Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sittard-Geleen

Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSittard-Geleen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009
CiteertitelAlgemene subsidieverordening gemeente sittard-Geleen 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpsubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art 149 Gemeentewet
  2. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-02-200918-08-2015nieuwe regeling

12-02-2009

trompetter, 25-02-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009

 

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • a.

    Beleidsregel:

    Een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;

  • b.

    Rechtspersoon:

    Een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die zich zonder winstoogmerk, de behartiging van de belangen van ideële of materiële aard van (een deel van) de bevolking van Sittard-Geleen ten doel stelt;

  • c.

    Reserve(s):

    Het eigen vermogen van de aanvrager, niet zijnde een voorziening als bedoeld in dit artikel onder m;

  • d.

    Subsidie:

    De aanspraak op financiële middelen, door de gemeente verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten;

  • e.

    Subsidiebeschikking:

    Het besluit waarmee een subsidie wordt verleend, gewijzigd, ingetrokken, geweigerd of vastgesteld;

  • f.

    Subsidiejaar:

    Het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, lopende van 1 januari tot en met 31 december.

  • g.

    Subsidieplafond:

    Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor subsidieverstrekking;

  • h.

    Subsidieontvanger:

    Een rechtspersoon, een natuurlijke persoon of een groep van natuurlijke personen, waaraan het bestuursorgaan subsidie verstrekt.

  • i.

    Subsidievaststelling:

    Het definitief beslissen dat de aanvrager subsidie ontvangt ter hoogte van een bepaald bedrag nadat de subsidie is verleend;

  • j.

    Subsidieverlening:

    Het verlenen van aanspraak op financiële middelen, gaat vooraf aan het besluit tot subsidievaststelling;

  • k.

    Subsidieverstrekking:

    De verzamelterm voor het toekennen van subsidie in de vorm van subsidieverlening of van subsidievaststelling;

  • l.

    Uitvoeringsregelingen:

    Nadere regels die zijn gesteld ter uitvoering van deze verordening in de vorm van uitvoeringsvoorschriften of beleidsregels;

  • m.

    Voorziening;

Een voorziening als bedoeld in artikel 374, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, als zodanig door het college aangemerkt.

Artikel 2 Reikwijdte Algemene subsidieverordening

Deze verordening is van toepassing op alle subsidieverlening en –vaststelling door de gemeente Sittard-Geleen, tenzij de gemeenteraad anders bepaalt.

Artikel 3 Bevoegdheid

  • 1.

    Het college van Burgemeester en Wethouders (hierna te noemen ‘het college’) is het bevoegde orgaan voor de toepassing van deze verordening en van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen ‘Awb’), tenzij de raad deze bevoegdheid nadrukkelijk aan zich heeft voorbehouden;

  • 2.

    Het college is bevoegd om nadere regels te stellen ten aanzien van de activiteiten (activiteiten als bedoeld in artikel 4 lid 1) in uitvoeringsregelingen (uitvoeringsvoorschriften en/of beleidsregels) en via deze regels op onderdelen af te wijken van het bepaalde in deze verordening;

  • 3.

    Het college maakt van haar bevoegdheden gebruik met inachtneming van de door de raad vastgestelde beleidskaders en financiële kaders;

  • 4.

    Het college is bevoegd om bij besluit af te wijken van de bepaling dat een subsidiejaar gelijk is aan een kalenderjaar;

  • 5.

    Het college rapporteert in de rapportages in het kader van planning en control aan de raad over de eventuele afwijkingen die als gevolg van de uitvoeringsregelingen zijn voorgekomen.

Artikel 4 Grondslag subsidieverstrekking

  • 1.

    Het college verstrekt slechts subsidie voor activiteiten die naar de mening van het college invulling geven aan het gemeentelijk beleid en aansluiten bij maatschappelijke behoeften, binnen de door de raad vastgestelde kaders in de gemeentelijke beleidsnota’s en/of programmabegroting;

  • 2.

