Regels ontheffingen artikel 87 RVV 1990 gemeente LeeuwardenRegels ontheffingen artikel 87 RVV 1990 gemeente Leeuwarden

Artikel 1.1 Begripsomschrijving

• 1.

  Auto luwe gebied: Een gebied waar fietsers en voetgangers het primaat hebben en de mogelijkheden voor gemotoriseerd verkeer wordt beperkt ten behoeve van aantrekkelijke, leefbare, kwalitatieve en duurzame binnenstad. Voor relevante partijen, zoals bewoners, leveranciers en hulpdiensten blijft het gebied bereikbaar;

• 2.

  Venstertijden: de tijdsperiode waarop ten behoeve van laad-en-losactiviteiten het in- en uitrijden van het afgesloten voetgangersgebied met een motorvoertuig zonder ontheffing is toegestaan;

• 3.

  Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

• 4.

  Houder van motorvoertuig: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt:

  • 1.

    Degene wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het aangehouden register van opgegeven kentekens was ingeschreven; of

  • 2.

    Degene die het motorvoertuig op grond van een contract van huurkoop of lease, van een officieel (lease)bedrijf dat staat ingeschreven bij de kamer van koophandel, onder zich heeft; of

  • 3.

    Degene die een motorvoertuig als werknemer onder zicht heeft;

• 5.

  Bedrijf, instelling of beroepsuitoefenaar:

  • 1.

    Een inwerking zijnde organisatie die volgens het Handelsregister van de Kamer van Koophandel als bedrijf, stichting, vereniging of beroep is ingeschreven;

  • 2.

    Elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht;

  • 3.

    De zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of (zelfstandig) beroep;

• Met dien verstande dat de hiervoor genoemde bedrijven of beroepen worden beschouwd als één bedrijf of één beroep indien de vestigingsadressen dezelfde zijn, dan wel indien sprake is van een (juridisch) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of één beroep betreft.

• 6.

  bedrijfsauto: een door de RDW aangewezen (zakelijke) bedrijfsauto waarvan het kenteken is geregistreerd op naam van een bedrijf of op naam van een beroepsuitoefenaar.

• 7.

  bewoner: degene die daadwerkelijk woonachtig is in het autoluwe gebied binnen de gemeente Leeuwarden, blijkens inschrijving in de Basisregistratie Personen. Onder bewoner wordt ook diegene verstaan die niet in het autoluwe gebied woonachtig is, maar wel de beschikking heeft over een parkeervergunning waarmee geparkeerd mag worden binnen het autoluwe gebied.

• 8.

  Ontheffing: een schriftelijke beschikking dat een verkeersmaatregel als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990, niet geldt voor de houder van deze schriftelijke beschikking. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden verbonden worden;

• 9.

  bedrijfsparkeervergunning: een parkeervergunning die ingevolge regelgeving van de parkeerverordening van de gemeente Leeuwarden aan bedrijven, beroepsoefenaars en instellingen verleend kan worden.

• 10.

  bewonersparkeervergunning: een parkeervergunning die ingevolge regelgeving van de parkeerverordening kan worden verleend aan bewoners.

• 11.

  parkeerplaats op eigen terrein / eigen parkeerplaats, dit betreft een:

  • 1.

    parkeerplaats op een terrein of in een garage in het autoluwe gebied welke in eigendom is van de vergunningsaanvrager of uitgegeven in erfpacht, gebruik of verhuurd aan de vergunningsaanvrager;

  • 2.

    parkeerplaats op het terrein of in de garage van een complex in het autoluwe gebied waarvan in de bouwvergunning, omgevingsvergunning, exploitatieovereenkomst, splitsingsakte, erfpachtvoorwaarden, huur- of koopovereenkomst of soortgelijke overeenkomsten c.q. documenten is vastgelegd dat deze bedoeld is als parkeergelegenheid voor het adres van de vergunningsaanvrager

• 12.

  Taxivervoer: vervoer als bedoeld in artikel 1, sub j jo sub h Wet Personenvervoer 2000.

Artikel 1.2 Aanvraag ontheffing

• 1.

  Een aanvraag voor een ontheffing moet via het (digitale) loket worden ingediend.

•  

Artikel 1.3 Beslistermijn

• 1.

  Het college beslist binnen drie weken na ontvangst van een aanvraag voor een jaarontheffing.

