Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hengelo

Verordening Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHengelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022
CiteertitelKwijtscheldingsverordening 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpKwijtscheldingsverordening2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 255 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuwe regeling

10-11-2021

gmb-2021-424560

3299986

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022

De raad van de gemeente Hengelo;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2021;

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapslasten;

overwegende, dat in afwijking van de regels gesteld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 gewenst is regels te stellen voor het in het geheel geen dan wel gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en rechten;

besluit:

vast te stellen de volgende

Verordening Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022

 

 

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

Bij de invordering van de volgende belastingen en rechten wordt geen kwijtschelding verleend:

  • a.

    begraafrechten met uitzondering van jaarlijkse onderhoudsrechten;

  • b.

    bijdrage Bedrijfsinvesteringszone;

  • c.

    haven-, kade- en opslaggeld;

  • d.

    leges;

  • e.

    hondenbelasting;

  • f.

    marktgelden;

  • g.

    parkeergelden;

  • h.

    precariobelasting;

  • i.

    rioolaanleg- en aansluitgeld;

  • j.

    rioolheffing, genoemd in artikel 6 onder b van de verordening, voor het aantal kubieke meters water boven 500m³;

  • k.

    afvalstoffenheffing, genoemd in Hoofdstuk 1.1.2, 1.2 en 2 van de Tarieventabel behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen;

  • l.

    reinigingsrechten, genoemd in Hoofdstuk 4 van de Tarieventabel behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen;

  • m.

    toeristenbelasting;

  • n.

    onroerendezaakbelastingen als bedoeld in artikel 5 lid 1 sub a en b onder II van de verordening Onroerendezaakbelastingen.

 

Artikel 2 Beperkte kwijtschelding

  • 1.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing genoemd in Hoofdstuk 1 van de Tarieventabel behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen wordt kwijtschelding verleend van het in te vorderen bedrag op grond van hoofdstuk 1.1.1. (vaste bedrag) van de tarieventabel behorende bij de verordening Reinigingsheffingen.

  • 2.

    Bij de invordering van de onroerendezaakbelastingen wordt enkel kwijtschelding verleend voor het bepaalde in artikel 5 lid 1 sub b onder I van de verordening onroerendezaakbelastingen.

  • 3.

    Bij de invordering van de rioolheffing wordt alleen kwijtschelding verleend van het bepaalde in artikel 6 onder a, van die verordening, voor het aantal kubieke meters water tot en met 500m³.

  • 4.

    Bij de invordering van de begraafrechten wordt alleen kwijtschelding verleend voor de jaarlijkse onderhoudsrechten.

 

Artikel 3 Verruimde kwijtschelding

  • 1.

    Bij de invordering van de afvalstoffenheffing, genoemd in Hoofdstuk 1.1.1 van de Tarieventabel behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen, de onroerendezaakbelastingen, de rioolheffing, voor het bepaalde in artikel 6, onder a van die verordening en de begraafrechten voor de jaarlijkse onderhoudsrechten, vindt ten aanzien van kwijtschelding het bepaalde in Hoofdstuk 2, artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 toepassing met dien verstande, dat de kosten van bestaan als bedoeld in artikel 16 van de genoemde uitvoeringsregeling, worden vastgesteld op 100 percent van de genormeerde bijstandsuitkering.

  • 2.

    Bij de kwijtschelding van de in het eerste lid genoemde belastingen wordt voor echtgenoten, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, die de AOW-pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 percent van de toepasselijke netto AOW-bedragen, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.

  • 3.

    Bij de kwijtschelding van de in het eerste lid genoemde belastingen worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 3, van de Uitvoeringsregeling als uitgaven mede in aanmerking genomen en de netto kosten van kinderopvang.

  • 4.

    Ter beoordeling van de aanvraag om kwijtschelding vindt een toets plaats aan de hand van hetgeen bepaald is in artikel 11 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

  • 5.

    Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

 

Artikel 4 Wijze van aanvraag kwijtschelding

Voor de aanvraag om kwijtschelding dient gebruik te worden gemaakt van het door de gemeenteambtenaar belast met invordering van gemeentelijke belasting, als bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder b, van de Gemeentewet (invorderingsambtenaar), vastgestelde aanvraagformulier met de daarbij behorende toelichting.

 

Artikel 5 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘kwijtscheldingsverordening 2021’ van 4 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 6 genoemde datum van ingang van de verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op ingediende verzoeken die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 6 genoemde datum van ingang van de verordening, blijft de in het eerste lid genoemde regeling gelden voor de in de tussenliggende periode ingediende verzoeken.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022”.

 

Vastgesteld door de gemeenteraad van Hengelo

in de openbare vergadering van 10 november 2021,

de griffier,

de voorzitter,