    In het algemeen worden slechts activiteiten gesubsidieerd die georganiseerd worden door in de gemeente Sittard-Geleen gevestigde rechtspersonen en natuurlijke personen. In bijzondere gevallen kan aan rechtspersonen en natuurlijke personen van buiten de gemeente subsidie worden verstrekt, indien zij naar het oordeel van het college aantoonbaar activiteiten organiseren ten behoeve van de inwoners van de gemeente Sittard-Geleen.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college kan voor subsidies op nader te bepalen beleidsterreinen of onderdelen van beleidsterreinen binnen de in de gemeentelijke begroting vastgestelde programma’s jaarlijks een subsidieplafond vaststellen;

  • 2.

    Het college stelt, voor de bekendmaking van het in het vorige lid bedoelde besluit, vast volgens welke criteria het beschikbare bedrag wordt verdeeld;

Artikel 6 Subsidieontvanger

  • 1.

    Subsidies worden verstrekt aan rechtspersonen of natuurlijke personen;

  • 2.

    Het verstrekken van subsidie aan natuurlijke personen geschiedt slechts indien een uitvoeringsregeling hiertoe de mogelijkheid biedt;

Hoofdstuk 2 Subsidieverstrekking

Artikel 7 Regels aanvraag subsidieverlening

Het college kan in een uitvoeringsregeling regels stellen over de termijn waarbinnen een aanvraag tot subsidieverlening moet worden ingediend en over de stukken die de aanvrager daarbij moet overleggen.

Artikel 8 Beslistermijnen

Het college kan in een uitvoeringsregeling regels stellen over de termijnen waarbinnen op een aanvraag tot subsidieverlening moet worden beslist.

Artikel 9 Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 10 Uitbetaling en bevoorschotting

Het college bepaalt op welk tijdstip de subsidie wordt betaald en of – en zo ja onder welke voorwaarden – een voorschot wordt verleend.

Artikel 11 Reserves

  • 1.

    Indien de aanvrager beschikt over reserves, kan het college bepalen dat deze op de subsidie in mindering worden gebracht;

  • 2.

    Het college kan regels stellen over de vorming van een reserve, de maximale omvang en het maximum van de hieraan periodiek toe te voegen bedragen;

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, bedraagt het jaarlijks aan de reserve toe te voegen bedrag in ieder geval niet meer dan 10% van het verleende of vastgestelde subsidiebedrag.

Artikel 12 Weigerings- en intrekkingsgronden

Een subsidie wordt naast de in titel 4.2 van de Awb genoemde gevallen in ieder geval geweigerd, ingetrokken of ten nadele van de ontvanger gewijzigd indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn of zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zijn of zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie is aangevraagd;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit of zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, de openbare orde, de leefbaarheid of de veiligheid;

  • d.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden – hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden of een combinatie hiervan – kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken, tenzij het bestuursorgaan van oordeel is dat de activiteiten dermate in het gemeentelijk belang zijn dat van dit beleidsuitgangspunt kan worden afgeweken. Onder middelen van derden moeten ook worden verstaan het eigen vermogen en het batig saldo dat ontstaat door giften e.d. van gelieerde rechtspersonen, donateurs of andere geldschieters;

  • e.

    een andere gemeentelijke subsidie voorziet of kan voorzien in de kosten waarvoor via een incidenteel verzoek subsidie wordt gevraagd;

  • f.

    de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak dienstbaar zijn aan politieke of commerciële doeleinden;

  • g.

    er opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig gegevens zijn verstrekt met het doel overheidssubsidies of- uitkeringen te verkrijgen (misbruik)

  • h.

    er door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen) bijdragen zijn verkregen in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving, maar in strijd met het doel of strekking daarvan (oneigenlijk gebruik);

  • i.

    de aanvraag niet past in het vastgestelde subsidiebeleid;

  • j.

    subsidieverstrekking anderszins niet past binnen het beleid van de gemeente;

Artikel 13 Regels subsidievaststelling

  • 1.

    Tenzij anders is bepaald in uitvoeringsregelingen als bedoeld in art. 3 lid 2, vindt subsidievaststelling plaats, zonder dat daaraan een subsidieverlening vooraf is gegaan overeenkomstig art. 4:43 van de Awb;

  • 2.

