Organisatie | Oisterwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van Toeristenbelasting 2022 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2021 | Nieuwe regeling | 04-11-2021 | 04-11-2021/34 |
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
In afwijking van het eerste en tweede lid bedraagt de belasting ingeval van verblijf door de eigenaar c.q. bezitter van het mobiel kampeeronderkomen of de stacaravan, in het mobiele kampeeronderkomen of de stacaravan op een vaste standplaats, per mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, per jaar € 362,00.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
Van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.
Verblijf houdt in een groepsaccommodatie als bedoeld in artikel 1, letter c, indien in een georganiseerd verband gezamenlijk en in eenzelfde periode verblijf wordt gehouden door tien (10) of meer personen in de leeftijd onder de 18 jaar, welk verblijf plaatsvindt onder leiding c.q begeleiding van een of meer personen boven de 18 jaar, waarbij het verblijf een educatief, religieus, sportief en/of scouting karakter heeft.
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
De voorlopige aanslag, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald op 75 % van het aantal overnachtingen gerealiseerd in het voorgaande belastingjaar maal het tarief en 100 % van het aantal vaste standplaatsen. Indien vóór het opleggen van de voorlopige aanslag aannemelijk is dat het aantal overnachtingen vermoedelijk lager zal zijn dan 75 % van het aantal overnachtingen gerealiseerd in het voorgaande belastingjaar, wordt de voorlopige aanslag bepaald op het vermoedelijke aantal overnachtingen maal het tarief.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid biedt tot het houden van verblijf als bedoeld in artikel 2, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen.
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, indien hij niet binnen vier weken na afloop van het belastingjaar een uitnodiging heeft ontvangen tot het doen van aangifte, binnen twee weken na afloop van deze termijn schriftelijk aan de aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, tot een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.
De gemeente behoudt zich te allen tijde het recht voor alsnog een uitnodiging tot het doen van aangifte te verzenden, dan wel, bij gebrek aan een (tijdige) aangifte door belastingplichtige, de grondslag voor de berekening van de toeristenbelasting te schatten en de belasting middels een ambtshalve aanslag op te leggen.
Artikel 14 Verblijfsadministratie
De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden een dusdanige verblijfsadministratie te voeren dat op basis hiervan de aangifte inzake de toeristenbelasting als bedoeld in artikel 14 kan worden gecontroleerd. De verblijfsadministratie dient tenminste te voldoen aan het door de gemeente beschikbaar gestelde verblijfsregister, dat desgewenst kosteloos digitaal beschikbaar wordt gesteld.
Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.