• 2.

  Het college beslist binnen twee werkdagen na ontvangst van een aanvraag voor een incidentele ontheffing (geldigheid dag(en), week of maand).

Artikel 1.4 Geldigheidsduur

• 1.

  De geldigheidsduur van een ontheffing wordt bepaald door het college, maar eindigt in ieder geval op 31 december van elk jaar (ingangsdatum kan op ieder moment plaatsvinden).

• 2.

  Een ontheffing kan in december verlengd worden voor een volgend kalenderjaar.

• 3.

  De geldigheidsduur (begin- en einddatum) van een incidentele ontheffing wordt bepaald door het college.

Artikel 1.5 Ontheffing

Op de ontheffing staan:

• a.

  de gegevens van de aanvrager;

• b.

  het kenteken van het voertuig;

• c.

  de artikelen en verkeerstekens waarvoor ontheffing is verleend;

• d.

  de datum waarop of vanaf wanneer de ontheffing van kracht is;

• e.

  indien van toepassing de tijdsduur waarop de ontheffing van kracht is;

• f.

  de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkende bepalingen.

Artikel 1.6 Intrekken of wijzigen ontheffing

Het college kan de ontheffing intrekken of wijzigen:

• a.

  op verzoek van de ontheffingshouder;

• b.

  wanneer de ontheffingshouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het afgesloten gebied, waarvoor de ontheffing is verleend komt de grondslag tot het verlenen van de ontheffing te vervallen;

• c.

  wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van de ontheffing;

• d.

  wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van ontheffingen komt te vervallen;

• e.

  wanneer de ontheffingshouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn ontheffing heeft voldaan;

• f.

  wanneer de ontheffingshouder handelt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften;

• g.

  bij geconstateerd misbruik door een daartoe bevoegd ambtenaar;

• h.

  wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

• i.

  om redenen van openbaar belang en of de verkeersveiligheid.

Artikel 1.7 Voorschriften

De volgende algemene voorschriften zijn van toepassing op verstrekte ontheffingen:

• a.

  de ontheffing mag slechts gebruikt worden ten behoeve van de door de aanvrager omschreven activiteiten die in de beschikking worden omschreven;

• b.

  specifieke voorschriften: aan de ontheffing kunnen specifieke voorschriften worden toegevoegd;

• c.

  de ontheffing is kenteken gebonden en niet overdraagbaar.

Artikel 1.8 Algemene uitgangspunten ontheffing

Een ontheffing kan tijdelijk ongeldig worden verklaard voor bepaalde straten of weggedeelten of bepaalde tijdstippen (bijvoorbeeld vanwege werkzaamheden of tegen gevolge van bestuurlijke besluitvorming).

Artikel 2.1 Venstertijden autoluwe gebied

• 1.

  De venstertijden zijn op maandag tot en met zaterdag tussen 07.30 en 12.00 uur.

• 2.

  Buiten de venstertijden kan in- en uitrijden van het autoluwe gebied alleen met een ontheffing.

Artikel 2.2. Categorieën ontheffing

Het college kan naar aanleiding van een daartoe strekkende aanvraag, op basis van noodzaak en na toetsing op verkeersveiligheid, een ontheffing verlenen voor het buiten de venstertijden in- en uitrijden van het autoluwe gebied. Het college maakt hierbij onderscheid in drie categorieën:

• 1.

  Permanente ontheffing zonder tijdsduurbeperking (categorie 1);

• Een ontheffing om 7 dagen per week / 24 uur per dag met een motorvoertuig het autoluwe gebied in en uit te rijden. Deze ontheffing kan worden verleend aan:

  • •

    Nood- en hulpdiensten;

  • •

    Verleners van acute hulp voor zover in bezit van een hulpverlenersvergunning en BIG registratie en in de uitoefening van hun functie;

  • •

    Lijndiensten of flexibel vervoer vallende binnen de provinciale openbaarvervoersconcessie;

  • •

    Taxi’s in het bezit van een geldige vergunning van het ministerie van infrastructuur en Waterstaat zoals bedoeld in de Wet personenvervoer 2000;

  • •

    Bewoners, bedrijven en instellingen gevestigd in het autoluwe gebied met een parkeerplaats op eigen terrein;

  • •

    Bewoners, bedrijven en instellingen met een parkeervergunning voor parkeervergunningzone 1 en 2 vergunninghouders;