    De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag. Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling de aanduiding van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt;

  • 3.

    In uitvoeringsregelingen kunnen nadere regels worden gesteld over de termijn waarbinnen een aanvraag om subsidievaststelling moet worden ingediend, de stukken die daarbij moeten worden overlegd en de termijn waarop na de subsidievaststelling de betaling uiterlijk dient plaats te vinden.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 14 Algemene en bijzondere verplichtingen

  • 1.

    Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld over:

    • a.

      ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de activiteiten niet kunnen worden verwezenlijkt;

    • b.

      het geheel of gedeeltelijk (tussentijds) beëindigen van de activiteiten;

    • c.

      besluiten of procedures die het voortbestaan van de subsidieontvanger bedreigen of kunnen bedreigen;

  • 2.

    Wijzigingen in de statuten of de organisatievorm worden uiterlijk een maand na wijziging door de subsidieontvanger bij het college gemeld;

  • 3.

    Het college kan naast het bepaalde in art. 4:37 van de Awb een subsidieontvanger verplichtingen opleggen die betrekking hebben op:

    • a.

      de overdracht van subsidie aan derden, anders dan als betaling voor goederen of diensten;

    • b.

      de verwezenlijking van het doel van de subsidie;

    • c.

      de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht;

    • d.

      de wijze waarop de subsidie jegens of namens hogere overheden dient te worden verantwoord;

  • 4.

    Een subsidieontvanger is verplicht medewerking te verlenen aan onderzoeken van de Rekenkamercommissie van de gemeente Sittard-Geleen, indien deze daarom verzoekt;

  • 5.

    Naast de algemene verplichtingen als bedoeld in de voorgaande leden, kunnen bijzondere verplichtingen voortvloeien uit nadere uitvoeringsregelingen.

Artikel 15 Accountantsverklaring

  • 1.

    Het college wijst de subsidieontvangers aan die verplicht zijn jaarlijks uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het subsidiejaar, een accountantsverklaring te overleggen. Uit de verklaring van getrouwheid van de (register)accountant moet blijken of aangaande het financieel beleid en beheer van de subsidieontvanger de toepasselijke subsidiebepalingen en –voorschriften zijn nageleefd en of de subsidie is aangewend voor het doel waarvoor deze ter beschikking is gesteld. Het college kan ter zake uitvoeringsregelingen vaststellen. De artikelen 4:76 en 4:78 tot en met 4:80 van de Awb zijn van overeenkomstige toepassing;

  • 2.

    De door het college aangewezen accountant heeft de bevoegdheid tot controle op de verrichte werkzaamheden van de controlerend accountant van de subsidieontvanger. De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat zijn accountant hiermee instemt.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 Staatssteun

Het college kan afwijken van de bepalingen gesteld bij of krachtens deze verordening, indien de subsidie valt onder de omschrijving van steunmaatregel in art.87, eerste lid van het EG-verdrag en voor het verstrekken van subsidie goedkeuring is vereist van de Europese Commissie, uitsluitend voor zover afwijking noodzakelijk is in verband met het verkrijgen van goedkeuring van de Europese Commissie.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan de artikelen die op de aanvraag en de verlening van de subsidie betrekking hebben geheel of gedeeltelijk buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op de belangen die worden gediend met deze verordening, leidt tot onduidelijkheid of onredelijkheid van overwegende aard.

Artikel 18 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening of de uitvoeringsregelingen niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19 Evaluatie

Het door de gemeente gevoerde subsidiebeleid wordt eenmaal per vier jaar geëvalueerd. Deze evaluatie vindt plaats in de vorm van een verslag dat het college zendt aan de gemeenteraad over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk. Indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft, worden de verordening en de uitvoeringsregelingen als bedoeld in art. 3 lid 2 aangepast.

Artikel 20 Inwerkingtreding en intrekking Algemene subsidieverordening 2006

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking;

  • 2.

    De Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2006 wordt per de in lid 1 genoemde dag na bekendmaking ingetrokken.

Artikel 21 Overgangsrecht

  • 1.

