Organisatie | Veere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2022 |
Citeertitel | Verordening watertoeristenbelasting 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening watertoeristenbelasting 2022 |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | Nieuwe regeling | 11-11-2021 | 21b.10546 |
Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeenten zijn opgenomen, wordt onder de naam “watertoeristenbelasting” een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1. door degenen die verblijf houden aan boord van:
a. een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
b. kano's, roei- en volgboten;
c. motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;
d. een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt.
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die regelmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers.
In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor vaartuigen met een vaste ligplaats, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen:
a) bij een vaartuig met een lengte van meer dan 4, doch ten hoogste 7 meter: € 46,33
b) bij een vaartuig met een lengte van meer dan 7, doch ten hoogste 9 meter: € 67,04
c) bij een vaartuig met een lengte van meer dan 9, doch ten hoogste 12 meter: € 63,21
d) bij een vaartuig met een lengte van meer dan 12 meter: € 88,80
Artikel 8. Wijze van belastingheffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten:
a. de voorlopige aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
b. de definitieve aanslagen worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het eerste lid onderdeel a en b geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso worden afgeschreven, De aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen voor het verstrijken van het belastingjaar. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen een maand later. Voor betalingen middels een automatische incasso is het incassoreglement van toepassing.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
De "Verordening watertoeristenbelasting 2020" vastgesteld bij besluit van 12 November 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.