit op het gebied van muziek, dans, toneel, schilderkunst, beeldhouwkunst, audiovisuele kunst en literatuur, die niet professioneel, maar uit liefhebberij wordt uitgevoerd;

    • d.

      basissubsidie: een subsidie voor vrijwilligersorganisaties in de vorm van een tegemoetkoming in de bestuurlijke kosten;

    • e.

      begrotingsjaar: een kalenderjaar (kalenderjaar = subsidiejaar);

    • f.

      bestemmingsreserve: afgezonderde vermogensbestanddelen waar vooraf een specifieke bestemming aan is gegeven;

    • g.

      voorziening: tot het vreemd vermogen behorende vermogensbestanddelen die gevormd zijn met het oog op toekomstige verplichtingen, waarvan de omvang onzeker is, maar waarvan redelijkerwijs de hoogte kan worden geraamd;

    • h.

      vrijwilliger: een persoon die in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald werk verricht voor andere mensen of voor de samenleving;

    • i.

      vrijwilligersorganisatie: een organisatie waar de werkzaamheden in belangrijke mate worden uitgevoerd door vrijwilligers en de bestuursleden het bestuurswerk onbezoldigd verrichten;

    • j.

      SROI: Social Return On Investment (SROI) is het bieden van arbeidsplaatsen, werkervaringsplaatsen of opleidingsplaatsen aan personen met een uitkering van de gemeente Dronten;

    • k.

      subsidiabele kosten: de kosten van een activiteit die in aanmerking kunnen komen voor het verlenen van subsidie.

  • 2.

    De begripsomschrijvingen in artikel 1 van de Algemene subsidieverordening 2017 zijn van toepassing op de begrippen die in deze subsidieregeling worden gebruikt.

Artikel 2. Looptijd

  • 1.

    De Subsidieregeling 2021 wordt ingetrokken, maar blijft van toepassing op subsidies die voor het begrotingsjaar 2021 zijn verleend.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en is van toepassing op subsidies die voor het begrotingsjaar 2022 worden verleend.

Artikel 3. Aanvraagformulier

Voor het aanvragen van een subsidie en het verstrekken van gegevens moet een aanvrager gebruik maken van het door het college vastgestelde schriftelijk of elektronisch aanvraagformulier dat op de gevraagde subsidie van toepassing is.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1.

    Het college kan, met inachtneming van de door de raad gestelde financiële kaders, subsidieplafonds vaststellen voor activiteiten binnen bepaalde categorieën subsidies en binnen bepaalde beleidsterreinen of werkvelden.

  • 2.

    De subsidieplafonds per categorie subsidie, beleidsterrein of werkveld en de verdeling van de beschikbare middelen zijn opgenomen in artikel 6 en artikel 7 van deze subsidieregeling.

  • 3.

    Als bij het vaststellen van een subsidieplafond geen verdeling is bepaald, dan wordt de beschikbare subsidie verdeeld in de volgorde van de ontvangst van de aanvragen.

Artikel 5. Categorieën subsidies

  • 1.

    Het college hanteert als onderverdeling in subsidies:

    • a.

      basissubsidie;

    • b.

      activiteitensubsidie;

  • 2.

    De per subsidie van toepassing zijnde aanvullende inhoudelijke regels zijn opgenomen in de bijlage bij deze subsidieregeling. De bijlage maakt deel uit van deze subsidieregeling.

Artikel 6. Basissubsidie

  • 1.

    Een basissubsidie kan alleen worden aangevraagd door vrijwilligersorganisaties die gedurende het gehele of het grootste deel van het begrotingsjaar activiteiten organiseren die zich afspelen op de volgende terreinen of werkvelden:

    • a.

      amateurkunst;

    • b.

      zorg;

    • c.

      maatschappelijke ondersteuning;

    • d.

      participatie;

    • e.

      sport en denksport.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt een basissubsidie niet verleend aan een vereniging van eigenaren.

  • 3.