    Aanvragen om subsidieverlening die op basis van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2006 zijn ingediend en waarover bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, worden geacht op basis van deze verordening te zijn ingediend;

  • 2.

    Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend en die nog niet zijn vastgesteld, blijven de bepalingen zoals opgenomen in de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2006 van toepassing;

  • 3.

    Beleidsregels die op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2006 of op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2003 zijn vastgesteld en sindsdien niet zijn herzien, blijven onverkort van kracht;

  • 4.

    Op bezwaarschriften wordt beslist met toepassing van de verordening zoals die gold bij de primaire besluitvorming.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009’.

Toelichting Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009

I Algemeen

In dit document worden in het eerste hoofdstuk het wettelijk kader, de structuur van het subsidiestelsel en enkele aanverwante zaken toegelicht. Het tweede hoofdstuk voorziet in een artikelsgewijze toelichting op de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009. Deze toelichting biedt daarmee technische en juridische handvatten voor de toepassing en de interpretatie van de verordening.

II Wettelijk kader

Subsidietitel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorziet in een algemeen juridisch kader voor vrijwel alle subsidies op alle beleidsterreinen die worden verstrekt door het Rijk en lagere overheden, waaronder gemeenten.

De subsidietitel in de Awb omvat samengevat de volgende onderdelen:

  • -

    Een algemene regeling van de rechtspositie van het subsidiërend bestuursorgaan en van de subsidieontvanger;

  • -

    Verschillende instrumenten om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidie tegen te gaan;

  • -

    Instrumenten om overschrijding tegen te gaan van de op de begroting van het bestuursorgaan uitgetrokken middelen voor subsidiëring;

  • -

    Het vereiste dat de bevoegdheid van het bestuursorgaan om bepaalde activiteiten te subsidiëren uit een bijzondere wet of verordening blijkt.

De (gemeentelijke) overheid is in beginsel vrij in het bepalen van het subsidiebeleid. De subsidietitel in de Awb is vooral een technisch-juridisch kader, waarbinnen beleidskeuzen ten aanzien van subsidies op verantwoorde wijze kunnen worden geïmplementeerd. Het inhoudelijke gedeelte (het materiële subsidierecht) is terug te vinden in bijzondere subsidieverordeningen en onderliggende regelgeving (uitvoeringsvoorschriften en beleidsregels).

De subsidietitel in de Awb staat niet op zichzelf. De Awb wordt gekenmerkt door een zogeheten gelaagde structuur. Soms moeten er in het kader van de uitvoering ook andere onderdelen in de Awb worden geraadpleegd. Zo zijn subsidiebesluiten (bijvoorbeeld een verleningsbesluit of vaststellingsbesluit) tevens beschikkingen en gelden ook de bepalingen in titel 4.1 en hoofdstuk 3. Daarnaast zijn de bepalingen van hoofdstuk 2 (verkeer tussen burgers en bestuursorganen) en de hoofdstukken 6 tot en met 8 (bezwaar en beroep tegen subsidiebesluiten) van belang.

III De nieuwe structuur

De Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2009 (hierna te noemen Asv of deze verordening) is een regeling die alle gemeentelijke beleidsterreinen bestrijkt. Zij kan worden beschouwd als ‘kaderverordening’ met algemene regels en voorschriften die in beginsel universeel gelden. Er is voor gekozen de bepalingen uit de subsidie-titel (titel 4.2) van de Awb niet in de verordening op te nemen, op enkele kernbepalingen na.

De uitvoeringsvoorschriften (voornamelijk algemene voorschriften bijv. over het subsidie proces) en beleidsregels (voornamelijk betrekking hebbend op de inhoudelijke subsidiegrondslagen) worden hiërarchisch onder de nieuwe Asv geplaatst. Er is bewust niet voor gekozen alle verschillende subsidievormen onder te brengen in de Asv, maar om de regels per subsidievorm in een uitvoeringsvoorschrift vast te leggen. Daarmee wordt optimale flexibiliteit bereikt en kan sneller en beter ingespeeld worden op veranderende behoeften en wensen.