  • •

    Bewoners gevestigd in het autoluwe gebied afhankelijk van mantelzorg;

  • •

    Bewoners, bedrijven en instellingen in het autoluwe gebied in het bezit van een abonnement voor de parkeergarage(s) of gebruik maken van parkeerplaatsen buiten het autoluwe gebied;

  • •

    Bedrijven en instellingen gevestigd in het autoluwe gebied die een ontheffing nodig hebben voor het (laten) afhalen en (laten) brengen van goederen, het verrichten van (kortdurende) bedrijfswerkzaamheden ter plaatse of voor andere bedrijfsactiviteiten die niet binnen de gestelde venstertijden kunnen plaatsvinden;

  • •

    Hotels, hostels en B&B: ontheffingen voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen en het brengen en halen van gasten;

  • •

    Houders van gehandicapte parkeerkaarten;

  • •

    Voertuigen van de gemeente Leeuwarden en voertuigen die in opdracht van de gemeente Leeuwarden zorgdragen voor reiniging, beheer en toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Wanneer deze aantoonbaar gezien de aard van de werkzaamheden niet binnen de gestelde venstertijden kunnen plaatsvinden;

• 2.

  Permanente ontheffing met tijdsduurbeperking (categorie 2):

• Een ontheffing om buiten de venstertijden een aantal dagen per week of een aantal uur per dag met een motorvoertuig het autoluwe gebied in- en uit te rijden. Dag(en) en tijdstip(pen) zijn afhankelijk van het type activiteit en ter beoordeling door het college. Het college kan op basis van noodzaak en na toetsing op verkeersveiligheid ontheffing verlenen aan:

• •

  Bedrijven en instellingen met een parkeervergunning of -ontheffing; bouw-, installatie- en reparatieverkeer;

• •

  Bevoorrading horeca en transport die gezien de aard van de producten of activiteiten aantoonbaar niet enkel binnen de gestelde venstertijen verricht kunnen worden;

• •

  Bedrijven en instellingen gevestigd in het autoluwe gebied die een ontheffing nodig hebben voor het (laten) afhalen en (laten) brengen van goederen, het verrichten van (kortdurende) bedrijfswerkzaamheden ter plaatse of voor andere bedrijfsactiviteiten die niet binnen de gestelde venstertijden kunnen plaatsvinden;

• •

  Voertuigen van de gemeente Leeuwarden en voertuigen die in opdracht van de gemeente Leeuwarden zorgdragen voor reiniging, beheer en toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Wanneer deze aantoonbaar gezien de aard van de werkzaamheden niet binnen de gestelde venstertijden kunnen plaatsvinden;

• •

  Bewoners die woonachtig zijn in het autoluwe gebied en niet beschikken over een eigen motorvoertuig.

• 3.

  Incidentele ontheffing (categorie 3):

• Een ontheffing om buiten de venstertijden gedurende maximaal één dag of een aaneengesloten korte periode met een motorvoertuig het autoluwe gebied in- en uit te rijden. Het college kan op basis van noodzaak en na toetsing op verkeersveiligheid deze ontheffing verlenen ten behoeve van:

• •

  Bedrijven en instellingen met een tijdelijke parkeervergunning of – ontheffing: bouw-, installatie- en reparatieverkeer;

• •

  Bedrijven en instellingen gevestigd in het autoluwe gebied die een ontheffing nodig hebben voor het (laten) afhalen en (laten) brengen van goederen, het verrichten van (kortdurende) bedrijfswerkzaamheden ter plaatse of voor andere bedrijfsactiviteiten die niet binnen de gestelde venstertijden kunnen plaatsvinden;

• •

  Verhuisbedrijven;

• •

  Autobussen niet vallende onder de provinciale openbaar vervoer concessie;

• •

  Bevoorrading horeca en transport die gezien de aard van de producten of activiteiten aantoonbaar niet enkel binnen de gestelde venstertijden verricht kan worden;

• •

  Evenementen;

• •

  Tijdelijke medische situaties;

• •

  Voertuigen van de gemeente Leeuwarden en voertuigen die in opdracht van de gemeente Leeuwarden zorgdragen voor reiniging, schoonmaak, beheer en toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Indien gezien de aard van de werkzaamheden deze niet binnen de gestelde venstertijden kunnen plaatsvinden;

• •

  Bewoners die woonachtig zijn in het autoluwe gebied en niet beschikken over een eigen motorvoertuig.