    Basissubsidie wordt verleend aan vrijwilligersorganisaties die een vereniging zijn, statutair gevestigd in de gemeente Dronten, met minimaal 15 contributie betalende actieve leden die woonachtig zijn in de gemeente Dronten.

  • 4.

    Basissubsidie wordt tevens verleend aan vrijwilligersorganisaties die een stichting zijn, statutair gevestigd in de gemeente Dronten, met minimaal 15 in de gemeente Dronten woonachtige personen die deelnemen aan de activiteiten van de organisatie.

  • 5.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de in het derde lid en het vierde lid genoemde minimale aantallen personen.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in het derde en het vierde lid kan het college een basissubsidie toekennen aan afdelingen van landelijke stichtingen of verenigingen, waarbij de afdeling geen volledige rechtsbevoegdheid heeft, maar de landelijke organisatie wel.

  • 7.

    In afwijking van het bepaalde in het derde en het vierde lid kan het college een basissubsidie toekennen aan rechtspersonen die niet statutair gevestigd zijn in Dronten, als deze rechtspersoon wel fysiek gevestigd is in Dronten en activiteiten organiseert die zich hoofdzakelijk in Dronten afspelen.

  • 8.

    In het geval van een omni-vereniging, waarbij meerdere zelfstandig georganiseerde verenigingsonderdelen binnen de vereniging zijn ondergebracht, kan deze vereniging in aanmerking komen voor een basissubsidie voor elk van de zelfstandige onderdelen wanneer:

    • a.

      het onderdeel volgens de subsidieregeling in aanmerking zou komen voor een basissubsidie wanneer het een zelfstandige rechtspersoon zou zijn;

    • b.

      het onderdeel, indien daartoe de mogelijkheid bestaat, is aangesloten bij een regionale of landelijke koepelorganisatie.

  • 9.

    Per vrijwilligersorganisatie wordt maximaal één basissubsidie per begrotingsjaar verleend.

  • 10.

    In het begrotingsjaar 2022 is het subsidieplafond voor basissubsidies 28.000 euro, waarbij er per aanvrager maximaal 400 euro beschikbaar is.

  • 11.

    Een aanvraag tot verlening van een basissubsidie moet zijn ingediend voor 1 december 2021.

  • 12.

    De aanvragen ingediend voor 1 december 2021 worden gelijkgesteld. Wanneer het subsidieplafond als genoemd in het tiende lid wordt overschreden, dan wordt voor alle aanvragers naar rato het bedrag van de basissubsidie verlaagd.

  • 13.

    Voor aanvragen ingediend na 1 december 2021 wordt de rest van het beschikbare bedrag van het subsidieplafond in de volgorde van ontvangst van de aanvragen verdeeld. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  • 14.

    Een basissubsidie wordt direct bij verlening vastgesteld, waarbij de subsidieontvanger geen rekening en verantwoording hoeft in te dienen.

Artikel 7. Activiteitensubsidie

  • 1.

    In het begrotingsjaar 2022 zijn er de volgende subsidieplafonds voor activiteitensubsidies:

    • a.

      Subsidieplafond dorpsbelangen (inclusief STADronten) van 31.020 euro, waarbij per aanvrager maximaal 10.340 euro subsidie wordt verleend;

    • b.

      Subsidieplafond sportactiviteiten van 10.000 euro, waarbij per aanvrager maximaal 1.000 euro beschikbaar is;

    • c.

      Subsidieplafond promotie Dronten van 15.000 euro, waarbij per aanvrager maximaal 5.000 euro beschikbaar is;

    • d.

      Subsidieplafond Stichting Onze Dorpskwis van 2.500 euro;

    • e.

      Subsidieplafond kunst en cultuur van 12.000 euro, waarbij maximaal 1.500 euro beschikbaar is voor Stichting Geschiedschrijving in de gemeente Dronten voor een activiteit op de Open Monumentendagen en waarbij voor de rest van het budget per aanvrager maximaal 1.500 euro beschikbaar is voor activiteiten kunst en cultuur die voor publiek toegankelijk zijn;

    • f.