Schematisch weergegeven ontstaat het volgende beeld:

De raad geeft door het vaststellen van de Asv het globale juridische kader voor de subsidieverstrekking. Het college is bevoegd om voor specifieke deelgebieden een verdere uitwerking of verfijning door te voeren door middel van het vaststellen van nadere uitvoeringsregelingen. Het college voert de Asv en de uitvoeringsregelingen uit. De omvang en de verdeling van de voor subsidies beschikbare middelen per beleidsterrein blijft een bevoegdheid van de raad bij de jaarlijkse vaststelling van de programmabegroting.

IV Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In onderdeel f wordt het begrip subsidie gedefinieerd. De definitie is overgenomen uit de Awb (artikel 4:21). Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen, door de gemeente verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten.

In het algemeen ontstaat een aanspraak op financiële middelen door een besluit van het gemeentebestuur inhoudende dat een activiteit wordt gesubsidieerd. De ASV gaat uit van directe vaststelling tenzij in uitvoeringsregelingen anders is bepaald. In die gevallen is de gemeente pas verplicht subsidie te betalen na de uitvoering van de betreffende subsidiabele activiteiten en indien aan de verplichtingen die aan de subsidiëring zijn verbonden, is voldaan. Daarop vooruitlopend kan een voorschot worden verstrekt. Door een beschikking tot subsidieverlening ontstaat de aanspraak op subsidie en door de beschikking tot subsidievaststelling ontstaat de aanspraak op uitbetaling van de financiële middelen.

Het subsidiebegrip is een zogeheten materieel begrip. Dat wil zeggen dat bepalend is of voldaan is aan de elementen van het begrip, ongeacht de benaming. Begrippen als bijdrage, financiering of uitkering kunnen dus ook subsidie zijn. Met ‘aanspraak op financiële middelen’ is bedoeld dat die middelen in rechte afdwingbaar zijn. De toevoeging ‘financiële’ geeft aan dat het niet gaat om een bijdrage of ondersteuning in natura.

Artikel 2 Reikwijdte Algemene subsidieverordening

Dit artikel bepaalt dat deze verordening van toepassing is op alle gemeentelijke subsidies. Dit neemt overigens niet weg dat de raad – in voorkomend geval – altijd bevoegd is om bijzondere subsidieverordeningen vast te stellen wanneer dit opportuun is.

Artikel 3 Bevoegdheid

Als gevolg van de dualisering is er een scheiding aangebracht tussen de positie en bevoegdheden van de gemeenteraad en die van het college. In het duale systeem kan de gemeenteraad vooraf kaders stellen voor het beleid met zijn budgettaire en regelgevende functie en achteraf de uitvoering controleren met alle hem ter beschikking staande controle-instrumenten. Het college is in de lijn van deze ontwikkeling belast met de uitvoering van het beleid. In dit kader moet bij de uitvoering van het beleid gedacht worden aan het verlenen, vaststellen, wijzigen en intrekken van subsidies, maar kan ook gedacht worden aan zaken als bevoorschotting, betaalbaarstelling en het sluiten van uitvoeringsovereenkomsten met instellingen. Het college is dus het bevoegde bestuursorgaan voor de toepassing van deze verordening en van titel 4.2 van de Awb. Wanneer het college afwijkt van de door de raad vastgestelde kaders, zal zij de raad hierover informeren in de reguliere rapportages in het kader van planning en control.

Artikel 4 Grondslag subsidieverstrekking

Dit artikel is nodig gelet op artikel 4:23 van de Awb. Deze bepaling eist dat bij verordening wordt geregeld waarvoor subsidie kan worden verstrekt. Volgens de Memorie van Toelichting wordt met het oog op de doelmatigheid en rechtszekerheid een omschrijving verlangd van de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verleend. In de verordening kan worden volstaan met een ‘globale omschrijving of aanduiding’, mits deze in een nadere uitvoeringsregeling wordt gepreciseerd. Dat kan in een (meerjaren)programma of een beleidsnota. In Sittard-Geleen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande (programma-)structuur.