Artikel 2.3 Criteria en voorwaarden voor het verlenen van een ontheffing

Artikel 2.4 Nadere regels ter verduidelijking van de wijze van ontheffingsverlening

Bij het aanvragen van een ontheffing moet de aanvrager een aantal documenten overleggen. Deze moeten tegelijkertijd met het aanvraagformulier worden aangeleverd. Vervolgens moet de aanvrager aantonen dat voldaan wordt aan de specifieke voorwaarden die aan een ontheffing voor de genoemde doelgroep zijn verbonden.

• a.

  Categorie 1

• •

  Een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

• •

  Een kopie kentekenbewijs deel II, een kopie van een leasecontract of een verklaring van een werkgever waaruit blijkt dat het motorvoertuig beroepsmatig wordt gebruikt;

• •

  Een kopie van inschrijving van de KvK of goedgekeurde accountantsverklaring;

• •

  Taxi WVG: een kopie va het WVG- of OMD vervoerscontract en kopie kentekenbewijs of leasecontract met aantekening “ingericht als taxi”;

• •

  Reguliere taxi: kopie taxivergunning van Ministerie Infrastructuur en Waterstaat zoals bedoeld in de Wet Personenvervoer 2000;

• •

  Houder gehandicapte parkeerkaart: kopie gehandicapte parkeerkaart;

• •

  Met een parkeerplaats op eigen terrein: een bewijs van eigendomsrecht, huurovereenkomst, gebruiksrecht of beschikbaarstelling van het aantal eigen parkeerplaatsen;

• •

  Met een parkeerplaats in de parkeergarage of een ander te huren parkeerplaats: een bewijs van huurovereenkomst of abonnement;

• •

  Bewoner afhankelijk van mantelzorg: een indicatie WMO, WLZ, ZvW of een verklaring van de huisarts of andere medische instantie.

• b.

  Categorie 2

  • •

    Een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • •

    Een kopie van inschrijving van de KvK;

  • •

    Een kopie kentekenbewijs deel II, een kopie van een leasecontract of een verklaring van een werkgever waaruit blijkt dat het motorvoertuig beroepsmatig wordt gebruikt;

  • •

    Een motivatie, waarmee de aanvrager aantoont dat de activiteiten en/of werkzaamheden niet kunnen worden verricht binnen venstertijden;

• c.

  Categorie 3

• •

  Bij de incidentele ontheffing moet bij toetsing een kenteken van het betreffende voertuig waarvoor ontheffing wordt aangevraagd opgegeven worden.

• •

  Een motivatie, waarmee de aanvrager aantoont dat de activiteiten en/of werkzaamheden niet kunnen worden verricht binnen venstertijden;

Artikel 3.1 Algemeen

• 1.

  Het is buiten de venstertijden niet toegestaan zonder geldige ontheffing, als bedoeld in deze regeling, zich met een motorvoertuig in het autoluwe gebied te bevinden.

• 2.

  Een ontheffing is vereist indien men niet in aanmerking komt voor een parkeervergunning, maar toch buiten de venstertijden het autoluwe gebied met een motorvoertuig wil inrijden.

• 3.

  Parkeren in autoluwe gebieden is voorbehouden aan (tijdelijke) parkeervergunning- of parkeerontheffinghouders;

• 4.

  Het autoluwe gebied beschikt niet over betaalde parkeerplaatsen. Op de openbare weg mag alleen worden geladen en gelost. Direct na deze handeling moet het autoluwe gebied weer worden verlaten.

• 5.

  Het college kan op aanvraag een parkeer- vergunning of ontheffing verlenen waarmee geparkeerd kan worden in de autoluwe gebieden. De regelgeving over parkeervergunningen en – ontheffingen is bepaald in de parkeerverordening van de gemeente Leeuwarden.

Artikel 4.1 hardheidsclausule

Het college kan artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van ongewenste aard.

Artikel 4.2. Inwerkingtreding

• 1.

  Dit besluit treedt inwerking 1 dag na bekendmaking.

• 2.

  De overige lopende ontheffingen, afgegeven voor het inwerkingtreden van deze regels, blijven van kracht, tezamen met de bij die ontheffing vermelde voorschriften.