      Subsidieplafond 4 mei herdenking van 10.400 euro (Stichting 4 mei herdenking);

    • g.

      Subsidieplafond jeugd activiteiten van 15.000 euro, waarbij er per aanvrager maximaal 1.500 euro beschikbaar is;

    • h.

      Subsidieplafond programma “Cashflow” van 16.000 euro voor de uitvoering van het programma “Cashflow” op alle scholen voor voortgezet onderwijs in de gemeente Dronten;

    • i.

      Subsidieplafond volwasseneneducatie (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) van maximaal 69.000 euro, waarbij de hoogte van het subsidieplafond afhankelijk is van wat centrumgemeente Almere beschikbaar stelt en waarbij 20.000 euro beschikbaar is voor gecertificeerde taalaanbieders en 49.000 euro beschikbaar is voor Huis voor Taal Dronten;

    • j.

      Subsidieplafond “Het beste idee van Dronten” waarbij maximaal 65.000 euro beschikbaar is voor een of meer subsidietenders;

    • k.

      Subsidieplafond inloopvoorziening GGZ (Kwintes) van 93.441 euro;

    • l.

      Subsidieplafond lotgenotencontact en informatie en entertainment (De Meerpaal) van 10.000 euro;

    • m.

      Subsidieplafond cliëntenparticipatie (ASD) van 18.500 euro;

    • n.

      Subsidieplafond activiteiten Humanitas van 30.000 euro;

    • o.

      Subsidieplafond maatschappelijke begeleiding statushouders (Stichting Vluchtelingenwerk West en midden Nederland) van 15.000 euro;

    • p.

      Subsidieplafond jeugdgezondheidszorg (Icare) van 664.759 euro voor het basistakenpakket en het maatwerk;

    • q.

      Subsidieplafond logeerbed / “time out” voorziening (Kwintes) van 60.000 euro;

    • r.

      Subsidieplafond welzijnsaanbod GGZ van 70.000 euro;

    • s.

      Subsidieplafond draagkracht in de wijk, training ervaringsdeskundigen GGZ van 25.000 euro;

    • t.

      Subsidieplafond Woonstart (Vitree / Triade) van 200.000 euro;

    • u.

      Subsidieplafond participatie en zelfredzaamheid van 464.118 euro, onderverdeeld in:

      • Een maximum van 95.000 euro voor ondersteuning van mantelzorgers (Stichting Mantelkring);

      • Een maximum van 85.000 euro voor een project Vraag Elkaar (Vraag Elkaar);

      • Een maximum van 25.000 euro voor activiteiten van de voedselbank (Voedselbank Dronten);

      • Een maximum van 1.500 euro voor de activiteit Dag van de Ouderen;

      • Een maximum van 13.000 euro voor advisering en ondersteuning van gehandicapten en chronisch zieken (Stichting Onder Dak);

      • Een maximum van 7.000 euro voor slachtofferhulp (Stichting Slachtofferhulp);

      • Een maximum van 74.118 euro voor de Coalitie ZamenEen/MeerSamen;

      • Een maximum van 15.000 euro voor activiteiten in de week van de eenzaamheid;

      • Een maximum van 78.000 euro voor preventieve verslavingszorg (Tactus);

      • Een maximum van 15.000 euro voor outreachend maatschappelijk werk (MDF);

      • Een maximum van 45.000 euro voor budgetbeheer op maat (MDF);

      • Een maximum van 10.500 euro voor het project Lang zult u wonen (LZUW);

    • v.

      Voor de overige activiteitensubsidies bestaat het subsidieplafond uit het bedrag dat per ontvanger van een activiteitensubsidie in de begroting van de gemeente is opgenomen.

  • 2.