De Awb staat in uitzonderingssituaties toe dat subsidieverstrekking zonder wettelijke grondslag plaatsvindt. Het gaat hierbij om spoedeisende, incidentele en geïndividualiseerde subsidies of om subsidies die steunen op Europese subsidieprogramma’s. Het college zal vooral bij deze laatste subsidies gebruik kunnen maken van de bevoegdheid om deze verordening buiten toepassing te laten. De Europese regelgeving en het opgelegde subsidiekader van rijkswege bieden, samen met de Awb, immers voldoende houvast voor een zorgvuldige verstrekking. Belang van het buiten toepassing verklaren van deze verordening kan bijvoorbeeld zijn dat projecten en activiteiten die gedeeltelijk uit Europese en gedeeltelijk uit gemeentelijke subsidies worden bekostigd niet volgens meerdere regimes hoeven te worden verantwoord. Het college kan in deze situatie besluiten dat het Europese beheers- en verantwoordingsregime van toepassing is op het gehele budget voor bedoelde projecten en activiteiten, ook al is dit mede uit gemeentelijke geldbronnen afkomstig. Een besluit om deze verordening buiten toepassing te verklaren wordt genomen bij verleningsbeschikking.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het is volgens artikel 4:25 van de Awb alleen mogelijk om met subsidieplafonds te werken als de verordening daartoe de mogelijkheid biedt. Met name bij subsidies op terreinen met een onbekend aantal aanvragen, kunnen hiervoor uit een oogpunt van middelenbeheer goede redenen bestaan. Subsidieplafonds moeten op grond van de Awb voorafgaand aan het subsidiejaar worden vastgesteld. Met ‘criteria’ in het tweede lid wordt gedoeld op de selectiecriteria waaraan de aanvragen zullen worden getoetst.

Artikel 6 Subsidieontvanger

Subsidies worden verstrekt aan rechtspersonen of natuurlijke personen. Rechtspersoonlijkheid moet worden aangetoond door een notariële akte of inschrijving in het handelsregister. Subsidiëring aan een natuurlijke persoon of aan een losse groep natuurlijke personen is alleen dan toegestaan, indien dat op een bepaald beleidsterrein gewenst is en indien dit in een uitvoeringsregeling mogelijk is gemaakt (lid 2). Bij subsidieverstrekking van relatief geringe bedragen, voor activiteiten die al hebben plaatsgevonden of zonder twijfel zullen plaatsvinden, moet verstrekking aan natuurlijke personen tot de mogelijkheden behoren. Het vereiste van rechtspersoonlijkheid zou hier zelfs contraproductief kunnen werken. Denk hiervoor bijvoorbeeld aan de relatief geringe bedragen voor buurt- en straatfeesten. Subsidieverstrekking aan een natuurlijke persoon kan ook voortvloeien uit de aard van de activiteit waarvoor de subsidie wordt verstrekt. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om subsidies aan huiseigenaren van gemeentelijke monumenten of subsidies aan beeldende kunstenaars.

Hoofdstuk 2 Subsidieverstrekking

Artikel 7 Regels aanvraag subsidieverlening

Bij verordening moet een grondslag worden geboden voor het stellen van nadere regels betreffende de aanvraag van subsidie, in de vorm van door het college vast te stellen uitvoeringsregelingen. Bij het indienen van de aanvraag dient de aanvrager de informatie voor te leggen die volgens het college noodzakelijk is om het recht op subsidie, de hoogte van de te verlenen subsidie en de meest geëigende subsidievorm vast te stellen. Aanvragen die niet aan de vereisten voldoen worden buiten behandeling gelaten.

Artikel 8 Beslistermijnen

In gevolge artikel 4:13 van de Awb geldt een beslistermijn van acht weken. Bij verordening kan daarvan worden afgeweken. Deze verordening biedt een grondslag voor afwijkende beslistermijnen, in de vorm van door het college vast te stellen uitvoeringsregelingen.

