Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling peuteropvang en VE gemeente Heerenveen |
Citeertitel | Subsidieregeling peuteropvang en VE gemeente Heerenveen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR601291/1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Nieuwe regeling | 23-11-2021 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
De subsidie heeft als doel deelname aan de peuteropvang te stimuleren en voldoende aanbod van VE te realiseren. Hiermee worden peuters goed voorbereid op de start in het basisonderwijs.
Artikel 3 De grondslag voor de subsidie
Het college subsidieert de volgende bedragen aan de aanbieder:
per doelgroeppeuter met een leeftijd tussen 2 en 2,5 jaar op een VE-peuterplaats van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag: minimaal 8 uren en maximaal 16 uren per week gedurende 40 of 41 weken per jaar maal het landelijk maximum uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage over 8 uren per week;
per doelgroeppeuter met een leeftijd van tenminste 2,5 jaar tot de start van de basisschool op een VE-peuterplaats van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag: 16 uren per week gedurende 40 of 41 weken per jaar maal het landelijk maximum uurtarief minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage; de ouderbijdrage wordt over 8 uur per week in rekening gebracht;
per doelgroeppeuter met een leeftijd van tenminste 2,5 jaar tot de start van de basisschool op een VE-peuterplaats van ouders met recht op kinderopvangtoeslag: 8 uren per week gedurende 40 of 41 weken per jaar maal het landelijk maximum uurtarief; ouders nemen aanvullend nog tenminste 8 uren per week gedurende 40 of 41 weken per jaar af, waarover zij kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen;
per doelgroeppeuter van tenminste 2,5 jaar tot de start van de basisschool op een VE-peuterplaats een aanvullende subsidie, om de meerkosten van het VE-aanbod te kunnen dekken, in de vorm van een VE-jaarbedrag; indien een doelgroeppeuter een gedeelte van het jaar deelneemt, wordt het VE-jaarbedrag naar rato verstrekt. Voor het VE-jaarbedrag wordt een minimum van twee doelgroeppeuters per aanbieder gehanteerd;
per doelgroeppeuter van tenminste 2,5 jaar tot de start van de basisschool op een VE-peuterplaats op 1 januari: een aanvullende subsidie voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker VE voor netto 10 uren per jaar. Deze inzet wordt gerealiseerd in werkelijk ingezette uren en niet in contracturen. Dit betekent dat rekening wordt gehouden met afwezigheid door vakantie-, verlof- en feestdagen.
Artikel 4. Subsidievoorwaarden
De aanbieder houdt een jaaroverzicht bij van eventuele mutaties die zich voordoen nadat de registratieoverzichten bij de gemeente zijn ingediend (mutatieoverzicht). Dit mutatieoverzicht wordt samen met het vaststellingsverzoek bedoeld in artikel 9 van deze subsidieregeling ingediend bij de gemeente. De mutaties worden verrekend met de reeds op basis van de registratieoverzichten uitgekeerde subsidie.
Artikel 5. Verplichtingen aanbieder
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan aanbieders die:
Artikel 6. Specifieke uitvoeringsregels
Voor het bepalen van de hoogte van de ouderbijdrage worden, voor het bepalen van de hoogte van het gezinsinkomen, de meest recente Inkomensverklaringen gebruikt van beide ouders, bij een éénoudergezin van de ouder. Bij sterke afwijking van het inkomen of wanneer ouders geen Inkomensverklaringen kunnen overleggen, kan gebruik worden gemaakt van aanvullende documenten zoals een salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat het inkomen structureel is, en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing.
Als de inkomenssituatie zodanig wijzigt dat ouders in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, dan vervalt het recht op subsidie zodra het recht op kinderopvangtoeslag is ingegaan. Ouders worden door de aanbieder verplicht per ommegaande te melden dat zij in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.
Als een verlaging van het inkomen zodanig is dat ouders in een lagere inkomenscategorie van de geldende VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang vallen, kan een aanbieder de ouderbijdrage herzien op basis van de meest recente loongegevens, loonstrook, uitkeringsbeschikking of de meest recente Inkomensverklaring.
Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een door de gemeente vastgesteld format. Aanvragen worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Voor het bepalen van de volgorde van binnenkomst geldt het tijdstip waarop de aanvraag compleet is. Als twee of meer aanvragen op hetzelfde tijdstip compleet zijn ingediend, wordt de onderlinge volgorde bepaald door loting.
Het college beslist, in overeenstemming met artikel 8 lid 1 van de ASV, op aanvragen bedoeld in artikel 7 uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Artikel 9. Aanvraag vaststelling subsidie
De aanvraag tot vaststelling bevat de volgende informatie:
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan. In het inhoudelijk verslag worden alle voor vaststelling van de subsidie relevante wijzigingen vermeld die zich voordeden na indiening van de registratieoverzichten. In de beschikking van het College worden eventueel nadere instructies opgenomen;