    Tenzij in de bijlage bij deze subsidieregeling anders is bepaald, worden de aanvragen voor een activiteitensubsidie ingediend voor 1 november 2021 gelijkgesteld. Wanneer een subsidieplafond als genoemd in het eerste lid wordt overschreden, dan wordt voor alle aanvragers binnen het subsidieplafond naar rato het bedrag van de activiteitensubsidie verlaagd.

  • 3.

    Voor aanvragen ingediend na 1 november 2021 wordt de rest van het beschikbare bedrag van het subsidieplafond in de volgorde van ontvangst van de aanvragen verdeeld. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  • 4.

    Tenzij het college bij de subsidieverlening anders bepaalt, wordt een activiteitensubsidie van 5.000 euro of lager direct bij verlening vastgesteld, waarbij de subsidieontvanger geen rekening en verantwoording hoeft in te dienen. Hierbij kan het college, wanneer een subsidieontvanger voor een subsidiejaar meerdere subsidies ontvangt, de bedragen van de subsidies bij elkaar optellen en toch rekening en verantwoording vragen als het totaal van de verleende subsidies hoger is dan 5.000 euro.

  • 5.

    Met ontvangers van een activiteitensubsidie van 100.000 euro of meer worden afspraken gemaakt over SROI.

Artikel 8. Subsidiabel kosten

  • 1.

    De volgende kosten zijn subsidiabel:

    • a.

      personeelskosten;

    • b.

      huisvestingskosten;

    • c.

      organisatiekosten;

    • d.

      materiaalkosten;

    • e.

      activiteitenkosten;

    • f.

      afschrijvingskosten;

    • g.

      gemeentelijke belastingen en heffingen;

    • h.

      accountantskosten.

  • 2.

    De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

    • a.

      kosten van acties en dergelijke ter verwerving van inkomsten, inclusief ledenwerfacties;

    • b.

      verzoeken om sponsorbijdragen;

    • c.

      kosten van consumpties, traktaties, rookwaren, geschenken en attenties voor zover deze geen directe relatie hebben met de subsidieontvanger en de activiteiten van de subsidieontvanger;

    • d.

      kosten verbonden aan festiviteiten ter gelegenheid van jubilea en dergelijke;

    • e.

      kosten die ouders maken om kinderen aan activiteiten te laten deelnemen;

    • f.

      materiële en financiële ondersteuning van derden;

    • g.

      kosten van barexploitatie;

    • h.

      kosten van levering van goederen en diensten aan derden, tenzij het college hiervoor vooraf schriftelijk toestemming heeft verleend;

    • i.

      BTW die door de subsidieontvanger kan worden teruggevorderd of op een andere wijze kan worden gecompenseerd;

    • j.

      onvoorziene kosten;

    • k.

      kosten van het voorbereiden en indienen van een aanvraag;

    • l.

      salariskosten die strijdig zijn met een doelmatige besteding van subsidie, zoals salariskosten boven de norm als bedoeld in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector of een vergelijkbare normering van topinkomens, tenzij de subsidie niet wordt besteed aan de bezoldiging, de subsidie eenmalig is, de subsidie minder dan 10% bedraagt van de omzet van de aanvrager, of het algemeen belang van de gesubsidieerde activiteit zwaarder weegt dan de hoogte van de bezoldiging.

  • 3.

    Het college kan op de subsidiabele kosten als bedoeld in het eerste lid de volgende baten in mindering brengen:

    • a.

      eigen bijdragen van leden of deelnemers;

    • b.

      opbrengsten uit financiële tegoeden of beleggingen;

    • c.

      ontvangsten van derden voor verrichte diensten;

    • d.

      uitkeringen van verzekeringen;

    • e.

      andere inkomsten waaronder sponsoring of donaties.

Artikel 9. Afschrijvingen

  • 1.

    Investeringen met een individuele aanschafwaarde van 1.000 euro of meer moeten worden geactiveerd en over meerdere jaren afgeschreven.

  • 2.