Artikel 9 Begrotingsvoorbehoud

De verordening maakt subsidieverlening over meerdere jaren mogelijk. Aan een dergelijke meerjarenverlening is altijd het voorbehoud verbonden dat de gemeenteraad jaarlijks voldoende gelden ter beschikking stelt. Het begrotingsvoorbehoud is geregeld in artikel 4:34 van de Awb en geeft het college het recht om een reeds verleende subsidie in te trekken of te wijzigen, indien de definitieve begroting onvoldoende ruimte biedt om de subsidieverlening gestand te doen. Het begrotingsvoorbehoud dient opgenomen te worden in de beschikking.

Artikel 10 Uitbetaling en bevoorschotting

Artikel 4:54 van de Awb bepaalt dat de gemeente slechts voorschotten kan verlenen indien hiervoor een wettelijk voorschrift bestaat. Daarom is dit artikel 10 in de Asv opgenomen. Bevoorschotting vindt slechts plaats indien hiervoor een noodzaak aanwezig is. In principe wordt in de beschikking tot subsidieverlening aangegeven hoe hoog het voorschotbedrag is en op welke wijze de uitbetaling van voorschotten zal plaatsvinden. In geval van een afzonderlijke beschikking tot voorschotverlening is deze beschikking ook afzonderlijk vatbaar voor bezwaar en beroep.

Artikel 11 Reserves

Tekorten over het ene jaar kunnen worden opgevangen met de overschotten van het andere jaar. De reserve vormt een stimulans voor de subsidieontvanger om de subsidiegelden doelmatig te beheren. Bepalingen over de maximale totale omvang van de reserve kunnen worden opgenomen in de uitvoeringsregelingen. Het jaarlijks aan de reserve toe te voegen bedrag bedraagt in ieder geval niet meer dan 10% van de verleende subsidie.

Artikel 12 Weigerings- en intrekkingsgronden

De artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb bieden een wettelijke grondslag om subsidie te weigeren. De opsomming van weigeringsgronden in de Awb is niet limitatief. Artikel 12 van deze verordening is aanvullend op de weigeringsgronden van de Awb. Naast de weigeringsgronden die in de Awb en in dit artikel zijn genoemd kunnen in specifieke situaties in de beschikking nog andere weigeringsgronden worden geformuleerd.

Naast de in artikel 4:50 van de Awb bedoelde gevallen kan de subsidieverlening ook worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd op grond van de in artikel 12 van deze verordening onder a, b, c en h genoemde gevallen. Artikel 12 sub h schept een mogelijkheid om subsidie te weigeren aan een aanvrager die naast de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, andere activiteiten ontwikkelt die strijdig zijn met het gemeentelijk beleid.

Daarnaast biedt dit artikel de mogelijkheid om eenmaal verleende subsidie in te trekken of te verlagen, als de genoemde omstandigheden pas blijken nadat de subsidierelatie is ingegaan. Met name moet men hier denken aan instellingen, die kans zien alsnog extra inkomsten te genereren uit bijvoorbeeld sponsoring. Ook hier betreft het een aanvulling op de Awb, in dit geval op artikel 4:50.

Artikel 13 Regels subsidievaststelling

Met de in dit artikel genoemde regels kan worden vastgesteld of de subsidie rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is besteed. De in het derde lid genoemde termijn is een maximum termijn. Uiteraard streeft het college naar een kortere afdoeningstermijn.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 14 Algemene en bijzondere verplichtingen

Het is van belang dat het college tijdig geïnformeerd wordt over feiten en omstandigheden die van invloed zijn of kunnen zijn op de uitvoering van de activiteiten en de naleving van de subsidieverplichtingen. Een subsidieontvanger is altijd verplicht de in dit artikel genoemde feiten en omstandigheden te melden.

De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een rekenkameronderzoek. Verder wordt in dit artikel geregeld dat er aanvullende verplichtingen kunnen worden gesteld over de overdracht van subsidie aan derden (dat is in beginsel niet mogelijk). De andere verplichtingen hebben betrekking op het verwezenlijken van het doel van de subsidie en de invulling van de gesubsidieerde activiteit zelf.