    Investeringen van minder dan 1.000 euro kunnen rechtstreeks ten laste van het resultaat van het jaar van aanschaf worden gebracht.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen afzien van de verplichting als genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    De vaste activa worden gewaardeerd op de aanschafwaarde.

  • 5.

    Afgeschreven wordt er over de aanschafwaarde van goederen, verminderd met de nog te verwachten restwaarde.

  • 6.

    Activa worden lineair afgeschreven in de volgende termijnen:

    • a.

      stenen gebouwen 40 jaar;

    • b.

      andere gebouwen 25 jaar;

    • c.

      verbouwing (uitbreiding) of renovatie 25 jaar;

    • d.

      installaties (lift, verwarming) 15 jaar;

    • e.

      overige technische installaties 10 jaar;

    • f.

      sportterreinen, met uitzondering van kunstgrasvelden 15 jaar;

    • g.

      kunstgrasvelden: toplaag 15 jaar, onderlaag 30 jaar;

    • h.

      waterveld: toplaag 10 jaar;

    • i.

      speelterreinen en speeltoestellen 10 jaar;

    • j.

      kantoorinrichting (inventaris) 10 jaar;

    • k.

      telefooncentrale 8 jaar;

    • l.

      vervoermiddelen 8 jaar;

    • m.

      computers en printers 3 jaar;

    • n.

      servers, actieve netwerkcomponenten en programmatuur 5 jaar.

  • 7.

    Subsidieontvangers kunnen alleen na schriftelijke toestemming van het college afwijken van het bepaalde in het eerste tot en met het zesde lid.

Artikel 10. Zorgvuldig beheer en verzekeringsplicht

  • 1.

    De subsidieontvanger beheert de tot haar beschikking staande middelen zorgvuldig en treft maatregelen ter voorkoming van vermogensschade.

  • 2.

    De subsidieontvanger is verplicht haar roerende zaken te verzekeren en verzekerd te houden op basis van dagwaarde.

  • 3.

    De subsidieontvanger is verplicht haar onroerende zaken te verzekeren en verzekerd te houden op basis van herbouw- of vervangingswaarde.

  • 4.

    De subsidieontvanger is verplicht het bij haar in dienst zijnde personeel en de voor haar werkzame vrijwilligers, voor zover deze vrijwilligers niet al verzekerd zijn via de vrijwilligersverzekering van de gemeente, gedurende de tijd dat deze voor haar werkzaam zijn, te verzekeren tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid.

Artikel 11. Informatieplicht

  • 1.

    De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      Besluiten of procedures die zijn gericht op beëindiging van de activiteiten van de subsidieontvanger, dan wel op ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      aanmerkelijke verschillen, waarmee in ieder geval afwijkingen van 20% of meer worden bedoeld, tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten, en de begrote uitgaven en inkomsten, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen;

    • c.

      wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • d.

      andere inkomsten die kunnen worden aangewend voor de financiering van een activiteit;

    • e.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat gemaakte afspraken voortvloeiende uit een tussen gemeente en subsidieontvanger gesloten uitvoeringsovereenkomst niet kunnen worden verwezenlijkt;

    • f.

      overige wijzigingen die gevolgen kunnen hebben voor de subsidieverlening en de hoogte van de subsidie.

  • 2.

    Wijzigingen in de statuten, de stichtingsakte, het reglement en in de samenstelling van het bestuur van de subsidieontvanger worden op zijn laatst aan het college gemeld bij de eerstvolgende verantwoording.

Artikel 12. Algemene reserve

  • 1.

    Een ontvanger van subsidie kan, indien het college dat toestaat, eventuele exploitatieoverschotten in enig jaar toevoegen aan een algemene reserve, waarbij de hoogte van de algemene reserve wordt afgestemd op de omzet en het risico, met als maximum 10% van de omzet.

  • 2.

    Wanneer een reserve als bedoeld in het eerste lid is gevormd, dan kan de subsidieontvanger deze reserve alleen met toestemming van het college bestemmen voor bepaalde uitgaven.

  • 3.

    De uitgaven bedoeld in het tweede lid moeten passen binnen het doel van de verleende subsidie.

  • 4.

    Wanneer de ontvanger van subsidie een algemene reserve heeft gevormd, dan wordt in de aanvraag tot subsidieverlening de omvang daarvan gemeld.

  • 5.

    Wanneer de algemene reserve hoger is dan het bepaalde in het eerste lid, dan kan het college het meerdere in mindering brengen op de subsidie voor de huidige of voor de komende periode.

  • 6.

    Het college kan afwijken van het percentage genoemd in het eerste lid wanneer daar, naar het oordeel van het college, voldoende aanleiding voor is.

Artikel 13. Bestemmingsreserve en bestemmingsfonds

  • 1.

    Een ontvanger van subsidie kan, indien het college dat toestaat, een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds vormen.

  • 2.

    Wanneer een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds is gevormd, dan kan de subsidieontvanger deze reserve alleen met toestemming van het college bestemmen voor bepaalde uitgaven.

  • 3.

    Een verzoek tot het vormen van een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      het doel van de bestemmingsreserve of bestemmingsfonds;

    • b.

      de omvang van de bestemmingsreserve of het bestemmingsfonds en de hieraan periodiek toe te voegen bedragen;

    • c.

      een meerjarig investeringsplan of onderhoudsplan.

  • 4.

    De hoogte van de bestemmingsreserve of het bestemmingsfonds moet in redelijke relatie staan tot het doel van de reserve of het fonds.

  • 5.

    Wanneer de ontvanger van subsidie toestemming heeft gekregen voor het vormen van een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds, dan mag alleen na toestemming van het college worden afgeweken van vastgelegde periodieke toevoeging van bedragen.

  • 6.

    Wanneer de ontvanger van subsidie een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds heeft gevormd, dan wordt in de aanvraag tot subsidieverlening en in de jaarrekening de omvang daarvan gemeld.

  • 7.

    Het college kan aanvullende gegevens verlangen als die nodig zijn om een oordeel te vormen over de vorming van een bestemmingsreserve of bestemmingsfonds.

Artikel 14. Voorziening

  • 1.

    Een ontvanger van subsidie kan, indien het college dat toestaat, een voorziening vormen.

  • 2.

    Wanneer een voorziening als bedoeld in het eerste lid is gevormd, dan kan de subsidieontvanger deze voorziening alleen met toestemming van het college bestemmen voor bepaalde uitgaven.

  • 3.

    Een verzoek tot het vormen van een voorziening dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      het doel van de voorziening;

    • b.

      de omvang van de voorziening en de hieraan periodiek toe te voegen bedragen;

    • c.

      een meerjarig overzicht van risico’s, verplichtingen en te verwachten kosten.

  • 4.

    De hoogte van de voorziening moet in redelijke relatie staan tot het doel van de voorziening.

  • 5.

    Wanneer de ontvanger van subsidie toestemming heeft gekregen voor het vormen van een voorziening, dan mag alleen na toestemming van het college worden afgeweken van vastgelegde periodieke toevoeging van bedragen.

  • 6.

    Wanneer de ontvanger van subsidie een voorziening heeft gevormd, dan wordt in de aanvraag tot subsidieverlening en in de jaarrekening de omvang daarvan gemeld.

  • 7.

    Het college kan aanvullende gegevens verlangen als die nodig zijn om een oordeel te vormen over de vorming van een voorziening.

Artikel 15. Voorwaarden reserves en voorzieningen

  • 1.

    Tenzij het college anders bepaalt is het vormen en voeden van een algemene reserve, een bestemmingsreserve of een voorziening met gebruikmaking van gemeentelijke subsidie uitsluitend toegestaan wanneer de subsidieontvanger een jaar met positief rekeningresultaat afsluit.

  • 2.