Artikel 15 Accountantsverklaring

De bevoegdheid tot review is een bevoegdheid, die voor de accountant van de gemeente de mogelijkheid schept om steekproefsgewijs het werk van de accountant te controleren. Onder deze verordening is het met het oog op een beter subsidiebeheer wenselijk dat deze bevoegdheid bestaat.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 Staatssteun

Staatssteun is ieder voordeel dat uit overheidsmiddelen wordt verstrekt aan een bepaalde onderneming of een bepaalde groep van ondernemingen, waardoor de mededinging wordt vervalst of dreigt te worden vervalst en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig wordt beïnvloed. Bij subsidies op grond van deze verordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten zal alleen in uitzonderlijke gevallen sprake zijn van staatssteun in de zin van artikel 87 van het EG-Verdrag. Steunmaatregelen die als steun kunnen worden beschouwd moeten van tevoren worden aangemeld bij de Europese Commissie. De Commissie beoordeelt of de maatregel een effect heeft op de tussenstatelijke handel. Zo ja, dan is de maatregel in beginsel verboden.

Onder bepaalde omstandigheden mag een overheid wel steun verlenen en hoeft deze steun (bijvoorbeeld in de vorm van een subsidie) niet te worden aangemeld bij de Europese Commissie. Eén van deze omstandigheden is het verlenen van steun onder de zogenaamde de-minimisverordening (Verordening EG nr. 69/2001): steun aan een onderneming die een waarde van € 200.000 in drie jaar niet overstijgt hoeft niet te worden gemeld.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Dit artikel is opgenomen om ten opzichte van een aanvrager in begunstigende zin te kunnen afwijken van deze verordening of van het gestelde in uitvoeringsregelingen. Daarvoor is wel nodig dat sprake is van zeer bijzondere omstandigheden van individuele aard, waarbij onverkorte toepassing van de verordening leidt tot evidente onbillijkheden voor de aanvrager. Dit zal hoogst zelden voorkomen. Generieke toepassing is uitgesloten. De motivering moet zorgvuldig zijn, immers het honoreren van een ‘normaal geval’ leidt al gauw tot strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel en het rechtszekerheidbeginsel. De hardheidsclausule wordt alleen gebruikt als het beleidsdoel dat met de subsidieverstrekking is gemoeid, ermee gediend is.

Artikel 18 Onvoorziene gevallen

Bij hoge uitzondering kan het voorkomen dat zich een bepaalde situatie voordoet die onder geen enkele bepaling van de verordening of uitvoeringsregelingen is te brengen, omdat bij het vaststellen van de verordening in deze situatie niet is voorzien. Het is belangrijk dat dan toch een beslissing wordt genomen. Dit artikel is opgenomen om ook in die gevallen een beslissing mogelijk te maken.

Artikel 19 Evaluatie

Dit artikel vindt zijn oorsprong in de Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2006 (Asv 2006). Hierin is bepaald dat het door de gemeente gevoerde beleid eenmaal per vijf jaar wordt geëvalueerd en dat een eerste evaluatie plaats zou vinden binnen twee jaar na inwerkingtreding van die verordening. De Asv 2006 is op basis van die eerste evaluatie aangepast. Deze verordening vervangt de Asv 2006.

Artikel 20 Inwerkingtreding en intrekking Algemene subsidieverordening 2006

De verordening werkt, conform de algemene regeling daarover, vanaf de dag na bekendmaking. Bekendmaking van de verordening vindt plaats door publicatie in ‘De Trompetter’ en op de internetsite van de gemeente Sittard-Geleen. De Asv 2006 wordt dan ingetrokken. Dat betekent dat vanaf dat moment de subsidieaanvragen die gedurende het jaar 2009 worden ingediend worden afgehandeld met toepassing van de Asv 2009. Dat kunnen dus subsidies zijn die betrekking hebben op activiteiten in 2009. Voor het merendeel betreft het echter subsidies over het jaar 2010 en latere jaren.

Artikel 21 Overgangsrecht

Hier is het overgangsrecht geregeld. Als verlening onder het regime van de Asv 2006 plaatsvond, geldt dat ook voor de vaststelling van de subsidie. Ook het beslissen op bezwaarschriften gebeurt op basis van het oude recht.

Artikel 22 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.