    Tenzij het college anders bepaalt is het een subsidieontvanger niet toegestaan om een negatief rekeningresultaat ten laste te brengen van een bestemmingsreserve, een bestemmingsfonds of een voorziening.

  • 3.

    Het positief resultaat als bedoeld in het eerste lid mag niet veroorzaakt zijn door het niet of niet in zijn geheel uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 16. Vergoeding vermogensvorming

  • 1.

    Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding als bedoeld in artikel 19, eerste lid Algemene subsidieverordening 2017, wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.

  • 2.

    Wanneer het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijk deskundige.

  • 3.

    Wanneer de subsidieontvanger wordt ontbonden vervalt het batig saldo van de liquidatierekening aan de gemeente, tot maximaal het bedrag dat is opgebouwd met de subsidie van de gemeente, en zal het college daar een bestemming aan geven in overeenstemming met het doel van de subsidie.

  • 4.

    Wanneer de activiteiten van de subsidieontvanger met toestemming van het college door een andere rechtspersoon worden voortgezet en de activa en passiva tegen boekwaarde aan de andere rechtspersoon in eigendom worden overgedragen, dan is de subsidieontvanger, in afwijking van het bepaalde in het derde lid, geen vergoeding aan het college verschuldigd.

Artikel 17. Indexering van subsidies

  • 1.

    Activiteitensubsidies kunnen jaarlijks door het college worden geïndexeerd. Indexering wordt alleen toegepast bij activiteitensubsidies die drie jaar of meer achtereen worden verstrekt voor nagenoeg dezelfde activiteit.

  • 2.

    Wanneer een activiteitensubsidie bestaat uit het doorsluizen van middelen van een derde partij, dan wordt het eerste lid niet toegepast, maar geldt de werkwijze van de derde partij.

  • 3.

    Indexering kan betrekking hebben op het deel van de subsidie dat bedoeld is voor loonkosten. Dit deel van de subsidie wordt maximaal geïndexeerd met de cao gerelateerde loonstijging van de bedrijfstak van de subsidieontvanger in het jaar voorafgaande aan het jaar van de subsidieverlening.

  • 4.

    Indexering kan betrekking hebben op het deel van de subsidie dat bedoeld is voor de kosten van goederen en diensten. Dit deel van de subsidie wordt maximaal geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer afgeleid (CPI afgeleid) in het jaar voorafgaande aan het jaar van de subsidieverlening.

  • 5.

    Het college kan verlangen dat de aanvrager van de subsidie de loon- en prijsstijgingen aantoont.

Artikel 18. Hardheidsclausule en citeertitel

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen, gelet op het belang van een aanvrager, artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, naar het oordeel van het college, leidt tot onbillijke of onevenredige gevolgen.

  • 2.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als ‘Subsidieregeling 2022’.

 

Dronten, 23 november 2021

Het college van Dronten,

 

drs. T. van Lenthe

secretaris

drs. J.P. Gebben

burgemeester

 

 

Bijlage: aanvullende bepalingen voor activiteitensubsidies

Subsidietender “Het beste idee van Dronten 2021”

 

1. Doel

Vrijwilligersinitiatieven éénmalig ondersteunen om een nieuw initiatief op te zetten voor het voorkomen en tegengaan van armoede, schulden of eenzaamheid bij inwoners van Dronten met een laag inkomen.

 

2. Doelgroep

Organisaties en/of particulieren, die activiteiten organiseren zonder winstoogmerk voor inwoners van de gemeente Dronten en die hoofdzakelijk met vrijwilligers werken.

 

3. Werkwijze

  • a.

    Subsidie wordt verstrekt via een subsidietender waarbij de selectie van subsidieontvangers plaatsvindt op basis van vooraf bekend gemaakte beoordelingscriteria en de weging daarvan.

  • b.

    Een aanvraag wordt ingediend via het daarvoor vastgestelde formulier.

  • c.

    Een medewerker van team Samenleving zorgt voor een marginale toets en scheidt de aanvragen die in behandeling worden genomen van de aanvragen die niet voldoen aan de hieronder genoemde criteria (zie onder 4). Aanvragen die niet voldoen aan de criteria onder 4 worden afgewezen.

  • d.

    De initiatiefnemers van de in behandeling genomen aanvragen worden uitgenodigd om een presentatie te geven voor een selectiecommissie om hun initiatief toe te lichten.

  • e.

    De selectiecommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de criteria die hieronder zijn opgenomen onder 4.

  • f.

    Alle aanvragen worden na sluiting van de aanvraagperiode tegelijk beoordeeld door de selectiecommissie.

  • g.

    De aanvragen met de beste beoordeling krijgen subsidie totdat het beschikbare bedrag (subsidieplafond) is besteed, met inachtneming van het bepaalde onder 4, sub c.

  • h.

    Indien aanvragen bij de beoordeling gelijk scoren en het budget ontoereikend is, wordt de rangorde bepaald via loting.

  • i.

    De gehonoreerde aanvragen krijgen een beschikking waarin de verleende subsidie en de bijbehorende voorwaarden staan.

  • j.

    De subsidie wordt bij verlening meteen vastgesteld, waardoor het indienen van een verantwoording niet nodig is. Wel wordt de subsidieontvanger verplicht een korte inhoudelijke evaluatie van het project in te dienen.

  • k.

    In 2022 wordt de tender eenmaal georganiseerd.

  • l.

    In 2022 is het maximaal beschikbare budget € 65.000,- (subsidieplafond).

 

4. Criteria

  • a.

    Organisaties en particulieren kunnen in aanmerking komen voor een activiteitensubsidie, waarbij met de activiteit geen winst mag zijn beoogd.

  • b.

    De activiteit wordt georganiseerd voor inwoners van de gemeente Dronten met een laag inkomen die te maken hebben of krijgen met armoede, schulden of eenzaamheid.

  • c.

    De activiteitensubsidie is maximaal € 5.000,- per aanvrager per jaar. Wanneer er te weinig aanvragen worden ingediend of te weinig aanvragen kunnen worden gehonoreerd, met als gevolg dat het subsidieplafond niet wordt bereikt, dan kan het maximaal beschikbare budget per aanvrager worden verhoogd.

  • d.

    De activiteiten moeten gericht zijn op het tegengaan of voorkomen van armoede, schulden, of eenzaamheid.

  • e.

    Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier waarin een omschrijving van de activiteit en de daarmee beoogde doelstelling staan vermeld, aangevuld met de begrote inkomsten en uitgaven van de activiteit.

  • f.

    Maatschappelijke organisaties en particulieren kunnen maximaal eenmaal per jaar meedoen aan de subsidietender.

  • g.

    Voor een activiteit kan maximaal eenmaal subsidie worden verleend.

  • h.

    De initiatieven worden, op basis van een presentatie, beoordeeld op de volgende criteria:

    • Bevorderen van de sociale cohesie;

    • Bevorderen van eigen kracht;

    • Evenwichtige verdeling van initiatieven over de wijken in de gemeente Dronten;

    • Duurzaam initiatief (hoe wordt voorzien in het voortbestaan van het initiatief);

    • Hoe draag het initiatief bij aan het verminderen van armoede, schulden of eenzaamheid bij inwoners van Dronten met een laag inkomen;

    • Hoe worden de inwoners van Dronten die een laag inkomen hebben en die te maken hebben of krijgen met armoede, schulden of eenzaamheid benaderd en bereikt;

    • Samenwerking met andere partijen;

    • Kwaliteit van presentatie/bevlogenheid/enthousiasme;

    • Kwaliteit van begroting;

    • Onderdelen in het plan gericht op kinderen of het voorkomen van schulden leveren extra punten op.

  • i.

    De activiteit gaat uiterlijk 6 maanden na toekenning van de subsidie van start.

  • j.

    Bij onduidelijkheid over de toepassing van de criteria beslist het college.